• No results found

Maximale belasting individuele bedrijven op de rand van het natuurgebied

3 Totale stikstofdepositie op de Natura 2000-gebieden

3.2 Maximale belasting individuele bedrijven op de rand van het natuurgebied

In voorgaande paragraaf zijn de gemiddelde deposities op de natuurgebieden weergegeven. De deposities kunnen binnen het natuurgebied sterk variëren. Op de dichtstbijzijnde rand van het gebied kan de depositie als gevolg van een bedrijf vele malen hoger zijn dan de gemiddelde depositie op het gehele natuurgebied. De mate van afwijking is sterk afhankelijk van de ligging en grootte van het natuurgebied ten opzichte van de bedrijven. Voor vergunningverlening van individuele bedrijven wordt vaak getoetst op de maximale depositie (per jaar) van de bedrijven op de natuurgebieden. Dit vindt in principe plaats op de dichtstbijzijnde locatie op de rand van het natuurgebied. Om inzicht te krijgen in de omvang van deze maximale belasting is in tabel 3.4 per gebied aangegeven hoeveel bedrijven de weergegeven maximale belastingen overschrijden. We hebben de volgende klassen in belasting onderscheiden: 5-10, 10-15, 15-25, 25-50, 50-100, 100-200, 200-400 en > 400 mol N ha-1 jr-1. In de laatste klasse kan de maximale depositie op de rand oplopen tot boven de 1500

Tabel 3.8

Aantal bedrijven per klasse met maximale belasting (mol N ha-1 jr-1) op de rand van het natuurgebied per gebied, volgens variant 0.

Maximale belasting op de rand van het natuurgebied (mol N ha-1 jr-1)

Natura 2000- gebied

>400 400-200 200-100 100-50 50-25 25-15 15-10 10-5 Alde Feanen 3 1 0 5 4 8 5 10 Bakkeveense Duinen 3 1 0 1 3 5 5 16 Drents-Friese Wold &

Leggelderveld

9 1 12 9 19 8 9 33 Duinen Ameland 0 2 2 2 3 2 6 5 Duinen en Lage Land Texel 5 4 4 6 7 6 9 14 Duinen Schiermonnikoog 3 0 0 1 2 0 0 0 Duinen Terschelling 1 1 3 6 5 0 2 3 Duinen Vlieland 0 1 0 0 0 0 0 0 Fochteloërveen 1 1 0 3 4 4 3 18 Oudegaasterbrekken, Fluessen en omgeving 11 5 16 13 16 27 14 47 Rottige Meenthe & Brandemeer 5 1 4 3 9 5 8 17 Van Oordts Mersken 4 1 5 2 7 4 5 6 Wijnjeterper Schar 2 0 2 0 1 3 4 8 Groote Wielen 0 0 0 0 2 6 1 7

Tabel 3.9

Aantal bedrijven per klasse met maximale belasting (mol N ha-1 jr-1) op de rand van het natuurgebied per gebied, volgens variant 0.

Maximale belasting op de rand van het natuurgebied (mol N ha-1 jr-1)

Habitatgebied

>400 400-200 200-100 100-50 50-25 25-15 15-10 10-5 Makkumer Noordwaard 0 0 0 1 0 1 2 1

Stoenckherne 0 0 1 1 2 0 3 6 Blauwgrasland 0 0 0 0 0 0 0 1 Meren met Krabbenscheer en

Fonteinkruiden

0 0 0 0 1 1 0 2 Habitats Wijnjeterperschar en

De Marschen

2 0 2 0 1 1 1 11

Habitats Bakkeveense duinen 1 0 0 0 2 3 3 16 Habitats Van Oordt’s Mersken 0 1 1 0 3 2 3 5 Habitats Rome 0 0 0 0 0 1 1 9

Vooral rondom de volgende gebieden ligt een redelijk aantal bedrijven (≥5) die maximale belastingen van meer dan 400mol N ha-1 jr-1 veroorzaken: Drents-Friese Wold & Leggerderveld; Duinen en Lage Land Texel;

Oudegaasterbekken, Fluessen en omgeving; Rottige Meenthe & Brandemeer. In hoofdstuk 4 staat beschreven wat het effect op de gemiddelde depositie (reductie) is wanneer bedrijven die een piekbelasting van meer dan 100 mol N ha-1

jr-1

3.3

N-depositiedoelstelling

Voor het in beeld brengen van de overschrijding van de kritische depositiewaarde per Natura 2000-gebied hebben we twee varianten uitgewerkt. De eerste variant is grof, waarbij verondersteld wordt dat binnen het Natura 2000-gebied overal de meest kritische depositiewaarde geldt, ongeacht de ligging van de habitattypen (zie figuur 3.5). Deze methode is gebruikt voor de gebieden Alde Feanen t/m Stoenckherne (gebieden 1 t/m 16 in tabel 2.1). De tweede variant is gedetailleerd en houdt rekening met de exacte ligging/begrenzing van de habitattypen en daaraan gekoppeld de kritische depositiewaarde. Daarmee wordt de kritische depositiewaarde binnen het habitatgebied gedifferentieerd, variërend van geen kritische depositiewaarde (omdat er geen habi- tattype ligt) tot de meest kritische depositiewaarde (zie figuur 3.6). Deze gedetailleerdere werkwijze geeft een meer genuanceerd beeld van de (relatieve) overschrijdingen van de kritische depositiewaarden, en is gebruikt voor de gebieden verarmd Blauwgrasland t/m Rome (gebieden 17 t/m 22 in tabel 2.1, zie: figuur 3.7).

Figuur 3.5

Absolute overschrijding van de kritische depositiewaarde (%) voor het meest kritische habitattype per Natura 2000-gebied op basis van de berekende N-deposities voor jaar 2007.

Groote Wielen Blauwgrasland

Meren met Krabbenscheer en Fonteinkruiden Meest gevoelige gebied

1100 mol/ha/jr

Wijnjeterper Schar

Habitats Wijnjeterperschar en De Marschen Meest gevoelige gebied

830 mol/ha/jr Van Oordts Mersken

Habitats Van Oordt's Mersken Habitats Rome

Meest gevoelige gebied 830 mol/ha/jr

Bakkeveense Duinen

Habitats Bakkeveense duinen Meest gevoelige gebied

740 mol/ha/jr

Figuur 3.6

%Overschrijding CL Geen 0 - 50 50 - 100 100 - 150 > 150 Wijnjeterperschar en De Marschen Bakkeveense duinen Groote Wielen

Van Oordt's Mersken

Figuur 3.7

Relatieve overschrijding van de kritische depositiewaarde (%) voor de exacte begrenzing habitattypen op basis van de berekende N- deposities voor jaar 2007 (onvolledig aangezien niet voor alle Natura 2000-gebieden deze gegevens beschikbaar waren).

De lokale verschillen in depositiewaarden binnen een Natura 2000-gebied kunnen groot zijn. Zo is in het Natura 2000-gebied 'Oudegaasterbrekken, Fluessen en omgeving' sprake van een gemiddelde depositie van 1354 mol N ha-1 jr 1 (zie: tabel 3.10). De kritische depositiewaarde voor het gevoeligste habitattype in dit gebied bedraagt 2100 mol N ha-1 jr-1 en ligt dus ruim boven de gemiddelde depositie. Toch wordt deze KD-waarde in

ca. 0,6% van het areaal van dit Natura 2000-gebied overschreden. De gemiddelde depositiewaarde in het gebied met deze overschrijding bedraagt 2416 N ha -1

jr-1

(2100+316). Deze lokale overschrijding kan mogelijk het gevolg zijn van aanwezige piekbelasters.

Tabel 3.10

Areaal (ha) per verzuringsgevoelig Natura 2000-gebied waar wel en niet de kritische depositiewaarde wordt overschreden en gemiddelde overschrijding voor het deel van het gebied waar de kritische depositie wordt overschreden.

Natura 2000-gebied Areaal (ha)

Niet overschreden Wel overschreden

Gemiddelde depositie (mol N ha-1 jr-1) Gemiddelde overschrijding (mol N ha-1 jr-1) Alde Feanen 0 2142 1545 845 Bakkeveense Duinen 0 261 2307 1567 Drents-Friese Wold & Leggelderveld 0 7359 1955 1555 Duinen Ameland 74 1980 905 142 Duinen en Lage Land Texel 1888 2203 833 174 Duinen Schiermonnikoog 364 469 985 149 Duinen Terschelling 3765 276 714 168 Duinen Vlieland 1482 1.3 630 126

Fochteloërveen 0 2599 1823 1423

Oudegaasterbrekken, Fluessen en omgeving 3058 19 1354 316 Rottige Meenthe & Brandemeer 0 1369 1695 995 Van Oordts Mersken 0 846 1940 1110 Wijnjeterper Schar 0 175 2196 1366 Groote Wielen 0 609 1605 505

Totaal 1) 10631 20308 1371 1034

Tabel 3.11

Areaal (ha) per (potentieel) verzuringsgevoelig habitatgebied waar wel en niet de kritische depositiewaarde wordt overschreden en gemiddelde overschrijding voor het deel van het gebied waar de kritische depositie wordt overschreden.

Areaal (ha) Habitatgebied

Niet overschreden Wel overschreden

Gemiddelde depositie (mol N ha-1 jr-1) Gemiddelde overschrijding (mol N ha-1 jr-1)2) Makkumer Noordwaard 286 118 908 92 Stoenckherne 0 193 1302 362 Blauwgrasland 0 0.12 1583 483

Meren met Krabbenscheer en Fonteinkruiden 0.67 0.00 1749 0 Habitats Wijnjeterperschar en De Marschen 0 48 2244 1414 Habitats Bakkeveense duinen 0 44 2098 1358 Habitats Van Oordt’s Mersken 0 47 2095 1265 Habitats Rome 0 103 1971 1141

Totaal 1) 286 552 1334 696

1) Voor areaal betreft het een totaal, voor gemiddelde een naar oppervlakte gewogen gemiddelde 2) Alleen voor de delen waar sprake is van een overschrijding

Uit tabel 3.10 volgt dat de kritische depositiewaarde in alle Natura 2000-gebieden wordt overschreden. Hetzelfde geldt voor de habitattypen binnen enkele Natura 2000-gebieden. Deze overschrijdingen gelden echter in een aantal gebieden voor slechts een zeer beperkts areaal (bijvoorbeeld in “Duinen Vlieland” en “Oudegaasterbrekken, Fluessen en omgeving”. Ook is soms de gemiddelde overschrijding zeer gering (bijvoorbeeld in “Makkumernoorwaard“). Voor de Natura 2000-gebieden blijkt dat voor 10.631 ha geldt dat de depositie niet wordt overschreden en voor 20.308 ha wel (66%). De gemiddelde overschrijding bedraagt

1.034 mol N ha-1 jr-1. De mate van overschrijding varieert echter wel sterk. Binnen Vlieland is de overschrijding

met 126 mol N ha-1

jr1

bijvoorbeeld veel lager. Voor de habitatgebieden blijkt dat voor 286 ha de depositie- waarde niet wordt overschreden en voor 552 ha wel (66%). De gemiddelde overschrijding bedraagt 696 mol N ha-1 jr-1. De gemiddelde overschrijding van de kritische depositiewaarde in de geselecteerde habitatgebieden

is daarmee lager dan de gemiddelde overschrijding in de gehele Natura 2000-gebieden.