• No results found

Mogelijk vervolgonderzoek:

In document Verrommeling in de Stadsrandzone (pagina 71-121)

Hoofdstuk 8 Reflectie

8.3 Mogelijk vervolgonderzoek:

1. Welke invloed de bezuinigingen en het nieuwe beleid, vastgelegd in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte, daadwerkelijk hebben op verrommeling in de stadsrandzone kan nu nog niet onderzocht worden. In de toekomst kan onderzoek gedaan worden naar de invloed hiervan: gaan particulieren dit op zich nemen en zo ja welke invloed heeft deze commercialisering van het landschap op het landschap?

2. Een deel van het conceptueel model is in dit onderzoek onderbelicht gebleven, namelijk het effect dat bepaalde vormen van verrommeling, de “noodzakelijke” verrommeling, een andere locatie gaan zoeken. Waar gaat deze verrommeling precies heen? Wordt er minder illegaal vuil gestort of vindt dit elders een plaats?

72

Referenties.

Arcadis; Gemeente Enschede; Waterschap Regge en Dinkel (2008) beheer- en

onderhoudsplan zweerinkbeek concept.

Atelieroverijssel (2010), Overijssel is een contrast tussen stad en land in overijssel; samen

vormgeven aan stadsrandzones (online), laatst bezocht op: 4-11-2011

http://www.atelieroverijssel.nl/advies/stadsrandzones/advies-stadsrandzones.pdf Caspers, M. (2004) Scriptietips: Wijzer bij scriptie en onderzoeksstage via de

wetenschapswinkel (online), laatst bezocht op 26-1-2012

http://www.macaco.nl/media/wewi-brochure-scriptietips.pdf

CBP (201x) auteurs: H. de Groot; G. Marlet; C. Teulings; W. vermeulen, Stad en land. Den Haag: de Swart.

Combinatie, de; Betuws Bedrijvenpark bv (2009), Betuws Bedrijvenpark & landschapsvisie

De Danenberg. Landschapsvisie deel II Realisatie- en Beheerplan.

Van Dalen woordenboek, online

Doorn van F.A.; Pietermaat-Kros, M.E. (2010) Wro en Wabo in één hand; instrumentarium

en proces. Den Haag:Sdu uitgevers

Gemeente Den Helder (2011) Notitie Donkere duinen, Mariëndal en de Heldersevallei (online) laatst bezocht op: 28-1-2012

http://www.denhelder.nl/foto/Notitie%20Donkere%20Duinen.pdf Gemeente Enschede auteur: rik Schulten (2008) Enschede Stadsrand. Gemeente Enschede (2009) Ambitiedocument stadsrand Enschede.

Gemeente Groningen afdeling: het Atelier (2008) Beeldkwaliteitkader Westpark groningen. Gemeente Groningen (2011) werkdocument westpark.

Gemeente Ten Boer (2010) startnotitie Dijkpark Ten Boer.17 dec 2010.

Gemeente Ten Boer (2011) Brief aan de raad van de gemeente Ten Boer. Onderwerp:

Dijkpark ten boer. 20 maart 2011.

Goossen C.M; R.J.H.G. Henkens; I. Woltjer (2010) ontwikkeling behoefte aan recreatie-

activiteiten en relatie met motieven. analyse vrijetijdsgegevens voor een herijking van recreatietekorten. (online) laatst bezocht op: 29-1-2012 http://edepot.wur.nl/139283

Grondmij, auteurs: Bolkestein, M.H.; Vlisteren van, W.; Vos de, M.E.S. (2010) Dijkpark Ten

Boer. Robuuste kade, vergezichten en inpassing RWZI. Haren

73 Hajer, M; Sijmons, D; Feddes, f. (2006) Een plan dat werkt. Rotterdam: NAI uitgevers.

Hidding, M (2006) Planning voor stad en land. Bussum: uitgeverij Coutinho.

Koomen E; J. Dekkers; T. van Dijk (2008) Open-space preservation in the Netherlands:

planning practice and prospects. Land use policy 25, pp 361-377

Kor, R; Wijnen, G (2005) Essenties van project- en programmamanagement. Succesvol

samenwerking aan unieke opgaven. Deventer: uitgeverij Kluwer.

Korevaar H; R.H.E.M. Geerts (2011) Tussentijdse evaluatie GLB pilot Winterswijk. (online) laatst bezocht op 22-1-2012

http://www.wclwinterswijk.nl/www1/images/stories/pdf/Rapport_tussenevaluatie_GL B_Winterswijk_414_Totaal_SEC.pdf

Kuiper; Tilborg, van (2010) grondprijsbeleid. Grondprijzen: functie, locatie en

tijdsafhankelijk. (online) laatst bezocht op: 9-12-2011

http://www.kuiperenvantilborg.nl/index.php?option=com_content&view=article&id= 123&Itemid=65

Kuper, G (1992) Thematisering van de Groningse stadsparken. (online) laatst bezocht op: 25-1-2012 Noorderbreedte NR 4 p 126-129: http://www.noorderbreedte.nl/pdf/92402.pdf Kuypers, S (2011) de stadsrandzone op de kaart. Betekenis van de stadsrandzone in de

nederlandse beleidspraktijk. (online) laatst bezocht op:

http://igitur-archive.library.uu.nl/student-theses/2011-0218-200315/Master%20Thesis%20Stadsrandzone%20Sophie.pdf

Landschap Overijssel auteur: Bosscher Frans (2010) natuur en historie aan de rand van

Enschede. Natuurlijk overijssel december 2010. (online) laatst bezocht op 3-1-2012

http://fransbosscher.nl/Frans_Bosscher_Tekstproducties/Portfolio_files/no%204%3A2 010-proef%205.pdf

Legates, R.T; F. Stout (2007) The city reader. Abingdon: Routledge.

Lola Landschapsarchitecten (2008) Verrommeling in Zuid-Holland: Studie naar

verrommeling en de kansen voor een groener en grootser Zuid-Holland (online) laatst

bezocht op: 12-11-2011

http://www.zuid- olland.nl/loket/publicaties/publicatie.htm?llpos=162792015&llvol=0 Lucas, P; G van Oort (1993) Dynamiek in een stadsrandzone. Utrecht: drukkerij Elinkwijk. Michel, A (2007) instrumenten en partners voor GIOS. (online) laatst bezocht op 25-1-2012

http://www.zonlichtenruimte.nl/GIOS.1907.pdf

Ministerie van Infrastructuur en Milieu (2011) Mooi Nederland. 2,5 jaar van innovatie en

waardecreatie. (online) laatst bezocht op: 12-12-2011

74 Ministerie van Infrastructuur en Milieu (2011a) ontwerp structuurvisie infrastructuur en

ruimte Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig. (online) laats bezocht

op: 19-1-2012

Ministerie van Infrastructuur en Milieu auteur: C.B.F. Kuijpers (2011b) brief: Overleg over

provinciale ruimtelijke plannen tussen Rijk en de provincie en deelname van Rijkspartijen aan de Provinciale Planologische Commissie.

Nirov (2008) W. Buunk; R. de Groot, bouwen aan de randen van de stad (online) laats bezocht op: 4-12-2011

http://www.nirov.nl/Upload/media/Projecten/Nieuwe_Kaart/QuickScan7_Stadsr anden_def.pdf

PBL auteurs: F. Daalhuizen; F. Dam van; M. Piek; N. Sorel (2008) plattelandsontwikkeling

en de gevolgen voor het landschap, Rotterdam: Nai uitgevers.

PBL auteurs: D. Hamers, K. Nabielek, M. Piek en N. Sorel (2009) verstedelijking in de

stadsrandzone. Een verkenning van de ruimtelijke opgave (online) laatst bezocht op:

26-1-2012

http://www.pbl.nl/sites/default/files/cms/publicaties/verstedelijking_in_de_stadsrandz one_web.pdf

Provincie Groningen (2008); Stadsrand Groninger Ommelanden: “sturen op dynamiek en

kwaliteit”. (online) laats bezocht: 8-12-2011

http://www.provinciegroningen.nl/fileadmin/user_upload/Documenten/Downloads/sta dsrandgronommeland.pdf

provincie groningen (2010); haalbaarheidsonderzoek Dijkpark Ten Boer. Brief aan het

college van de gemeente ten boer.

Pullen, Wim (2002); over flexibele werkomgevingen, ideologie en risico. de verrommeling

voorbij? (online) laatst bezocht op 8-12-2011

http://www.cfpb.nl/fileadmin/cfpb/images/publicaties/artikelen/pul_van_stoel_tot_sta d.pdf

Regio Groningen Assen, opgesteld door: Anantis, Grondmij en MD Landschapsarchitecten (2010) Mooi, Mooier, Mooist (ook online beschikbaar).

Reijnen (2010); presentatie: van multimodaal transportcentrum naar integrale

gebiedsontwikkeling, gelderse milieufederatie.

Saxion kenniscentrum leefomgeving(2009), auteurs: G Lier; Theo de Bruijn, Economische

effecten stadsrandgebieden: een onderzoek naar de economische en

werkgelegenheidseffecten van investeringen in het stadsrandgebied, alsmede de mogelijkheden om deze effecten te realiseren (online) laatst bezocht op: 10-1-2012

https://kennispleinmooinederland.vrom.nl/data/files/6313_rapportagestadsrandenensch ede.pdf

75 Schultz, M (2011) toespraak Presentatie van de ontwerp-Structuurvisie Infrastructuur en

Ruimte, de Prioritering investeringen mobiliteit en water en het Programma Beter Benutten, rijksoverheid.nl

Skoe.nl (2011) Natuurlijk! Spelen in het stroinksbos. (online) laatst bezocht op: 3-1-2012 http://www.skoe.nl/blog/2011/08/01/stroinksbos/

Spit, T; P. Zoete (2006) Ruimtelijke ordening in Nederland: een wetenschappelijke introductie in het vakgebied. Den Haag: Sdu uitgevers.

Veeneklaas F.R.; W.J. Regt; H.J. Agricola (2004) Verrommelt het landschap onder stedelijke

druk? Storende elementen en landschapdynamiek in de studiegebieden abcoude en Eppe-Vaasen. (online) laatst bezocht op: 22-11-2011

http://edepot.wur.nl/21647

Vermeersch, 1988 Vermeersch (1988): de open ruimte: werkelijkheid en wenselijkheid, in: ruimte voor groen, I, vijfde vlaamse wet. Congres voor groenvoorziening, gent 1988 pp 55-64 (aanwezig bij de WUR)

Vliet, van R (2010) stadsplanning in Nederland. Groningen: repro RUG V.O.F. de Brouwerij (2010), Flyer van de Danenberg.

V.O.F. de Brouwerij; gelderse milieufederatie (2010) presentatie, landschapspark De

Danenberg. Groen prikkeldraad in de Betuwe.

Voogd H (2006) Facetten van de planologie. Alphen aan de Rijn: Kluwer uitgeverij. VROM-inspectie (2007) ‘terugblik op conferentie verbeteren leefomgeving’ Aanpakken

verrommeling op kleinere schaal. (online) laatst bezocht op: 22-1-2012

http://www.right.nl/sites/default/files/publicaties/VROM-Terugblik-op-conferentie-verbeteren-leefomgeving.pdf

VROM-inspectie (2007a) Handreiking aanpak probleemerven. (online) laatst bezocht op: 23-1-2012

http://www.rijksoverheid.nl/documentenenpublicaties/brochures/2007/04/01/handreiki ng-aanpak-probleemerven.html

VROM-inspectie (2007b) Handreiking aanpak vervallen panden (online) laatst bezocht op: 23-1-2012

http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-

publicaties/brochures/2007/04/01/handreiking-aanpak-vervallen-panden.html VROM-inspectie (2007c) Handreiking transities agrarische bebouwing (online) laatst

bezocht op 23-1-2012 http://www.google.nl/#sclient=psy-ab&hl=nl&source=hp&q=handreiking+voor+transities&pbx=1&oq=handreiking+voo r+transities&aq=f&aqi=&aql=&gs_sm=e&gs_upl=106l3062l2l3233l15l12l0l1l1l0l20 2l1563l2.9.1l13l0&bav=on.2,or.r_gc.r_pw.,cf.osb&fp=1db39761c92db52d&biw=192 0&bih=1021

76 VROM (2009), regionaal ontwerpantwoord op verrommeling (online) laatst bezocht op:

9-10-2011

http://www.parknoordholland.nl/files/upload/sro_REGIONAAL_ONTWERP.pdf VROM(2009a): auteurs M.T. Beemer; R.J. Looymans , negen nationale snelwegpanorama’s.

ruimtelijke ontwikkelingen in beeld. (online) laatst bezocht op: 16-1-2012

http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/brochures/2009/03/01/negen-nationale-snelwegpanorama-s-ruimtelijke-ontwikkelingen-in-beeld.html

VROM (2009b) Inspiratiedocument recreeeren in de bufferzones. (online) laatst bezocht op 12-12-2011. http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/landschap/documenten-en-publicaties/brochures/2009/02/01/recreatie-in-de-rijksbufferzones.html

VROM (2010), ‘de stadsrandzone centraal’ de ruimtelijke opgave voor de stadsrandzone

verkend. (online) laatst bezocht op: 19-12-2011

www.rijksoverheid.nl/.../de-stadsrandzone-centraal/de-stadsrandzone-centraal.pdf VROM-raad (2011), Ruimelijke kwaliteit.(online) laatst bezocht op: 15-10-2011

http://www.rli.nl/sites/default/files/aongenummerdverkenningruimtelijkekwaliteit1.pdf Wezenaar, Han (1994) Buiten westen. Planologie op avontuur aan de stadsrand. Den haag:

Sdu Uitgeverij Plantijnstraat

Wulp van der, N.Y. (2009) Storende elementen in het landschap: welke waar en voor wie? (online) laats bezocht op: 20-10-2011

http://www.windenergie.nl/site/file.php?file=174

Interviews:

Blom, T; bewoner Slijk-Ewijk en lid van de dorpsraad, 15 december 2011. Bruin de, W; gemeente overbetuwe, 24 januari 2012.

Huurenkamp, F; voorzitter wijkraad de Held, 24 januari 2012.

Kieft, Y; projectleider landschapspark De Danenberg bij Dekker van de Kamp, 1 december 2011.

Veldhuis, T; projectleider Zweringbeek bij de gemeente Enschede, 6 december 2011. Veldstra, W; Senior beleidsmedewerker programmacoordinatie bij de gemeente Groningen (ROEZ), 12 januari 2012

Verbeek, B; Projectleider Stroinkslande bij de gemeente Enschede, 6 december 2011. Wiggers, G; lid werkgroep Zweringbeekpark, 19 december 2011.

77 Werkgroepleden van het Stroinksbos: 6 december 2011.

- Gemma Boelhouwer: lid van het bewonersteam Stroinkslanden - Jenny Schonewille: lid van het bewonersteam Stroinkslanden - Ria Padon: Bosgroep

- Johan Bruinsma: Bosgroep

Sites:

www.landschapsparkdedanenberg.nl www.rijksoverheid.nl www.dragonheart.nl www.groeneruimte.nl www.cbs.nl www.vitaalplatteland.nl www.wlcwinterswijk.nl www.buurtbeheer.com/vinkhuizen www.moraal.nl www.agro.nl

78

Bijlagen

Bijlage I Wro beschrijving beleids- en uitvoeringsinstrumenten.

Bijlage II Vragenlijsten.

Bijlage III Inspiratiedocument: een succesvol uitloopgebied.

Bijlage IV Stroinksbos.

Bijlage V Zweringbeekpark.

Bijlage VI De Danenberg.

79

Bijlage I: Wro beschrijving beleids- en uitvoeringsinstrumenten

Structuurvisies:

In de structuurvisie wordt door het rijk, de provincie en de gemeente het ruimtelijk beleid vastgelegd. Een structuurvisie is alleen bindend voor de opsteller ervan. Hiermee wordt de vrije beslisruimte op het ene niveau niet beperkt door de structuurvisie op een ander niveau. Als de provincie of de rijksoverheid de vrije beslisruimte van een lagere overheid toch aan banden wil leggen, zijn hiervoor een aantal aparte juridisch bindende besluiten nodig: de AmvB (rijk), de provinciale verordening (provincie), een aanwijzing of een inpassingsplan. Het voordeel van een structuurvisie is dat het beleid niet steeds opnieuw ter discussie komt te staan, maar dat het vast ligt in een structuurvisie (van Doorn et al, 2010).

Amvb en provinciale verordening:

Het rijk en de provincie zijn bevoegd tot het opstellen van algemene regels. De algemene regels hebben betrekking op de inhoud van inpassingsplannen, bestemmingsplannen, beheersverordeningen en omgevingsvergunningen met ruimtelijke onderbouwing. Deze regels moeten door de lagere overheden in acht worden genomen bij het opstellen van hun ruimtelijke plannen en besluiten. Deze algemene regels mogen alleen worden opgesteld wanneer er sprakeis van een provinciaal of nationaal belang (van Doorn et al, 2010).

Inpassingsplan en bestemmingsplan:

Het inpassingsplan en het bestemmingsplan zijn rechtstreeks bindend. Er kunnen geen bouwvergunningen worden verleend die in strijd zijn met het inpassingsplan of het bestemmingsplan. Het is verplicht om voor het hele grondgebied van een gemeente een bestemmingsplan op te stellen. Inpassingsplannen worden door de hogere overheden opgesteld wanneer er sprake is van een nationaal of provinciaal belang. Hierbij gaat het vaak om gemeentegrensoverschrijdende inpassingsplannen bijvoorbeeld ten behoeve van de aanleg van infrastructuur (van Doorn et al, 2010).

Rijksbestemmingsplannen kunnen door het rijk worden opgesteld voor gronden die geen deel uitmaken van een gemeente of provincie (van Doorn et al, 2010).

Beheersverordening:

De beheersverordening is in de Wro opgenomen als een goedkoop alternatief voor een bestemmingsplan. Een gemeente kan er voor kiezen om voor een gebied waar geen ruimtelijke ontwikkelingen worden voorzien een beheersverordening vast te stellen. Er bestaan twee soorten beheersverordeningen: een beheersverordening op basis van een vigerend bestemmingsplan - het planologisch toegestane gebruik volgens het vigerende bestemmingsplan wordt toegestaan - , en een beheersverordening sec - alleen het feitelijk bestaande gebruik is toegestaan - . Een beheersverordening kan goed worden gebuikt bij een beschermd dorps- of stadsgezicht (van Doorn et al, 2010).

Aanwijzing:

Het rijk en de provincie kunnen aan gemeenten een aanwijzing geven met betrekking tot het bestemmings- of inpassingsplan. Een aanwijzing kan zowel vóór (proactief) als na (reactief, geregeld in de Wabo) de vaststelling van het plan worden gegeven. Het Rijk heeft daarnaast ook de mogelijkheid om een provincie aanwijzingen te geven met betrekking tot provinciale verordeningen en provinciale aanwijzingen (van Doorn et al, 2010).

80

De GREX:

In de WRO zijn beperkte mogelijkheden opgenomen om ontwikkelingskosten te verhalen op een ontwikkelaar. Met de Wro kan de gemeente de exploitatiekosten, door het opstellen van een grondexploitatieplan (GREX), verhalen op de ontwikkelaar. Als de gemeente een exploitatieplan heeft opgesteld, zijn betrokken eigenaren verplicht tot het betalen van een exploitatiebijdrage. De verplichting tot het betalen van een exploitatiebijdrage is gekoppeld aan de omgevingsvergunning voor bouwen. Wanneer niet of niet op tijd wordt voldaan aan deze verplichting, wordt de omgevingsverunning om te bouwen ingetrokken of worden de bouwwerkzaamheden stilgelegd (van Doorn et al, 2010 p59).

Het uitgangspunt bij het opstellen van een grondexploitatie is dat deze sluitend is: er mag geen sprake zijn van winst voor de gemeente, maar ook geen verlies. Wanneer er teveel in rekening is gebracht bij de eigenaren moet dit door de overheid worden terugbetaald, maar andersom geldt dit niet: grondeigenaren hoeven niet bij te betalen als aan het eind van het verhaal te weinig is betaald (van Doorn et al, 2010 p60).

Onder de te verhalen exploitatiekosten vallen onder andere het bouwrijpmaken, de aanleg van nutsvoorzieningen en het inrichten van de openbare ruimte. Er zijn drie criteria voor het toerekenen van kosten: profijt, toerekenbaarheid en proportionaliteit. Naast de kosten die binnen het plangebied worden gemaakt, kunnen ook kosten die buiten het plan worden gemaakt (gedeeltelijk) worden verhaald. Het gaat hierbij om bovenwijkse voorzieningen en compenserende maatregelen zoals de aanleg van natuur en water (van Doorn et al, 2010). Naast de mogelijkheid om bovenwijkse voorzieningen gedeeltelijk te verhalen is er in de GREX ook een regeling voor bovenplanse verevening. Dit houdt in dat vanuit winstgevende exploitatiegebieden wordt bijgedragen aan de dekking van een exploitatietekort in een ander exploitatiegebied. Voorbeelden hier van zijn de bijdragedie de ontwikkeling van bijvoorbeeld een nieuw bedrijventerrein kan leveren aan de aanleg van ‘groen’, of de herstructurering van een oud bedrijventerrein (van Doorn et al, 2010).

Het opstellen van een grondexploitatieplan is niet altijd nodig. In sommige gevallen kan het kostenverhaal ook op een privaatrechtelijke manier worden geregeld (van Doorn et al, 2010). De Wabo:

De wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Voor het uitvoeren van plannen die onder de regelgeving van de Wro tot stand zijn gekomen is een omgevingsvergunning van de Wabo nodig. Alle oude bouw- en aanlegvergunningen hebben een plaats gevonden in de Wabo (van Doorn et al, 2010)

81

Bijlage II: Vragenlijsten

II.1 vragen participanten

1) Wanneer heeft u voor het eerst gehoord over de plannen voor het …(naam van de betreffende case)…?

Subvragen: Wat heeft u toen precies gezien/gehoord?

Op welke manier werd dit gepresenteerd en door wie? Wat was uw eerste reactie? (gevoel)

2) Welke rol heeft u gehad in het participatieproces?

Subvragen: Als bewoner van het gebied? Als lid van de wijkraad?

Op welke manier bent u betrokken geweest bij het planvormingsproces? 3) Bent u benaderd om deel te nemen in de klankbordgroep/werkgroep oid? Subvragen: zo ja, op welke manier en wanneer?

4) Bent u lid geweest van de klankbordgroep/werkgroep oid?

Subvragen: zo ja, a. Wat waren uw beweegredenen om deel te nemen aan de klankbordgroep/werkgroep?

b. Welke rol had de klankbordgroep/werkgroep in de planvorming? c. Wat heeft u persoonlijk bereikt door deel te nemen aan de

klankbordgroep/werkgroep?

d. Heeft u het gevoel dat de klankbordgroep/werkgroep veel invloed heeft kunnen uitoefenen op de planvorming? (op welke onderdelen, in welk stadium?)

e. Hoe vaak kwam de klankbordgroep/werkgroep samen? f. Welke communicatie middelen werden gebruikt? g. Stond er een vergoeding tegenover?

5) Wat is uw algemene beeld van het participatieproces? Subvragen: Wat ging goed?

Wat kan beter?

82

II.2 Vragen projectleider.

1. Hoe ziet/zag het plan van de ..(naam plangebied).. eruit?

2. Wat is de aanleiding geweest voor het plan voor het ..(naam plangebied).. zoals het er nu ligt?

3. Wat is/zijn de doel(en) van het …(naam plan)..? Welke “maatregelen” zitten in het plan om dit doel te bereiken?

4. Hoe ligt de eigendomssituatie in het gebied. Welke invloed heeft dat (gehad) op de planvorming?

5. Welke partijen zijn betrokken (geweest) bij de planvorming?

5b Hoe zijn/worden derden geprikkeld om te investeren in het gebied?

6. Op welk manier en op welk moment in het planvormingsproces zijn/worden betrokken partijen benaderd?

7.Welke financieringsbronnen zijn/worden gebruikt voor de realisatie van het plan? 8. Zal het plan in een keer worden uitgevoerd of stapsgewijs?

9. Hoe zal het gebied worden beheerd?

NB: Deze vragenlijst bevat de standaard vragen die bij iedere case zijn behandeld. Per case zijn, aan de hand van van tevoren geraadpleegde secundaire bronnen, extra (deel)vragen gesteld.

83

Bijlage III Inspiratiedocument: een succesvol uitloopgebied.

Deze bijlage dient als inspiratiebron voor het inrichten van een uitloopgebied. Allereerst zal worden gekeken naar routes in en naar de stadsrandzone. Daarna zal aandacht worden besteed aan mogelijke recreatieve inrichtingselementen en recreatieve voorzieningen in het gebied. In dit document ligt de nadruk op extensieve recreatie en op intensieve recreatie die zonder al te veel afbreuk aan de omgeving te doen kan worden ingepast in een uitloopgebied. In de kaders zijn ideeën die goed in het Dijkpark zouden kunnen passen beschreven.

Voor het opstellen van dit document zijn verschillende inspiratiebronnen gebruikt zoals diverserecreatiedocumenten op internet, de onderzochte cases en de eigen omgeving.

III.1 Routes.

In paragraaf 4.3 is al aangegeven dat een goede bereikbaarheid van de stadsrandzone voor langzaam verkeer belangrijk is voor een succesvol uitloopgebied. Hierom, en omdat wandelen en fietsen de belangrijkste vormen van recreatie zijn (Goossen et al, 2010), wordt in deze paragraaf aandacht besteed aan verschillende soorten routes voor langzaam verkeer en de eisen die daaraan worden gesteld.

Routegebonden recreatie Routegebonden recreatievormen Voorkeur voor de verharding vh pad Gem. afstand (km)

Wandelen Korte afstand Onverhard 5

Lange afstand Onverhard 12

Natuur Onverhard 7

GPS Onverhard 5-20

Nordic walking Onverhard 3-20

Joggen Onverhard 3-20

Fietsen Toerfietsen (half) Verhard 12-40

Racefietsen Verhard 1-100

Mountainbiken/ATB Onverhard 1-100

Skeeleren Verhard 10-50

Watersport Kanoën lange afst. Water 3

Kanoën korte afstand Water 20

Paardensport Paardrijden Onverhard (zandpad) Onbekend (bewerkte bron: provincie Utrecht)

Aankleding van de paden:

Paden kunnen om verschillende redenen verder worden aangekleed. De belangrijkste zijn: het bieden van meer comfort en extra beleving.

Comfort: Meer comfort aan de recreant kan worden geboden door het pad te voorzien van

rustplaatsen - bijvoorbeeld picknickplaatsen en bankjes -, prullenbakken en routekaarten en/of wegwijzers. Bij het aanbrengen van deze voorzieningen moet een afweging worden gemaakt tussen de extra kosten die het onderhoud ervan met zich meebrengt, de impact die ze hebben op het landschap en het extra comfort dat ze bieden.

84

Extra beleving: extra beleving kan worden gecreëerd door routes een thema te geven. Het ligt

voor de hand om een thema te kiezen dat aansluiten bij het landschap, zoals een molenroute in een gebied waar veel molens zijn, maar dit is zeker geen vereiste.

Een route aanleggen met het thema planeten en sterren.

Het idee:

Een route waarbij langs de weg kunstwerken staan met informatieborden over de planeten. De verschillende kunstwerken staan in verhouding op dezelfde afstand van elkaar als de planeten in de ruimte. Hierdoor is de afstand tussen de kunstwerken sterk wisselend. Ook de

kunstwerken hebben verschillende groten. Op de informatieborden staat een beknopte beschrijving van de planeet. Het mooiste is als zo’n wandeling eindigt bij een horeca gelegenheid.

Om de route ook ‘s avonds speciaal te maken is het leuk om een punt in te richten met informatie over de sterren. Er kan dan goed gebruik worden gemaakt van de duisternis en zo is de route voor verschillende doelgroepen aantrekkelijk.

Hierbij wordt gebruik gemaakt van de volgende elementen: - Een wandelpad.

- Een aantal informatieborden/kunstwerken. - Een uitkijkpunt.

- De duisternis die nog is te vinden in het gebied.

- Het is leuk om de route een echt eindpunt te geven bij een cafeetje. Referentiebeelden:

Figuur 3 Kustwerk van een van de planeten. Figuur 4 Informatieplaatje.

In document Verrommeling in de Stadsrandzone (pagina 71-121)