BEVINDINGEN Scholing
3.3 Maatwerk in het bekwaamheidsonderzoek
Kwaliteitsdeelaspect: de scholing en begeleiding worden door de betrokken partijen (de pabo en de school) inhoudelijk afgestemd op de vorderingen bij de werkzaamheden van de zij-instromers aan de school.
CONCLUSIE
De scholing van de instromer wordt niet gaandeweg aangepast, wel kunnen zij-instromers versnellen of invulling geven aan eigen leervragen. De begeleiding op de pabo kan meestal wel worden aangepast naar behoefte. De begeleiding op de school wordt aangepast aan de voortgang. Hierbij variëren de begeleiders in de frequentie en inhoud van de begeleiding.
BEVINDINGEN Scholing
In het documentenonderzoek hebben wij bekeken of de pabo’s tussentijds de scholingsplannen aanpassen aan de vorderingen van de zij-instromer. Bij geen van de acht pabo’s is dit het geval. In gesprek met de pabo’s geven twee instellingen aan dat zij de mogelijkheid bieden om de scholing te versnellen. Twee pabo’s stellen dat de zij-instromer de scholing kan aanpassen door het werken met eigen
leervragen. Dit gebeurt vooral in het tweede jaar van het scholingstraject.
Begeleiding op de opleiding
Vier van de acht pabo’s leggen uit dat de begeleiding aangepast kan worden aan de vorderingen en behoefte van de zij-instromer. Dit kan zowel gaan om een
intensivering van de begeleiding bij stagnatie als om aanpassing van het begeleidingsritme bij versnelling van het traject.
Begeleiding op de school
De begeleiders van de zij-instromers antwoorden grotendeels positief op de vraag of zij de begeleiding aanpassen aan de vorderingen van de zij-instromer. De
begeleiders geven aan aanpassingen te doen in de frequentie (29 begeleiders) of de inhoud (33 begeleiders) van de begeleiding. Vijf begeleiders geven aan geen
aanpassingen te maken in de begeleiding.
3.3 Maatwerk in het bekwaamheidsonderzoek
In deze paragraaf bespreken we het maatwerkaspect in het bekwaamheidsonderzoek.
Kwaliteitsaspect: het bekwaamheidsonderzoek sluit aan op de uitkomsten van het geschiktheidsonderzoek.
Kwaliteitsdeelaspect: tijdens het bekwaamheidsonderzoek worden die kennis en vaardigheden getoetst die de zij-instromer volgens het geschiktheidsonderzoek nog moest verwerven.
Toelichting: we beoordelen dit door na te gaan of het bekwaamheidsonderzoek aansluit op de uitkomsten van het geschiktheidsonderzoek. Ook bespreken we of de zij-instromer vindt dat de school en de pabo bij de beoordeling rekening houden met de eerdere werk- en levenservaring van de zij-instromer.
Pagina 31 van 131 CONCLUSIE
Het bekwaamheidsonderzoek sluit in de meeste gevallen niet aan op de uitkomsten van het geschiktheidsonderzoek. De zij-instromers beamen dat er bij de beoordeling op de pabo meestal geen rekening wordt gehouden met eerdere levens- en
werkervaring. Bij de beoordeling op school wordt hier meer rekening mee gehouden, vinden de zij-instromers. De begeleiders zien (nog) meer maatwerk op de school dan de zij-instromers.
BEVINDINGEN
Aansluiting van bekwaamheidsonderzoek op de uitkomsten van het geschiktheidsonderzoek
Bij acht van de twaalf onderzochte pabo’s sluit het bekwaamheidsonderzoek niet aan op de uitkomsten van het geschiktheidsonderzoek. Dat wil zeggen dat het onderzoek niet gericht is op de kennis en vaardigheden die de zij-instromer nog moest
verwerven volgens het geschiktheidsonderzoek. Bij twee pabo’s sluit alleen het bekwaamheidsdossier aan op de uitkomsten van het geschiktheidsonderzoek.
Bij twee pabo’s waarmee we niet hebben gesproken, staat in de algemene documenten of in het format wel dat het bekwaamheidsonderzoek aansluit op de uitkomsten van het geschiktheidsonderzoek. Omdat bij deze pabo’s nog geen
bekwaamheidsonderzoeken hebben plaatsgevonden, hebben we dit in beide gevallen niet kunnen terugvinden in de verslagen van de bekwaamheidsonderzoeken.
Tijdens het gesprek hebben vier pabo’s toegelicht waarom bij hen het bekwaamheidsonderzoek niet aansluit op de uitkomsten van het
geschiktheidsonderzoek: drie pabo’s geven aan dat alle zij-instromers alle eindtermen, bekwaamheidseisen of leeruitkomsten moeten aantonen.
Daarnaast geeft één pabo als reden dat in het geschiktheidsonderzoek niet wordt getoetst op eindniveau.
Rekening houden met eerdere werk- en levenservaring
We hebben zij-instromers de vraag voorgelegd of de pabo en de school bij de beoordeling rekening houden met hun eerdere werk- en levenservaring. Op de pabo gaat het dan om bijvoorbeeld toetsen, opdrachten, of het portfolio. Bij de school gaat het om de werkplekbeoordeling ten behoeve van het zij-instroomtraject.
Zij-instromers vinden dat de school hier meer rekening mee houdt dan de pabo, zie figuur 3.2.
Pagina 32 van 131 Figuur 3.2. Mate waarin zij-instromers aangeven dat de school en de pabo rekening houden met eerdere werk en levenservaring.
We hebben dit ook gevraagd aan de 46 begeleiders van de zij-instromers. 33 van hen is het (helemaal) eens met de stelling dat de school bij de beoordeling rekening houdt met de eerdere werk- en levenservaring van de zij-instromer. Zij lichten toe dat ze dit belangrijk vinden. Vier van hen is het (helemaal) niet eens met deze stelling.
48,90%
21,30%
21,30%
19,10%
21,30%
51,10%
8,50%
8,50%
0% 20% 40% 60% 80% 100%
Bij de beoordeling(en) op de pabo wordt rekening gehouden met mijn eerdere werk- en levenservaring (bijvoorbeeld
toetsen , opdrachten, portfolio)
Bij de beoordeling(en) op school wordt rekening gehouden met mijn eerdere werk- en levenservaring (de beoordeling ten
behoeve van het zij-instroomtraject, niet het reguliere functioneringsgesprek)
Helemaal mee oneens / Mee oneens Niet mee oneens / niet mee eens Helemaal mee eens / mee eens Weet niet / niet van toepassing
Pagina 33 van 131