• No results found

maatschappelijk en economisch

gebruik

demografische ontwikkeling afgelopen 5 jaar -1.800 2012 2013 2014 2015 2016 -1.600 -1.400 -1.200 -1.000 -800 -600 -400 -200 0 200 Aantallen personen Geboorteoverschot Vestigingsoverschot Totale groei Bron: CBS

Voor een momentopname van de sociaaleconomische toestand van het waddengebied is gekeken naar álle gemeenten die grenzen aan de Waddenzee. Wadden in beeld beschrijft om praktische redenen de demo-grafische ontwikkeling en de werkgelegenheid alleen van het totale gebied en van de gemeenten met de meest opvallende ontwikkelingen. Een gedetailleerd overzicht van álle gemeenten die in het waddengebied liggen, staat op de website van de Basis monitoring Wadden [2]. In dat overzicht is goed te zien dat er binnen de regio grote verschillen zijn.

Bevolkingskrimp neemt af

In de periode 2012 - 2016 zijn in het waddengebied 1.194 meer mensen gestorven dan er zijn geboren. Dat is een sterfteoverschot van 0,3 procent over die periode. In dezelfde periode lag het aantal vertrekkende bewoners 4.328 personen hoger dan het aantal mensen dat zich in het gebied vestigde, een vertrekoverschot van 1.1 procent. Opvallend is de sterke afname van het migratiesaldo van -1.400 naar -200. Het tempo van de bevolkingskrimp neemt hierdoor sterk af.

sterk uiteenlopende ontwikkelingen in gemeenten

De hierboven genoemde verschillen tussen deelgebieden laten zien dat de relatieve teruggang in sommige gemeenten nog groter is, terwijl elders sprake kan zijn van bevolkingsgroei.

Zo is het relatieve (afgezet tegen bevolkingsomvang) sterfte-overschot in 2012 het grootst op Schiermonnikoog (-2,3%) en Vlieland (-2,2%) en in Delfzijl (-2,2%) en Oldambt (-1,9%), en ligt het geboorteoverschot het hoogst in Ferwerderadiel (+1,4%) en Hollands Kroon (+0,9%) en op Ameland (+1,3%). Alle Wadden-eilanden behalve Ameland hebben een sterfteoverschot. Zo ook zijn er grote verschillen in de migratiecijfers. Relatief gezien is het vertrekoverschot het grootste in Het Bildt (-3,3%), Eemsmond

s o c i a a l-e c o n o m i s c h e a s p e c t e n

grote regionale verschillen in migratie, vergrijzing en werkgelegenheid

71 maatschappelijk en economisch gebruik | sociaal-economische aspecten

demografische ontwikkelingen waddengemeenten top 3 van positieve en negatieve trends

Bron: Telos op basis van CBS-cijfers Migratiesaldo (= resultaat van vestiging – vertrek) in % t.o.v. 2012 Top 3 positief Terschelling 3,6 Schier * 3,1 Ameland 1,8 Top 3 negatief Het Bildt -3,3 Eemsmond -3,0 Delfzijl -2,9 Totale bevolkings-ontwikkeling in % t.o.v. 2012 Top 3 positief Ameland 3,0 Terschelling 2,3 Schier * 1,0 Top 3 negatief Delfzijl -5,1 Eemsmond -3,6 De Marne -3,3 Ontwikkeling grijze druk tussen 2010 – 2017 toename van de percentages Top 3 sterkste stijgers in %-punten Texel 12,3 %-punt Ameland 12,3 %-punt Schier * 12,2 %-punt Top 3 minste stijgers in %-punten Vlieland 2,5 %-punt Dongeradeel 7,1 %-punt Delfzijl 7,7 %-punt * Schier = Schiermonnikoog Natuurlijke aanwas (=resultaat van geboorte en sterfte) in % t.o.v. 2012 Top 3 positief Ameland 1,3 Ferwerderadiel 1,4 Hollands Kroon 0,9 Top 3 negatief Schier * -2,3 Vlieland -2,2 Delfzijl -2,2 Grijze druk (= leeftijdsgroep >65 jaar versus bevolking tussen 20 en 65 jaar) Top 3 Laagste grijze druk Vlieland 29,4 % Hollands Kroon 34,5% Ferwerderadiel 35,2% Top 3 Hoogste grijze druk Schier * 49,9% Delfzijl 42,9% Harlingen 42,8% 70 maatschappelijk en economisch gebruik | sociaal-economische aspecten

2012 2013 2014 2015 2016 5.000 0 10.000 15.000 20.000 recreatie en toerisme

landbouw visserij havens

werkgelegenheid in de waddengemeenten

Directe werkgelegenheid in aantal banen

Bron: CBS & Havenmonitor (-3,0%), Delfzijl (-2,9%) en Ferwerderadiel (-2,5%). Terschelling (+3,6%) en

Schiermonnikoog (+3,1%) hebben het hoogste relatieve vestigingsoverschot.

Vergrijzing

In het hele gebied is de vergrijzing toegenomen. Ook hier weer sterk uiteen-lopende cijfers. De zogenoemde ‘grijze druk’, ofwel de verhouding tussen het deel van de bevolking ouder dan 65 jaar en de (werkende) bevolking tussen de 20 en 65 jaar, ligt op Schiermonnikoog bijvoorbeeld op bijna 50 procent en op Vlieland op ruim 29 procent. Het valt in de tabel op dat op Vlieland de grijze druk nauwelijks is toegenomen. In bijna alle andere waddengemeenten is deze met gemiddeld 10 %-punten gestegen, op Vlieland slechts met 2,5 %-punten.

Werkgelegenheid

Een indicatie voor de geboden werkgelegenheid is de ‘werkgelegenheidsfunctie’ van gemeenten. Zijn in een gemeente meer arbeidsplaatsen dan de beroeps-bevolking groot is, dan ligt die functie boven de waarde 1. Zijn er omgekeerd te weinig banen voor de aanwezige beroepsbevolking, dan is de score onder de 1. Is het verhoudings getal kleiner dan 1, dan kan een deel van de lokale beroeps-bevolking geen baan vinden in de eigen gemeente en moet elders emplooi zoeken (pendelen).

Schommelingen in de werkgelegenheidsfunctie kunnen worden veroorzaakt door meer of minder banen, maar ook door veranderingen in de bevolkings omvang, bijvoorbeeld door vestiging of vertrek. Terschelling, Texel en Ameland hebben een

werkgelegenheidsfunctie groter dan 1, terwijl in de andere gemeen-ten, ook een grote centrumgemeente als Den Helder, de werkgele-genheidsfunctie lager dan 1 is. Het Bildt, Eemsmond en Hollands Kroon scoren het laagst. In deze gemeenten ligt de werkgelegen-heidsfunctie (ruim) beneden de 0,7. Deze gemeenten kennen daardoor veel pendel naar de steden, een lagere participatiegraad of hogere werkloosheid.

Werkgelegenheid per sector

De werkgelegenheid in het toerisme en recreatie zit in de lift en kwam, na een dal in 2014, in 2016 boven het niveau van 2012. De neergang in de landbouw lijkt tot staan gebracht. In de visserij, een kleine sector, blijft de werkgelegenheid dalen. De havens scoren goed. De volgende paragrafen gaan dieper in op de bijdragen van de Waddenzeehavens aan de economie en werkgelegenheid, op de visserij en op de toerisme- en recreatiesector.

73 maatschappelijk en economisch gebruik | sociaal-economische aspecten

Eemshaven. Foto: Thea smit

Toenemende drukte in de Eemshaven. Foto: Thea smit

h av e n s e n w e r k g e l e g e n h e i d

sterke industriële groei, maar terugloop in offshore en visserij

De sterke groei in de periode 2013 - 2015 van de economie en werk gelegenheid gerelateerd aan de Waddenzee-havens, zette in 2016 door. In dat jaar werkten in Waddenzeehavens totaal 18.343 personen. De directe zeehaven gerelateerde toegevoegde waarde steeg in 2016 van 1,581 naar 1,669 miljard euro. Een toename met 5,6 procent. Dat is iets hoger dan de gemiddelde 5,3 procent in alle Nederlandse zeehavens samen.

ontwikkeling werkgelegenheid zeehavens noorden

en nederland totaal werkgelegenheid noordelijke zeehavens(niet visserij)

W erkgelegenheid 0 2.000 4.000 6.000 8.000 10.000 12.000 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Ontwikkeling werkgelegenheid (2002 = 100 %) 40 60 80 100 120 140 Delfzijl Den Helder Harlingen Eemsmond Noordelijke zeehavens Totaal Nederland Noordelijke zeehavens Bron: Havenmonitor 2017 Bron: Havenmonitor 2017

Verschillen per haven

De groeicijfers over 2016 verschillen per haven.

Delfzijl vertoont een stabiele economische groei. Het aantal banen steeg in 2016 met 4,8 procent, de toegevoegde waarde met 4 procent. Wegvervoer, dienstverlening, op- en overslag en vooral de groothandel zijn de sterkste groeisectoren. De activiteit in de basisindustrie nam licht af.

De Eemshaven laat in 2016 een spectaculaire groei zien. De werk-gelegenheid nam in 2016 toe met 50 procent en de toegevoegde waarde met 41 procent. Deze sprong is vooral het gevolg van de investeringen in elektriciteitsproductie en in het datawarehouse van Google. Ook de op- en overslag in de Eemshaven liften mee met deze nieuwe activiteiten. In 2017 zijn grote uitbreidings investeringen in de haven gedaan. De cijfers daarvan komen volgend jaar beschikbaar.

Den Helders grootste werkgever is de Koninklijke Marine, met circa 7.500 werkzame personen. De commerciële haven worstelt deze jaren met de overgang van aflopende offshore-activiteiten voor olie en gas naar een vitale dienstverlenende functie in de aanleg van windparken op de Noordzee. De energietransitie die zich deze eeuw voltrekt, biedt grote kansen, mits ook ruimte in de haven kan worden vrijgemaakt. De haven is in deze echter geheel afhankelijk van besluitvorming over ‘wind op zee’ op landelijk niveau. Afgezien van de Marine nam in 2016 de werkgelegenheid in Den Helder af met 9,7 procent en de toegevoegde waarde daalde met 20,3 procent. Harlingen doet het zeer goed in de sectoren scheepsbouw en dienstverlening, de belangrijkste aanjagers voor een groei van de toegevoegde waarde met 16,9 procent in 2016. De werkgelegenheid nam in dat jaar toe met 14,4 procent. De overslag nam in 2016 toe met 11 procent.

toegevoegde waarde van de noordelijke zeehavens (niet visserij) Toegevoegde waarde 0 600 400 200 1.200 1.800 1.600 1.400 1.000 800 0 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Delfzijl Den Helder Eemsmond Harlingen Noordelijke zeehavens Bron: Havenmonitor 2017 Bemoedigende ontwikkeling

In 2017 voerde de Erasmus Universiteit een economische scenariostudie uit om in beeld te brengen wat de potentie van de noordelijke zeehavens is om zich te ontwikkelen tot krachtige eigenstandige economische clusters. De uitgangs-punten daarbij waren: inzet op innovatieve ontwikkelingen voor duurzaamheid, samenwerking met de natuurbescher-ming, halen van de klimaatdoelen van Parijs en inspelen op de status Werelderfgoed. De behaalde resultaten in de afgelopen jaren lijken met deze strategie te sporen. In de studie is ook de indirecte werkgelegenheid van de havens en Koninklijke Marine geschat; totaal direct en indirect gaat het om circa 35.400 werkzame personen (exclusief visserij in Harlingen, Den Oever en Lauwersoog).

Bronnen

L. van der Lugt, et al (2017) Havenmonitor. De economische betekenis van de Nederlandse zeehavens 2002 - 2016, Rotterdam, Erasmus UPT. Groningen Seaports (2018) Recordoverslag en forse impuls voor de werk gelegenheid in de regio, Delfzijl: Groningen Seaports.

M. Streefkerk (2017) ‘Port of Den Helder wil bijdrage leveren aan verdere verduurzaming energiesector’, Offshore & Maritieme Krant, #12, 10 oktober 2017, p. 23.

Jaarverslag Haven Harlingen 2017

B. Kuipers & O.M.C. van der Valk (2017) Waddenzee havens in 2030: robuuste ankers voor Waddeneconomie, Leeuwarden: Waddenacademie. Drukker in de haven, meer emplooi aan de wal. Foto: Leo colman

0 20 40 60 80 100 120

berekening litorale kokkelbiomassa in september in de waddenzee

Miljoen kilogram versgewicht

Bron: Wageningen Marine Research

oogstbare hoeveelheid (> 50 kokkels/m2) < 50 kokkels/m2

1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017

wilde oester, een nieuw soort waddengoud

De oesterbanken in de Waddenzee breiden zich uit ( zie ook pagina 30). Oesterrapers en overheid zijn onder regie van de provincie Fryslân in 2017 het overleg gestart over het duurzaam rapen van oesters in de Waddenzee. Tot op heden loopt een proefperiode waarvoor sinds 2010 aan achttien ‘rapers’ een NB-wetvergunning is verleend (oesters rapen valt niet onder de visserijwet). De actieve oesterrapers hebben tijdens de proefperiode eigen, stabiele afzet-kanalen ontwikkeld. Dat zijn korte lijntjes naar restaurants in het waddengebied, maar ook een exportbestemming ver weg. De kwaliteit van de waddenoester wordt door de consument hoog gewaardeerd. De werelderfgoedstatus helpt de sector in wording om de ‘wilde waddenoester’ verder te vermarkten. Ongeveer een kwart tot een derde van de oesterbanken ligt in het raapgebied rondom Lauwersoog (van de Paesensrede tot Schildknopen). In dit gebied is volgens de opgaven van de rapers de oesteroogst gegroeid van 3.377 kilo bij de start van het experiment naar 84.639 kilo in 2016. Deze toename benadrukt nog eens de potentie van de nieuwe activiteit, maar ook de noodzaak om goede afspraken te maken over een duurzame inpassing.

v i s s e r i j

goed mosseljaar; kokkelaars zien uit naar nieuwe zaadval

80 maatschappelijk en economisch gebruik | visserij maatschappelijk en economisch gebruik | visserij 81

De kottervisserij vanuit de verschillende Waddenzeehavens had, na het topjaar 2016, minder goede resultaten in 2017. Mosselvissers in de Waddenzee hebben in 2017 profijt gehad van de grote zaadval in 2016. De biomassa van het mossel-bestand op de droogvallende banken groeide van ruim 70 miljoen kilo in 2016 naar 104 miljoen in 2017. Ongeveer de helft daarvan is mosselzaad, waarvan 37 miljoen kilo is opgevist en uitgezaaid op de percelen in de Waddenzee. Het restant is in het najaar met rust gelaten voor een beter resultaat in 2018. Mogelijk hebben de vroege najaars stormen alsnog veel van het zaad verspreid. Kokkelvissers zagen in 2017 hun quotum verder dalen vanwege de nog uit-blijvende nieuwe grote zaadval van kokkels. Uit de voorjaarsmeting bleek het totale kokkelbestand met 32 procent te zijn afgenomen ten opzichte van 2016. Het quotum voor handkokkelaars bedraagt 2,5 procent van de totale op 1 september aanwezige hoeveelheid kokkels (vleesgewicht) op banken met meer dan 50 kokkels per m2. De geschatte oogstbare hoeveelheid kokkels kwam daarmee 42 procent lager uit dan het voorgaande jaar. [2]

Oesters rapen, arbeidsintensief en duurzaam. Foto: ’tailand

overtochten (retour) en overnachtingen op de eilanden in aantallen personen

Bron: waddengemeenten, VVV’s & waddenjachthavens

De tellingen zijn op de eilanden niet uniform uitgevoerd en zijn afhankelijk van uiteenlopende bronnen. Een deel van de opgaven berust daardoor deels op schatting door de bronhouders.

Geen of onduidelijke opgave

* 2016 2017 2016 2017 2016 2017 Texel * * * * 21.011 19.444 Vlieland 197.000 216.000 870.000 885.600 ca. 26.000 26.792 Terschellling 422.000 443.580 2.600.000 ca. 2.400.000 29.049 27.652 Ameland 593.000 2.020.000 ca. 2.100.000 3.532 3.750 Schiermonnikoog 284.000 ca. 300.000 ca. 500.000 ca. 500.000 ca. 7.000 6.682 overnachtingen jachthavens chartervloot niet meegerekend overnachtingen overtochten

z a n d w i n n i n g

zandwinning afgebouwd in komende vijf jaar

Al langere tijd wil het Rijk een eind maken aan het winnen van zand uit de Waddenzee, nu nog 500.000 m3 per jaar. Het inzicht is gegroeid dat het waddensysteem zelf een groot tekort heeft aan zand. Zand dat de Waddenzee naar zich toetrekt, komt uit het kustsysteem van de noordzijde van de Waddeneilanden. Die

onttrekking moet daar worden aangevuld. Daartoe wordt momenteel gemiddeld 5 miljoen m3 zand per jaar gesuppleerd. Zand winnen in de Waddenzee betekent dat er méér zand moet worden gesuppleerd. Momenteel mag alleen zand worden gewonnen dat vrijkomt bij het onderhoud van vaargeulen. Na 2022 zal geen zand meer mogen worden onttrokken en zal ook dit vrijkomende baggerzand binnen het waddensysteem worden verspreid. De vergunningverlening voor deze economische activiteit gaat uit van een afbouw met 100.000 m3

per jaar vanaf 2018.

zandwinning waddenzee – exclusief eems

1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022

Gewonnen volume en quotum in m

3 0 500.000 400.000 300.000 200.000 100.000 600.000 Quotum Hoeveelheid Bron: Rijkswaterstaat

t o e r i s m e e n r e c r e at i e

GERELATEERDE DOCUMENTEN