• No results found

MATRIX VOOR TOEPASSING VAN ARTIKEL 20.D.3

In document HOOFDSTUK I. ALGEMENE BEPALINGEN... (pagina 34-0)

HOOFDSTUK XI. BIJLAGEN

Bijlage 5 MATRIX VOOR TOEPASSING VAN ARTIKEL 20.D.3

Matrix

Beoordeling RSP * RSP RSP RSP

VAN/TOT EN MET < 80 80-89 90-99 ... 100-105

Uitstekend (5) 6.5 6 5.5 5

Zeer goed (4) 5.5 4.5 3.5 3

Normaal/

Goed (3) 3.25 2.75 2.5 0

Nog niet

voldoende/ (2) 1.5 1 0 0

Matig

Onvoldoende (1) 0 0 0 0

* Relatieve SalarisPositie (in de schaal)

GB Plange The Netherlands B.V.

36

Bijlage 6 PROTOCOL 2005

7.1 Levensloopregeling

Met betrekking tot de levensloopregeling zal werkgever niveau in overleg met een externe partij bezien worden onder welke condities een arrangement kan worden aangeboden Evelyne, met wie is de regelening afgesloten?

7.2 Protocol Re-integratie (Wet Verbetering Poortwachter)

1. Indien in het kader van de re-integratie van de arbeidsongeschikte werknemer een aanbod tot passend werk wordt gedaan terwijl de werknemer dat werk heeft geweigerd en om een second opinion heeft verzocht, dan wordt de loonbetaling gedurende maximaal 2 maanden voortgezet. Indien de uitslag van de second opinion later dan de periode van twee

maanden bekend wordt en daarbij is vastgesteld dat de weigering van de werknemer op terechte gronden is geschied, dan zal de werkgever alsnog met terugwerkende kracht het inkomen aanvullen conform artikel 28 en 29 CAO. Voorts zullen in dat geval de kosten van de second opinion door de werkgever worden betaald.

2. Indien een werknemer in het kader van externe re-integratie bij een andere werkgever wordt geplaatst, waarbij de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd, zal aan de betrokken werknemer de in het volgende lid vermelde uitkering worden toegekend naar rato van de mate van de arbeidsgeschiktheid van de werknemer.

3. Voor de berekening van de in lid 3 bedoelde uitkering wordt de navolgende tabel gebruikt.

Leeftijd* Maandinkomens**

4. Indien binnen zes maanden na aanvang de arbeidsovereenkomst met de nieuwe

werkgever wordt beëindigd kan de werknemer opnieuw aanspraak maken op bemiddeling door het (door werkgever ingeschakelde) re-integratiebedrijf.

5. Het re-integratieproces ligt vast in het bij werkgever geldende ziekteverzuimbeleid.

7.3 Tijdelijke Ouderenregeling

De tijdelijke Ouderenregeling (TOR) heeft ten doel:

1. De mogelijkheid creëren om de balans belasting - belastbaarheid in de jaren voorafgaand aan(pre)pensionering in evenwicht te houden door het bieden van ruimere

herstelmogelijkheden; Ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid van oudere medewerkers te voorkomen respectievelijk terug te dringen door verkorting van de arbeidsduur;

Een overgangsfase te creëren tussen de fase van volledige activiteit naar de fase van inactiviteit.

2. Van de TOR kan gebruik worden gemaakt gedurende maximaal vier jaar voorafgaande aan uittreding met gebruikmaking van VUT/ (vroeg)pensioen of ouderdomspensioen. Een medewerker kan evenwel niet eerder van de TOR gebruik maken dan met ingang van de eerste dag van de maand, waarin de leeftijd van 58 jaar wordt bereikt.

3. Een verzoek van een medewerker om deel te nemen aan de TOR en het door de medewerker voorgestelde arbeidspatroon ( dat verder voldoet aan het in lid 5 bepaalde) zullen worden gehonoreerd, tenzij zwaarwegende bedrijfsbelangen zich daartegen verzetten.

4. Indien de medewerker vanuit zijn verloftegoed zijn arbeidsduur tot maximaal 10% van de overeengekomen (gemiddelde) wekelijkse arbeidsduur in een vast patroon verkort, wordt door de werkgever een gelijk aantal uren (betaald) TOR-verlof toegekend.

GB Plange The Netherlands B.V.

37 Periodieke opname van vrijaf door de medewerker is een vereiste voor toekenning van het TOR-verlof door de werkgever.

5. Het patroon waarin de arbeidsduurverkorting kan worden vormgegeven, is afhankelijk van de mogelijkheden die de organisatie kan bieden en de wensen van de medewerker.

Gezien het doel van de TOR worden echter de volgende twee randvoorwaarden gesteld:

- Er dient sprake te zijn van periodiciteit met een maximum periode van twee weken. Het TOR-verlof kan niet worden opgespaard voor een aaneengesloten langere periode van verlof.

- Er dienen afspraken te worden gemaakt over welk deel van het takenpakket van de medewerker gaat vervallen c.q. op welke wijze dit wordt overgenomen door anderen.

6. De werkgever deelt de beslissing schriftelijk aan de medewerker mede, bij afwijzing van het verzoek dan wel bij vaststelling van een arbeidspatroon afwijkend van de wens van de medewerker, onder opgave van de redenen daartoe. Bij niet-inwilliging zal het besluit, geanonimiseerd, worden gemeld aan de secretaris van de Ondernemingsraad met vermelding van de beweegredenen die tot die beslissing hebben geleid.

7.4 Verlofsparen

1. Bestedingsdoelen worden uitgebreid met fietsenplan.

2. Medewerker mag sparen uit bovenwettelijke vakantiedagen (> 20 dagen voor een fulltime medewerker) voor een sabbatical leave. Het eventueel honoreren van een sabbatical leave is een managementbeslissing. Er is een sabbatical leave-regeling in de vorm van een

raamregeling loopbaanonderbreking.

3. Het maximum aantal verlofdagen per 31 december wordt 100 (was tot nu toe 50) voor een fulltime medewerker (parttime pro rata).

4. Het wordt mogelijk om 1 x per jaar maximaal 5 bovenwettelijke vakantiedagen te laten uitbetalen..

GB Plange The Netherlands B.V.

38

Bijlage 7 PROTOCOL 2011

8.1 Inkomen

Tussen partijen is het volgende afgesproken:

Een eenmalige resultaatafhankelijke uitkering die er als volgt uitziet:

Ebita ˃ € 120k 1,25% bruto Ebita ˃ € 160k 2% bruto Ebita ˃ € 200k 3,25% bruto

Het % wordt afgeleid van het jaarinkomen (basissalaris + ploegentoeslag + persoonlijke toeslag * 12)

8.2 WGA-premie

Werkgever zal geen gebruik maken van zijn verhaalsrecht inzake de gedifferentieerde WGA-premie gedurende de looptijd van de CAO.

8.3 Vakbondscontributie

De mogelijkheid om de vakbondscontributie fiscaal te verrekenen blijft gehandhaafd.

8.4 Thuiswerken

De regels rond het thuis/telewerken zijn vervat in een interne regeling.

8.5 Periodiek overleg

Partijen zullen halfjaarlijks met elkaar in overleg treden om de voortgang in de onderneming te bespreken ten aanzien van het ondernemingsresultaat. Tevens zullen de inspanningen en uitgaven voor opleidingen in dit overleg aan de vakbonden worden gemeld.

8.6 Bij de volgende CAO onderhandelingen zullen de vakverenigingen de eerder afgesproken structurele verhoging van 1,4% opnieuw ter sprake brengen.

8.7 Er zal een communicatieplan worden uitgewerkt met de OR.

8.8 Inzetbaarheid

Per 1 januari 2012 wordt een budget beschikbaar gesteld van 5000 euro voor het volgen van een EVC traject. Nadere afspraken omtrent de invulling hiervan zullen met de Ondernemingsraad worden gemaakt.

8.9 Arbeidsparticipatie en werkgelegenheid

Bij toekomstige vacatures zal gekeken worden of hiervoor een Wajonger kan worden aangenomen.

8.10 Sociale innovatie en duurzaamheid

Gedurende de looptijd van de CAO zal er een studie worden verricht naar levensfasebewust personeelsbeleid en modernisering van de CAO

In document HOOFDSTUK I. ALGEMENE BEPALINGEN... (pagina 34-0)