• No results found

6 Het aanleggen van een plantvak

7.3 Meerjarig onderhoud

Na een paar jaar moet beoordeeld worden of het nodig is om de planten te scheuren, bijvoorbeeld omdat de oudste delen van de pollen niet goed meer bloeien, of dat het hart kaal wordt. Dit is maar bij een beperkt deel van de soorten nodig, en niet bij planten die geschikt zijn voor extensief beheer. Scheuren is veel werk, maar het levert ook weer jonge planten op die in een ander vak herplant kunnen worden. Men kan zo goed groeiende plantenvakken als moederplantenbed gebruiken. In de praktijk worden planten niet altijd hergebruikt, omdat mechanisch rooien en nieuwe planten kopen soms goedkoper is dan de benodigde arbeid voor rooien, scheuren en herplanten. Als hergebruik van planten bij voorbaat al afgewezen wordt, kunnen beter alleen soorten voor extensief beheer worden gebruikt. Die hoeven niet regelmatig gescheurd te worden. Neem dan bijvoorbeeld liever Aster ageratoides dan Aster novi-belgii.

Een andere vorm van meerjarig onderhoud is het onderhoud van de grond. Als die bij aanplant is verbeterd met compost om het organischestofgehalte te verhogen, of is bezand om de drainage te verbeteren, moet na enkele jaren bekeken worden of deze grondverbetering herhaald moet worden.

7.4

Groot onderhoud

Ook in extensief opgezet openbaar groen is af en toe groot onderhoud nodig, en het is na 10 of meer jaar meestal toe aan vervanging. Dit ligt soms aan de planten zelf, hoewel sommige soorten zonder groot onderhoud 15 tot 20 jaar op dezelfde plaats kunnen blijven staan. Vervanging is meestal noodzakelijk vanwege een andere stadsinrichting, of vanwege een noodzakelijke ophoging van ingeklonken grond.

8

Organisatie

8.1

Samenwerking en kennisuitwisseling

Gemeentes moeten tegenwoordig met zeer veel randvoorwaarden rekening houden bij het vormgeven van het openbaar groen. De ruimte om zelf te experimenteren met een relatief onbekende groep als de vaste planten is niet groot. Gemeentes die de roep om meer kleur en variatie vanuit de samenleving willen beantwoorden, kunnen echter juist in het gebruik van vaste planten hun oplossing vinden. Om vaste planten te kunnen toepassen hebben gemeentes dan wel kant en klare kennis over geschikt sortiment en de wijze van toepassing nodig. Ontwerpbureaus, kwekers en groene onderhoudsbedrijven proberen steeds meer een combinatie van planten en kennis te leveren. Dit heeft tot nu toe een wisselend succes. Een ontwerper die succesvol particuliere tuinen ontwerpt met vaste planten is niet zonder meer in staat om een onder- houdsvriendelijke beplanting voor een park samen te stellen. Hiervoor is ook veel kennis van de specifieke problemen en werkmethoden in het openbaar groen nodig. De beste manier om de kwaliteit te waarborgen is door samenwerkingsverbanden aan te gaan. Vasteplantenkwekers werken bijvoorbeeld samen met een ontwerper en/of met een hoveniersbedrijf dat het onderhoud doet. Op die manier kunnen zij gemeentes een totaalpakket bieden, dat ontwerp, aanleg en onderhoud omvat, tegen een van te voren overeengekomen tarief. De gemeente kan dan de randvoorwaarden - bijvoorbeeld in een beeldbestek - vastleggen, en de bedrijvencombinatie levert de kennis van planten en onderhoud. Juist nu de vraag naar hoogwaardig openbaar groen sterker wordt, is het erg belangrijk dat gemeentes betrouwbare partners voor het werken met vaste planten kunnen vinden. Gemeentes die met een beunhaas in zee zijn gegaan, zullen weinig gemotiveerd raken om meer vaste planten toe te passen.

De beste manier om gemeentes te overtuigen dat de benodigde vakkennis aanwezig is, is met voorbeeld- beplantingen. Beplantingen van minstens 3 jaar oud, die functioneel en onderhoudsarm zijn, zijn een goed bewijs van vakmanschap. Soms liggen voorbeeldbeplantingen op de betrokken kwekerij. Dat is wel een uitstekende proeftuin om gewassen uit te testen, maar is niet de beste plaats om aan potentiële klanten te laten zien. Het is immers geen echt openbaar groen, en aan de beplanting is niet te zien hoeveel onderhoud het bedrijf erin heeft gestoken om het er mooi te laten uitzien. In de praktijk werkt het goed om een rotonde als voorbeeldbeplanting te gebruiken. Dat is een echte praktijksituatie, niet te groot qua oppervlak en wordt door veel mensen bekeken. Bedrijven sponsoren de beplanting op een rotonde soms, in ruil voor het plaatsen van een reclamebord.

De samenwerking tussen ontwerper, vasteplantenkweker en hovenier is vooral waardevol als deze niet eenmalig is, maar als er gedurende meerdere jaren informatie-uitwisseling plaatsvindt. Als de hovenier constateert dat een bepaald ras niet goed dichtgroeit, kan de kweker een beter ras adviseren voor het volgende project van de ontwerper. Niet alleen de gemeentes en het bedrijfsleven zijn echter schakels in de kennisketen. Onderzoek aan vaste planten door onafhankelijke instituten kan bestaande kennis bundelen, en nieuwe planten en beheersmethoden objectief uittesten. Ook het groene onderwijs is een belangrijke factor in de kennisuitwisseling. Gemeentes, ontwerpers, kwekers en hoveniers hebben behoefte aan nieuwe medewerkers met kennis van zaken op het gebied van extensief beheer van vaste planten. Veel studenten verdiepen zich ook nu al in dit onderwerp. Huidige medewerkers van bedrijven en gemeentes kunnen zich de recente ontwikkelingen in sortiment en beheer van openbaar groen met bijscholingscursussen eigen maken. In het leggen van de verbinding tussen de verschillende partijen kan ook de gemeente het initiatief nemen. Wanneer gemeentes vaak met bepaalde bedrijven samenwerken, kunnen zij de informatie- uitwisseling stimuleren. Laat de ontwerper eens rondleiden door de voorman van de onderhoudsploeg, om te kijken hoe de ontworpen beplantingen het doen. Dit levert waardevolle gegevens voor toekomstige ontwerpen op.

De gemeente is in de kennisketen in elk geval onmisbaar als de verbindingsschakel tussen de bewoners en de uitvoerders van groenprojecten. En dat is waar de hele kennisdoorstroom uiteindelijk toe moet leiden: openbaar groen dat door de bewoners wordt gewaardeerd.