• No results found

Methode: onderzoekseenheid, dataverzameling en ethische overwegingen

5. Zorgethisch kwalitatief empirisch onderzoek

5.1. Methode: onderzoekseenheid, dataverzameling en ethische overwegingen

Het te onderzoeken fenomeen betreft hier de Nederlandse geneeskundeopleiding. Uit verschillende empirische bronnen blijkt dat geneeskundestudenten zich bewust zijn van (ook de minder tastbare invloeden op) de geneeskundeopleiding en goed in staat zijn hierop te reflecteren (Gaufberg et al., 2010; Jaye et al., 2006; Karnieli-Miller et al., 2010; Lempp & Seale, 2004; Michalec, 2012; Ozolins et al., 2008; Verdonk et al., 2014; Weaver, Peters, Koch, & Wilson, 2011). Wat geneeskundestudenten verder een goede informatiebron over het te bestuderen fenomeen maakt, is dat zij zich nog midden in de opleiding bevinden, in tegenstelling tot artsen, voor wie de basisopleiding langer geleden is. Daardoor moet er in het geval van artsen een groter beroep worden gedaan op het geheugen.

Mensen die een aantal jaar geneeskunde hebben gestudeerd maar voortijdig gestopt zijn, vallen tevens buiten de onderzoekspopulatie. Ook zij bevinden zich niet meer midden in de opleiding en bovendien kunnen negatieve ervaringen met de geneeskundeopleiding reden zijn geweest om te stoppen met de opleiding. Overheersend negatieve ervaringen geven mogelijkerwijs een minder genuanceerd beeld van de geneeskundeopleiding. Mensen die op één of andere manier iets te maken hebben met de geneeskundeopleiding (docenten, studieadviseurs, familie en vrienden van geneeskundestudenten) vallen ook buiten de onderzoekspopulatie, omdat deze de

geneeskundeopleiding niet ‘aan den lijve’ ondervinden zoals geneeskundestudenten dat wel doen. In het bepalen van de onderzoekseenheid van een kwalitatief onderzoek schuilt een verschil tussen kwalitatief en kwantitatief onderzoek. Kwantitatief onderzoek is gericht op statistische generaliseerbaarheid en eventuele herhaalbaarheid en daarom staan grote gerandomiseerde aantallen centraal. Kwalitatief onderzoek kiest zijn onderzoekseenheid niet uit op aantallen maar op rijkheid van een casus: dit wordt ‘purposeful sampling’ genoemd (Patton, 2002). Een aantal

geneeskundestudenten van dezelfde faculteit kunnen de geneeskundeopleiding - weliswaar op één locatie - ‘rijker’ belichten dan hetzelfde (per faculteit kleinere) aantal geneeskundestudenten van verschillende faculteiten. Dat laatste zou vooral interessant zijn om een vorm van (statistische) generaliseerbaarheid te bereiken die in kwantitatief onderzoek centraal staat (zie paragraaf 5.8). Hoewel dit onderzoek poogt een uitspraak te doen over de geneeskundeopleiding in heel Nederland, is het bestek van deze thesis te klein om alle medische faculteiten in Nederland grondig en ‘rijk’ te onderzoeken. Het levert daarom binnen het kleine bestek van deze thesis meer op één medische faculteit uit te lichten. De medische faculteit die in dit onderzoek uitgelicht wordt, is die in Utrecht. De keuze voor deze plaats heeft vooral praktische redenen gehad: vanwege contact met voormalig medestudenten was het makkelijker respondenten te vinden en Utrecht is centraal gelegen en dus goed te bereizen.

Omdat de pre-klinische fase verschilt van de klinische fase van de opleiding is er voor gekozen alleen vierde-, vijfde- of zesdejaarsstudenten te benaderen opdat respondenten met beide

5. Zorgethisch kwalitatief empirisch onderzoek

29

fasen ervaring hebben. In eerste instantie is een oproep geplaatst op social media (zie bijlage 1). Elke jaarlaag van de geneeskundeopleiding heeft een eigen pagina op Facebook met gemiddeld zo’n 300 leden. Een oproep op de pagina’s van jaar vier, vijf en zes van de geneeskundeopleiding in Utrecht zou in theorie dus onder de aandacht kunnen komen van zo’n 900 geneeskundestudenten. In de oproep werd gevraagd naar eventuele ervaring met extracurriculaire activiteiten die zich

bezighouden met de inrichting van het onderwijs, zoals de Jaarvertegenwoordiging. De reden hiervoor was dat dergelijke respondenten mogelijk meer dan de gemiddelde student kunnen reflecteren op het onderwijs binnen de geneeskundeopleiding. Dit was overigens geen vereiste. Helaas leverde deze oproep slechts drie respondenten op. Vervolgens is daarom aan voormalig medestudenten, vrienden, familie en de reeds betrokken respondenten het voorgaande uitgelegd en gevraagd of zij mij aan mogelijke respondenten konden helpen. Dit leverde in korte tijd nog zeven respondenten op.

De data zijn verzameld middels semigestructureerde interviews. Dat wil zeggen dat er een topiclist is opgesteld (op basis van het vooronderzoek in hoofdstuk 2, 3 en 4), in combinatie met een aantal inleidende zinnen en optionele vragen, die gedurende de interviews bij de hand werd

gehouden (zie bijlage 2). De interviews zijn opgenomen en woordelijk getranscribeerd. Gedurende het eerste contact met de respondenten zijn ze geïnformeerd over de inhoud en het beloop van zowel het interview als het onderzoek met betrekking tot privacy en anonimiteit. Voor aanvang van het interview zijn de respondenten nogmaals schriftelijk van deze informatie voorzien (zie bijlage 3). Als de respondent zich in de voorgestelde gang van zaken kon vinden, is hem of haar gevraagd schriftelijk toestemming te geven de data, verzameld tijdens het interview, te gebruiken voor het onderzoek. Alle respondenten hebben hiermee ingestemd en het formulier ondertekend. Vanwege privacy overwegingen zijn deze ondertekende formulieren niet aan het bestand met bijlagen toegevoegd.

In eerste instantie werd er één interview gehouden en getranscribeerd, waarna ik voorzien werd van met name interviewtechnische feedback door eerste en tweede thesisbegeleider.

Vervolgens hebben er vier interviews plaatsgevonden, met nog één respondent achter de hand voor een eventueel zesde interview. Er is gekozen voor maximaal zes interviews vanwege het bestek van deze thesis. De reden om één respondent achter de hand te houden, was om deze in te zetten in het geval ik nog aanvullende vragen had willen stellen naar aanleiding van de eerste vijf interviews. Dit bleek niet meer nodig te zijn. Hieronder volgt een schematisch overzicht van de uiteindelijke vijf respondenten.

Respondent nr. M/V Leeftijd Opleidingsjaar Motivatie deelname

1 V 22 5 Twijfels over de opleiding gehad, daardoor bewust gereflecteerd op de opleiding. 2 V 23 4 Actief beziggehouden met de inrichting van

het geneeskundeonderwijs door activiteiten bij een Studentenplatform.

3 M 22 5 Benaderd door respondent 1. 4 M 25 5 Benaderd door de onderzoeker. 5 V 21 4 In een opleidingsjaar in de

5. Zorgethisch kwalitatief empirisch onderzoek

30