• No results found

Duitsland

Ook in Duitsland waren tot voor kort de mogelijkheden zeer beperkt om plegers van geweld binnenshuis de woning uit te zetten. Doorgaans kreeg de dader geen straf, waren er geen consequenties verbonden aan zijn gewelddadig gedrag en moesten de vrouwen en kinderen het huis uit vluchten naar familie, vrienden of een opvanghuis. Midden jaren negentig wordt, mede onder invloed van het groot opge-zette Berliner Interventionsprojekt gegen häuslicher Gewalt (BIG) en het nationale Actionsplan zur Bekämpfung von Gewalt gegen Frauen, het nieuwe motto: ‘ge-samtgesellschaftliche Ächtung von Gewalt gegen Frauen’. Geweld tegen vrouwen wordt niet meer beschouwd als een quasi-biologisch lot van vrouwen, maar als een maatschappelijk probleem waar de overheid een taak in heeft. Er heeft, evenals in Oostenrijk, een paradigmaverschuiving plaatsgevonden. Het bestaande recht moet worden ingezet om vrouwen en kinderen te beschermen tegen geweld in de privé-sfeer en nieuwe wettelijke mogelijkheden moeten worden ontwikkeld.99

99 B. Schweikert, Wer schlägt, der geht?!, Das geplante Gewaltschutzgesetz-Hintergrund, Chancen und offene Fragen, Streit 2001, nr. 2, pp. 51-52.

De regering komt in december 2000 met een wetsvoorstel100 en op 1 januari 2002 is de Gesetz zum zivilrechtlichen Schutz vor Gewalttaten und Nachstellungen in werking getreden. De wet heeft als citeertitel: de Gewaltschutzgesetz. De wet be-helst civielrechtelijke mogelijkheden tot uithuisplaatsing evenwel met een straf-rechtelijk sluitstuk. De bestaande civielstraf-rechtelijke mogelijkheden ter bescherming van slachtoffers van geweld binnenshuis zijn zodanig aangepast dat slachtoffers ervan beter worden beschermd. Anders dan de Oostenrijkse wet biedt de Duitse wet geen mogelijkheden voor directe crisisinterventie. De crisisinterventie door de politie is zaak van de deelstaten en de juridische mogelijkheden voor crisisinter-ventie moeten in de politiewetten van die deelstaten zijn vastgelegd. Omdat de bescherming van slachtoffers van geweld binnenshuis niet effectief kan zijn zonder dat een uitdrukkelijke wettelijke regeling van bevoegdheden van de politie bestaat om in crisissituaties te kunnen ingrijpen, moeten de deelstaatwetgevers daarin voorzien.

Dit hoofdstuk is als volgt opgebouwd. Eerst zal worden ingegaan op de wettelijke mogelijkheid tot civiele uithuisplaatsing (3.1). Nadat de juridische knelpunten in het oude recht zijn behandeld (3.1.1) wordt ingegaan op de nieuwe civielrechtelijke mogelijkheden (3.1.2). Vervolgens wordt de bevoegdheid tot crisisinterventie door de politie behandeld (3.1.3) De paragraaf over de juridische aspecten wordt afge-sloten met een conclusie (3.1.4). Daarna wordt in paragraaf 3.2 ingegaan op de uitvoeringsaspecten van deze civiele mogelijkheid tot uithuisplaatsing en de moge-lijkheid tot crisisinterventie. De nadruk zal liggen op knelpunten voorafgaande aan de wetgeving (3.2.1) en noodzakelijke voorzieningen (3.2.2). Daarna worden de te verwachten effecten van de wet beschreven (3.2 3). In paragraaf 3.2.4 wordt inge-gaan op de resultaten van een pilot ‘Häusliche Gewalt und Platzverweise’ en het hoofdstuk wordt afgesloten met een advies van de respondenten (3.2.5).

100 Entwurf eines Gesetzes zur Verbesserung des zivilgerichtlichen Schutzes bei Gewalttaten und Nachstellungen sowie zur Erleichterung der Überlassung der Ehewohnung bei Trennung, Bundestag Drucksache 14/5429. Het ontwerp werd op 13 december 2000 bij het Parlement ingediend en werd in eerste lezing op 8 maart 2001 behandeld.

3.1 De Gewaltschutzgesetz in Duitsland

De Gewaltschutzgesetz betreft niet alleen geweld in huis, maar ook alle denkbare vormen van belaging (Nachstellungen). Wij concentreren ons op één element in die wet, te weten de civielrechtelijke mogelijkheid om een pleger van geweld binnens-huis101 uit huis te plaatsen.

Dat voor een hoofdzakelijk civielrechtelijke oplossing is gekozen, vloeit voort uit de overweging dat het strafrecht niet geëigend is om voor het probleem van huiselijk geweld een afdoende oplossing te bieden.102 Mede op basis van een uitvoerige, juri-dische analyse van de knelpunten is de Gewaltschutzgesetz geformuleerd. Bij de voorbereiding van de wet speelden de ervaringen die in Oostenrijk met de uithuis-plaatsing opgedaan waren een belangrijke rol.103

3.1.1 Juridische knelpunten die hebben geleid tot de Gewaltschutzgesetz

Duitsland kende vanaf 1986 de mogelijkheid dat het gerecht op verzoek van een van de echtelieden, wanneer deze gescheiden leven of willen gaan leven, hem of haar de woning met uitsluiting van de andere echtgenoot voor bewoning toewees, in geval dit noodzakelijk was om eine schwere Härte te voorkomen (art. 1361b Bundesgesetzbuch, voortaan BGB). Door het gebruik van het begrip schwere Härte en de interpretatie die daaraan door de rechter gegeven werd, was het soms uiterst moeilijk voor een woningtoewijzing voor eigen gebruik in aanmerking te komen.104

101 Ofschoon de wet civielrechtelijk van aard is, worden daarin soms strafrechtelijke termen ge-bruikt. Zo spreekt de wet onder andere van Täter.

102 Vgl. Schweikert, Gewalt ist kein Schicksal, op. cit., pp. 158-328.

103 Vgl. S. Schumacher, Die Regierungsentwurf eines Gesetzes zur Verbesserung des zivilgerichtli-chen Schutzes bei Gewalttaten und Nachstellungen sowie zur erleichterung der Überlassung der Ehewohnung bei Trennung, Fam. R.Z. 2001, pp. 953-958.

104 Zie P. Finger, Wohnungszuweisung für die Dauer des Getrenntlebens, ZRP 2000, pp. 274-276.

Bovendien bleek het artikel niet naar analogie te kunnen worden toegepast bij an-dere samenlevingsvormen dan een huwelijk.105 Naast de juridische knelpunten wa-ren er ook tal van praktische problemen bij de toepassing van artikel 1361b BGB:

door de schaarste op de woningmarkt moest vaak een aanzienlijke termijn voor uitstel van de ontruiming worden toegestaan. Bovendien was de procedure om de woning toegewezen te krijgen tijdrovend en dit artikel bleek niet bruikbaar als basis voor crisisinterventie in gevallen van huiselijk geweld.

Om te analyseren waar precies de knelpunten zaten bij de toepassing van arti-kel 1361b BGB, werd aan een tweetal instituten van de Otto-Friedrich Universiteit in Bamberg106 de opdracht gegeven voor een Rechtstatsachenforschung. Deze ver-scheen in 2000 in druk.107 Mede gelet op de resultaten van dit onderzoek werd door de regering in het actieplan tot bestrijding van geweld tegen vrouwen aangekon-digd dat wetgevende maatregelen zullen worden genomen om de civielrechtelijke bescherming tegen geweld binnenshuis te verbeteren en te verzekeren.108