• No results found

Medicijnen, farmacie en botanica

In document De Gulden Passer. Jaargang 71-72 · dbnl (pagina 142-146)

De boekhandel van Jan Poelman in Salamanca, 1579-1607

7.3. Medicijnen, farmacie en botanica

Wat hierboven werd opgemerkt over de moeilijk te duiden oorzaken van een stagnerende omzet is in zijn geheel van toepassing op de voorraad werken op de diverse vakgebieden die Poelman onder de titel Medici bijeen had gebracht.

Vergeleken met het assortiment Humanidad en Teología was de voorraad medische, farmaceutische en botanische werken (waaronder enkele bekende Plantijnse

uitgaven)347

bescheiden van omvang, zowel wat het aantal titels als het aantal exemplaren betreft. Maar ook de omzet was zeer matig, hetgeen ondermeer blijkt uit het feit dat Poelman amper behoefte had aan aanvulling. Naar de oorzaken van deze geringe belangstelling kan men, zoals gezegd, slechts gissen. Dat de

aanwezigheid van een medische faculteit, met leerstoelen voor theoretische

geneeskunde, chirurgie, anatomie en kruidkunde, geen merkbaar stimulerend effect had op de verkoop, kan misschien verklaard worden doordat Poelman geen titels in huis had die bij het onderwijs werden gebruikt.348

Vormden de over het algemeen hogere prijzen van deze categorie werken een obstakel, zodat hij bijvoorbeeld bleef zitten met de twee exemplaren van een van de Plantijnse uitgaven van de kruid- en plantkundige traktaten van Rembert Dodoens, met een winkelwaarde van fl. 6 per stuk, en in zes jaar tijd, tussen 1586 en 1592, slechts één exemplaar kon slijten, eveneens met een winkelwaarde van fl. 6, van de zeven die hij in voorraad had van het Kruydtboeck of de Plantarum seu stirpium historia van Mathias de Lobel.349

Of was de winkel van Poelman vooral in trek bij een humanistisch en theologisch geschoold publiek, en kocht de medische wereld haar literatuur bij voorkeur bij een meer ‘gespecialiseerde’ collega?

Desalniettemin had Poelman contacten in de medische

krin-347 Een recent overzicht van de edities op deze terreinen vindt men in COCKX-INDESTEGEet al., Christoffel Plantijn en de exacte wetenschappen in zijn tijd.

348 Voor het onderwijsprogramma, zie ESPERABÉARTEAGA, Historia pragmática e interna de

la Universidad de Salamanca, I, p. 258-261, en RODRÍGUEZ-SANBEZARES, La Universidad

Salmantina del Barroco, II, p. 361-366.

gen van Salamanca; er waren zelfs een paar klanten die bij hem in het krijt stonden.350

Het weinige dat hij verkocht zal deels bij hen terechtgekomen zijn. Zij waren wellicht ook de eerste gegadigden voor een paar werken waarvan Poelman blijkens bestellingen van zes tot twaalf exemplaren een wat hogere omzet verwachtte, zoals de Praxis

medicinae van Johannes Heurnius,351

en Plantijnse uitgaven als De miraculis occultis

naturae van Laevinus Lemnius, waarin een aantal problemen op medisch en diëtistisch

gebied worden behandeld, De naturae diversis characterismis van Cornelius Gemma, een medisch-filosofische en astrologische verhandeling over natuurmonsters, het toxicologische traktaat De venenis libri duo van Grevinus en het farmacologische handboek van Valerius Cordus, Dispensatorium sive pharmacorum conficiendorum

ratio.352

De inventarissen tonen aan dat hij ook iets meer succes had met de verschillende Plantijnse edities van de werken van de bekende botanicus Carolus Clusius, die in 1564-1565 in Spanje onderzoek had verricht en daarna

wetenschappelijke contacten met dat land bleef onderhouden.353

Als curiosum verdient tenslotte vermelding dat Poelman onder deze rubriek Medici een verhandeling over de landbouw plaatst, namelijk De Landtwinninghe ende hoeve, een door Plantin uitgegeven Nederlandse vertaling van L'agriculture et la maison

rustique van Charles Estienne, lid van het bekende Parijse drukkersgeslacht. Poelman

wist hiervan zelfs een exemplaar aan de man te brengen, misschien aan een van zijn in Spanje gevestigde Nederlandse klanten.354

.

350 Zie Bijlage.

351 Hoogstwaarschijnlijk een editie van Raphelengius in Leiden. Het werk van deze auteur is in de 17de eeuw in diverse bibliotheken van medici in Valladolid aanwezig (ROJOVEGA,

Ciencia y cultura en Valladolid. Estudio de las bibliotecas privadas de los siglos XVI y XVII,

p. 109). 352 Zie Bijlage. 353 Zie n. 29.

354 In april 1583 zond Poelman een exemplaar van deze Nederlandse vertaling (‘de Agricultura librum nostra lingua conscriptum’), dat hij even daarvoor uit Antwerpen had ontvangen, door naar een zekere George ab Austria in Madrid (Brief van Hendrik Cock aan laatstgenoemde van dezelfde maand; zie MPM, Ms. 169, ‘Litterae H. Coqui’, f. 55).

7.4. Rechtsgeleerdheid

Ofschoon het assortiment Leyes, met een honderdtal titels, uitgebreider was dan dat van de medische en aanverwante literatuur, bleef het ook ver achter bij de voorraden

Humanidad en Teología. De omzet verliep weliswaar vlotter dan bij Medici, maar

was toch niet zodanig als men zou kunnen verwachten in een stad waar de faculteiten kerkelijk en Romeins recht, Cánones en Leyes, een omvangrijk docentenkorps hadden en grote aantallen studenten trokken.355

De weinige, hooguit vijf exemplaren van titels die Poelman in voorraad had en de zeer sporadische nabestellingen die hij in Antwerpen deed, versterken de indruk dat de wereld van rechtsgeleerden, in het algemeen grote boekenkopers,356

haar klandizie bij voorkeur aan collega's gunde. Het aanbod, overwegend op het terrein van het Romeinse recht, omvat naast enkele edities van het Corpus iuris civilis, een grote verscheidenheid aan Tractati,

Conclusiones, Consilia, Quaestiones etcetera, studies over de diverse onderdelen

van het recht (Tituli, Pandectae en Instituta), vanaf de middeleeuwse commentatoren uit de Italiaanse school (de zogenaamde mos italicus, die bij het onderwijs in Salamanca prevaleerde)357

tot de vertegenwoordigers van de eigentijdse,

humanistisch-filologisch georiënteerde richting van de Franse school, aangeduid als

mos

gal-355 In 1585 schreven zich 3.137 studenten in voor canoniek recht en 643 voor Romeins recht (KAGAN, Students and Society in Early Modern Spain, p. 250).

356 Velen bekleedden goed betaalde posities bij de diverse overheden en de magistratuur. Bovendien was voor een jurist de bibliotheek een onontbeerlijk werkinstrument voor de uitoefening van het beroep.

Voor boekenbezit van juristen, letrados, in Spanje, zie CHEVALIER, Lectura y lectores en la

España del Siglo XVI y XVII, p. 20, BENNASSAR, Valladolid au Siècle d'Or, p. 519-529, ROJO

VEGA, Ciencia y cultura en Valladolid. Estudio de las bibliotecas privadas de los siglos XVI

y XVII, passim, BERGER, Libro y lectura en la Valencia del Renacimiento, I, p. 361, FAYARD,

Les membres du Conseil de Castille à l'époque moderne (1621-1746), p. 502-519, en

PELORSON, Les ‘Letrados’ juristes castillans sous Philippe II, p. 332336. In Salamanca -over het particuliere boekenbezit in deze stad is nog zo goed als niets bekend - hadden de hoogleraar canoniek recht Cristóbal Gutiérrez de Moya en zijn collega civiel recht Antonio de Solís vrij omvangrijke bibliotheken, respectievelijk met 413 en 493 titels (inventarissen

post mortem van 1591 en 1593, AHPS, 3213, f. 425r-430r, en 3216, f. 697r-701r).

357 RODRÍGUEZ-SANBEZARES, La Universidad Salmantina del Barroco, II, p. 497-511; PELORSON, Les ‘Letrados’ juristes castillans sous Philippe III, p. 24-51.

licus; een diversiteit, kortom, van professionele juridische literatuur, in weik opzicht

Poelmans voorraad zich niet onderscheidde van die van collega's in binnen- en buitenland, een variëteit die men tevens aantreft in het particuliere en institutionele boekenbezit van de desbetreffende beroepsgroep. In de voorraad bevond zich slechts een handjevol uitgaven van de Officina Plantiniana - dit in tegenstelling tot de vorige rubrieken -, waarbij men moet bedenken dat edities op het terrein van de

rechtsgeleerdheid slechts een gering percentage van haar fonds vormde.358

In de verkoop, die, zoals reeds is opgemerkt, minder stroef verliep dan bij het assortiment Medici, is geen duidelijk patroon te herkennen. Wel kan men constateren dat de klanten uit de juridische wereld, qua functie en afkomst niet zelden behorend tot de maatschappelijk bovenlaag en koopkrachtig, zich niet lieten afschrikken door de hoge prijzen van de vaak meerdelige en in folio-formaat uitgevoerde tekstedities en naslagwerken. Zo verhandelde Poelman exemplaren van Frankfurter edities van traktaten van Alexander Tartagnus de Imola met een winkelwaarde van fl. 12 en fl. 16, uitgaven uit Basel (een niet geïdentificeerde Communes Opiniones en Speculator) met een prijs van fl. 12 en fl. 8, alsmede Lyonese en Venetiaanse drukken van werken van Jacobus Menochius met prijzen tussen fl. 6 en fl. 20. Evenmin was het een probleem om een in -16oeditie uit Lyon van het Corpus iuris civilis te slijten, welke tegen de relatief lage prijs van fl. 6 werd aangeboden.

Genoemde steden waren traditioneel centra van juridische drukken, waaronder vooral Lyon en Venetië een dominante positie innamen. Plantin probeerde met uitgaven van de teksten van het canonieke en het Romeinse recht op deze markt te concurreren, en de constatering van Voet, dat dit niet geheel zonder succes bleef, vindt men ondermeer bevestigd door de vlotte afzet van vijf exemplaren die Poelman in 1586 bezat van de meerdelige folio-editie uit 1575 van het Corpus iuris civilis, met een

win-358 Met 33 edities vormde deze categorie 1,3% van de totale produktie van Plantin tussen 1555 en 1589; daarnaast drukte Plantin evenwel niet minder dan 730 ordonnanties en plakkaten, uitgevaardigd door diverse overheden (VOET, ‘Some considerations on the production of the Plantin Press’, p. 358).

kelprijs van fl. 7.359

Plantijnse edities behoorden verder ook tot de werken waarnaar in de winkel in Salamanca iets meer vraag was, met name traktaten van Donellus en Vigelius, die door Poelman werden bijbesteld.

In document De Gulden Passer. Jaargang 71-72 · dbnl (pagina 142-146)