• No results found

METHODOLOGISCHE VERANTWOORDING

y Algemene bevolking (Nederlandse bevolking van 18 jaar)

De steekproeven voor deze groepen zijn op verschillende manieren samengesteld en ze zijn deels ook op verschillende manieren benaderd voor het onderzoek. Per doel- groep is eigenlijk een maatwerk benadering ontworpen. In onderstaande tabel geven we daarvan een overzicht.

Respondentgroep Bron Omvang

steekproef responsgroepOmvang

Leraren in po, vo en mbo Flitspanel BZK 4.388 2.406

Studenten aan de lerarenopleidingen (pabo, overige

lerarenopleidingen) DUO inschrijvingen 2.492 287

Scholieren in laatste twee jaar havo/vwo en mbo (sociaal

pedagogische richting). Panel TNS NIPO 732

Ouders van leerlingen in po, vo en mbo Panel TNS NIPO 1.108

Algemene bevolking (Nederlandse bevolking van 18 jaar) Panel TNS NIPO 1.019

Voor de leraren in po, vo en mbo hebben we gebruik gemaakt van het zogenaamde Flitspanel van BZK. Dit is een internetpanel van werknemers in de (semi-)publieke sector. Het is een initiatief van de directie Arbeidszaken Publieke Sector (APS) van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Diverse ministeries, A&O-fondsen, universiteiten en onderzoeksbureaus maken gebruik van het Flitspanel met uiteenlo- pende onderzoeken op het terrein van arbeidsvoorwaarden, arbeidsmarkt en arbeids- omstandigheden. Het panel is in 2006 geïnitieerd om snel en gefundeerd antwoord te kunnen geven op (ad hoc) beleidsvragen. Onderzoek onder het Flitspanel wordt vanaf 2013 in opdracht van het ministerie van BZK aangestuurd door het programma InternetSpiegel van de Stichting ICTU. Voor de uitvoering van onderzoeken via het Flitspanel werkt ICTU samen met een externe marktpartij GfK.

Het Flitspanel bestaat uit ruim 20.000 leden waarvan de achtergrondgegevens bekend zijn, waardoor diverse selecties mogelijk zijn (bijvoorbeeld op sector, functie, leeftijd of geslacht) en er representatieve uitspraken gedaan kunnen worden. Het panel wordt gevuld door respondenten aan het tweejaarlijkse POMO-onderzoek te vragen of zijn willen deelnemen. Het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek (POMO) is een grootschalig uitgezette enquête onder medewerkers van de publieke sector. Ambtenaren uit alle overheidssectoren wordt gevraagd naar uiteenlopende aspecten van hun werk, zoals mobiliteit en inzetbaarheid, werkbeleving en gesprekken met leidinggevenden. Vanaf 1999 is het POMO tweejaarlijks uitgevoerd in opdracht van de directie Arbeidszaken Publieke Sector (APS) van het ministerie van BZK. De meest recente meting dateert van juni 2016.

Studenten aan de lerarenopleiding hebben we benaderd door hen een brief op hun huisadres te sturen. Daarvoor hebben we gebruik gemaakt van de dienstverlening van DUO die de BRON HO gegevens beheert. Op grond van de inschrijvingen in BRON HO

is een steekproef samengesteld van voltijdstudenten aan de lerarenopleidingen, zowel pabo als de universitaire lerarenopleiding en de reguliere lerarenopleidingen (tweede graad). Deze studenten hebben een brief ontvangen met het verzoek om deelname aan het onderzoek door een vragenlijst op internet in te vullen (de brief bevatte daarvoor een inlogcode).

Leerlingen in het voortgezet onderwijs en mbo, ouders van leerlingen en een afspie- geling van de Nederlandse bevolking zijn via het panel van TNS NIPO benaderd. TNS NIPObase is een grote database met daarin meer dan 140.000 respondenten, waaruit een representatieve steekproef van ouders en de algemene bevolking kan worden getrokken. De TNS NIPObase omvat de Onderwijspanels. Daarmee kunnen eenvoudig en snel online vragenlijsten worden uitgezet onder de scholieren in laatste twee jaar havo/vwo en mbo sociaal-pedagogisch. De steekproeven en de data die TNS NIPO via de panels verzamelt zijn van hoge kwaliteit: representativiteit, betrouwbaarheid en een hoog responspercentage (>70%) zijn gegarandeerd. Minimaal eens per jaar worden alle gegevens in de panels geactualiseerd.

Alle groepen hebben een internetvragenlijst ingevuld. De vragenlijsten die aan de verschillende respondentgroepen worden voorgelegd, kennen een grote mate van overlap (zie bijlage IV). Ze bestaan deels uit algemene vragen over de waardering voor het lerarenberoep. De deelvragen gaan wat betreft de leraren over de sector onder- wijs als werkgever en hun kennis van of deelname aan de Lerarenagenda. Leerlingen en studenten vragen we naar hun verwachtingen over de beroepen in het onderwijs. Bovendien zijn respondenten in de groep ‘Nederlandse bevolking’ gevraagd om diverse beroepen (waaronder die van leraar) op het maatschappelijk aanzien te ordenen om op die manier een beroepenladder op te stellen.

Bij de ontwikkeling van de vragenlijst (in de diverse varianten) zijn alle onderzoekers binnen het project betrokken geweest. De vragenlijsten zijn vooraf uitgetest op de diverse respondentgroepen (‘pre-testing’). Voor de samenstelling van de vragenlijsten is uitdrukkelijk geput uit de inzichten die in eerdere studies zijn gebruikt, in het bijzonder de eerdere Onderwijsmonitor van TNS NIPO (Plantinga et al., 2008) en het recente statusonderzoek van Dolton et al. (2013) en van Groenewegen et al. (2007), het TALIS onderzoek 2013 (OECD, en onderzoek van het SBO naar het opleidingsstelsel van de lera- renopleidingen vo (Jettinghoff en Scheeren, 2011).

De vragenlijsten zijn afgenomen in een tijdsbestek van 3 à 4 weken in de periode maart- april 2016. Er heeft voor de groep studenten in de lerarenopleiding geen rappel kunnen plaatsvinden. Deze groep is door middel van een brief uitgenodigd voor deelname aan het onderzoek en een rappel via die weg paste niet in de planning. Bij de andere groepen (die per mail zijn benaderd) heeft wel een rappel via de mail plaatsgevonden.

Voor de leraren uit het Flitspanel is een responsanalyse uitgevoerd om na te gaan of de responsgroep naar de achtergrondkenmerken geslacht en leeftijd een goede afspie- geling vormt van de totale populatie van leren op deze kenmerken. Daarvoor zijn de openbare populatiegegevens van DUO over leraren gebruikt, die afkomstig zijn van de salarisverwerkers (https://duo.nl/open_onderwijsdata/).

In onderstaande tabel zijn de resultaten van die vergelijking opgenomen.

DUO 2015 Flitspanel respons

PO VO MBO PO VO MBO man 0,12 0,48 0,47 0,20 0,56 0,60 vrouw 0,88 0,52 0,53 0,80 0,45 0,40 <25 0,03 0,04 0,02 0,01 0,01 0,00 25-35 0,27 0,24 0,16 0,16 0,10 0,04 35-45 0,24 0,22 0,18 0,20 0,16 0,12 45-55 0,21 0,22 0,27 0,29 0,31 0,35 55-65 0,24 0,27 0,37 0,34 0,42 0,49 65+ 0,00 0,01 0,01 0,00 0,01 0,00

We zien hier dat ten opzichte van de populatie mannen en met name oudere leraren (45+) in de responsgroep zijn oververtegenwoordigd. Dat geldt voor alle sectoren. Er is daarom een weging toegepast, waarbij per onderwijssoort de verdeling in de respons- groep naar leeftijd in overeenstemming is gebracht met de leeftijdscategorieën in de populatie.

Voor de studenten aan de lerarenopleidingen is een steekproef van 2492 studenten getrokken. Deze was min of meer gelijk verdeeld over studenten aan de pabo ener- zijds (1248) en studenten aan de tweedegraads lerarenopleidingen en ulo’s anderzijds (1244) . De respons onder de pabo-studenten lag hoger (165 studenten, 13,2%) dan de respons onder studenten aan de tweedegraads en universitaire leraren opleidingen (122 studenten, 9,8%). We hebben hier geen weging toegepast aangezien we voor deze groepen steeds apart rapporteren: de oordelen van pabo-studenten over aspecten van het leraarschap in het primair onderwijs en de studenten aan de tweedegraads leraren- opleidingen en ulo’s over aspecten van het leraarschap in het voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs.

Omdat 138 beroepen ordenen een ondoenlijke taak is, heeft iedere respondent (in de categorie Nederlandse bevolking) een set van 28 beroepen beoordeeld. Dat bestond uit zes beroepen die door iedereen zijn beoordeeld en uit twee sets van 11 beroepen die door verschillende respondenten zijn beoordeeld. Hieronder geven we het overzicht van de aantallen respondenten per set van beroepencombinaties. Uiteindelijk is ieder set van beroepen op maatschappelijk aanzien beoordeeld door tussen de 149 en 191 respondenten.

Combinatie sets Aantal respondenten Beroepenset (11 beroepen) Beoordeling door respondenten

Set 12 en 1 93 Set 1 169 Set 1 en 2 88 Set 2 181 Set 2 en 3 98 Set 3 186 Set 3 en 4 89 Set 4 187 Set 4 en 5 81 Set 5 170 Set 5 en 6 74 Set 6 155 Set 6 en 7 99 Set 7 173 Set 7 en 8 92 Set 8 191 Set 8 en 9 74 Set 9 166 Set 9 en 10 82 Set 10 156 Set 10 en 11 73 Set 11 155 Set 11 en 12 76 Set 12 149 Totaal 1019

In onderstaande tabel geven we een overzicht van de beroepen per set.