• No results found

Maatschappelijke aanvaardbaarheid

In document Ruimtelijke Onderbouwing (pagina 48-200)

6. ECONOMISCHE EN MAATSCHAPPELIJKE

6.2. Maatschappelijke aanvaardbaarheid

In het kader van maatschappelijk draagvlak voert de gemeente Buren vooroverleg met belanghebbenden in het kader van de procedure van het bestemmingsplan Buren, herziening 2017 waarvan deze ontwikke-ling onderdeel uit maakt.

Na het in procedure brengen van het ontwerpbestemmingsplan heeft een ieder vervolgens de mogelijkheid om te reageren op dit plan. Nadat de gemeenteraad van Buren het bestemmingsplan heeft vastgesteld, staat het bestemmingsplan open voor het instellen van beroep bij de Raad van State.

Pouderoyen Compagnons

Bijlagen

Bijlage 1 Landschapsplan

Bijlage 2 Verkennend bodemonderzoek Bijlage 3 Akoestisch onderzoek

Bijlage 4 Spuitzone onderzoek Bijlage 5 Quickscan flora en fauna Bijlage 6 Digitale watertoets

Toelichting landschappelijke inpassing Projectnr.061-083 / november 2016

GEMEENTE BUREN

Toelichting landschappelijke inpassing

Prinses Margrietstraat 5 Rijswijk

INHOUD 1. INLEIDING ... 2 1.1. Aanleiding ... 2 1.2. Planlocatie ... 2 1.3. Leeswijzer ... 2 2. RUIMTELIJKE CONTEXT ... 4

2.1. Ruimtelijke en functionele structuur ... 4 2.2. Beschrijving planlocatie ... 4 2.3. Planvoornemen ... 5

3. LANDSCHAPSBELEID ... 6

3.1. Landschappelijk ontwikkelingsplan Buren ... 6 3.2. Deelgebied ‘de oeverwal met de dorpen’ ... 7

4. LANDSCHAPPELIJKE INPASSING ... 8

Inpassing voorzijde (straatzijde) ... 9 Inpassing zijdelingse perceelsgrenzen ... 10 Inpassing nieuwbouw (zuidzijde) ... 10

‘Toelichting landschappelijke inpassing Prinses Margrietstraat 5 Rijswijk 061-083 november 2016 2

1. INLEIDING

1.1. Aanleiding

Aanleiding voor het opstellen van voorliggend landschapsplan is het voornemen om bij de huidige kinderopvang ‘kinderdagverblijf Buitenpret’ de opvang van kinderen met een beperking in een nieuw bedrijfsgebouw mogelijk te maken. Dit gebouw voorziet in een groepsruimte,

ontmoetingsplein/binnenspeelruimte met huisdieren, keuken,

slaapkamers en toilet- en doucheruimten. Om dit voornemen mogelijk te maken dient het bestemmingsplan te worden aangepast.

Alvorens de bestemmingsplanaanpassing wordt doorgevoerd, is het van belang om een goede landschappelijke inpassing van het perceel uit te werken en te verbeelden. In dit landschapsplan wordt de huidige ruimtelijke context en het huidig ruimtelijk beleid ten aanzien van onderhavig plan beschreven en worden de mogelijkheden voor een goede landschappelijke inpassing uiteengezet in woord en beeld.

1.2. Planlocatie

De planlocatie ligt aan de Prinses Margrietstaat, in het buitengebied van de gemeente Buren. De straat ligt te midden van agrarische percelen, ten westen van de kern Rijswijk. De omgeving wordt gekenmerkt door boomgaarden en akkers met (boeren-) erven met bedrijfswoningen aan de weg en bedrijfsbebouwing op het achterterrein.

Ligging plangebied (Bing Maps)

1.3. Leeswijzer

Hierna wordt de landschappelijke inpassing van de voorgenomen plannen voor het perceel toegelicht. Allereerst wordt in hoofdstuk 2 ingegaan op de ruimtelijke context van het plangebied. In hoofdstuk 3 wordt vervolgens het landschapsbeleid van de gemeente Buren

uiteengezet, waarna in hoofdstuk 4 de landschappelijke inpassing wordt toegelicht in woord en beeld.

Planlocatie Ravenswaaij

‘Toelichting landschappelijke inpassing Prinses Margrietstraat 5 Rijswijk 061-083 november 2016 4

2. RUIMTELIJKE CONTEXT

2.1. Ruimtelijke en functionele structuur

De planlocatie ligt aan de Prinses Margrietstraat, ten oosten van het dorp Ravenswaaij, in het buitengebied van de gemeente Buren. Het landschap van de gemeente Buren is voor een belangrijk deel gevormd door rivieren (Rijn, Waal, Linge). Als gevolg van stroming van het rivierwater zijn aan beide zijden van de rivier de oeverwallen ontstaan. De oeverwallen langs de rivieren zijn hoger en droger gelegen en kregen een karakteristiek kleinschalig en besloten karakter met afwisseling van fruitgaarden, laanbeplanting, bosschages en landgoederen. Verder van de rivier af liggen de lagere komkleigebieden, die een meer open karakter kennen. De Prs. Margrietstraat is een buitenweg waaraan verschillende bedrijfs- en woonerven liggen. Er liggen voornamelijk agrarische bedrijven aan de weg, die zich bezig houden met de teelt van bomen en fruit. De ligging van boomgaarden is kenmerkend voor de hogere oeverwallen en stroomruggen. In de lager gelegen komgronden ten zuiden van de planlocatie wordt het gebied voornamelijk gebruikt voor gras- en

weilanden. De Prs. Margrietstraat komt in het oosten uit op de Lekbandijk en het Amsterdam-Rijnkanaal.

Huidige situatie planlocatie (pdok.nl)

2.2. Beschrijving planlocatie

De planlocatie bestaat uit een cluster van bebouwing. Aan de weg staat de (bedrijfs-)woning. Daarachter staat de huidige kinderopvang met aansluitend enkele kleine loodsen ten behoeve van opslag en berging van materieel. Aan de straatzijde liggen twee inritten welke naar een kleine parkeerplaats aan weerszijden van de woning leiden. De

landschappelijke beplanting staat voornamelijk aan de noordzijde van het perceel, aan de straatzijde. Enkele volwassen solitaire bomen bepalen het aanzicht, met daartussen jonge aanplant van diverse hoogstam

(fruit-)bomen. Aan de achterzijde (zuidzijde) van het perceel staat een beeldbepalende notenboom.

Planlocatie gezien vanaf de straat, zicht op de parkeerplaats en bebouwing (links) en de dichte beplanting aan de westzijde.

2.3. Planvoornemen

Het planvoornemen betreft de oprichting van een nieuw bedrijfsgebouw ten behoeve van de opvang van kinderen met een beperking. De architectuur van de nieuwbouw refereert naar de karakteristieke hooischuren in de streek. Het gebouw is voorzien aan de zuidzijde van het perceel, ten zuiden van de bestaande opvang en bergingen. Daarnaast wordt aan de westzijde van de bestaande en toe te voegen bebouwing het erf uitgebreid ten behoeve van buiten- en speelruimten voor de opvang. Onderstaande illustratie geeft het planvoornemen weer.

‘Toelichting landschappelijke inpassing Prinses Margrietstraat 5 Rijswijk 061-083 november 2016 6

3. LANDSCHAPSBELEID

3.1. Landschappelijk ontwikkelingsplan Buren

Voor de landschappelijke inpassing van het plangebied is het Landschapsontwikkelingsplan van de gemeente Buren (2011) van toepassing. Dit ontwikkelingsplan beschrijft de karakteristieken van het lokale landschap en biedt concrete handvatten voor de inpassing van ruimtelijke projecten in het buitengebied. Het is daarmee een

inspiratiedocument voor initiatiefnemers en biedt de gemeente tevens een toetsingskader voor landschapsplannen.

Het landschapsontwikkelingsplan schetst de gewenste

ontwikkelingsrichting van de verschillende deelgebieden van het landschap. Het geeft aan waar nieuwe ontwikkelingen kunnen plaats vinden, waar de openheid voorop dient te staan en waar het landschap ruimte biedt aan recreatie, waterbeheer en natuurontwikkeling. Het plan pleit bovenal om de variatie binnen het landschap te versterken, de banden tussen gebieden te versterken en ruimtelijke kwaliteit te stimuleren.

Visualisatie van de vier deelgebieden uit het landschapsontwikkelingsplan van gemeente Buren. Het plangebied behoort tot het deelgebied van Rijswijk’s weidse rivierenlandschap.

De planlocatie ligt in een gebied dat omschreven wordt als Rijswijk’s weidse rivierenlandschap. Kenmerkend voor dit landschap zijn de grootschalige weidebouwgebieden. Deze zorgen voor een typerende weidsheid van het landschap. Daarnaast zijn er verbrede agrarische bedrijvigheid gecombineerd met andere functies zoals recreatie en buiten wonen.

3.2. Deelgebied ‘de oeverwal met de dorpen’

Binnen het weidse rivierenlandschap ligt de planlocatie op in het deelgebied ‘de oeverwal met de dorpen’. In dit gebied staat het

karakteristieke grondgebruik op de oeverwallen voorop. Tegenwoordig is dat fruitteelt en boomteelt met verspreide bebouwing. De Donkerstraat, tussen Ravenswaaij en Zoelen, wordt gekenmerkt door een afwisseling tussen weids en kleinschalig.

Het weidse rivierenlandschap is opgedeeld in verschillende deelgebieden. De planlocatie ligt in het deelgebied van de oeverwal met de dorpen (13).

Voor de verevening kunnen streekeigen landschapselementen worden ingezet ten behoeve van de landschappelijke inpassing van ruimtelijke ontwikkelingen. Voor het deelgebied van onderhavige planlocatie zijn dit lijnvormige landschapselementen zoals hakhoutsingels langs struinpaden langs dijken, weilanden en akkers. Bij de dorpen kunnen dorpsgaarden worden aangelegd ter versterking van het karakteristieke dorpsbeeld.

‘Toelichting landschappelijke inpassing Prinses Margrietstraat 5 Rijswijk 061-083 november 2016 8

4. LANDSCHAPPELIJKE INPASSING

Er wordt gestreefd naar een behoud van de leesbaarheid van het landschap en waar nodig een versterking ervan. In het beleid van de gemeente komt naar voren dat ontwikkelingen bij bestaande woon- en bedrijfsvormen landschappelijk zorgvuldig ingepast dienen te worden. Ook dienen landschappelijke elementen die bij de ontwikkelingen verloren gaan gecompenseerd te worden. Onderstaande tekening laat zien hoe de landschappelijke inpassing van het plangebied er uit komt te zien. Daaronder worden de diverse onderdelen van het plan toegelicht.

Onderhavige landschappelijke inpassing beoogt het perceel in te bedden in zijn omgeving en de randen van passende landschappelijke beplanting te voorzien. Het planconcept dat aan de inpassing ten grondslag ligt, gaat uit van een representatieve groene voorzijde aan de Prinses

Margrietstraat en een zachtere, landschappelijke overgang aan de zuid- en oostkant van het perceel waarbij aansluiting gezocht wordt met het omliggend gebied.

Inpassing voorzijde (straatzijde)

De voorzijde van de planlocatie is reeds voorzien van de nodige landschappelijke beplanting. Naast enkele volwassen solitaire bomen staat er een klein raster van fruitbomen aan de straatzijde. Behoudens de oostzijde is de planlocatie nauwelijks zichtbaar vanaf de weg. Het

toevoegen van beplanting is hierdoor aan deze zijde onnodig. Ondertaande afbeelding illustreert de huidige groensingel aan de voorzijde.

Noordoostzijde van de planlocatie, gezien vanaf de Prs. Margrietstraat.

Ter hoogte van de recent aangelegde parkeerplaats aan de oostzijde bepalen het huidige gebouw van de kinderdagverblijf en de

bedrijfswoning het aanzicht. Ook de geparkeerde auto’s staan vanaf deze zijde in het zicht vanaf de weg. Het is derhalve wenselijk om deze zijde te voorzien van landschappelijke beplanting, om zo het zicht op

bovengenoemde zaken te verzachten. Onderstaande foto illustreert de huidige situatie.

‘Toelichting landschappelijke inpassing Prinses Margrietstraat 5 Rijswijk 061-083 november 2016 10 Daartoe wordt een geschoren haag rondom de parkeerplaatsen

voorgesteld. De haag zorgt ervoor dat de geparkeerde auto’s grotendeels achter de haag vallen, zonder dat de planlocatie volledig wordt

weggestopt. Daarnaast voorziet de geschoren haag de bebouwing van een passende ‘groene plint’. Het is hierbij van belang dat de hagen ten hoogte 1.5 meter hoog worden, zodat het doorzicht op ooghoogte behouden blijft.

Langs de haag wordt een bomenrij met streekeigen loofbomen

aangeplant. De bomen filteren het zicht op de bebouwing, zonder deze volledig te ontnemen. Bij voldoende ruimte tussen de bomen blijft de bebouwing zichtbaar, zeker wanneer de bomen regelmatig opgekroond worden en de planlocatie onder de boomkronen zichtbaar blijft.

Inpassing zijdelingse perceelsgrenzen

Aan weerszijden van het perceel liggen fruitboomgaarden. Vanwege de te verwachten drift van de bespuiting van de gaarden, dienen op de perceelsgrenzen geschoren hagen met een driftbeperkende werking te worden aangeplant. De haag dient derhalve voldoende dicht te zijn en mag zijn blad in de winter niet verliezen.

Inpassing nieuwbouw (zuidzijde)

De nieuwbouw ten behoeve van de opvang wordt aan de zuidzijde van onderhavig perceel voorzien, ten zuiden van de bestaande

bedrijfsbebouwing. Gezien de ligging van de planlocatie tussen de fruitboomgaarden, zal de nieuwbouw zeer beperkt of zelfs helemaal niet te zien zijn vanaf de Prinses Margrietstraat. Daarnaast worden op de zijdelingse perceelsgrenzen hagen aangeplant ten behoeve van de driftreductie en is aan de oostzijde een bomenrij gepland. Het toevoegen van extra beplanting ten behoeve van de inpassing van de nieuwbouw is derhalve niet nodig.

Eventueel kan als aanvulling op de bestaande beeldbepalende notenboom een solitaire boom of een kleine bomengroep nabij de nieuwbouw aangeplant worden. Solitaire bomen in relatief open velden zorgen voor een passende markering van het landschap. Daarnaast bieden de bomen eventueel schaduw aan de vrijlopende boerderijdieren op het erf.

Verkennend bodem- en

asbestonderzoek

Prinses Margrietstraat 5 te Rijswijk

(gemeente Buren)

Aelmans Eco B.V.

Kerkstraat 4 Kerkstraat 2 6367 JE Voerendaal 6095 BE Baexem T (045) 575 32 55 T (0475) 459 260 info@aelmans.com www.aelmans.com KvK 14048216 BTW 8022.45.262.B.01 Bankrekening 15.48.06.137 BIC RABONL2U IBAN NL27 RABO 0154 8061 37

Op onze dienstverlening zijn de algemene voorwaarden van Aelmans Eco B.V. van toepassing die u vindt op www.aelmans.com

Medewerkers

Ing. J.V.M. Aelmans Ing. H.E.J. Schrouff Ing. H.J.J.G.M. Wolfs Drs. L.M. Riga S.J.M. Pasmans G.A.P. Hamers Ir. K.E.J.M. Leers J.M.C. Kusters A.T.J. Smits J.W.M.L. Hoogma F.H.W.M. Pakbier C.S.M. Samson Erkende monsternemers

Ing. H.E.J. Schrouff Ing. H.J.J.G.M. Wolfs Drs. L.M. Riga Ir. K.E.J.M. Leers G.A.P. Hamers J.M.C. Kusters

Verkennend bodem- en

asbestonderzoek

Prinses Margrietstraat 5 te Rijswijk

(gemeente Buren)

Rapportnummer: E168219.001/HWO

Datum: 27 oktober 2016

Naam opdrachtgever: Pouderoyen BV, de heer H.P.T. Arts Adres opdrachtgever: Postbus 156, 6500 AD te NIJMEGEN Contactpersoon

Aelmans Eco B.V.: de heer H.J.J.G.M. Wolfs Monstername door: Hans Wolfs en Guido Hamers Datum monstername: 11 en 19 oktober 2016

Inhoud

1 Inleiding ... 1

1.1 Opdrachtverlening ... 1 1.2 Doel van het onderzoek... 1 1.3 Opzet van het onderzoek en de rapportage ... 2

2 Vooronderzoek, hypothese en onderzoeksstrategie... 3

2.1 Vooronderzoek ... 3 2.2 Onderzoekshypothese ... 5 2.3 Onderzoeksstrategie ... 5

3 Opzet veldonderzoek ... 7

3.1 Veldwerkzaamheden ... 7 3.2 Resultaten veldwerkzaamheden ... 7

4 Resultaten en beoordeling chemische analyse ... 10

4.1 Toetsing van de analyseresultaten ... 10 4.2 Interpretatie van de analyseresultaten ... 13

5 Conclusies en aanbevelingen ... 15

Figuur 1 Ligging onderzoekslocatie

Figuur 2 Situatie onderzoekslocatie met ligging boorpunten

Bijlage 1 Analysecertificaten grond Bijlage 2 Analysecertificaten grondwater

Bijlage 3 Profielbeschrijving boorpunten

Bijlage 4 Getoetste analyseresultaten grond conform BoToVa Bijlage 5 Getoetste analyseresultaten grondwater conform BoToVa Bijlage 6 Verklaring van functiescheiding

Bijlage 7 Asbestinspectierapport Bijlage 8 Historische informatie Bijlage 9 Foto's

E168219.001/HWO

Verkennend bodem- en asbestonderzoek Prinses Margrietstraat 5 te Rijswijk 1

Aelmans Eco B.V.

1 Inleiding

1.1 Opdrachtverlening

Aelmans Eco B.V. heeft in opdracht van de heer H.P.T. Arts, namens Pouderoyen BV, het verzoek gekregen een verkennend bodem- en asbestonderzoek te verrichten op het adres Prinses Margrietstraat 5 te Rijswijk. Op onderhavig adres is het Kinderdagverblijf Buitenpret gevestigd. Kadastraal is de onderzoekslocatie bekend onder kadastrale gemeente Maurik, sectie M, kavelnrs. 1012, 1013 en 1014 (allen ged.).

Aanleiding tot de uitvoering van het onderzoek vormt de voorgenomen bestemmingsplanwijziging in het kader van “Bestemmingsplan Buren, herziening 2017”. Voor deze onderbouwing dienen diverse onderzoeken te worden uitgevoerd, waarvan het bodemonderzoek er één betreft.

Hiertoe is een verkennend bodem- en asbestonderzoek uitgevoerd conform de Nederlandse Normen NEN-5707 en NEN-5740. In dit rapport dient te worden nagegaan wat de chemisch-analytische kwaliteit van de grond is op de betreffende locatie. Het onderzoeksrapport maakt deel uit voor de aanvraag van een omgevingsvergunning. Daarnaast dient middels onderhavig onderzoek beoordeeld te worden of aanvullende procedures noodzakelijk zijn in het kader van de Wbb. Aelmans Eco B.V. is gecertificeerd in het kader van ISO-9001 en de BRL-SIKB 2000 “Veldwerk bij milieuhygiënisch bodemonderzoek” en de daarbij behorende protocollen. Hierbij gelden de ten tijde van het uitvoeren van het veldwerk, vigerende versies van deze documenten.

Aelmans Eco B.V., of de overige aan dit bedrijf gelieerde ondernemingen binnen de Aelmans

Adviesgroep, verklaren hierbij geen eigenaar van onderhavige locatie te zijn danwel op enige andere wijze een (privaatrechtelijke) relatie te hebben met onderhavige locatie. Op basis hiervan wordt voldaan aan de eisen van onafhankelijkheid uit de BRL-SIKB 2000. Een verklaring van

functiescheiding is opgenomen in bijlage 6.

1.2 Doel van het onderzoek

Het doel van een verkennend bodemonderzoek is vaststellen of de bodem ter plaatse van de onderzoekslocatie is verontreinigd, en zo ja of de concentraties van de onderzochte componenten aanleiding vormen voor het instellen van een nader onderzoek.

E168219.001/HWO

1.3 Opzet van het onderzoek en de rapportage

Onderhavig onderzoek is onder certificaat uitgevoerd volgens protocol 2001: “Plaatsen van handboringen en peilbuizen, maken van boorbeschrijvingen, nemen van grondmonsters en waterpassen”, protocol 2002: “Het nemen van grondwatermonsters” en protocol 2018: “Locatie-inspectie en monsterneming van asbest in bodem”.

In de BRL-SIKB 2000 wordt verwezen naar de Nederlandse normen Bodem die eveneens bepalend zijn voor het uitvoeren van het bodemonderzoek. De belangrijkste hiertoe gehanteerde normen zijn als volgt:

 “Bodem-Richtlijn voor het uitvoeren van vooronderzoek bij verkennend, oriënterend en nader onderzoek” (NEN-5725);

 “Onderzoeksstrategie bij verkennend onderzoek” (NEN-5740);

 “Bodem-Inspectie en monsterneming van asbest in bodem en partijen” (NEN-5707). In onderhavige rapportage zijn de volgende onderzoeksonderdelen te onderscheiden: 1. vooronderzoek betreffende de terreinsituatie (hoofdstuk 2);

2. opstellen van een hypothese aangaande de eventuele aanwezigheid van bodemverontreiniging (hoofdstuk 2);

3. opzet onderzoek (hoofdstuk 3);

4. resultaten en beoordeling chemische analyses (hoofdstuk 4); 5. interpretatie van de onderzoeksgegevens (hoofdstuk 4).

E168219.001/HWO

Verkennend bodem- en asbestonderzoek Prinses Margrietstraat 5 te Rijswijk 3

Aelmans Eco B.V.

2 Vooronderzoek, hypothese en

onderzoeksstrategie

2.1 Vooronderzoek

2.1.1 Algemene terreingegevens

De ligging van de onderzoekslocatie is in figuur 1 weergegeven op een plattegrond (Google Maps) en op een overzicht van de boorlocaties in figuur 2.

Het te onderzoeken terreingedeelte betreft een gedeelte van een weiland c.q. groenvoorziening gelegen rondom het bestaande complex van Kinderdagverblijf de Buitenpret aan de

Pr. Margrietstraat 5.

De oppervlakte van de beoogde uitbreiding van het bestaande bouwvlak bedraagt circa 1.700 m².

2.1.2 Omgeving van het terrein

De onderzoekslocatie is gelegen in een buitengebied ten zuidwesten van het kerkdorp Rijswijk. De noordwestzijde van de onderzoekslocatie wordt begrensd door de Pr. Margrietstraat. Voor het overige wordt het te onderzoeken plangebied ingesloten door de omliggende weilanden/

boomgaarden.

De omgeving kan worden beschreven als (woon)bebouwing omgeven door een agrarisch buitengebied.

2.1.3 Vroeger en huidig gebruik

Omtrent de historische informatie van het terrein is gebruik gemaakt van de bij Omgevingsdienst Rivierenland voorhanden zijnde historische informatie. Deze informatie is als bijlage 8 bij dit schrijven toegevoegd. Naast voornoemde informatie heeft tevens ter plaatse van de onderzoekslocatie overleg plaatsgevonden met de eigenaresse van het terrein mevrouw J. Borgstein-van Dord.

Op het adres Pr. Margrietstraat 5 is sedert enkele jaren een kinderdagverblijf gevestigd (De Buitenpret). Het terrein rondom dit verblijf is voornamelijk in gebruik als weilanden c.q. boomgaarden.

Volgens de bodemkwaliteitskaart van de gemeente Buren, ligt het te onderzoeken perceel in de zone “buitengebied”. Daarnaast is op onderhavig terrein in het verleden nooit een boomgaard aanwezig geweest. Derhalve is onderhavig locatie “onverdacht” op het aantreffen van

E168219.001/HWO

De aanwezige ondergrondse HBO-tank bevindt zich niet ter plaatse van het te onderzoeken terrein, maar ter plaatse van de bestaande bouwkavel. Derhalve is hier geen aandacht aan geschonken. In het verleden hebben ter plaatse van de onderzoekslocatie en de belendende percelen geen eerdere bodemonderzoeken of eventuele bodemsaneringen plaatsgevonden.

2.1.4 Asbest

Het vooronderzoek is uitgevoerd conform de NEN-5725. Voor zover bekend hebben op de onderzoekslocatie in het verleden geen bedrijven gestaan die mogelijk asbesthoudend materiaal hebben verwerkt of geproduceerd. Daarnaast is niets bekend over mogelijke stortingen of ophogingen met asbesthoudend materiaal en/of asbestbuizen in de bodem.

Voor zover bekend hebben zich in het verleden geen calamiteiten (bv. brand of explosies) voorgedaan, waarbij asbesthoudend materiaal is vrijgekomen.

Volgens de asbestkaart van de gemeente Buren is de kans op het aantreffen van asbest groot. Om voornoemde bevindingen te kunnen bevestigen, zal tijdens het uit te voeren bodemonderzoek zintuiglijk onderzoek plaatsvinden naar mogelijke asbestresten in de bodem.

2.1.5 Terreininspectie

Op 11 oktober 2016 is voorafgaande aan de grondboringen, door een medewerker van Aelmans Eco B.V. een terreininspectie verricht.

De onderzoekslocatie is grotendeels in gebruik zoals omschreven onder de paragraaf “Vroeger en huidig gebruik”. Ter plaatse van de oostelijk uitbreiding van het bouwblok zijn reeds parkeerplaatsen gerealiseerd.

Het resterende terreingedeelte is in gebruik als weiland of speelterrein. Visueel zijn aan het aardoppervlak van het te onderzoeken gebied geen bodemvreemde materialen danwel verontreinigingen aangetroffen.

Ten behoeve van het asbestonderzoek is een maaiveldinspectie uitgevoerd. Tijdens de uitvoering van deze inspectie zijn eveneens geen asbestverdachte materialen aan het aardoppervlak aangetroffen. De inspectie-efficiëntie wordt geschat op 70%.

2.1.6 Bodemsamenstelling en hydrologische gegevens

Voor de bodemgegevens en de geohydrologische informatie is gebruik gemaakt van de

grondwaterkaart van Nederland (40 west) en de Provinciale Overzichten Win- en Productiemiddelen (VEWIN). Uit deze rapporten zijn de volgende regionale gegevens samengevat. De onderzoekslocatie ligt in de gemeente Buren. Aan de zuidkant stroomt de rivier De Linge en verder zuidwaarts de rivier De Waal. Aan de noordkant stroomt de Neder-Rijn en de Lek. Het Amsterdam-Rijn Kanaal loopt midden door de gemeente Buren.

E168219.001/HWO

Verkennend bodem- en asbestonderzoek Prinses Margrietstraat 5 te Rijswijk 5

Aelmans Eco B.V.

Pakket Diepte (m-mv) Samenstelling

(holocene) deklaag 0 - 10 klei, veen en zanden, plaatselijk aanwezige stroomruggen van zanden

1e watervoerende pakket (Formaties van Kreftenheije, Urk en Sterksel) 10 - 60 (varieert in dikte)

matig fijn zand tot uiterst grof (grindhoudende) zanden

1e scheidende laag (Formatie van Kedichem)

40 - 80 kleien en slibhoudende afzettingen 2e watervoerend pakket (Formaties van Harderwijk, Tegelen, Maassluis) 55 - 100 (bovenste deel) 100-? (onderste deel)

uiterst fijn tot matig grove (grindhoudende) zanden

uiterst fijn tot matig grove (grindhoudende) zanden (enkele kleilagen)

scheidende laag tussen bovenste en onderste deel van het 2e watervoerend pakket (Formatie van Tegelen)

80 - 130 voornamelijk kleien (Tegelenklei)

De stromingsrichting van het freatisch grondwater is westelijk. De gemiddelde stijghoogte van het freatisch grondwater bevindt zich op circa 2 m-mv (4 m +NAP).

2.2 Onderzoekshypothese

2.2.1 Grond en grondwater

Gelet op het vroegere en huidige gebruik van het terrein, het historisch onderzoek en de

In document Ruimtelijke Onderbouwing (pagina 48-200)