• No results found

De centrale onderzoeksvraag (Wat zijn de ruimtelijk-economische kenmerken van de Nederlandse

landbouw en welke dynamiek bestaat hierin?) is een beschrijvende vraag. Het CBS houdt informatie

over de landbouw bij waarmee deze vraag te beantwoorden is. Het gaat daarbij in het bijzonder om de CBS Landbouwtellingen (2018, 2016 en 2015)4 en de hierbij behorende ruimtelijke schil GIAB5 (2016

en 2015). De informatie hierin is gebaseerd op de gecombineerde opgave (voorheen Meitelling) in het licht van informatieplicht die landbouwbedrijven richting Rijk en provincies hebben. Deze

informatiebron heeft als sterke punten dat het in principe om alle landbouwbedrijven gaat en dat de informatie is opgebouwd uit individuele bedrijven die gekoppeld zijn aan een geografische locatie, zodat het geschikt is voor ruimtelijk onderzoek. Alternatieve informatiebronnen zijn veelal gebaseerd op steekproeven, terwijl deze bronnen in principe alle bedrijven bevatten, die bovendien gekoppeld zijn aan de bedrijfslocatie en daarmee ruimtelijk specifiek zijn. Aanvullend is gebruikgemaakt van het CBS Bestand Bodemgebruik. Het onderzoek beperkte zich tot deze informatiebronnen. Als zou blijken dat belangrijke informatie wordt gemist die alleen kwalitatief te achterhalen is of waar andere informatie voor nodig is, zou dit in het vervolg van het onderzoek onderzocht kunnen worden.

Het onderzoek richt zich op landbouwbedrijven die op een bepaalde locatie zijn gevestigd en specifieke percelen in gebruik hebben. De landbouwbedrijven zitten in een bepaalde sector (graasdierhouder, akkerbouw, tuinbouw etc.) en de bedrijven hebben bepaalde structuurkenmerken, zoals grootte, intensiteit, opbrengsten en niveau van inkomsten. Bovendien zijn ze gespecialiseerd of verbreed. Deze kenmerken veranderen bovendien over de tijd. Vervolgens gaat het om de ruimtelijke patronen hierin. Het gaat in het onderzoek om wat er met de agrarische grond in Nederland gebeurt. Daarom richt het onderzoek zich op het agrarisch grondgebruik. Dat gaat om de gewasarealen en dieraantallen en de veranderingen hiertussen, maar ook om de hoeveelheid en het aandeel van agrarisch grond binnen het totale grondgebruik. Dat laatste gaat over of er een verschuiving optreedt van landbouwgrond naar bebouwd gebied en natuur en vooral over hoe dat ruimtelijk verschilt. Vervolgens willen we ook weten welke ontwikkeling de landbouw doormaakt. Daarvoor zijn indicatoren als de agrarische grondprijs en de standaardverdiencapaciteit6 gebruikt. Bovendien besteden we ook aandacht aan de

ontwikkeling van de verbrede landbouw, aangezien juist die relevant is voor natuur. Hier zit immers ook agrarisch natuurbeheer in. Inkomsten uit verbreding zitten niet in de standaardverdiencapaciteit en daarom worden deze toegevoegd.

Voor het ruimtelijk specifiek maken van de data-analyse wordt gebruikgemaakt van de indeling naar Landbouwgebieden van het CBS. Een landbouwgebied is een groeperingen van gemeenten met (zo veel mogelijk) gelijksoortige typen van landbouwbedrijven. De indeling is in 1991 door de

Adviescommissie Landbouwstatistieken vastgesteld. Nederland telt in totaal 66 landbouwgebieden. Omwille van het creëren van overzicht zijn de 66 gebieden te aggregeren naar een indeling van 14 regio’s of 5 landsdelen.

We hebben zo veel mogelijk gebruikgemaakt van data op het meest gedetailleerde schaalniveau, maar de conclusies trekken we meer op het niveau van 5 of 14 gebieden. Het gaat hier immers om

onderzoek voor het landelijk natuurbeleid. Figuur 1.2 toont de ligging van de 14 en 66

landbouwgebieden en alleen de namen van de 14 gebieden. In Tabel 1.1 zij alle gebieden opgenomen.

4 Zie: https://www.cbs.nl/nl-nl/onze-diensten/methoden/onderzoeksomschrijvingen/korte- onderzoeksbeschrijvingen/landbouwtelling.

5 Geografische Informatie Agrarische Bedrijven. Zie Gies et al. (2015) voor een methodische beschrijving van GIAB. 6 De standaardverdiencapaciteit (SVC) is een maat voor de toegevoegde waarde (in €) van de agrarische productie en

wordt afgeleid van de Standaard Opbrengst (SO), een maat voor de omzet. Het gaat om de opbrengst min de

productiekosten. Het betreft een berekende waarde. Toegevoegde waarde uit andere activiteiten dan landbouwproductie, zoals verbreding of toeslagen, wordt niet meegenomen. Zie Van Everdingen (2015) voor een toelichting op de SVC of www.agrimatie.nl.

34 |

WOt-technical report 189

Tabel 1.1 Indeling naar landbouwgebieden (CBS).

Landbouwgebied 5 Landbouwgebied 14 Landbouwgebied 66

Noord Bouwhoek en Hogeland De Marne, Noordelijk Friesland, Oostelijk Hogeland

Veenkoloniën en Oldambt Drentse Veenkoloniën en Hondsrug, Oostelijke Bouwstreek in Groningen, Smilde en Centraal Zandgebied, Westerwolde en Groninger Veenkoloniën, Zuidelijk Zandgebied in Drenthe Noordelijk weidegebied Centraal weidegebied in Groningen, De Eilanden, De Wouden,

Groninger Zuidelijk Westerkwartier, Weidegebied in Overijssel, Weidegebied van het Noordenvel, Weidestreek in Friesland, Zuidwestelijk weidegebied in Drenthe

IJsselmeerpolders Noordoostelijke Polder, Wieringen en Wieringermeer, Zuidelijke IJsselmeerpolders

Oost Oostelijk veehouderijgebied Achterhoek, IJsselstreek, Noordoost Overijssel, Salland, Twente,

Zuidelijk Gelderland

Centraal veehouderijgebied Oostelijke Veluwe, Westelijke Veluwe, Zandgebied in Utrecht Rivierengebied Bommelerwaard, Centraal Tuinbouwgebied in Utrecht, Kromme

Rijn-streek en Heuvelrug, Oostelijke Betuwe en Nijmegen, Oostelijke Langstraat, Veluwezoom en Betuwe

West Westelijk Holland Amstelland en Aalsmeer, Bollenstreek, Boskoop en Rijneveld,

Haarlemmermeer, Kennemerland, Rotterdam en Omgeving, Texel en Land van Zijpe, Westelijk Rijnland, West-Friesland en omgeving, Westland en Zuid Hollandse Droogmakerijen Waterland en Droogmakerijen Waterland en Noord Hollandse Droogmakerijen

Hollands/Utrechts weidegebied Alblasserwaard en Vijfherenlanden, Eemland, Krimpenerwaard en Oostelijk Rijnland, 't Gein en Gooiland, Westelijk weidegebied in Utrecht

Zuidwest Zuidwestelijk akkerbouwgebied Biesbosch, Goeree-Overflakkee, Noordelijk Zeeland,

Noordwesthoek, Voorne-Putten en Hoeksche Waar, Walcheren en Zuid-Beveland, Zeeuws-Vlaanderen

Zuidwest-Brabant Land van Breda, Westelijke Zandgronden

Zuid Zuidelijk veehouderijgebied De Kempen, Maasland en Land van Cuijk, Midden Noord-Brabant,

Noord-Limburg, Westelijk Peelgebied, Westelijke Langstraat Zuid-Limburg Zuid-Limburg