• No results found

Monitoring en evaluatie instandhoudingsdoelen en maatregelen

In document Natura 2000 Beheerplan 44. De Borkeld (pagina 157-160)

PAS-GA

In deze paragraaf wordt toegelicht wat er in het kader van het Natura 2000- beheerplan wordt gemonitord, door wie en waarom.

Met monitoring wordt gevolgd of de instandhoudingsmaatregelen het gewenste resultaat opleveren en of veranderingen in het gebied of het gebruik in en om het gebied effect hebben op het realiseren van de doelen.

Er zijn verschillende meetnetten die de benodigde informatie leveren. Voor de Kaderrichtlijn Water (KRW) en (beleids)doelen van de Waterschappen worden de waterkwaliteit en kwantiteit gemonitord. De grondwaterkwaliteit en kwantiteit worden gemonitord onder regie van de provincie (het Meetnet Verdroging). Daarnaast zijn nog twee – voor Natura 2000- belangrijke meetnetten over

natuurkwaliteit: het Netwerk Ecologische Monitoring (NEM) en de monitoring in het kader van Subsidiestelsel Natuur en Landschap (SNL)11.

De meetnetten zijn zo vormgegeven dat deze informatie opleveren die gebruikt kan worden voor het beantwoorden van verschillende vragen. De rapportages van de verschillende overheden kunnen wat betreft het detailniveau verschillen. Zo is voor zowel de Natura 2000-rapportage voor de Europese Commissie als de PAS-

rapportage voor het rijk informatie nodig over de omvang en de kwaliteit van habitattypen. Voor de rapportage aan de Europese Commissie volstaat een abstracter niveau dan voor de PAS laat de verschillende fasen van de monitoringscyclus zien. In figuur 7.1 worden deze fasen verder toegelicht. Rapportage en beoordeling

De uit de monitoring volgende informatie wordt gebruikt bij het opstellen van het Natura 2000-beheerplan voor de daaropvolgende beheerplanperiode en voor de door het rijk aan de Europese Commissie te leveren natuurrapportage. De informatie is

8Bestuursakkoord Natuur: het geheel aan afspraken tussen Rijk en provincies over de decentralisatie van het

natuurbeleid, te weten het onderhandelingsakkoord decentralisatie natuur d.d. 20 september 2011, aanvullende afspraken d.d. 7 december 2011 en de uitvoeringsafspraken d.d. 8 februari 2012

9 Overeenkomst tussen rijk en provincie in nauw overleg met maatschappelijke organisaties over de ontwikkeling en beheer van natuur in Nederland voor de periode tot en met 2027

10 Overeenkomst tussen het ministerie van Economische Zaken en de Provincies d.d. 26 september 2013

11 Op http://www.portaalnatuurenlandschap.nl/themas/monitoring-en-natuurkwaliteit/monitoring-en-natuurkwaliteit- downloads/ is de werkwijze natuurmonitoring beschreven.

ook van belang voor vergunningverlening, handhaving en beheer van het Natura 2000-gebied en voor de PAS.

Voor het Natura 2000-beheerplan moeten de volgende vragen worden beantwoord:  Hoe verhouden de oppervlakte en kwaliteit van de instandhoudingsdoelstellingen

zich ten opzichte van de uitgangssituatie?

 Wat is de voortgang van de uitvoering van de herstelmaatregelen van het Natura 2000-beheerplan ten opzichte van de uitgangssituatie?

Ten behoeve van de PAS wordt per gebied jaarlijks een gebiedsrapportage opgesteld met als doel de ontwikkeling van de stikstof gevoelige habitattypen en de voortgang van de uitvoering van de herstelmaatregelen in beeld te brengen.

Beoordeling vindt op specifieke momenten plaats. De voortgang van de realisatie van de instandhoudingsdoelstellingen wordt na 6 jaar beoordeeld ten behoeve van het Natura 2000-beheerplan voor de volgende beheerplanperiode. Het rijk levert op basis van deze informatie elke zes jaar een rapportage aan de Europese Commissie over de ontwikkeling van de stand van soorten en de kwaliteit van habitattypen in Nederland.

Voor de beoordeling is een vergelijking nodig tussen twee (of meer) situaties. De datum van deze situaties verschilt voor de diverse rapportages. Voor de Vogel- en Habitatrichtlijnen geldt de datum van aanmelding als datum voor de

uitgangssituatie. Voor het Natura 2000-beheerplan en de PAS geldt de inwerkingtredingsdatum als datum voor de uitgangssituatie.

Figuur 7.1 MDIAR-keten (Bron: Europees Milieuagentschap)

Informatie

De natuurkwaliteit van een Natura 2000-gebied wordt afgemeten aan de flora en fauna en aan de omstandigheden die het mogelijk maken dat plant- en diersoorten ergens kunnen gedijen. Die omgevingsfactoren kunnen door beheerders en

overheden worden beïnvloed.

De monitoring van habitattypen richt zich op oppervlakte en kwaliteit en wordt gevolgd aan de hand van (zie voor uitleg Natura 2000 Profielendocument):  vegetatietype;

 abiotische randvoorwaarden;  typische soorten;

 overige kenmerken van een goede structuur en functie

De in het aanwijzingsbesluit genoemde soorten worden gevolgd aan de hand van:  omvang populatie;

 omvang, kwaliteit en draagkracht leefgebied.

Data

De basisgegevens uit het veld worden na validatie centraal opgeslagen en

toegankelijk gemaakt. Zo zijn ze door verschillende partijen en voor verschillende doeleinden te gebruiken. De Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF) wordt gebruikt voor de opslag van biotische gegevens. De uitkomsten van de

kwaliteitsbeoordeling voor het Natuurnetwerk en Natura 2000/PAS zullen op termijn worden opgeslagen in het InformatieModel Natuur (IMNa). Daarnaast wordt er ook gewerkt aan een landelijke database voor kaarten van de vegetatie- en habitattypen

Natuurmonitoring

Uitvoering en verantwoordelijkheid

De provincie is verantwoordelijk voor de in dit Natura 2000 beheerplan beschreven natuurmonitoring van haar Natura 2000-gebieden. De provincie maakt met

betrokken partijen afspraken over de uitvoering van de monitoring. De uitvoering van de aspecten vegetatie, typische soorten en structuur zal veelal uitgevoerd worden door de terreinbeheerders. Waterschappen voeren veelal de monitoring van de waterkwaliteit en -kwantiteit uit. De provincie bewaakt de uitvoering van de afspraken.

Aanpak

Over de manier waarop de monitoring wordt uitgevoerd zijn landelijke afspraken gemaakt. De belangrijkste is dat de Natura 2000-monitoring integraal is opgenomen in de ‘Werkwijze Natuurmonitoring en –beoordeling Natuurnetwerk en Natura 2000/PAS’ (hierna: werkwijze SNL-monitoring). In deze werkwijze wordt

gedetailleerd beschreven hoe de kwaliteit van natuur moet worden gemonitord. De beschreven monitoringsmethodiek is onafhankelijk van het Natura 2000-gebied: eenzelfde habitattype wordt overal op dezelfde manier gemonitord. Deze werkwijze is te vinden op het portaal Natuur en Landschap12. Aanvullend op deze werkwijze

dienen nog enkele zaken te worden uitgewerkt:  Natuurmonitoring specifiek ten behoeve van de PAS:

 Jaarlijks veldbezoek

 Gebruik en keuze procesindicatoren

 Gebiedsspecifieke natuurmonitoring: Planning natuurmonitoring

De natuurmonitoringsactiviteiten kennen een cyclus van 3, 6 of 12 jaar. In samenspraak met de terreinbeherende organisaties is een provinciebreed

monitoringsprogrammering opgesteld. In onderstaande tabel staat aangegeven in welk jaar welke soortgroepen in dit gebied worden gemonitord.

X: monitoring in het kader van SNL

S: stikstofgevoelige habitattypen en stikstofgevoelige leefgebieden van soorten

Borkeld 2019 2025 Vegetatie x s Flora x x Broedvogels x x Dagvlinders/ sprinkhanen x x Libellen x x Structuur x s Overige monitoring

Naast de monitoring van natuurwaarden moeten de volgende zaken worden gemonitord:

Monitoring effecten grondwaterstandsverhoging Elsenerveen

De effecten op het grondwater van de ingreep in Overtoom-Middelveen worden gemonitord via diverse meetpunten in de Borkeld. Een deel van deze meetpunten (hydrologisch meetnet) wordt momenteel al opgenomen door Staatsbosbeheer. Uitbreiding van het meetnet is nodig.

Zandwinning Domelaar

In het kader van de uitbreiding en mitigerende maatregelen van de zandwinning ‘Domelaar’ worden effecten op de waterhuishouding gemonitord. Dit is een

voorwaarde bij de vergunning die door de provincie is afgegeven. Een hydrologisch meetnet wordt door de initiatiefnemer ingericht. Indien uit de monitoringsgegevens blijkt dat hierdoor toch (hoewel niet verwacht) verdroging van De Borkeld optreedt, dienen maatregelen te worden getroffen.

In document Natura 2000 Beheerplan 44. De Borkeld (pagina 157-160)