In dit hoofdstuk zal worden besproken welke methoden van onderzoek er zijn gebruikt en hoe de onderzoeksprocedure eruit zag. 3.1 De case study Het doel van een case studie is het beschrijven van een overzichtelijk sociaal systeem of proces onder bepaalde gezichtspunten, waarbij de sociale interactie, de uiteenlopende perspectieven van de deelnemers en de wisselwerking tussen de interactie en deze perspectieven een belangrijke plaats innemen (Swanborn, 1981). Case studies zijn zeer geschikt bij het onderzoeken van een fenomeen waar de onderzoeker weinig tot geen invloed op heeft en bij het beantwoorden van ‘hoe’ en ‘waarom’ vragen. Er zijn uitleggende case studies, explorerende case studies en beschrijvende case studies (Yin, 1994). In dit onderzoek worden de provincie Brabant + twee gemeenten en de provincie Zeeland + twee gemeenten onderzocht. 3.2 Triangulatie Kenmerkend voor case studies is het gebruik van verschillende informatiebronnen. Het is belangrijk om meerdere bronnen van bewijs te gebruiken. Dit heet triangulatie. Patton onderscheidt vier typen: 1. data triangulatie 2. onderzoeker triangulatie 3. theorie triangulatie 4. methodische triangulatie In dit onderzoek wordt gebruik gemaakt van data triangulatie. Door triangulatie wordt de validiteit vergroot. In dit onderzoek wordt gebruik gemaakt van document analyses, observaties en interviews. 3.3 Het interview Om een goed beeld van de situatie met betrekking tot risicocommunicatie te verkrijgen is gekozen om per gemeente drie personen te interviewen: • Eén persoon (communicatieadviseur) van de gemeente, dit omdat deze personen het meeste weten over de stand van zaken met betrekking tot risicocommunicatie in de betreffende gemeente. • Eén uit het bedrijfsleven. Er is geprobeerd om in elke gemeente een bedrijf te interviewen dat te maken heeft met veel risico omdat zij ervaring hebben met het werken met gevaarlijke stoffen en de eventuele communicatie daar over. • Eén uit een dorps/wijk/buurtraad. Dit omdat deze raden dienen als stem van de bevolking. Zij staan midden in de samenleving, weten wat er in ‘de buurt’ speelt en zijn een schakel tussen de inwoners en de gemeente aangezien zij een aantal keer per jaar overleg hebben met de gemeente. Door middel van één interview met een lid van zo’n raad kan er toch een beeld worden verkregen van hoe de inwoners van de betreffende gemeente denken over bepaalde zaken. In dit onderzoek is gebruikt gemaakt van interviews met leden van een buurtraad, dorpsraad, stadsraad en wijkraad. Het is belangrijk om het verschil tussen deze raden uit te leggen. In de gemeente Moerdijk is bijvoorbeeld een lid van een buurtraad geïnterviewd. Aan deze buurtraad nemen alle buren van het havengebied van Moerdijk deel. Er zijn dus vertegenwoordigers van bedrijven, van de gemeenten en van de omwonenden aanwezig in deze buurtraad en zij houden zich vooral bezig met zaken betreffende het haventerrein. In de gemeente Borsele is er een lid van een dorpsraad geïnterviewd. In deze dorpsraad zetelen alleen burgers uit de woonkern. Deze dorpsraad is actief op het gebied van lokale zaken zoals de aanleg van fietspaden en watersportoverlast. De stadsraad in Veere is vergelijkbaar met deze dorpsraad. De dorpsraad houdt zich dus met andere zaken bezig dan de burenraad in Moerdijk. De wijkraad Veghel is te vergelijken met de dorpsraad in Borsele en de stadsraad in Veere alleen houden zij zich bezig met gebeurtenissen in hun wijk en dus niet met de gebeurtenissen in het hele dorp/stad. Verder is er in elke provincie iemand van de veiligheidsregio en een communicatieadviseur van de betreffende provincie geïnterviewd om zo een beeld te krijgen van wat er speelt bij deze hogere organen. Ook is er in elke provincie kort een journalist van de lokale krant geïnterviewd omdat het interessant is om te kijken hoe er vanuit dit perspectief naar risicocommunicatie wordt gekeken. De afgenomen interviews waren semi-gestructureerde interviews. Het interviewschema8 is gebaseerd op de theorieën die bestaan over risicocommunicatie met speciale aandacht voor 8 de concepten information sufficiency en control mutuality. Verder zitten er in het interviewschema vragen betreffende het netwerk van risicocommunicatie. Elk interview is nadat het was afgenomen uitgetypt en daarna gecodeerd door de verschillende uitspraken en antwoorden onder te verdelen in verschillende onderwerpen en deze in een schema te ordenen. Omdat enkele respondenten dat op prijs stelden is besloten om de namen van de geïnterviewden niet op te nemen in deze thesis maar in een vertrouwelijke bijlage te plaatsen. 3.4 Documentanalyse en observaties Om een meer valide beeld van alle activiteiten op het gebied van risicocommunicatie in de twee provincies te verkrijgen zijn er verschillende documenten geanalyseerd. Zo veel mogelijk documenten die betrekking hebben op recente risicocommunicatieprogramma’s van de provincies en de gemeenten zijn verzameld en doorgenomen. Vooral de documenten rondom ‘Focus op veiligheid’, de campagne van de provincie Zeeland en ‘Bouwen aan Brabant veiliger’, de campagne van de provincie Brabant, zijn nauw bestudeerd. Aan de hand hiervan is onder andere, per provincie, een voorlopig netwerk van risicocommunicatie opgesteld, waar later de input van de interviews en observaties aan is toegevoegd. Tijdens de loop van dit onderzoek zijn er verschillende bijeenkomsten met betrekking tot risicocommunicatie bezocht. Er is in beide provincies geobserveerd bij vergaderingen tussen verschillende partijen zoals de gemeenten, de provincie, de veiligheidsregio, de brandweer, de milieudienst en het bedrijfsleven. Ook is er geobserveerd bij grotere bijeenkomsten zoals de conferentie Externe Veiligheid in het provinciehuis in Brabant en bij de studiedag Brabant Veiliger in het Willem II stadion te Tilburg. In document Het risico in communicatie : een onderzoek naar de status van risicocommunicatie in de provincies Brabant en Zeeland (pagina 34-37)