• No results found

Multidisciplinaire richtlijn werk en ernstige psychische aandoeningen zakelijk: bij wisselingen in de begeleiding is er minder overzicht in vorde-

Beïnvloedende factoren  Inleiding

Niveau 3 Er zijn aanwijzingen dat inzet van zelfmanagementstrategieën een positief effect heeft op het arbeidsfunctioneren van mensen

56 Multidisciplinaire richtlijn werk en ernstige psychische aandoeningen zakelijk: bij wisselingen in de begeleiding is er minder overzicht in vorde-

ringen in zelfmanagement bij de cliënt. Als het niet klikt met de begeleider dient er ruimte te zijn om te wisselen van begeleider. In de begeleiding moet er aandacht zijn voor het organiseren van het werk en het privéleven en de wisselwerking tussen beide. Verder is het belangrijk dat er regelmatig een evaluatie plaatsvindt, waarbij sterke en zwakke punten van de cliënt in kaart worden gebracht. Cliënten kunnen er zelf mede op toezien dat ze regelmatig geëvalueerd worden.

Uit de casusstudies komt naar voren dat werknemers terugval of decom- pensatie proberen te voorkomen door tijdens het werk voldoende rust- momenten in te bouwen of direct na thuiskomst te gaan rusten. Andere vormen van zelfmanagement die genoemd worden zijn: signalen van terugval of decompensatie leren herkennen, ontspanning zoeken in de thuissituatie, een vast dagritme aanhouden, steun zoeken bij anderen, soms een dag vrij nemen en een dagboek bijhouden met gedachten en gevoelens over de privé- en werksituatie.

4. Overige overwegingen richtlijnwerkgroep

• Er is nog weinig wetenschappelijk goed onderbouwde kennis over zelf- management in relatie tot werkbehoud, met name over de effectiviteit van steun bij het ontwikkelen van zelfmanagement en de daarvoor benodigde vaardigheden.

• Op grond van de besproken literatuur lijkt het zinvol om onderscheid te maken tussen externe strategieën en persoonlijke strategieën. Bij externe strategieën gaat het onder andere om:

– inzet van formele ondersteuningsnetwerken (o.a. via IPS); – inzet van informele ondersteuningsnetwerken.

– Persoonlijke strategieën zijn onder andere gericht op drie aspecten: – attitude (positieve verwachtingen, motivatie, positief zelfbeeld); – cognitie (probleemoplossing, accepteren van beperkingen, grenzen

stellen);

– gedrag (opkomen voor jezelf, terugtrekken, parttime werken, pauzes nemen).

• Kolenberg (2006) onderscheidt de volgende strategieën: acceptatie van beperkingen (accepteer dat je niet alles meer kunt), omgaan met beper- kingen die voortvloeien uit de ziekte (positief denken, kleine haalbare stappen zetten), zelfvertrouwen ontwikkelen (praten over onzeker- heid, concentreren op wat je wel kunt, jezelf complimenten geven), zelfzorg (goede energiebalans, beweging, ontspanningsoefeningen), grenzen stellen (weerbaarheid ontwikkelen, energievretende activiteiten vermijden), en zelfregie bij het eigen re-integratieproces (eigen re-inte- gratieplan schrijven, gesprekken goed voorbereiden).

Hoofdstuk 4 Zelfmanagement 57

• Kortom, bij zelfmanagementtechnieken gaat het niet zozeer om een klachtgerichte aanpak als wel om een aanpak gericht op persoonlijke effectiviteit, een eigen werkidentiteit en het arbeidsfunctioneren. • Uit de praktijk blijkt ook dat cliënten hun mogelijkheden om te werken

vaak onderschatten en huiverig zijn om zelf initiatief te nemen op het gebied van arbeid en re-integratie.

• Cliënten geven zelf vaak aan dat werken op zich al therapeutisch voor hen kan zijn. Werk hebben is vaak een onderdeel van de individuele zelf- managementstrategie. Door binnen de eigen mogelijkheden te (blijven) werken vermindert de kans op terugval, verbetert de gezondheid en wordt het zelfvertrouwen vergroot (Van Weeghel, 1995). Gepast werk kan in belangrijke mate bijdragen aan de kwaliteit van leven. • Diverse bredere programma’s zijn ontwikkeld ten bate van steun bij

zelfmanagement, zoals Illness Management & Recovery (Mueser et al., 2006) en het Wellness Recovery & Action Plan (Copeland & Mead, 2004). Ons is echter nog geen onderzoek bekend naar het effect hiervan of van andere zelfmanagementmethodieken op het specifieke domein arbeids- participatie. Vermoed kan worden dat dergelijke methodieken de basis kunnen vormen van effectief zelfmanagement ten aanzien van arbeids- participatie.

• Er is groeiend bewijs dat herstelgroepen voor mensen uit de doelgroep effectief zijn (zie Van Gestel, 2011; Boevink, 2009). De groepsdeelnemers werken aan een eigen identiteit en het leren leven met de psychische aandoening. De effecten bestaan er onder meer uit dat deelnemers onder andere meer gevoel van empowerment, hoop en zelfvertrouwen krijgen. Het ligt voor de hand om te veronderstellen dat in werkzame herstelgroepen ook een goede voedingsbodem wordt gelegd voor het ontwikkelen van en ondersteunen bij zelfmanagement.

• Michon et al. ontwikkelden de zmp-ar (inschatting Zelfmanagement van Psychische problematiek in de Arbeidsbegeleiding), een assess- mentinstrument voor zelfmanagement in relatie tot het arbeidsfunctio- neren. De zmp-ar combineert een vragenlijst met vraaggesprek tussen jobcoach en deelnemer. Onder andere wordt in kaart gebracht de persoonlijke arbeidsdoelen, ervaren beperkingen vanwege psychische problematiek om die doelen te realiseren, en copingstrategieën, waar- onder adaptieve strategieën (Michon et al., 2002; Michon, Van Weeghel, Kroon & Schene, 2011). Buiten de zmp-ar is bij de kerngroep geen assessmentmethode bekend toegespitst op dit thema in de arbeidsre- integratie.

5 Multidisciplinaire richtlijn werk en ernstige psychische aandoeningen 5 Aanbevelingen

• De werkgroep beveelt (nadere) ontwikkeling en inzet van zelfmanage- mentprogramma’s (waaronder cognitieve training en herstelgroepen) aan voor het verkrijgen en behouden van werk.

• De werkgroep pleit er voor om in bestaande en nog te ontwikkelen algemene zelfmanagementprogramma’s expliciet aandacht te geven aan het verkrijgen en behouden van werk.

• Ondanks gebrek aan wetenschappelijk bewijs beveelt de werkgroep inzet van onderzochte zelfmanagementstrategieën (zoals versterken positief zelfbeeld, accepteren van beperkingen, grenzen stellen, pauzes nemen, anderen inschakelen en gezond leven) aan voor de praktijk. Professionals en ervaringsdeskundigen (die zelf ervaring hebben met zelfmanagement) kunnen cliënten hierbij desgewenst ondersteunen, waarbij zo veel mogelijk wordt aangesloten bij de eigen kracht van cliënten zelf.

• Actieve inzet van herstelgroepen voor het ondersteunen bij het aanleren van zelfmanagementtechnieken wordt door de werkgroep aangemoe- digd.

• De werkgroep beveelt het gebruik aan van assessmentinstrument InschattingZelfmanagement van Psychische problematiek in de Arbeids- rehabilitatie, om in kaart te brengen welke strategieën betrokkene toepast in het kader van werkbehoud en eeneerste idee te krijgen van sterke kanten en leerdoelen op dat gebied.

• De werkgroep adviseert grootschaliger onderzoek te doen naar de effecten vanzelfmanagement op het behoud van werk.

Noot

1 Zie bijvoorbeeld het npfc-cbo-programma zelfmanagement op www. zelfmanagement.com.

Literatuur

Alverson, M., Becker, D.R., & Drake, R.E. (1995). An etnographic study on coping strategies used by people with severe mental illness participating in Supported Employment. Psychosocial Rehabilitation Journal, 18, 115-128. Barlow, J.H., Ellard, D.R., Hainsworth, J.M., Jones, F.R., & Fisher, A. (2005). A

review of self-management interventions for panic disorders, phobias and obsessive-compulsive disorders. Acta Psychiatrica Scandinavica, 111, 272-285.

Hoofdstuk 4 Zelfmanagement 5 Becker, D.R., Whitney, R., Bailey, E., & Drake, R.E. (2007). Long-term

employment trajectories among participants with severe mental illness in supported employment. Psychiatric Services, 58, 922-928.

Boevink, W. (2009). Lijfsbehoud, levenskunst en lessen om van te leren. HEE-gesch(r)ift. Utrecht: Trimbos-instituut.

Copeland, M.E., & Mead, S. (2004). Wellness recovery action plan & peer support

– personal, group and program development. Dummerston, USA: Peach

Press.

Davidson, L. (2005). Recovery, self-management and the expert patient - Changing the culture of mental health from a UK perspective. Journal of

Mental Health, 14, 25-35.

Gestel, H. van (2011). Recovery is up to you. Evaluation of a peer-run course. Proefschrift. Tilburg: UvT.

Kolenberg, A. (2006). Weer aan de slag. Tips en informatie voor reïntegratie. Amsterdam: Uitgeverij Nieuwezijds.

Lysaker, P.H., Bond, G., Davis, L.W., Bryson, G.J., & Bell, M.D. (2005). Enhanced cognitive-behavioral therapy for vocational rehabilitation in schizophrenia: Effects on hope and work. Journal of Rehabilitation Research &

Development, 42, 673-682.

Michon, H.W., Kroon, H., & Weeghel, J. van (2002). Zelfmanagement van

psychiatrische problematiek in de arbeidsreïntegratie : de ontwikkeling van een inschattingsinstrument voor de arbeidsrehabilitatiepraktijk. Utrecht:

Trimbos-instituut.

Mueser, K.T., Meyer, P.S., Penn, D.L., Clancy, R., Clancy, D.M., & Salyers, M.P. (2006). The illness management and recovery program: Rationale, development, and preliminary findings. Schizophrenia Bulletin, 32, S32-S43. Mueser, K.T., Aalto, S., Becker, D.R., Ogden, J.S., Wolfe, R.S., Schiavo, D., et

al. (2005). The effectiveness of skills training for improving outcomes in supported employment. Psychiatric Services, 56, 1254-1260.

Michon, H.W., Weeghel, J. van,Kroon, H., & Schene, A.H. (2011) Illness self- management assessment in psychiatric vocational rehabilitation. Psychiatric

Rehabilitation Journal, 35, 21-27.

Provencher, H.L. (2002). The role of work in the recovery of persons with psychiatric disabilities. Psychiatric Rehabilitation Journal, 26, 132-144. Silver, T. (2004). Coping with dual challenges as providers with psychiatric

disabilities. Psychiatric Rehabilitation Journal, 28, 165-171.

Vauth, R., Corrigan, P.W., Clauss, M., Dietl, M., Dreher-Rudolph, M., Stieglitz, R-D., et al. (2005). Cognitive strategies versus self-management skills as adjunct to vocational rehabilitation. Schizophrenia Bulletin, 31, 55-66. Weeghel, J. van (1995). Herstelwerkzaamheden. Arbeidsrehabilitatie van

Hoofdstuk5

Inschatten competenties