• No results found

Maatschappelijke ontwikkelingen

In document Zo ver de wereld strekt A (pagina 69-72)

4 Nederlands defensiebeleid

4.5. Maatschappelijke ontwikkelingen

‘CNN-factor’

Iedere bom is een politieke bom, stelde een Amerikaanse generaal onlangs. Wat voorheen tactische gebeurtenissen waren, in die zin dat de effecten van een aanval vrijwel altijd van lokale en tijdelijke aard waren, kunnen nu onder het vergrootglas van de media onmiddellijk buitenproportionele poli-tieke implicaties hebben.86De media zijn niet meer weg te denken uit het

84 Notitie regering ‘Wederopbouw na gewapend conflict’, maart 2005, Tweede Kamer, Kamerstuk 30075, nr. 1.

85 Prof. Dr. R. de Wijk, ‘Dilemma’s voor het toekomstige landoptreden’, Atlantisch Perspectief, april 2005, nr. 2, blz. 7.

86 F. Osinga, ‘Een verkenning van militaire en veiligheidspolitieke trends in relatie tot airpower’, Clingendael Centre for Strategic Studies, maart 2005, blz. 108.

70

reeks

perspectieven

strijdtoneel; hun rol is steeds verder toegenomen. Deze ‘CNN-factor’ van 24-uurs verslaggeving en live televisie beperkt zich niet meer tot CNN en de BBC alleen, maar heeft navolging gekregen door zenders als Al Jazeera en Al Arabia. De voortdurende beelden van bijvoorbeeld het optreden van de Amerikanen in Irak worden door het kijkerspubliek van deze zenders bepaald niet positiever ontvangen dan de CNN-kijker in Europa of de VS. De slag om de beeldvorming draait niet meer om de publieke opinie in het Westen alleen, maar ook om andere delen van de wereld. Zelfs autocratische of dictatoriale regeringen van landen met een pro-westerse houding, zoals Jordanië, kunnen als gevolg van berichtgeving in de media onder druk komen te staan van hun eigen bevolking. Dat is bijvoorbeeld het geval bij schandalen zoals de Abu Ghraib-gevangenis, die het draagvlak voor de mili-taire presentie van het Westen in Irak vergaand ondermijnen. Zulke mis-standen moeten overigens zeker publiekelijk aan de kaak worden gesteld. Ook hier geldt noblesse oblige. Maar zij zijn ook gemakkelijk te misbruiken als voedingsbodem voor anti-Westerse sentimenten. Zij kunnen en worden voor propagandadoeleinden tegen het Westen worden gebruikt. De moge-lijkheden van moderne media gaan verder dan traditionele verslaggeving door journalisten. Het internet biedt terroristen de ruimte om met gruwelij-ke opnamen van gijzelaars de publiegruwelij-ke opinie in het Westen te ondermijnen en te demoraliseren. Al-Qa’ida stelt dat 50% van zijn oorlog tegen het Westen via de media gevoerd wordt.87 Er hoeft bovendien geen journalist meer aan te pas te komen om nieuws te maken in een conflictgebied. Elke bezitter van een mobiele telefoon die uitgerust is met een videocamera kan opnamen maken van gevechtshandelingen. Video opnamen van aanslagen in Irak worden binnen 30 minuten op Internet gezet.88

Kunnen gebeurtenissen zo hun weg via de media naar buiten toe vinden, incidenten op duizenden kilmeters afstand kunnen andersom directe gevol-gen hebben voor het operatiegebied van militairen. De berichtgeving in

N e w s w e e k over de vermeende ontering van de Koran op Guantanamo Bay,

of de kwestie rondom de Deense cartoons, hebben tot rellen in Afghanistan geleid, waarbij tientallen doden en honderden gewonden zijn gevallen, en kantoren van de regering en internationale organisaties in brand werden gestoken en geplunderd. Mede door de indringende manier waarop beelden de huiskamer kunnen bereiken, is de acceptatie van het publiek voor onbe-doelde nevenschade van militair optreden verder afgenomen.

Burgerslachtoffers, missers, afzwaaiers, ongelukken en schade aan civiele infrastructuur en het milieu worden steeds minder geaccepteerd. Hetzelfde

87 Speech directeur Manningham-Buller van de Britse inlichtingendienst MI5, 11 november 2006.

71

rapport

Zo ver de wereld strekt

geldt voor slachtoffers aan eigen zijde. Oorlog moet schoon zijn, is de vrij-wel onmogelijke opdracht aan militairen. Dat heeft consequenties voor de wijze van optreden, de bewapening, uitrusting en beveiliging van uitgezon-den eenheuitgezon-den.

Het is dezelfde publieke opinie die vaak snel resultaat wil zien. Ook in moeilijke omstandigheden in Afghanistan. Omstandigheden waarin zowel gevechtsactie plaatsvinden, stabiliteit gebracht moet worden en wederop-bouw mogelijk moet worden gemaakt. Dat in een gebied waar nauwelijks een functionerende overheid bestaat, waar veel corruptie is en ambtenaren en gezagsdragers vaak analfabeet zijn. Omstandigheden waarin bovendien de Taliban er alles aan doen om het proces te verstoren. Schrijnende beel-den van mensenrechtenschendingen en vluchtelingenstromen kunnen het draagvlak voor inzet van militairen ondermijnen, maar evenzeer de publie-ke opinie juist aanwakpublie-keren om in te grijpen. Zo werd Nederland in de jaren negentig van vorige eeuw gedreven door een ‘humanitair imperatief’ bij de inzet van militairen op de Balkan. Het meest treffende voorbeeld hiervan was Kosovo. De roep om optreden tegen de etnische zuiveringen van Milosevic was luid, het draagvlak groot toen dit gebeurde, maar vanwe-ge diezelfde publieke opinie kon van de inzet van grondtroepen vanwe-geen spra-ke zijn; het risico op grote aantallen slachtoffers aan weerszijden zou immers te groot zijn. Toen de Operatie ‘Allied Force’ beperkt bleef tot de inzet van het luchtwapen en van snel succes geen sprake kon zijn, brokkel-de brokkel-de steun van brokkel-dezelfbrokkel-de publieke opinie die eerbrokkel-der tot optrebrokkel-den opgeroe-pen had, gaandeweg af. Zulk een meningsvorming- en verandering is een typerend voorbeeld van waar de besluitvorming tegenwoordig mee heeft te rekenen.

‘Lawfare’, de juridisering van militair optreden

Nu de legitimiteit van het optreden van militairen voor het oog van de camera ondermijnd kan worden, neemt ook vanuit dat oogpunt het belang van het strikt naleven van het humanitair oorlogsrecht toe. Hiertoe zijn

Rules of Engagement opgesteld waarin de geweldsinstructies voor

Nederlandse militairen vervat staan. De zelfopgelegde beperkingen aan het gebruik van geweld zijn noodzakelijk, en verschaffen duidelijkheid over hoe te handelen voor de militair. Maar het heeft ook tot geleid tot juridisering van het optreden van militairen. Militaire juristen gaan standaard mee op uitzending om te bepalen of bijvoorbeeld het aanvallen van bepaalde doelen gerechtvaardigd is. De betekenis hiervan mag niet onderschat worden. De zaak Eric O. heeft aan het licht gebracht waartoe de juridisering kan leiden. Naast nationale toepassing van het militair strafrecht is er bovendien een Internationaal Strafhof opgericht dat tot vervolging van militairen over kan gaan. De commissie gaat uit van goede trouw bij een militair die in de

uitoe-72

reeks

perspectieven

fening van zijn functie betrokken raakt bij een schietincident. Rules of

Engagement zijn er niet alleen om beperkingen op te leggen, maar dienen

ook als bescherming van de militair. De comissie verwelkomt de aanbevelin-gen van de Commissie evaluatie toepassing militair strafprocesrecht bij uit-zendingen (Commissie Borghouts)89en staat positief tegenover voorstellen om te voorzien in een op de huidige en toekomstige vormen van inzet van Nederlandse militairen toegesneden specifieke wettelijke bepaling die geweldgebruik conform de geweldsinstructies legitimeert.

In document Zo ver de wereld strekt A (pagina 69-72)