• No results found

Voor alle maatregelen gelden de uitgangspunten en ambities die door de raad zijn geformuleerd. Dit betekent dat elke maatregel zal worden getoetst op zijn bijdrage aan:

kostenontwikkeling, scheiding en vermindering restafval en wat de impact zou kunnen zijn op klanttevredenheid.

Hoewel het beleidsplan scherpe doelstellingen heeft, ligt de wijze en tempo waarop deze doelstellingen worden behaald nog deels open. Zoals eerder beschreven is hier bewust voor gekozen om de ontwikkelingen binnen de circulaire economie en veranderende behoeften optimaal te kunnen benutten. Periodiek is er evaluatie en dialoog met inwoners over de resultaten en de te nemen vervolgstappen.

Twee keer per jaar stuurt het College de Raad een rapportage van resultaten en voortgang. De evaluatie wijst uit in hoeverre de doorgevoerde beleidswijzigingen effect hebben. Afhankelijk van de resultaten kunnen noodzakelijke of gewenste aanvullingen op het beleid worden ontwikkeld en of sneller/ intensiever worden ingezet.

23 Grondstofrijk Epe, Bijlage 1 Toetsingskader

Bijlage 1 Toetsingskader

Waarom een toetsingskader?

Met een toetsingskader wordt expliciet gemaakt waaraan beleidsmaatregelen worden getoetst en hoe alternatieve beleidsmaatregelen onderling vergeleken en gewogen kunnen worden.

In deze uitgangspuntennotitie heeft het toetsingskader drie aandachtsvelden. Deze zijn: Milieu, Kosten en Service. Hierna worden de meest relevante ontwikkelingen en indicatoren voor de aandachtsgebieden van dat toetsingskader toegelicht.

1. Milieu

Minder restafval én meer kwaliteit grondstoffen

De focus in het VANG beleid op de reductie van het restafval van huishoudens veronderstelt dat die gepaard gaat met een toename van de daaruit gescheiden potentiele grondstoffen. Een stijgend scheidingspercentage (grondstoffen/totaal rest en grondstoffen) en een dalende restafval hoeveelheid zijn samen de belangrijkste milieu indicatoren.

Steeds meer wordt in de landelijke discussie over het grondstoffenbeleid de vraag opgeworpen of restafval hoeveelheid en scheidingspercentage wel voldoende indicatoren zijn voor de beoogde transitie naar een meer circulaire economie. Er zijn indicaties dat bij de sterk afgenomen restafval hoeveelheid ook sprake is van een toename van de vervuiling met restafval van de gescheiden ingezamelde grondstoffen. Sorteeranalyses van bijvoorbeeld het ingezamelde PMD in Epe tonen te hoge vervuilingspercentages. Ook bij andere stromen zoals gft, papier en textiel is er zorg over oplopende vervuiling. In dat geval leidt een lagere restafval hoeveelheid tot kwalitatief slechtere grondstoffen, die slecht of tegen te hoge kosten gerecycled kunnen worden.

De aandacht voor de kwaliteit van de gescheiden grondstoffen behoort daarom meer prioriteit te krijgen in het meten van de milieu effecten van het grondstoffenbeleid. Meer grondstoffen leidt immers tot minder restafval, maar minder rest afval leidt niet per definitie tot meer grondstoffen.

Circulaire economie is meer dan recycling

Met het scheiden van grondstoffen zoals gft, papier, glas, PMD etc. uit het restafval beoogt het grondstoffenbeleid de recycling van deze gescheiden stromen mogelijk te maken en te

stimuleren. Daarmee ligt het accent in het beleid en de indicatoren daarvoor op het hergebruik van materialen die vrijkomen bij huishoudens.

Voorafgaand aan de fase van recycling geldt evenwel dat preventie (refuse), hergebruik van het product (reuse), reparatie en revisie allen ook bijdragen aan een meer circulaire economie waarin het beroep op en de afhankelijkheid van virgin (nieuwe) grondstoffen af kan nemen. De

milieu winst zal daarvan juist door minder te hoeven recyclen eerder groter dan kleiner zijn9. In een gemeentelijk grondstoffenbeleid dat tot doel heeft de (regionale) circulaire economie te stimuleren past het dan ook deze r’s voorafgaand aan de recycling ook mee te nemen in de milieu indicator.

Door preventiebeleid dat bijvoorbeeld voedselverspilling of gedrukte folders terugdringt kan het scheidingspercentage zelfs dalen, tenzij deze stromen nu nog in het restafval zitten. Dat geldt ook voor het stimuleren van het hergebruik van (onderdelen) van elektrische apparaten of andere activiteiten van kringloopbedrijven als Stilema.

In gedachtenvorming over hoe een (regionale) circulaire economie moet worden gestimuleerd is het dus zaak ook in het gemeentelijk beleid aandacht te hebben voor deze treden binnen de circulaire r-ladder.10

Reikwijdte ruimer dan in en om de woning.

De milieu effectiviteit van het gedrag van huishoudens in en om de woning lijkt er gebaat bij dat dezelfde gedragsprincipes ook op jonge leeftijd, op school of tijdens vrije tijd gestimuleerd worden.

Educatie op basisscholen is daar een voorbeeld van zoals in het door Circulus-Berkel aangeboden programma Cleanwise11. In combinatie met dit educatieprogramma worden scholen gefaciliteerd bij de gescheiden inzameling van PMD. In 2019 doen 18 scholen in Epe mee. Inmiddels doen meer dan 100 scholen in de regio mee.

Reiniging rondom evenementen wordt in Epe is daar ook belangrijk in. Door tijdens en na evenementen goed te reinigen, afvalscheiding te faciliteren en waar mogelijk duurzame alternatieven toe te passen. Circulus-Berkel onderzoekt samen met al haar gemeenten hoe evenementen nog beter gefaciliteerd kunnen worden.

Met bovenstaande acties wordt de reikwijdte van het beleid verruimd buiten de woning van het huishouden. Voor de milieu indicator van het beleid zullen dan ook de omvang en effecten daarvan moeten worden meegewogen.

CO2 effecten

Als we deze grondstoffen gaan scheiden, besparen we veel nieuwe grondstoffen en CO2 om deze nieuwe grondstoffen te maken. Hergebruik kost namelijk velen malen minder energie.

Denk verder aan minder restafval verbranding, maar ook minder kilometers van inzamelvoertuigen en transport naar verwerkers.

Daarnaast is er het positieve effect van preventie (minder afval, minder CO2-uitstoot)

9Mogelijke uitzondering hierop zouden die nieuwe producten kunnen zijn die milieutechnisch beschouwd in het gebruik aanzienlijk gunstiger presteren dan die waarvan de levensduur wordt verlengd.

10Zie ook https://www.pbl.nl/onderwerpen/circulaire-economie 11 Zie www.circulus-berkel.nl/clean-wise-start/

25 Grondstofrijk Epe, Bijlage 1 Toetsingskader 2. Kosten

Stijgende verwerkingstarieven restafval

De prijs voor de verwerking van restafval is door Circulus-Berkel in een aanbesteding in 2013 voor de gehele regio met 60% gedaald met ingang van 2016. Daarbij is tijdig ingespeeld op de overcapaciteit in de toenmalige markt voor verbranding van restafval. Inmiddels is de markt wederom omgeslagen naar een capaciteitstekort met snel oplopende prijzen als gevolg. Het huidige contract loopt tot 1-1-2021 en rekening moet worden gehouden met mogelijk weer

“oude” prijs niveaus voor de verbranding van restafval.

Hoewel dankzij het gevoerde beleid de restafvalhoeveelheid sinds 2016 scherp gedaald is, blijft het effect van mogelijke prijsstijgingen in deze markt substantieel.

Hogere verbrandingsbelasting

Het Rijk heeft in het laatste uitvoeringsprogramma voor VANG de eerder reeds ingestelde verbrandingsbelasting in 2019 verhoogd met ruim € 30 per ton restafval. Voor 2020 is geen verdere stijging aangekondigd.

Dalende vergoeding PMD en herziening Raamovereenkomst

Voor de inzameling, sortering en verwerking van verpakkingsplastics en drankkartons geldt er in Nederland producentenverantwoordelijkheid. Dat wil zeggen dat de verpakkers via het door hen beheerde en gefinancierde Afvalfonds, gemeenten vergoeden voor de kosten van deze

activiteiten. Onder meer de hoogte van de vergoeding en de acceptatievoorwaarden voor de betreffende stromen is in samenspraak met de VNG en het Ministerie van I&M vastgelegd in de Raamovereenkomst verpakkingen.

De afgelopen jaren is de integrale vergoeding voor verpakkingsplastics, conform de

Raamovereenkomst, elk jaar verlaagd en gekoppeld geweest aan de voor recycling geschikte plastic stromen die na sortering voldeden aan de daarvoor geldende kwaliteitseisen.

Door stijgende marktkosten en dalende vergoedingen is de netto vergoeding voor de PMD inzameling onder druk gekomen.

De uitvoering van de Raamovereenkomst is door partijen geëvalueerd en de vernieuwde opzet van een nieuwe Raamovereenkomst ligt nu ter consultatie bij gemeenten wordt waarschijnlijk eind 2019 vastgesteld.

Beweeglijke grondstofprijzen

Voor vrijwel alle grondstof soorten geldt dat de marktprijs erg beweeglijk is. Recentelijk zijn door verschillende oorzaken, waarvan het weigeren door verschillende Aziatische landen zoals China van vervuilde grondstofstromen een belangrijke is, de prijzen in meerdere

grondstofmarkten onder zware druk gekomen. Zo heeft de extra toevloed op de Europese markt van geweigerde plastics in Azië (bedrijfsstromen en uit bijvoorbeeld VS en UK) de afzetprijzen en recycle kosten voor huishoudelijke plastics aanzienlijk verslechterd. Soortgelijke

ontwikkelingen zijn momenteel waarneembaar voor papier, hout, textiel en GFT.

Naarmate het aandeel af te zetten grondstoffen uit de huishoudelijke afvalstomen toeneemt, zal die beweeglijkheid ook zijn effect hebben op de kosten van het afvalbeheer.

Diftar paradox

Gemeenten met diftar hebben mooie resultaten geboekt in de reductie van het restafval, waardoor de variabele inkomsten steeds verder teruglopen. In diftar-gemeenten waar de afvalscheiding boven verwachting goed gaat, komt het steeds vaker voor dat de variabele inkomsten zelfs zo ver dalen, dat deze de inzamel- en verwerkingskosten niet langer dekken.

Dat wordt geframed als de diftar-paradox, maar diftar is niet de hoofdschuldige.

Veel andere kosten stijgen op dit moment (verwerking, transport, verbranding, etc.), terwijl de afvalstofheffing en andere inkomsten (daling vergoeding PMD) niet meestijgen. Op basis van onze inzichten in het beleidsveld en de markt verwachten we dat de vergoedingen de komende jaren blijven dalen.

Bij invoering van een financiële prikkel is het van belang om de verhouding tussen het vaste en variabele deel goed af te wegen. Een groot deel van de kosten in afvalinzameling en verwerking is vast, dat is lastig op te vangen in het variabele tarief.

3. Service

Huidige inzamelmethodiek

Op hoofdlijnen is de huidige inzamelmethodiek als volgt;

Laagbouw Hoogbouw

Restafval Minicontainer 1x3 weken Ondergrondse verzamelcontainer GFT Minicontainer 1x3 weken Over algemeen geen

voorziening PMD Minicontainer 1x3 weken Zakken 1x3 weken

of verzamelcontainers winkelcentra

Papier/Glas 1x3 weken los aan straat 1x3 weken los Textiel Brengen naar

verzamelcontainers

Brengen naar verzamelcontainers Resultaten klant tevredenheid onderzoeken

Elke twee jaar wordt onder regie van de gemeente een representatief klant tevredenheids- onderzoek onder de bewoners van Epe uitgevoerd naar de inzamel dienstverlening van Circulus-Berkel. De laatste twee onderzoeken werden in 2015 en 2017 uitgevoerd. De resultaten zijn in onderstaande schema’s samen te vatten.

27 Grondstofrijk Epe, Bijlage 1 Toetsingskader Het is belangrijk om daarnaast andere manieren te ontwikkelen om tevredenheid te meten en interactie met inwoners te faciliteren.

GERELATEERDE DOCUMENTEN