Valorisatie is een belangrijk onderdeel van wetenschappelijk onderzoek. Onderzoek naar narratieve overtuiging heeft laten zien dat verhalen krachtig kunnen zijn en veel invloed kunnen hebben op lezers. In het onderhavige onderzoek is een verhaal ontwikkeld dat qua vorm lijkt op persoonlijke verhalen die vaak in (online) vrijetijdschriften staan. Deze verhalen worden ontwikkeld om lezers op een laagdrempelige, narratieve manier voor te lichten over gezondheidgerelateerde zaken. Het onderhavige onderzoek liet zien dat vooral het perspectief van een verhaal invloed had op de overtuigingskracht van een verhaal. Ondanks dat er meer onderzoek nodig is naar de rol van perspectief in narratieve overtuiging, kan men in de praktijk wellicht rekening houden met het feit dat verhalen over een mentale ziekte, zoals een burn-out, kunnen vragen om een
derdepersoonsperspectief, waardoor de lezers zich niet bedreigd voelen en figuurlijk meer afstand kunnen bewaren om eventueel verhaal-consistente overtuigingen over te nemen. Het is belangrijk om onderzoek te blijven doen naar de beste manier waarop mensen voorgelicht kunnen worden over fysieke en mentale aandoeningen zodat een gezonde levensstijl steeds vanzelfsprekender wordt.
34
35
Referenties
Andringa, E. (1986). Perspektivierung und Perspektivenuebernahme. Spiel, 5(1), 135-146.
Andsager, J. L., Bemker, V., Choi, H. L., & Torwel, V. (2006). Perceived similarity of exemplar traits and behavior: Effects on message evaluation. Communication Research, 33(1), 3- 18.
Bal, M. (1997). Narratology, introduction of thought and action: A social cognitive theory. Englewood Cliffs, NJ: Prentice-Hall.
Bandura, A. (1986). Social foundations of thought and action: A social cognitive theory. Englewood Cliffs, NJ: Prentice-Hall.
Bandura, A. (2002). Social cognitive theory of mass communication. In J. Bryant & D. Zillmann (Eds.), Media effects: Advances in theory and research (2nd ed., pp. 121- 153). Mahwah,
NJ: Lawrence Erlbaum.
Burnkrant, R. E., & Unnava, H. R. (1989). Self-referencing: A strategy for increasing processing of message content. Personality and Social Psychology Bulletin, 15, 628- 638.
Burnkrant, R. E., & Unnava, H. R. (1995). Effects of self-referencing on persuasion. Journal of
Consumer Research, 22, 17-26.
Busselle, R., & Bilandzic, H. (2009). Measuring narrative engagement. Media Psychology, 12, 321-347.
Cohen, J. (2001). Defining identification: A theoretical look at the identification of audiences with media characters. Mass Communication & Society, 4(3), 245-264.
De Gendt, M. (2014). Alweer een opgebrand geval [Blog post]. Geraadpleegd op 10 april 2017 via:
https://opgebrand.wordpress.com/
De Graaf, A., Sanders, J., Beentjes, H., & Hoeken, H. (2007). De rol van identificatie in narratieve overtuiging. Tijdschrift voor Taalbeheersing, 29(3), 237-250.
De Graaf, A., & Hustinx, L. (2011a). Waargenomen gelijkenis, identificatie en narratieve overtuiging. In F. Hakemulder (Ed.), De stralende lezer: Wetenschappelijk onderzoek
naar de invloed van het lezen (pp. 173-194). Delft, Nederland: Eburon.
De Graaf, A., Hoeken, H., Sanders, J., & Beentjes, J. W. J. (2012). Identification as a mechanism of narrative persuasion. Communication Research, 39(6), 802-823.
De Graaf, A. (2014). The effectiveness of adaptation of the protagonist in narrative impact: similarity influences health believes through self-referencing. Human Communication
36 De Graaf, A., Sanders, J., & Hoeken, H. (2016). Characteristics of narrative interventions and
health effects: a review of the content, form, and context of narratives in health-related narrative persuasion research. Review of Communication Research 4, 88-131.
De Graaf, A., & Van Leeuwen, L. (2016). The role of absorption processes in narrative health communication. In press.
Dunlop, S. M., Wakefield, M., & Kashima, Y. (2010). Pathways to persuasion: Cognitive and experiential responses to health-promoting mass media messages. Communication
Research, 37, 133-164.
Gerrig, R. J. (1993). Experiencing narrative worlds. New Haven, CT: Yale University Press. Green, M. C. (2006). Narratives and cancer communication. Journal of Communication, 56,
163-183.
Green, M. C., & Brock, T. C. (2000). The role of transportation in the persuasiveness of public narratives. In T. C. Brock, J. J. Strange & M. C. Green (Eds.), Narrative impact:
Social and cognitive foundations (pp. 315-341). Mahwah, NJ: Erlbaum.
Hoffner, C., & Buchanan, M. (2005). Young adults’wishful identification with television characters: The role of perceived similarity and character attributes. Media
Psychology, 7, 325-351.
Hustinx, L., & Smits, A. Meegevoerd in de narratieve wereld: de invloed van het
verhaalperspectief op de aandacht, emoties en overtuigingen van de lezer. In H. Hoeken, B. Hendriks & P. J. Schellens (eds), Studies in taalbeheersing 2 (pp. 132-143). Assen: Van Gorcum.
Knobloch, S., Zillman, D., Gibson, R., & Karrh, J. A. (2002). Effects of salient news items on information acquisition and issue perception. Zeitschrift für Medienpsychologie, 14(1), 14- 22.
Kreuter, M. W., Bull, F. C., Clark, E. M., & Oswald, D. L. (1999). Understanding how people process health information: A comparison of tailored and nontailored weight-loss materials. Health Psychology, 18, 487-494.
Kreuter, M. W., & Wray, R. J. (2003). Tailored and targeted health communication: Strategies for enhancing information relevance. American Journal of Health Behavior, 27(3), 227-232. Kreuter, M. W., Green, M. C., Cappella, J. N., Slater, M. D., Wise, M. E., Storey, D., &
Wooley, S. (2007). Narrative communication in cancer prevention and control: A framework to guide research and application. Annals of Behavioral Medicine, 33(3), 221-235.
37 transportation in health communications. Unpublished dissertation, The University of
Alabama, Tuscaloosa, AL.
Moyer-Gusé, E. (2008). Toward a theory of entertainment persuasion: Explaining the persuasive effects of entertainment-education messages. Communication Theory, 18, 407-425.
Murphy, S. T., Frank, L. B., Moran, M. B., & Patnoe-Woodley, P. (2011). Involved,
transported, or emotional? Exploring the determinants of change in knowledge, attitudes, and behavior in entertainment-education. Journal of Communication, 61, 407-431. Oatley, K. (1994). A taxonomy of the emotions in literary response and a theory of
identification in fictional narrative. Poetics, 23, 53-74.
Oatley, K. (1999). Meeting of minds: Dialogue, sympathy and identification in reading fiction.
Poetics, 26, 454-493.
Petty, R. E., & Cacioppo, J. T. (1986). Communication and persuasion: Central and peripheral
routes to attitude change. New York, NY: Springer.
Rimal, R. N., & Real, K. (2003). Perceived risk and efficacy beliefs as motivators of change.
Human Communication Research, 29, 370-399.
Sanders, J., & Redeker, G. (1996). Speech and thought in narrative discourse. In G. Fauconnier and E. Sweetser (eds.) Spaces, Worlds and Grammar (p. 290-317). Chicago: University of Chicago Press.
Schravesande, F., & Leclaire, A. (2017, 16 januari). Ook tieners hebben last van stress en drukte. NRC. Geraadpleegd op 12 juni 2017, van
https://www.nrc.nl/nieuws/2017/01/16/nooit-eens-even-niks-6240512-a1541499 Slater, M. D., & Rouner, D. (2002). Entertainment-education and elaboration likelihood: Understanding the processing of narrative persuasion. Communication Theory, 12, 173-191.
Witte, K. (1994). Fear control and danger control: A test of the extended parallel process (EPPM). Communication Monographs, 61, 113-134.
38