• No results found

Dat staat merkwaardigerwijze ook in het Duitsche sprookje Der Hund und der Sperling5) , waar een musch aan een voerman allerlei schade doet en hem eindelijk

in de maag vliegt. Dan fladdert zij weer naar boven tot in den mond van den man,

die ten einde raad zijn vrouw een houweel geeft met het verzoek den vogel dood

te slaan; maar zij slaat mis; de musch vliegt weg en de voerman valt dood neer. Het

is weer een vlieg, en niet een vogel, die wij in eenige Europeesche verhalen vinden.

Behalve in de reeds genoemde IJslandsche saga en in Pauli's verzameling, komt

deze vorm voor in de Tredici piacevoli notti van Straparola, geschreven tusschen

1550 en 1554, waar naar het voorbeeld van Morlini's novellenverzameling dit verhaal

verteld wordt van een knaap, die Fortunin heet, en zijn slapenden meester; het is

weer een zware bronzen vijzel, waarmee de vlieg verjaagd en de slaper gedood

wordt. Daarentegen stemt met den vorm van Pauli's redactie de vertaling overeen,

die in den Thrésor des

Récréa-1) Zie Benfey, Pantschatantra, Fünf Bücher indischer Fabeln II, Leipzig 1859, blz. 539.

2) Zie H. Parker, Village folk-tales of Ceylon (Londen 1910) I, 319, Nr. 58.

3) Zie Swynnerton, Indian Nights' Entertainment blz. 306. Een anderen afwijkenden vorm vindt

men op de Philippijnen, zie S. Fansler, Filipino Popular Tales (Lancaster-New York 1921) Nr.

9.

4) Zie L. Frobenius, Volksmärchen der Kabylen III (Jena 1921) blz. 17 en 28.

5) Grimm, KHM Nr. 58. Vgl. Bolte-Polivka I, blz. 519.

tions voorkomt ‘du sot du prince de Ronceval, qui le frappa bien fort sur son nez,

pensant en chasser une mouche’. Ondertusschen mogen wij aannemen, dat het

reeds aanmerkelijk veel vroeger in Europa bekend is geweest, want wanneer Petrus

Alphonsus in zijn Disciplina Clericalis de spreuk aanhaalt ‘Melior est inimicitia

sapientis quam amicitia insipientis’

1)

, dan mogen wij aannemen, dat hij deze zelfde

anecdote op het oog heeft.

C. Hetzelfde verhaal wordt ook zoo verteld, dat de rol van den ondoordachte aan

een dier wordt toegekend. Dit is het geval in de bekende vertelling van den

Pancatantra

2)

, waarin een koning een aap heeft, die een zwaard mag dragen en die

hem eens, wanneer hij in zijn tuin gaat slapen, bewaken moet. Een bij zet zich op

het hoofd van den koning en om deze te verjagen, slaat de aap met zijn zwaard

toe. Ook nu luidt de moraal, dat een verstandige vijand aanbevelenswaardiger is

dan een onverstandige vriend. In Indonesië komt dit verhaal ook in verschillende

Tantri-redacties voor

3)

. - Het is evenwel een andere redactie van deze vertelling,

die naar Europa gekomen is en die door de bewerking van La Fontaine algemeen

bekend is geworden

4)

. Hier is het een beer, die met een tuinman vriendschap gesloten

heeft en hem in den slaap met een zwaren steen doodt. Wederom luidt de moraal:

Rien n'est si dangereux qu'un ignorant ami; mieux vaudroit un sage ennemi. Deze

redactie gaat terug op de Arabische fabelverzameling, die onder den naam van

Bidpai bekend is

5)

en die dus ook gevonden wordt in de Perzische vertaling van

Husein Va'iz,

1) Zie Uitg. A. Hilka en W. Söderhjelm in de Acta Societatis Scientiarum Fennicae XXXVIII Nr.

4 (Helsingfors 1911) I, 7.

2) Zie Benfey, t.a.p. blz. 154-155.

3) Zie Juynboll, Bijdragen Taal-, Land- en Volkenkunde van Ned. Indië 7, II (1904) blz. 290 vlgg.

(het verhaal staat in de redacties I, 56 en II, 88) en Suppl. Cat. Jav. en Mad. Hss. (Leiden

1911), I, 241 en II, 397. Vgl. ook P. Voorhoeve. Overzicht van de Volksverhalen der Bataks

(Vlissingen 1927) Nr. 197 var.o.

4) Zie H. Regnier, Oeuvres de J. de la Fontaine II (Parijs 1884), blz. 256 L'Ours et l'amateur des

jardins.

5) Zie Galland-Cardonne, Contes et Fables de Bidpai in Pétis de la Croix, 1001 Jours, blz. 465:

Le Jardinier et l'Ourse.

genaamd Anvār-i-Suhailī

1)

. - Het is opmerkelijk, dat in de beide laatste collecties

behalve de redactie, waarin de beer de hoofdrol vervult, ook nog een andere

voorkomt, waarin van een aap sprake is, maar waarvan door vermenging met een

ander verhaal de inhoud belangrijk veranderd is. Wanneer de aap op het punt staat

den noodlottigen slag te doen, wordt hij door een inmiddels toegeschoten dief daarin

verhinderd; de koning ontwaakt, ziet den dief en verneemt, wat er gebeurd is. Dat

ook deze vorm van het verhaal uit Voor-Indië herkomstig is, zou men reeds mogen

afleiden uit de omstandigheid, dat de beide verzamelingen, waarin het voorkomt,

rechtstreeks op Indische bronnen teruggaan

2)

, maar bovendien wordt het bewijs

geleverd door de Zuidelijke redactie van den Pancatantra, waarin het eveneens

gevonden wordt

3)

, terwijl wij het ook aantreffen in de Mongoolsche

verhalenverzameling Ssiddi-Kür

4)

. Het is waarschijnlijk, dat deze vorm van het verhaal

ontstaan is uit het verlangen, de tegenstelling tusschen den verstandigen vijand en

den dommen vriend, die de moraal van deze anecdote is, in de vertelling zelf te

doen uitkomen. Hierop kan wijzen de uitroep van den koning, als hij het verhaal van

den dief heeft aangehoord: ‘Waarlijk, de dief wordt tot bewaker en de vijand tot een

vriend!’ Maar het is niettemin duidelijk, dat dit toch iets anders is, dan de

oorspronkelijk met de anecdote verbonden moraal en dat deze vorm van het verhaal

dus het resultaat is van een latere bewerking. - De beer-redactie heeft ook in Azië

den ouderen vorm, waarin een aap voorkwam, verdrongen en wordt zoowel in

literaire bewerking als in de volkstraditie aangetroffen. Zoo vinden wij in het

omstreeks 1265 geschreven gedicht Mätnävi van den Perzischen schrijver

Jälāl-ed-dīn Rūmī, maar ook als Perzisch populair verhaaltje

5)

. Bij de Turken is de

1) Zie Uitg. E.B. Eastwick (Hertford 1854), blz. 180 vlgg.

2) Zie Galland-Cardonne t.a.p. blz. 497 en Eastwick blz. 376.

3) Zie Benfey t.a.p. I, 294.

4) Zie Bergmann, Nomadische Streifereien, I, 261.

5) Zie A. Christensen, Les sots dans la tradition populaire des Persans in de Acta Orientalia I

(Leiden 1925) blz. 48, waar verwezen wordt naar Lorimer, Persian Tales blz. 70.

anecdote eveneens opgeteekend

1)

, terwijl men zelfs in Kashmīr de redactie met een