• No results found

Maatregelen voor ontwikkeling van een kennisexploiterende sector In hoofdstuk 3 is een alternatieve visie gepresenteerd van een visteeltsector die

4 Mogelijke maatregelen

4.4 Maatregelen voor ontwikkeling van een kennisexploiterende sector In hoofdstuk 3 is een alternatieve visie gepresenteerd van een visteeltsector die

gebaseerd is op kennisexploitatie met een beperkt productievolume van ver$ schillende soorten. Deze sector is innovatiegedreven, dynamisch en gebaseerd

43 op kennis. Voor deze sector is het belangrijk om nieuwe kennis te generen en

op de markt te brengen. Deze strategie vereist maatregelen waarvoor LNV en andere overheden het initiatief kunnen nemen. Deze maatregelen doelen in eer$ ste instantie op:

$ het behouden en verder uitbouwen van de Nederlandse kennisvoorsprong, bijvoorbeeld door nieuwe soorten, het boeken van technische vooruitgang, het veredelen van pootgoed en fokkerijprogramma's;

$ het stimuleren van permanente innovatie om te voorkomen dat een sector blijft hangen in een fase van volwassenheid en vervolgens terecht komt in een fase van teruggang;

$ het gebruik maken van duurzame technieken met verduurzamen als strate$ gie op zich, om ook op lange termijn winstgevend te blijven;

$ het dichtbij de markt werken en innoveren om nieuwe trends en kansen snel te identificeren, op te pakken en te implementeren en dus Nederlandse en Europese markten direct te bedienen;

$ het stimuleren van kennisexploitatie door Nederlandse bedrijven in binnen$ en buitenland. voorbeelden hiervan zijn de operaties van Coppens International, Fleuren & Nooijen en ACE in Afrika en Hesy Aquaculture in Kroatië en Rus$ land. Meerval in verschillende delen van de wereld en de vele andere Neder$ landse bedrijven en deskundigen die wereldwijd actief zijn (bijvoorbeeld Nutreco).

Het is de bedoeling dat bovenstaande maatregelen alleen die projecten en sectoren stimuleren die binnen de nationale visie en strategie passen. Maatrege$ len moeten zorgvuldig worden afgewogen en het is daarom ook van belang dat er strenge criteria komen om deze afweging zorgvuldig te kunnen maken. Naast het opstellen en implementeren van deze maatregelen moet er ook een actie$ plan komen, met duidelijke criteria om het effect van de maatregelen te kunnen evalueren. Het is van groot belang dat visie, strategie en maatregelen breed worden gedragen binnen zowel de visteeltsector als langs de productketen. Daarom is het noodzakelijk om te komen tot een bundeling van krachten tussen de overheid (ministeries, provincies en lagere overheden), viskwekers, bouwers van kweeksystemen, belangenorganisaties, kennisinstellingen, banken, en ande$ re relevante stakeholders. Verschillende reeds bestaande regelingen en maat$ regelen kunnen binnen deze strategie ingepast worden nadat deze zijn geëvalueerd en hun focus is aangescherpt.

Hieronder zullen een aantal maatregelen worden benoemd die deze strate$ gie kunnen ondersteunen. Deze eerste aanzet biedt geen garantie op volledig$

44

heid en moet afhankelijk van de ontwikkeling van een specifieke visie verder en in detail uitgewerkt worden. Het is zelfsprekend dat de maatregelen die in para$ graaf 4.2 genoemd zijn hier ook terug moeten komen.

a. Kennis van binnenlandse en buitenlandse markten, technieken en kansen

Kennis van binnenlandse en buitenlandse markten (bijvoorbeeld concurren$ ten, marktomvang, trends, volumes, prijzen, enzovoort) moet worden ver$ zameld en toegankelijk worden gemaakt voor Nederlandse ondernemers. Dit sluit aan bij de maatregelen in paragraaf 4.2.1 en is essentieel voor het suc$ ces van deze visie.

b. Kennisvoorsprong door innovatie

Het generen van kennis en het delen ervan kan op verschillende manieren gebeuren: door individuele bedrijven, of bedrijven en kennisinstellingen of door kennisinstellingen onderling. Belangrijk gegeven is dat kennis makkelijk toegankelijk moet zijn.

$ Bedrijven genereren kennis

Dit sluit aan bij regelingen zoals Innovatievouchers, Innovatie in de viske$ ten en het Europese programma Onderzoek voor MKB's. Hierbij is het van belang dat de aandacht wordt gevestigd op innovatieve projecten met concrete en substantiële toepassingsmogelijkheden. Om te beoor$ delen of projecten concrete en substantiële toepassingsmogelijkheden hebben is de inzet van onafhankelijke deskundigen van belang.

$ Bedrijven delen kennis

Dit sluit aan bij regelingen zoals Demonstratieprojecten en Kenniskringen Visserij.

$ Kennis voor bedrijven

Projecten die worden uitgevoerd door kennisinstellingen moeten er op gericht zijn om de innovatie in de Nederlandse visteeltsector te bevorde$ ren. Hiervoor is het noodzakelijk om fundamentele en toegepaste kennis of relatief eenvoudige wijze in de markt te zetten. Nationale en Europese programma's (Onderzoek voor MKB's, European Research Area Net$

works (ERANET)) zijn hier voorbeelden die verder uitgebouwd moeten

worden.

c. Duurzame technieken en productie

Hierbij kunnen verschillende bestaande maatregelen worden ingepast, name$ lijk: Innovatie in de visketen, Investering in de aquacultuur, MIA, VAMIL, EIA

en de Regeling Groenprojecten. Maar ook andere regels voor investeringen

45

d. Ketenontwikkeling en de afzet van Nederlandse producten in Europa en

eventueel andere hoogwaardige markten

Hierbij gaat het om het vermarkten van producten. Regelingen zoals Kwaliteit

en nieuwe markten, Certificering in de visketen, Verwerking en afzet in de

visketen en GMO$subsidie kunnen de basis bieden voor in te zetten instru$

menten.

e. Buitenlandse exploitatie van Nederlandse kennis

Hieronder kunnen subsidies vallen zoals door LNV en EZ worden toegekend voor buitenlandse investeringen door Nederlandse bedrijven en het promo$ ten van Nederland in het buitenland. Het is belangrijk dat de overheid een platform biedt om Nederlandse bedrijven te stimuleren om hun kennis te ex$ ploiteren en ook in buitenlandse markten te investeren ten gunste van de Nederlandse economie. Dit kan bijvoorbeeld door het exporteren van kweeksystemen. Daarnaast kan het ook door productie op een locatie met betere omgevingsfactoren (bijvoorbeeld arbeidskosten, klimatologische om$ standigheden), maar wel onder Nederlandse regie en met winstperspectief voor de Nederlandse sector.

f. Opleiding en onderwijs

Het uitbreiden van kennis in Nederland gaat gepaard met kennisoverdracht aan jonge ondernemers. Daarom is het van belang om een opleidingsstruc$ tuur te hebben, die zich aanpast aan belangrijke ontwikkelingen in binnen$ en buitenland. Het is belangrijk om innovatie al bij kennisoverdracht te stimule$ ren. Hogescholen en universiteiten moeten in samenwerking met kennisin$ stellingen en de sector weer het hart worden van innovaties in de visketen.

46

5

Synthese

De Nederlandse visteeltsector kenmerkt zich over het algemeen door een zwakke concurrentiekracht. Dit wordt veroorzaakt door een relatief hoge kost$ prijs en een gebrek aan onderscheidend vermogen. Het is primair de verant$ woordelijkheid van viskwekers om aan deze uitdagingen het hoofd te bieden. Ondernemers zijn zelf verantwoordelijk voor het identificeren van kansen en het leveren van een visproduct waarvoor de consument bereid is een goede prijs te betalen. Dit betekent echter niet dat de overheid hier geen enkele bijdrage aan kan leveren. Zoals in de mededeling van de Europese commissie staat is het 'noodzakelijk dat de openbare instanties een geschikt kader vaststellen en bij$ dragen tot het wegruimen van belemmeringen in de nationale wetgeving' (EU, COM(2009) 162). Het is daarmee dus in ieder geval de taak van de nationale overheid (i.e. LNV) om te faciliteren en belemmeringen weg te nemen. Minimaal beschouwd kan het daarbij dan gaan om het creëren van een level playing field. Mits dit in het publieke belang is kan dit echter ook breder worden gezien en dan gaat het bijvoorbeeld om zaken als het formuleren van een nationale aqua$ cultuurstrategie, het stimuleren van samenwerking, (duurzame) investeringen en kennisontwikkeling en $uitwisseling.

Op dit moment zijn er in de visteeltsector door overheid en bedrijven al een groot aantal instrumenten ingezet. Veel van deze instrumenten sluiten goed aan bij de huidige zwakke punten van de sector. De belangrijkste vraag is dan ook waarom er (nog) geen sprake is van een kansrijke Nederlandse visteeltsector. Wordt er geen gebruik gemaakt van bestaande regelingen of is het budget on$ voldoende? Daarnaast is een aantal bestaande regelingen niet toegankelijk voor de visserij in het algemeen of aquacultuur in het bijzonder. Het voert echter te ver om daar in dit rapport op in te gaan. Alvorens deze instrumenten (op een andere manier) in te zetten is het van belang om een fundamentele strategische keuze te maken. Een ontwikkelingstraject vanuit de huidige situatie naar een meer competitieve visteeltsector kent twee uitersten. De eerste optie gaat er$ van uit dat de Nederlandse visteeltsector zich vooral op de productie blijft toe$ leggen, terwijl de tweede optie een visteeltsector schetst waar naast het produceren van vis de nadruk ligt op de exploitatie van kennis. Op basis van de$ ze twee uiteenlopende opties kunnen keuzes gemaakt worden. Deze keuzes vereisen dat de verschillende scenario's duidelijk in kaart worden gebracht, zo$ dat er sprake is van betrouwbare en consistente beslisinformatie. Ten slotte is

47 het van belang dat de gekozen strategie breed wordt gedragen binnen de vis$

teeltsector en langs de productketen.

Afhankelijk van de geselecteerde strategie kunnen specifieke maatregelen worden genomen om de gewenste situatie te realiseren. Daarnaast kunnen, on$ afhankelijk van de gekozen strategie, algemene maatregelen worden genomen welke een positieve bijdrage kunnen leveren aan de ontwikkeling van de sector.

$ algemene maatregelen

$ faciliteren ondernemerschap;

$ inzet onafhankelijke deskundigen;

$ strenge subsidievoorwaarden om projectvoorstellen te beoordelen;

$ stimuleren van kennisuitwisseling;

$ maatregelen voor ontwikkeling vanuit de huidige visteeltsector

$ vergroten marktpotentieel;

$ ketenontwikkeling;

$ kostprijsverlagende maatregelen;

$ overige maatregelen;

$ maatregelen voor ontwikkeling naar een nieuwe kennisexploiterende sector

$ behouden en verder uitbouwen van de Nederlandse kennisvoorsprong;

$ stimuleren van permanente innovatie;

$ verduurzamen als strategie;

$ dichtbij de markt werken en innoveren;

48

Literatuur

EU, Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement $

Bouwen aan een duurzame toekomst voor aquacultuur $ COM, 162, 2009.

EU, Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement $

Een strategie voor de duurzame ontwikkeling van de Europese aquacultuur $

COM, 511, 2002.

FAO, Opportunities for addressing the challenges in meeting the rising global

demand for food fish from aquaculture. Committee on Fisheries, Sub$committee

on Aquaculture, fourth session, FAO, Chile, 2008.

GfK, Ontwikkelingen vis, schaal$ en schelpdieren Nederland. GfK Panel Services, 2009.

Ministerie van LNV, Viskweek in Nederland, Een aanzet voor een nationale agen$

da ten behoeve van verdere duurzame ontwikkeling van de viskweek. 2004.

Positioneringsgroep, Consument aan het roer, Consumentendenken in de Ne$

derlandse visketen. Hilversum, 2008.

RIVO, Potentiële soorten voor de Nederlandse Aquacultuur. Rapport C073/05, IJmuiden, 2005.

SER, Keurmerken en duurzame ontwikkeling. SER Advies, 2004.

Smit, J.P.G., Kansrijke distributiestrategieën voor de Nederlandse vissector. NRLO, 1998.

Smit, J.P.G., Globale inschatting van het marktpotentieel van in Nederland te

kweken vissoorten. LEI, Den Haag, 2008.

Taal, C., H. Bartelings, A. Klok en J.A.E. van Oostenbrugge, Visserij in Cijfers 2007. LEI, Den Haag, 2007.

49

Bijlage 1

Regelingen

Collectieve acties in de visketen

Deze subsidie is voor visserij$ of aquacultuurondernemingen of voor beroepsor$ ganisaties of samenwerkingsverbanden binnen de visketen met eventueel een maatschappelijke organisatie. Het gaat dan om projecten die zich richten op samenwerkingsvormen in de visketen of praktijknetwerken die samenwerking versterken of innovatie in de visketen ondersteunen. Het gaat vooral om:

$ beter beheer van visbestanden;

$ duurzame vismethoden;

$ ketensamenwerking;

$ samenwerking tussen onderzoekers en vissers of visserijondernemingen;

$ uitwisseling van kennis;

$ internationale samenwerking;

$ ontwikkeling van de aquacultuursector. Kenniskringen visserij

Het ministerie van LNV heeft besloten om 'kenniskringen' van vissers te onder$ steunen. Kenniskringen zijn (studie)groepen van vissers die zelf uitdagingen, vragen of problemen hebben geformuleerd en die samen met onderzoek en an$ dere organisaties naar oplossingen willen zoeken. Deze groepen kunnen onder begeleiding van het LEI en IMARES rekenen op ondersteuning, onder andere door het beantwoorden van kennisvragen, hulp bij de organisatie van besprekin$ gen, het leggen van contacten met andere organisaties en het opstellen van projectplannen die bij het Visserij Innovatie Platform (VIP) kunnen worden inge$ diend. Op die manier kan de sector dus rekenen op 'gratis' toegang tot kennis en expertise van het LEI en IMARES. Wel wordt dan verwacht dat ook de vissers zelf inzet tonen, door bijvoorbeeld hun eigen kennis te delen.

Businessplannen in de Nederlandse kottervisserij

Met het project 'Businessplannen in de Nederlandse kottervisserij' heeft het mi$ nisterie van LNV, door financiële ondersteuning, de visserijsector de mogelijk$ heid geboden om 'ondernemerschap' in de visserij te versterken zodat de sector straks beter op de toekomst is voorbereid.

50

Demonstratieprojecten

Voor ondernemers die een vernieuwend idee hebben en dat in de praktijk willen demonstreren is de regeling demonstratieprojecten bedoeld. De ondernemer 'demonstreert' het idee aan anderen.

Het gaat dan bijvoorbeeld om:

$ doelgerichte vernieuwingen en kennis over een bepaald onderwerp te ver$ spreiden;

$ of om toepasbare nieuwe kennis of technologieën, die verder gaan dan de wettelijke minimumnormen, te bevorderen;

$ of om in de praktijk (op grotere schaal) resultaten van vernieuwingen te tes$ ten en te demonstreren;

$ of om niet alleen de concurrentiepositie van het bedrijfsleven te verbeteren, maar ook de toepassing van vernieuwingen te stimuleren die vanuit het oog$ punt van milieu$ of natuurdoeleinden een positief effect hebben.

De subsidie Demonstratieprojecten bestaat uit de onderdelen Biologische landbouw, Energie, Intensieve veehouderij en Melkveehouderij.

Beroepsopleiding en voorlichting

Deze subsidie is voor agrarische ondernemers die hun vakkennis willen vergro$ ten. Dit kan met een bedrijfsconsult, opleiding, training of voorlichtingsbijeen$ komst. De inhoud hiervan moet aansluiten bij hun vakgebied of onderneming. De regeling is bedoeld voor:

$ landbouwbedrijven met liquiditeitsproblemen;

$ biologische landbouw;

$ veehouderij;

$ vergroten van vaktechnische randvoorwaarden GLB. Innovatie in de visketen

Subsidie voor projecten die zijn gericht op het verwerven en verspreiden van nieuwe technische kennis. Die kennis moet op praktijkschaal toepasbaar zijn. Het gaat om maatregelen die van gemeenschappelijk belang zijn voor de sector en die verder reiken dan de gangbare maatregelen van ondernemers.

Innovatievouchers

Ondernemers die willen innoveren kunnen hun voordeel doen met wetenschap$ pelijke kennis om hun vragen te beantwoorden. Universiteiten en onderzoeksin$ stellingen hebben deze kennis vaak op de plank liggen. Maar helaas weten mkb$

51 bedrijven en kennisinstellingen elkaar lang niet altijd te vinden. Om de brug te

slaan zijn de innovatievouchers in het leven geroepen. Een innovatievoucher is een virtuele tegoedbon, die een mkb$ondernemer kan inruilen tegen kennis. Certificering in de visketen

De subsidie is bedoeld voor een samenwerkingsverband van visserijonder$ nemingen, erkende beroepsorganisaties of een combinatie hiervan. Individuele vissers komen dus niet in aanmerking, groepen van vissers of visserijonder$ nemingen wel. Op deze manier wordt het gemeenschappelijk belang voor de visserijsector gewaarborgd. De regeling is bedoeld voor vis die is gevangen of schelpdieren die gekweekt zijn met een milieuvriendelijke vangst$ of productie$ methode. Het vis$ of kweekgebied bestaat uit: het IJsselmeer, de binnenwate$ ren, een van de kustwateren, de exclusieve 12$mijlszone of een internationaal statistisch zeevisserijgebied.

Kwaliteit en nieuwe markten visketen

Verduurzaming is nodig om de visserij$ en aquacultuursector ook op langere termijn perspectief te bieden. De subsidie 'Kwaliteit en nieuwe markten in de visketen' geeft de kans om de kwaliteit van uw visserijproduct te verhogen. Ook geeft deze subsidie de mogelijkheid om nieuwe markten te verkennen voor vis$ serijproducten. Het project moet gericht zijn op de verbetering van de kwaliteit van visserijproducten of op de ontwikkeling van nieuwe markten voor visserij$ producten. Deze subsidie wil het duurzame vermogen binnen de visketen stimu$ leren. Hierbij moet gedacht worden aan ecologische, economische en sociale duurzaamheid. Een voorbeeld is een betere prijs$kwaliteitverhouding of het ver$ kennen van nichemarkten.

Verwerking en afzet in de keten

Modernisering is nodig om de visserijsector ook op langere termijn perspectief te bieden. De subsidie 'Verwerking en afzet in de visketen' geeft de kans om vernieuwende en duurzame alternatieven op te starten en nieuwe technologieën toe te passen. Het gaat om een subsidie voor een duurzame productieproces of voor de verbetering van de kwaliteit van visserijproducten.

GMO$subsidie

Sinds 1997 worden dank zij de Gemeenschappelijke Marktordening (GMO) voor groenten en fruit nieuwe impulsen gegeven aan de sector. Dank zij de financiële steun voor de operationele programma's van de erkende telersverenigingen

52

moet de sector beter kunnen inspelen op de uitdagingen van een meer open en meer concurrentiegerichte markt. Concentratie van het aanbod, kwaliteitspro$ ductie en dienstverlening aan de telers zijn enkele van de nieuwe sleutelwoorden voor de betrokkenen.

Promotiecampagnes

De Europese Commissie ondersteunt drie Nederlandse promotiecampagnes voor groenten, kalfsvlees en planten. In totaal draagt Brussel € 4,3 miljoen bij aan voorlichtingprogramma's en activiteiten om de afzet van Nederlandse papri$ ka's, kalfsvlees en snijtulpen in Europa te bevorderen. De helft wordt door de EU betaald, de andere helft door de branche zelf. Landbouwsectoren die een pro$ gramma opzetten om hun product te promoten op de Europese markt komen in aanmerking voor een subsidie uit Brussel. In totaal zijn er zo'n vijftien Neder$ landse programma's die geld van de EU krijgen. De bedragen lopen uiteen van € 70.000 tot € 3 miljoen. Zo krijgt de campagne 'Kip. Het meest veelzijdige stukje vlees' een subsidie van € 2,9 miljoen.

Garantstelling landbouw

Bij het verstrekken van financieringen aan agrarisch ondernemers, letten banken onder meer op het onderpand. Als de ondernemer op een gegeven moment niet in staat is om aan zijn leningsverplichtingen te voldoen, kan dit voor de bank aanleiding zijn om de lening op te zeggen. Het onderpand van de ondernemer $ denk hierbij aan de waarde van grond, gebouwen en, machines $ bepaalt in zo'n geval of de bank het uitgeleende geld volledig terug kan krijgen. Echter, als het onderpand niet voldoende waarde heeft, bestond er het Borgstellingsfonds. Het Borgstellingsfonds is een fonds van de Nederlandse overheid dat zich garant stelt voor leningen aan agrarische ondernemers die onvoldoende zekerheid aan banken kunnen geven. Op 11 augustus 2008 is in de Staatscourant een wijzi$ ging van het 'Besluit Borgstellingsfonds' gepubliceerd. Als gevolg hiervan is het niet meer mogelijk om borgstelling aan te vragen voor:

$ het kweken van vis voor menselijke consumptie;

$ het houden van dieren voor de huid/pels ten behoeve van lederwaren en bont;

$ investeringen in productierechten (zoals dierrechten en melkquotum). Deze wijzigingen zijn het gevolg van nieuwe (Europese) regels voor de sub$ sidieverlening aan de agrarische sector.

53 Investeringen in de aquacultuur

Het fonds richt zich op de versterking van de aquacultuursector in Nederland. Meer concreet van de viskweek$ en schelpdierensector. Van 1 tot en met 26 september 2008 stelt het ministerie van LNV een subsidieregeling open voor productieve investeringen in de aquacultuur. Dit zijn investeringen voor de uit$ voering van projecten die betrekking hebben op de bouw, uitbreiding, de uitrus$ ting en de modernisering van productie$installaties voorzover het project is gericht op:

$ aquacultuurmethoden die de negatieve gevolgen voor het milieu aanzienlijk terugdringen of op methoden die de positieve gevolgen voor het milieu ten opzichten van de gangbare praktijk in de aquacultuursector vergroten;

$ diversificatie van het productieproces van nieuwe vissoorten;

$ de productie van vissoorten met goede afzetvooruitzichten.

Het gaat in dit geval dus niet om proefprojecten, maar om investeringspro$ jecten met een goed economisch vooruitzicht. In het geval het de kweek van een nieuwe soort betreft zal de aanvraag vergezeld moeten gaan van een goe$ de marktanalyse. Soorten die niet gehouden mogen worden op basis van de Gezondheids$ en Welzijnswet voor dieren zijn uitgesloten van subsidie, tenzij men over een ontheffing beschikt.

VAMIL

Vamil staat voor 'Willekeurige Afschrijving Milieu$investeringen'. De Vamil biedt ondernemers die investeren in milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen een liquiditeits$ en rentevoordeel doordat de investering op een willekeurig moment kan worden afgeschreven. Met Vamil mag de ondernemer zelf bepalen wanneer hij de inves$ teringskosten van een bedrijfsmiddel afschrijft. Door sneller af te schrijven drukt een ondernemer de fiscale winst en betaalt minder inkomsten$ of vennoot$ schapsbelasting. De jaren daarna kan hij minder afschrijven, maar hij boekt wel