• No results found

‘Geestdrift voor dit krankzinnige plan kan dan ook alleen het resultaat zijn van gebrekkig denkwerk. Van organisaties als de Consumentenbond en Milieudefensie kan dat nog door de vingers worden gezien; bedenkelijker wordt het als de minister van Volksgezondheid en Milieuhygiëne zich sterk maakt voor zo’n heiloze onderneming.’

- DE TELEGRAAF, 1981.131

In navolging van het derde hoofdstuk zal in dit hoofdstuk de reactie van de

Nederlandse kranten op de acties van Milieudefensie bekeken worden. Hierbij is dezelfde methodologie gehandhaafd als in hoofdstuk 3 ,waarbij De Telegraaf en De Volkskrant als graadmeter voor de Nederlandse kranten zijn genomen. Net zoals bij de reactie op Greenpeace te zien was, werd Milieudefensie vaker genoemd in De Volkskrant dan in De

Telegraaf. Volgens de krantendatabase Delpher werd Milieudefensie slechts 153 keer

genoemd door De Telegraaf in de periode 1978-1990. Bij De Volkskrant lag dit aantal veel hoger en werd er in zeker 713 artikelen gesproken over deze organisatie.132 Bij De Volkskrant was het door het grote aantal artikelen noodzakelijk om een selectie te maken om zo een behapbaar corpus van bronnen te creëren. De gemaakte selectie is gericht op artikelen die ingaan op de twee belangrijkste campagnes van Milieudefensie: de anti-kernenergie- en de zure regen-campagne.133 De relatief kleine hoeveelheid artikelen over Milieudefensie die tussen 1978 en 1990 in De Telegraaf zijn verschenen, maakt het mogelijk om zonder een verdere selectie de 153 artikelen van De Telegraaf te analyseren.

Er zijn meerdere interessante conclusies te trekken uit de artikelen die in de eerste helft van de jaren tachtig in De Telegraaf verschenen. Ten eerste blijkt uit deze artikelen dat

De Telegraaf zich aan de begin van de jaren tachtig uiterst kritisch uitliet over de

verrichtingen van Milieudefensie. Zoals aan het openingscitaat van dit hoofdstuk al is af te lezen, had De Telegraaf geen hoge pet op van Milieudefensie. De Telegraaf bestempelde de argumenten van de milieuorganisatie vaak bij voorbaat al als overdrijvingen. Dit kwam deels

131

‘Zweedse milieu-expert vindt melkfles onzin’, De Telegraaf, (27-06-1981). Geraadpleegd op Delpher op 08- 06-2019, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011205122:mpeg21:a0892

132

Zie Delpher, zoekterm ‘Milieudefensie’, periode 01-01-1978 t/m 31-12-1990. 133

Vereniging Milieudefensie, Herkenbaarheid van Vereniging Milieudefensie (Oktober 1986), Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, Milieudefensie Ledenwerving: Notulen en vergaderstukken (1984-1988), ARCH 131.

42

door het karakter van de campagnes van Milieudefensie die De Telegraaf uitkoos om te bespreken. Vaak werden er door De Telegraaf specifieke campagnes aangehaald die een redelijk pietluttig karakter hadden of die de burger geld kostte, zonder dat daar volgens De

Telegraaf grote voordelen tegenover stonden. Kenmerkend hiervoor waren de campagnes

van Milieudefensie tegen het gebruik van nieuwe fruitkratten door de agrarische sector en voor de herinvoering van glazen melkflessen. Rond deze campagnes werd het beeld

geschetst dat Milieudefensie een organisatie was die met zijn irrationele acties de groei van de Nederlandse economie in de weg stond. De ingebruikname van nieuwe eenmalige fruitkratjes zou ‘de presentatie van het Nederlandse fruit en daarmee concurrentiepositie ten opzichte van het buitenlands fruit verbeteren.’ Het Productschap voor Groenten en Fruit zag hier zelfs ‘de redding van de Nederlandse fruitteelt in’. 134 Milieudefensie stelde echter dat het gebruik van deze eenmalige fruitkratjes tot onnodige vervuiling zou leiden en daarom niet doorgevoerd zou moeten worden. Hoewel De Telegraaf in dit artikel zelf nog geen waardeoordeel velde, besteedde het wel aanzienlijk meer aandacht aan de

argumenten van de voorstanders van het gebruik van deze fruitkratten.

Deze strategie is vaker terug te zien in artikelen in De Telegraaf. Zo ook bij de campagne rond het invoeren van de glazen melkfles. Ook hier werd de campagne van Milieudefensie hevig bekritiseerd: ‘Glas voor melk vinden we een buitengewoon dom plan. Ik kan U aantonen dat Nederland door melkkartons te vervangen door glas ieder jaar opnieuw ruim 100 miljoen gulden zal gaan uitgeven aan een twijfelachtige oplossing voor een heel klein stukje milieuproblematiek en dat daar, als het meevalt, een besparing van 1 miljoen gulden tegenoverstaat door beperking van de afvalstroom.’135 Hier werden alleen de nadelen van de campagne belicht, zonder de argumenten van Milieudefensie aan bod te laten komen. Niet geheel toevallig werd de campagne tevens aangevallen wegens de buitensporige kosten die het de Nederlandse belastingbetaler zou kosten.

Dat De Telegraaf in de eerste helft jaren tachtig een toonbeeld was van de no- nonsense retoriek, die ook door Lubbers op politiek gebied gevoerd werd, was al eerder in dit onderzoek te zien in de manier hoe De Telegraaf over Greenpeace schreef. Ook hier werden aanvankelijk de acties van Greenpeace gehekeld omdat zij de werkzaamheden van

134

‘Milieudefensie vindt fruitkrat verspilling’, De Telegraaf (28-10-1980). Geraadpleegd op Delpher op 08-06- 2019, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011204865:mpeg21:a0237

43

bedrijven, en dus de groei van de economie, belemmerde. Deze houding kwam echter nog duidelijker naar voren bij haar reactie op de campagnes van Milieudefensie. Dit kwam niet alleen doordat de maatregelen die Milieudefensie voorstelde vaak geld kostten, maar ook doordat Milieudefensie in De Telegraaf van een minder goede reputatie genoot dan

Greenpeace. De deskundigheid van Milieudefensie werd meerdere malen betwijfeld door de krant. Zo werd de volgende ongezouten kritiek geleverd op een tv-uitzending van de NOS, waarin een medewerker van Milieudefensie in gesprek ging met een CDA-minister over de voor- en nadelen van kernenergie: ‘Niemand die werkelijk verstand had van kernenergie was in die studio uitgenodigd en terecht niet, want dan zou al spoedig het totale onbenul van al degenen die wel aanwezig waren, zijn aangetoond.’136 Deze kritische benadering van De

Telegraaf tegenover Milieudefensie werd nog eens versterkt door het feit dat Milieudefensie

gesubsidieerd werd door de Nederlandse overheid.137 Dit paste naadloos in het narratief van

De Telegraaf waarin Milieudefensie als een organisatie werd beschreven die de Nederlandse

burger onnodig veel geld kostte zonder enig resultaat te leveren.

Deze berichtgeving stond in schril contrast met de manier waarop De Volkskrant over Milieudefensie schreef. Hier werd Milieudefensie in de eerste helft van de jaren tachtig wel al als een deskundige milieuorganisatie neergezet, waar wel degelijk naar geluisterd moest worden. Deze houding van De Volkskrant vertaalde zich in artikelen waar de argumenten van Milieudefensie als uitgangspunt werden genomen om het beleid van de overheid te

bekritiseren.138 In deze artikelen werd Milieudefensie als de beschermer van de Nederlandse milieubelangen beschreven, tegenover een overheid die vervuilende bedrijven de hand boven het hoofd hield.

Doordat de houding van De Telegraaf in de eerste helft van de jaren tachtig grotendeels overeenkwam met de houding van de overheid, werd in tegenstelling tot De

Volkskrant, Milieudefensie nooit aangehaald om kritiek te leveren op het overheidsbeleid.

Alleen de strijd van Milieudefensie tegen bedrijven werd in De Telegraaf uitgelicht. Hierbij

136

Leo Derksen, ‘De NOS: podium voor onheilbrengers’, De Telegraaf (28-09-1981). Geraadpleegd op Delpher op 13-06-2019, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011205352:mpeg21:a0110

137

Leo Derksen, ‘Naastenliefde’, De Telegraaf (08-11-1986). Geraadpleegd op Delpher op 14-06-2019, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011207347:mpeg21:a0801

138Zie o.a. ‘Strikte Handhaving Nieuwe Maximale Snelheid is Luchtballon: Milieudefensie acht 120 km „waanzin ten top”’, De Volkskrant (07-12-1987). Geraadpleegd op Delpher op 12-06-2019,

https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ABCDDD:010856947:mpeg21:a0058 & ‘Landbouwproject roept vragen op’,

De Volkskrant (19-02-1983). Geraadpleegd op Delpher op 12-06-2019,

44

stonden, anders dan bij De Volkskrant, de negatieve economische gevolgen van de maatregelen die Milieudefensie wilde doorvoeren centraal.

De positieve waardering van Milieudefensie door De Volkskrant is tevens af te lezen aan de manier waarop de argumenten van de organisatie werden opgetekend in de krant. In grote artikelen werden de argumenten van Milieudefensie uitgebreid uiteengezet, waarbij technisch taalgebruik niet werd geschuwd. Ook dit verschilde met de artikelen in De

Telegraaf. De berichtgeving van De Telegraaf over de acties van Milieudefensie bleef vaak

oppervlakkig, zonder op de achterliggende motieven van de acties in te gaan.

Dit verschil tussen de twee kranten is mooi af te lezen aan twee artikelen over de acties van Milieudefensie tegen de raffinaderijen van de multinational Shell in de jaren 1985- 1986. In het artikel in De Telegraaf werd het motief van deze acties getypeerd als ‘’’een protest tegen de grootste verzuurder van Nederland, die niets doet om de uitstoot van raffinaderijen schoon te houden’’, aldus de milieudemonstranten’. Hierna werd Shell aan het woord gelaten. Shell stelde dat het niet meer dan logisch was dat ze een grotere rol speelde in het verzuren van regen, aangezien ze ook over de grootste raffinaderij van Europa

beschikte. 139 Het artikel van De Volkskrant gaat dieper in op de wetenschappelijke kant van de zure regen, door een expert van Milieudefensie hierover aan het woord te laten. Hierbij stelde De Volkskrant dat Milieudefensie het hoofdzakelijk oneens was met de innovaties waarmee Shell aan de strengere zwaveluitstootwetgeving wilde voldoen. Shell wilde haar zwaveluitstoot verminderen door meer gebruik te gaan maken van het relatief schone aardgas. De expert van Milieudefensie beargumenteerde echter dat ‘het zonde is schoon aardgas te gebruiken in industrieën die ook (zwavelrijke) olie kunnen stoken. Bij de industrie is rookgasontzwaveling technisch eenvoudig te realiseren.’ 140

Dit is een voorbeeld van een onderwerp waarbij de wetenschappelijke argumenten achter de acties van Milieudefensie wel in De Volkskrant werden uitgelegd maar niet in De

Telegraaf. Hierdoor kon in De Telegraaf in de eerste helft van de jaren tachtig het beeld

blijven bestaan van Milieudefensie als een onkundige, naïeve milieubeweging. De

wetenschappelijke argumentatie van Milieudefensie, die het probleem aankaartte en een

139 ‘Protest tegen zure regen op dak van Shell’, De Telegraaf (15-04-1986). Geraadpleegd op Delpher op 15-06- 2019, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011207171:mpeg21:a0243

140

‘Protest tegen uitstoot Zwaveldioxyde: Milieudefensie bezet vier schoorstenen Shell-Pernis’, De Volkskrant (26-03-1985). Geraadpleegd op Delpher op 15-06-2019,

45

oplossing aanleverde, kon wel op veel waardering rekenen van De Volkskrant. Hierdoor was

De Volkskrant van mening dat de overheidssubsidies voor Milieudefensie niet meer dan

terecht waren. Ze stelde zelfs dat het subsidiëren van ‘milieuorganisaties als Greenpeace of Milieudefensie’ de beste manier was om op een wetenschappelijke manier de

milieuproblematiek aan te pakken.141 Hiermee stond De Volkskrant lijnrecht tegenover De

Telegraaf die subsidies voor milieubewegingen aanvankelijk als weggegooid geld

beschouwde.

Maar zoals in het derde hoofdstuk naar boven kwam in de berichtgeving over Greenpeace, werd De Telegraaf in de loop van de jaren tachtig ook positiever over

Milieudefensie. Milieudefensie oogstte vooral waardering met haar campagnes die duidelijk gericht waren op het beschermen van het welzijn van de doorsnee Nederlander. Een goed voorbeeld hiervan is de campagne waarin mensen grond uit hun volkstuintje op konden sturen om deze te laten testen op gif. Hiermee werd een belangrijk onderwerp van de gifcampagne, de verontreiniging van de grond door chemicaliën, verbonden aan

gezondheidsrisico’s voor de gewone Nederlander. Uit de testen bleek dat de grond ook daadwerkelijk vervuild was. Hierdoor werd deze campagne breed uitgemeten in De

Telegraaf. 142

Het succes van dergelijke campagnes van Milieudefensie is te verklaren aan de hand van de eerder beschreven kenmerken van de risk society, waarin de milieubewegingen opereerden. Met deze campagnes slaagde Milieudefensie er in om bestaande milieurisico’s te concretiseren in de Nederlandse samenleving. Hierdoor zagen steeds meer mensen het belang in van het bestrijden van dergelijke milieugevaren. Aan de voorheen kritische

Telegraaf is af te lezen dat Milieudefensie met dergelijke acties aan ‘symbolic power’ won.

Hierdoor werd Milieudefensie aan het eind van de jaren tachtig niet alleen vaker genoemd door De Telegraaf, maar werden haar acties ook positiever beoordeeld. 143 In navolging van

De Volkskrant werden woordvoerders van Milieudefensie uitgebreider aan het woord

141

‘Landbouwproject roept vragen op’, De Volkskrant (19-02-1983). Geraadpleegd op Delpher op 12-06-2019, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ABCDDD:010878604:mpeg21:a0292

142 ‘Zelf gekweekte groente eten kan schadelijk zijn Volkstuintjes met gif verontreinigd’, De Telegraaf (02-05- 1987). Geraadpleegd op Delpher op 17-06-2019,

https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011207492:mpeg21:a0859 143

In Delpher is te zien dat Milieudefensie in de jaren 1988-1990 gemiddeld 21 keer per jaar genoemd werd in

46

gelaten, waardoor zij de motieven achter de gevoerde acties beter voor het Nederlandse publiek uiteen konden zetten.

De steun voor vervuilende bedrijven nam in De Telegraaf juist af. In 1989 publiceerde

De Telegraaf het artikel ‘Praten alleen snijdt geen hout’. In dit artikel is deze ontwikkeling

duidelijk zichtbaar. De bevindingen van Stichting Bos en Hout, een onderzoeksinstelling van overheid en bedrijfsleven, over de gevolgen van het kappen van het regenwoud, werden in dit artikel hevig bekritiseerd door een medewerker van Milieudefensie.144 Stichting Bos en Hout probeerde de effecten van de Nederlandse consument op het regenwoud te

bagatelliseren, door te stellen dat de Nederlandse economie ‘maar’ verantwoordelijk was voor de kap van het regenwoud met een snelheid van twaalf voetbalvelden per uur. 145 Nederland was hiermee de op een na grootste importeur van tropisch hardhout na Japan, iets wat volgens Milieudefensie onaanvaardbaar was. Door in haar campagne de kap van het tropisch regenwoud te verbinden met de opkomende zorgen over het klimaat, trachtte Milieudefensie duidelijk te maken waarom de kap van bomen in deze verre oorden ook voor Nederlanders een zorgwekkende ontwikkeling was.146 En met succes, de petitie om de import van tropisch hardhout aan banden te leggen werd door 425.000 Nederlanders ondertekend, wat de overheid tot actie noopte.147 Dit leidde ertoe dat de overheid in 1991 het ‘Regeringsstandpunt tropisch regenwoud’ (RTR) uitbracht. Hierin werd vastgelegd dat er vanaf 1995 een importverbod zou gelden op niet-duurzaam geproduceerd tropisch hout.148

Het feit dat Milieudefensie vaker, en in De Telegraaf tevens positiever, in de krant genoemd werd is toe te schrijven aan het feit dat de organisatie meer acties voerde dan voorheen.149 Zoals in het vorige hoofdstuk uiteen is gezet, was er aan het begin van de jaren tachtig interne kritiek op het gebrek aan acties. Met de eerder genoemde acties tegen de raffinaderijen van Shell in 1985-1986 en de gif-campagne, waarbij de grond uit volkstuintjes

144

‘Praten alleen snijdt geen hout’, De Telegraaf (16-09-1989). Geraadpleegd op Delpher op 17-06-2019, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010645919:mpeg21:a1308

145

‘Milieudefensie en Stichting Bos en Hout oneens over reddingactie regenwouden’, De Telegraaf (16-09- 1989). Geraadpleegd op Delpher op 17-06-2019,

https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010645919:mpeg21:a1308 146

‘Praten alleen snijdt geen hout’, De Telegraaf (16-09-1989). 147

‘Milieudefensie en Stichting Bos en Hout oneens over reddingactie regenwouden’, De Telegraaf (16-09- 1989).

148

Elise Kamphuis, ‘Invoerverbod op niet-duurzaam geproduceerd tropisch hout: een verkapt handelsinstrument?’, Maandschrift Economie 59 (1995), 145.

149

Volgens Delpher werd ook in De Volkskrant Milieudefensie in de periode 1988-1990 vaker genoemd dan voorheen met een jaarlijks gemiddelde van 85 keer tegenover gemiddeld 46 keer in de periode 1978-1987.

47

werd getest, zette Milieudefensie zich actief in voor de maatschappij, wat haar

naamsbekendheid ten goede kwam. Hierdoor kregen ook haar educatieve programma’s, die gedurende de jaren tachtig een belangrijke rol bleven spelen, meer aandacht van de

kranten. Milieudefensie trachtte om als organisatie zo toegankelijk mogelijk naar buiten te treden, zodat betrouwbare informatie over de milieuproblematiek voor iedereen

beschikbaar was. Om dit proces zo laagdrempelig mogelijk te maken werd in 1987 gestart met de ‘Milieutelefoon’ waarnaar men kon bellen met vragen over het milieu. Dit waren ‘Vragen waarmee men tot nu toe nergens goed mee terecht kon’, aldus De Telegraaf waar met een groot artikel dit nieuwe actiemiddel van Milieudefensie werd uitgelicht. Door deze media-aandacht genoot de Milieutelefoon vanaf haar lancering al enige

naamsbekendheid.150 Deze media-aandacht, die interessant genoeg ontbrak in De

Volkskrant, zorgde ervoor dat de ‘Milieutelefoon’ een daverend succes werd met meer dan

25.000 beantwoordde vragen in drie jaar.151

Alhoewel De Telegraaf in de tweede helft van de jaren tachtig steeds positiever werd in haar berichtgeving over Milieudefensie, bleef de organisatie zich hoofdzakelijk op De

Volkskrant richten om het Nederlandse publiek te bereiken. Hier publiceerde Milieudefensie

regelmatig advertenties om acties aan te kondigen en mensen aan te sporen bij deze acties aanwezig te zijn. In tegenstelling tot Greenpeace lukte het Milieudefensie echter niet om gratis advertentieruimte te verwerven in de kranten, waardoor haar advertenties zowel in aantal als in grootte tot een minimum beperkt bleven. 152

Wanneer de advertenties van Milieudefensie met die van Greenpeace worden vergeleken, is te zien dat de advertenties van Milieudefensie het grootste gedeelte van de jaren tachtig nauwelijks als een factor kunnen worden gezien in het aantrekken van nieuwe leden en het vergroten van haar naamsbekendheid.

Met summiere advertenties weggestopt op grote advertentiepagina’s probeerde Milieudefensie met de beperkte ruimte die ze tot haar beschikking had haar boodschap over

150

‘'Milieu vragen? Milieutelefoon’, De Telegraaf (26-05-1987). Geraadpleegd op Delpher op 17-06-2019, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011207512:mpeg21:a0188

151

‘Milieutelefoon beantwoordde 25.000 vragen’, De Telegraaf (21-07-1990). Geraadpleegd op Delpher op 17- 06-2019, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010646150:mpeg21:a0975

152

Vereniging Milieudefensie, Correspondentie Ledenwerfcomité (04-01-1985), Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, Milieudefensie Ledenwerving: Notulen en vergaderstukken (1984-1988), ARCH 131.

48

te brengen en mensen op de been te brengen voor protestacties. (Zie bijlage figuur 5) Haar advertenties vielen echter in het niet bij de paginagrote advertenties van Greenpeace.153

Pas in 1988 verscheen de eerste paginagrote advertentie van Milieudefensie in De

Volkskrant. In deze advertentie riep Milieudefensie het parlement op om over te schakelen

op schone stroom uit wind, water en zon. Naast de grootte van de advertentie lijkt het ook qua inhoud meer op de advertenties van Greenpeace. In de advertentie probeerde

Milieudefensie aandacht te vestigen op de negatieve gevolgen die vervuilende alternatieven voor ‘schone stroom’ met zich meebrachten. Als het aan de regering lag zouden vooral kolen- en kerncentrales in gebruik worden genomen om in de toekomst genoeg energie op te wekken. Milieudefensie stelde dat dit beide onacceptabele opties waren. ‘Kolencentrales zorgen voor buien zure regen en bergen vliegas. Tevens dragen ze sterk bij aan het

broeikaseffect. Voor kerncentrales loopt na Tsjernobyl bijna niemand meer warm.’154 Dit was de eerste keer dat Milieudefensie gebruik maakte van ‘risk signals’ in haar advertentie, zij het veel minder expliciet dan bij Greenpeace het geval was.

In deze advertentie zijn meerdere nieuwe kenmerken te zien die terug te traceren zijn naar de rapporten over het werven van leden in het Milieudefensiearchief. In de advertentie werd ten eerste gebruik gemaakt van een nieuw herkenbaar logo. Hiermee voldeed Milieudefensie aan de doelstelling om ‘net zoals Greenpeace gebruik te gaan maken van symboliek’.155 Ten tweede illustreert deze advertentie hoe Milieudefensie door een duidelijk afgebakend actierepertoire probeerde de naamsbekendheid te verbeteren.

Milieudefensie stelde zelf dat ze in de jaren tachtig de campagnes tegen de zure regen en de kernenergie min of meer had gemonopoliseerd.156 In deze advertentie is te zien hoe

Milieudefensie deze campagnes combineerde om zo een campagne over de energietransitie naar schone stroom op te zetten. Hiermee liet de organisatie zien dat de expertise die ze gedurende de jaren had opgedaan, overdraagbaar was naar dit nieuwe opkomende thema.