• No results found

Relevantie van de gegevens

6. Verkenning van de haalbaarheid

6.3 Motivatie en manipulatie

In de vorige paragraaf is duidelijk geworden dat bevelvoerders hoe dan ook een informatiebron zijn voor de brandweerstatistiek. De vraag is welke knelpunten de bevelvoerders ondervinden bij het aanleveren van betrouwbare en valide informatie. Daarbij speelt natuurlijk de ruimte om incomplete of onjuiste gegevens te verstrekken een belangrijke rol. Deze ruimte kan goed in beeld worden gebracht met behulp van de informatie-manipulatie-index.

De index kent twee assen: de horizontale as geeft aan in welke mate het voor de leveranciers mogelijk is om incomplete of onjuiste gegevens aan te leveren, de verticale as geeft aan welke consequenties de manipulatie heeft voor de leveranciers.72

Figuur 7: Informatie-manipulatie-index

IV I

III II

Manipulatiemogelijkheden C on se qu en tie s + + + + _ _

De mogelijkheden voor het aanleveren van incomplete of onjuiste cijfers zijn in het algemeen groot. Veruit de meeste cijfers zijn op dit moment handmatig aan te passen zonder dat de waarheid van de cijfers wordt gecontroleerd. Bepaalde informatie kent bij uitstek de mogelijkheid voor manipulatie, vanwege de onduidelijke en/of oprekbare definities die worden gehanteerd. Van verschillende definities is breed bekend dat deze landelijk op heel uiteenlopende manieren invulling krijgen. Het gevolg is dat (onbewust) onvergelijkbare cijfers worden aangeleverd, waardoor een beeld ontstaat dat niet overeenkomt met de werkelijkheid.

1 slachtoffer in een jaar

“Op een gegeven moment stond in de statistieken dat wij in een jaar maar 1 slachtoffer hadden gehad bij het uitvoeren van hulpverlening. Dat kan gewoon niet waar zijn. Bij het beter bekijken van de cijfers bleek dat alle slachtoffers bij geredde slachtoffers stonden vermeld.”

Oprekbare hulptaak

De definitie van de hulptaak is oprekbaar. Het gevolg is dat alle activiteiten die de brandweer uitvoert, ook oneigenlijke brandweertaken, onder de noemer hulpverlening kunnen worden geschoven. “Zo kan het zijn dat wij bij een lift opsluiting met een HV173

komen aanzetten. Het is de vraag of hier wel een taak voor de brandweer ligt.”

72

Van Mill en anderen (2008): 143 73

Of uiteindelijk bewust foutieve of incomplete cijfers worden aangeleverd heeft, vervolgens vooral te maken met de (potentiële) consequenties. In de verkenning van de haalbaarheid zijn drie algemene consequenties te herkennen die kunnen aanzetten tot manipulatie van de cijfers:

Verlagen van de administratieve lasten

Het dienen van het korpsbelang

Hoge (papieren) prestatiedrang

Deze drie consequenties worden hieronder stuk voor stuk kort toegelicht.

Ten eerste zorgt het incompleet of onjuist invullen ervoor dat bevelvoerders de administratieve last sterk kunnen verminderen. Daarbij zijn de bevelvoerders ervan overtuigd dat zij informatie moeten aanleveren die op andere plekken allang beschikbaar is. Het gevoel dat men ‘dubbel werk’ uitvoert, samen met de gedachte dat de informatie die zij aanleveren toch ‘slechts’ voor de CBS

Brandweerstatistiek is waarvan zij geen enkele baat ondervinden, maakt dat er weinig motivatie is om accurate gegevens aan te leveren.

Registreren met de Franse slag

Diverse bevelvoerders geven aan dat de CBS-registratie veelal met de Franse slag wordt gedaan. Eén van de bevelvoerders stelt: “Bevelvoerders doen maar wat want ze zien de cijfers toch nooit meer terug. Er bestaat dan heel weinig motivatie om ’s nachts na een incident nog te registreren.” Een andere bevelvoerder merkt op dat hij het idee had dat nooit iemand wat met de

registraties deed. Daarom heeft hij ooit eens voor drie incidenten achtereen geen CBS-registraties aangeleverd: “Toen kreeg ik wel een berichtje vanuit boven dat dat dus niet de bedoeling was.”

Ten tweede kan het belang van het korps om bepaalde scores te halen, aanzetten tot het

manipuleren van de informatie. Op basis van ‘goede’ scores kunnen brandweerkorpsen zich beter voordoen dan ze daadwerkelijk zijn. Voornamelijk in het geval van bepaalde precaire onderwerpen zoals het dekkingsgebied, opkomsttijden en de vakbekwaamheid van het personeel is het belang voor het brandweerkorps relatief groot, én de mogelijkheden om de gegevens te manipuleren juist heel ruim.

Territoriumdrang

“We zitten bij de brandweer in een tijd dat de gemiddelde uitruktijd een factor is bij het bepalen van het dekkingsgebied. Deze ontwikkeling heeft vrijwel zeker invloed op de registraties. Het is gewoon mogelijk om door structureel nét verkeerd te timen je uitrukgebieden groter te maken.”

Overigens kan in toenemende mate gebruik worden gemaakt van plaatsbepalingssystemen, wat de betrouwbaarheid van registratie van de opkomsttijden ten goede komt.

Ten derde wordt onderkend dat de bevelvoerders bij het aanleveren van onjuiste en/of incomplete gegevens ook gedreven kunnen worden door een individueel belang. Over het algemeen wil men graag te boek staan als een bevelvoerder die goed werk levert. Door cijfers en informatie over de inzet te manipuleren, is het voor de bevelvoerder mogelijk om een beeld neer te zetten over hun optreden dat een verbeterde weergave is van de werkelijkheid.

Altijd goed werk leveren

De verwachting van verschillende bevelvoerders is dat in de praktijk de neiging zal bestaan om de cijfers ten positieve van het eigen optreden te manipuleren: “Dan zeg je dat de brand bij aankomst wat ernstiger was en dat je inzet vervolgens heeft bijgedragen aan het onder controle krijgen van de brand.”

Ruimte voor manipulatie van informatie zal altijd blijven bestaan. Om deze ruimte zo min mogelijk consequenties te laten hebben voor de bruikbaarheid van de brandweerstatistiek moet aandacht worden besteed aan het belang van de bevelvoerder. Een manier om de CBS-registraties voor de bevelvoerder belangrijk te maken, is door het onderdeel te maken van de staande kwaliteitscyclus (‘plan-do-check-act’). Op het moment dat de informatie die aan het CBS aangeleverd moet worden ook onderdeel wordt van de leercyclus van de bevelvoerder worden zij namelijk direct

geconfronteerd met het belang om accurate gegevens aan te leveren aan het CBS.74

De analyse van de door hen geleverde informatie heeft namelijk op die manier directe invloed op hun praktijk. Verder zou het belang van zuivere registratie ook al onderdeel moeten zijn van het

opleidingsprogramma.

Ten slotte is de ruimte voor manipulatie ook te beperken door de informatie die vanuit bevelvoerders wordt aangeleverd te beperken. Bij grotere incidenten waarbij de Officier van Dienst (OvD)

aanwezig was, kan deze verantwoordelijk worden voor de beoordeling en classificatie van de gegevens. Verder kunnen ook de resultaten van een onderzoeksteam in de CBS informatie worden meegenomen.

74

Let op: het CBS is niet gemachtigd om op individueel niveau terugkoppeling te geven. Hier ligt dan ook een taak voor het brandweerkorps zelf.