• No results found

In deze bijlage beschrijven we de vraagstelling en de opzet van het onderzoek.

Vraagstelling

De vraagsteling van het onderzoek luidt:

In hoeverre zetten zich de in de beleidsbrief ‘Beschermd en Weerbaar’ ge-1.

schetste ontwikkelingen in a) de vraag (nieuwe problematieken en nieuwe doel-groepen) en b) het aanbod (zoals systeemgericht werken, nadruk op preventie, zo vroeg mogelijk ingrijpen) door? Met andere woorden: gaat het om structurele ontwikkelingen in vraag en aanbod of om incidentele?

Ontbreken er in de beleidsbrief ‘Beschermd en Weerbaar’ nog recente ontwik-2.

kelingen die van invloed zijn op vraag en aanbod en zo ja, welke? Daarbij komt dan vervolgens vraag 1 aan bod.

Welke

3. nieuwe structurele ontwikkelingen zijn er in de nabije toekomst (tot

2020) te verwachten in a) de vraag en b) het aanbod bij geweld in afhankelijk-heidsrelaties?

Welke factoren zijn van invloed op de huidige en toekomstige ontwikkelingen 4.

onder 1-3? Welke van deze factoren zijn beleidsmatig te beïnvloeden en welke van deze factoren zijn min of meer autonoom?

De opzet van het onderzoek

Het onderzoek betreft een toekomstverkenning naar vraag en aanbod van hulp en opvang in geval van geweld in afhankelijkheidsrelaties in relatie tot het overheids-beleid. Welke factoren beïnvloeden de vraag en het aanbod? Inzicht hierin is van belang voor het opzetten van een toekomstbestendig stelsel van opvang en hulp aan slachtoffers van geweld in afhankelijkheidsrelaties. Het onderzoeksdesign dat hier het beste bij past bestaat uit drie fasen:

een beleidsanalyse; 1. een trendanalyse; 2. toekomstscenario’s. 3.

Fase 1: Eerste analyse

In deze fase is het bestaande beleid geanalyseerd op uitgangspunten en ontwik-kelingen: wat zijn volgens het beleid de belangrijkste ontwikkelingen, zetten de bestaande ontwikkelingen zich door en ontbreken er ontwikkelingen in vraag en

106

aanbod (vraag 1 en 2). Daartoe voerden wij een beleidsanalyse uit die werd voorge-legd aan de commissie toekomstscenario’s.

Compacte beleidsanalyse

De onderzoeksgroep van het Verwey-Jonker Instituut heeft een compacte beleids-analyse uitgevoerd met behulp van deskresearch. Daarnaast zijn vijf interviews met sleutelfiguren gehouden over ontwikkelingen in vraag en aanbod. Deze compacte beleidsanalyse resulteerde in een basisdocument.

Toekomstscenario onderzoek I

Het toekomstscenario onderzoek is uitgevoerd door de scenariocommissie onder leiding van dr. R. Rijkschroeff (zie bijlage 2 voor de deelnemers).

Tijdens de eerste bijeenkomst van de scenariocommissie vond een validering van het basisdocument plaats, waarbij de tweede vraagstelling centraal stond.

Vervolgens voerde de scenariocommissie met behulp van het basisdocument een eerste analyse uit van de overige vragen van het onderzoek. De uitkomsten van de scenariocommissie zijn gebruikt ter verdieping van de analyse van ontwikkelingen.

Fase 2: Trends in vraag en aanbod

Er is een drietal studies verricht om meer inzicht te krijgen in de maatschappelijke ontwikkelingen van vraag en aanbod: een analyse van registratiegegevens, een internationale scan en een analyse van de trendstudie van MOVISIE.

Analyse van (registratie)gegevens

In dit onderdeel is dieper ingegaan op de cijfers van ontwikkelingen op de verschil-lende deelgebieden (huiselijk geweld, waaronder partnergeweld, kindermishan-deling waaronder genitale verminking, mensenhandel, en de kwetsbare groepen tienermoeders).

Voor een aantal onderwerpen zijn gegevens over heel Nederland bekend, maar over de meeste onderdelen is relatief weinig bekend. Vandaar dat we ook cijfers presenteren over de vier grote steden in Nederland: Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht.

Vanwege het feit dat we toegang hebben tot verschillende registraties en on-derzoeksbestanden in de vier grote steden, konden we over de situatie daar meer gericht uitspraken doen.

Met de gegevens uit de veiligheidsmonitoren en gezondheidsmonitoren hebben •

we uitspraken gedaan over de prevalentie van huiselijk geweld (partnerge-weld), waarbij we zo mogelijk uitspraken doen over één jaar in de periode van 2006 tot 2008 (de vier grote steden).

Met de gegevens van de politie hebben we een overzicht van het aantal inciden-•

Met de gegevens van het AMK hebben we een overzicht van de prevalentie van •

gemelde kindermishandeling in de periode 2003-2007 (zowel landelijk als in de vier grote steden).

Met de gegevens van CoMensa hebben we landelijke cijfers over mensenhandel •

in de periode 2006-2008.

Met de gegevens van het CBS hebben we een overzicht van het aantal tiener-•

moeders van 2000-2008 (zowel landelijk als in de vier grote steden). Internationale scan

Met behulp van deskresearch is een scan verricht naar nieuwe ontwikkelingen op het terrein van geweld in afhankelijkheidsrelaties in het buitenland, voornamelijk in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk. Wat kunnen we leren van deze ontwikkelingen, wat zou dit kunnen betekenen voor de vraag naar en het aanbod van hulp en opvang bij geweld in afhankelijkheidsrelaties?

Trendstudie MOVISIE

MOVISIE heeft een studie verricht naar trends op het gebied van huiselijk geweld via 16 diepte-interviews met sleutelfiguren in het veld. Wij hebben gebruik ge-maakt van hun (concept)rapportage.

De gegevens uit de drie studies (registratie, buitenlandscan en trendstudie MOVISIE) zijn geanalyseerd op betekenis voor de vraag en het aanbod bij geweld in afhankelijkheidsrelaties in de toekomst. Het basisdocument van fase 1 is naar aan-leiding van de eerste scenariocommissie en deze trendstudie bijgesteld.

Fase 3: Toekomstscenario’s vraag en aanbod

Tijdens de tweede bijeenkomst van de scenariocommissie is aan de hand van het bijgestelde basisdocument doorgepraat over de factoren die van invloed zijn op de huidige en toekomstige ontwikkelingen, welke van deze factoren beleidsmatig te beïnvloeden zijn of min of meer autonoom zijn en wat dit betekent voor scenario’s in vraag en aanbod omtrent hulp aan en opvang van slachtoffers van geweld in afhankelijkheidsrelaties. Met input van de scenariocommissie is de eindrapportage geschreven.

Verwey-Jonker Instituut