• No results found

5 Levenscyclusanalyse (LCA) mineralenconcentraten

6.8 Milieukundige aspecten

De gehalten organische stikstof zijn laag in mineralenconcentraten (minder dan 10%), zodat na de oogst van snijmaïs en akkerbouwgewassen geen stikstof uit mineralenconcentraten meer vrij komt door mineralisatie. Verwacht wordt dat dit kan leiden tot een vermindering van de nitraatuitspoeling ten opzichte van onbewerkte drijfmest. Resultaten van de hoeveelheid minerale stikstof in de bodem in de herfst laten in de bouwlandproeven een iets hogere hoeveelheid minerale N (5 tot 8 kg N per ha) bij mineralenconcentraten dan bij KAS zien. Dit kleine verschil in minerale N in de bodem in de herfst zal naar verwachting tot een beperkt verschil in de nitraatconcentratie in het grondwater leiden (het effect op grondwaterkwaliteit zal worden geschat met behulp van resultaten uit het project Sturen op Nitraat). De hoeveelheid minerale N in de herfst in de graslandproeven waren nog niet beschikbaar.

Mineralenconcentraten die amper fosfaat bevatten, zijn een geschikte meststof voor percelen met een hoge fosfaattoestand (en een hoog risico op fosfaatuitspoeling). Hierbij kan worden gedacht aan fosfaatrijke maïspercelen. De dikke fractie kan worden toegediend als fosfaatmeststof voor fosfaatbehoeftige gewassen en percelen met een lage fosfaattoestand. Deze toepassingen passen goed bij de fosfaatgebruiksnormen in het Nederlandse mestbeleid, die worden gebaseerd op de fosfaattoestand van de bodem.

Het laboratoriumonderzoek laat zien dat risico op ammoniakemissie bij toediening mineralenconcentraten vergelijkbaar of hoger is dan bij toediening mest. Emissiearme toediening leidt tot een forse reductie van de ammoniakemissie. De ammoniakemissie van emissiearm toegediende mineralenconcentraten is vergelijkbaar met die van oppervlakkig toegediende KAS en lager dan die van oppervlakkig toegediende ureum. Indien mineralenconcentraten op grote schaal worden toegepast, moeten ammoniak- emissiefactoren in veldproeven worden afgeleid. Ammoniak-emissiefactoren worden gebruikt voor de rapportage van ammoniakemissie in het kader van de NEC-richtlijn (National Emission Ceilings).

Emissiearm toegediende mineralenconcentraten resulteerden in de incubatiestudie tot een hogere lachgasemissie dan emissiearm toegediende mest en een vergelijkbaar of hogere lachgasemissie dan oppervlakkig toegediende KAS. Indien mineralenconcentraten op grote schaal worden toegepast, moeten lachgas-emissiefactoren in veldproeven worden afgeleid. Lachgas-emissiefactoren worden gebruikt voor de rapportage van ammoniakemissie in het kader van rapportage aan UNFCCC (Kyoto protocol).

De gehalten aan zware metalen en organisch micro-verontreiniging vormen geen aandachtspunt bij verantwoord landbouwkundig gebruik van mineralenconcentraten12.

De gehalten aan stikstof en fosfaat in de permeaten vragen mogelijk aandacht. De gehalten in de permeaten zijn doorgaans hoger dan de criteria die gelden voor zoet stagnant oppervlaktewater. Het hangt van de kwaliteit van het ontvangend oppervlaktewater af, of lozing van permeaat leidt tot ongewenste vorm van belasting.

De levenscyclusanalyse (LCA), voor het analyseren van de milieu-impact, van de productie en de toepassing van mineralenconcentraten is in 2009 gestart. De geformuleerde hypothese is dat door het verwerken van drijfmest en het gebruik van de eindproducten, in plaats van alleen ruwe drijfmest en kunstmest, de milieubelasting van de mestketen omlaag gaat ten opzichte van de keten waarin geen drijfmest wordt verwerkt. Er vindt namelijk minder transport van producten plaats en er is minder kunstmest nodig. Voorlopige resultaten voor de huidige mestketens van rundvee- en vleesvarkensdrijfmest geven aan dat het gebruik van drijfmest sterk bijdraagt aan eutrofiëring, verzuring en fijnstofemissie. Fossiel energieverbruik wordt voornamelijk bepaald door de productie van kunstmest. Na normalisering tonen verzuring, eutrofiëring en fijnstofemissie de grootste impact van de milieueffecten. Energieverbruik en broeikasgasemissies in de huidige mestketens zijn relatief laag ten opzichte van wat een persoon in Europa per jaar gemiddeld uitstoot. Voor klimaatverandering geldt dat lachgas de grootste broeikasgasbron is, respectievelijk 60 en 68% van het totaal voor de rundvee- en vleesvarkensdrijfmest keten. In 2010 worden scenario’s uitgewerkt en doorgerekend waarin mest op acht verschillende manieren verwerkt wordt tot een mineralenconcentraat (met eindstap omgekeerde osmose). Deze scenario’s worden vergeleken met de huidige mestketens.

6.9 Kosten

Bij gebruik van het concentraat op gras wordt vooral de stikstof gewaardeerd ter vervanging van stikstofkunstmest en hangt de betalingsbereidheid samen met de heersende prijs van KAS. Op onder andere aardappelen wordt naast stikstof ook kali gewaardeerd. Over het algemeen liggen de akkerbouwgebieden verder van de installaties af dan de graslanden, waardoor de extra transportkosten op zouden moeten wegen tegen de extra waarde die het mineralenconcentraat daar heeft. Een verdere concentratie van het concentraat (dus hoger gehalten) zou deze afzetmarkt vanwege de beperking van transportkosten aantrekkelijker maken.

Om de totale waarde van het mineralenconcentraat te benutten en tot uiting te laten komen in de prijs, zal het afgezet moeten worden naar gewassen die zowel de stikstof als de kali nodig hebben. De waarde van mineralenconcentraten op basis van het stikstof- en kaligehalte is afhankelijk van de gehalten en de kunstmestprijzen. Een schatting op basis van de gemiddelde samenstelling uit de enquête laat zien dat de waarde van het mineralenconcentraat ongeveer 2,5 Euro per ton bedraagt als alleen stikstof wordt

12 Ehlert, P.A.I., P. Hoeksma & G.L. Velthof, 2009. Anorganische en organische

microverontreinigingen in mineralenconcentraten. Resultaten van de eerste verkenningen. ASG rapport 256, 17 blz.

130

gewaardeerd en ongeveer 6,2 Euro per ton als alleen kali wordt gewaardeerd. Als zowel stikstof als kali worden gewaardeerd bedraagt de waarde ongeveer 12 Euro per ton. De uitrijkosten voor mineralenconcentraat is ongeveer 2,50 Euro hoger dan die voor kunstmest. De waarde inclusief uitrijkosten is dan 2,50 Euro boven op de bovengenoemde bedragen.

Een eerste schatting van de gemiddelde kosten van de acht bedrijven voor mestscheiding en omgekeerde osmose (dus zonder voor- en/ of nabewerking van (een deel van) de producten) ligt op ongeveer 7,50 Euro, waarbij een grote spreiding bestaat tussen de installaties. De gemiddelde afzetkosten voor de eindproducten lagen op ongeveer 3,75 Euro per ton ingaande mest. Dit maakt dat, om de installatie rendabel te laten zijn bij de huidige kosten voor afzet, voor de ingaande mest ongeveer 11,25 Euro per ton ingaande mest moet worden ontvangen. De kosten voor transport en bemonstering komen daar nog bovenop, waardoor het totaal bedrag al snel op 15 Euro per ton ingaande mest komt. Bij lagere kosten voor afzet van drijfmest bij rechtstreeks aanbod op de markt zal de bewerking dus geen voordeel bieden. Deze schatingen zijn onder het voorbehoud dat de inschatting van de kosten en levensduur door de producenten in de praktijk ook zo blijkt uit te pakken. Verder brengt het kunnen afzetten van de verschillende eindproducten tegen (een hogere) positieve prijs de kosten van het proces naar beneden.

6.10 Vervolg

Dit tussenrapport omvat de resultaten van het onderzoek tot half november 2009. Een deel veel van de resultaten waren nog niet beschikbaar en de tijd was beperkt voor diepgaande analyses en synthese van de verschillende deelonderzoeken. Het onderzoek wordt in 2010 gecontinueerd en mogelijk uitgebreid (oa. meer veldproeven). Daarnaast worden de mogelijkheden verkend om de mestverwerking verder te optimaliseren op basis van de resultaten. Hierbij wordt gedacht aan het verlagen van de gehalten aan fosfaat en organische stikstof en het verder concentreren van de concentraten. De rapportage en synthese van het totale onderzoek in 2009 en 2010 vindt begin 2011 plaats. Dit syntheserapport zal samen met de rapporten van de deelonderzoeken gebruikt worden voor discussie met de Europese Commissie over het gebruik van mineralenconcentraten als kunstmestvervanger. Tevens zullen de onderzoeksgegevens gebruikt worden voor een technisch dossier over de landbouwkundige en milieukundige aspecten van gebruik van mineralenconcentraten.