• No results found

Maatregelen

In document KADERNOTA 2018 – 2021 (pagina 38-41)

De ontwikkelingen uit de kadernota leiden tot meerjarige tekorten. Bij de kaders (hoofdstuk 2) is gesteld dat het uitgangspunt een structureel sluitende begroting is. Daarom wordt in dit

hoofdstuk een pakket aan bezuinigingen en inkomstenverhogingen voorgesteld waarbij de kadernota voor de jaren 2018 tot en met 2020 weer positief is. Alleen 2021 is nog negatief. Het betreffen bezuinigingsvoorstellen die een richting duiden. Wanneer de raad met de voorstellen instemt, worden ze gedurende het begrotingstraject verder uitgewerkt en ingevuld. Het College is voornemens een structureel sluitende meerjarenbegroting aan u voor te leggen. Onderstaand is een overzicht gegeven van de voorgestelde bezuinigingrichtingen.

12.1 De voorgestelde richting

1. Bijdrage COA

In 2017 heeft de gemeente een bedrag van € 556.000 voor de jaren 2016 tot en met 2022 ontvangen als compensatie voor de kosten voor de onderwijsvoorziening op de COA-locatie te Leersum.

( zgn. OHBA-gelden). Omgerekend betekent dit een vergoeding voor gemaakte en nog te maken kosten van € 79.000 per jaar. De bijdragen voor 2016 en 2017 verwerken wij onder aftrek van de kosten die eventueel nog nodig zijn voor de verdere inrichting van de schoollocatie, in de 2e bestuursrapportage 2017. Vanaf 2018 verwerken wij de vergoeding jaarlijks in de begroting omdat de nog te maken kosten in de meerjarenbegroting al wel zijn geraamd.

2. Extra gelden Rijk / onderbesteding regelingen

We ontvingen in de decembercirculaire extra gelden voor het bestrijden van armoede bij kinderen. Deze gelden zijn toegevoegd aan programma 5. We zetten vanuit eigen middelen al stevig in voor een goed pakket aan regelingen ter bestrijding van armoede, o.a. bij kinderen. In 2016 waren onze eigen gelden ruimschoots voldoende om ons beleid uit te voeren. Er was sprake van een substantiële onderbesteding. Deze kan deels verklaard worden doordat het gebruik van nieuwe regelingen moet groeien. Samen met de extra gelden die we van het Rijk ontvingen, zien we vanaf 2017 een forse ruimte in het budget. We stellen voor om het budget met 100.000 te verlagen. Er blijven voldoende middelen over om het beleid uit te voeren en het gesprek te voeren over meer maatregelen om armoede bij kinderen te bestrijden.

(Bedragen x € 1.000)

Ombuigingen 2018 2019 2020 2021

1Bijdrage COA 79 79 79 79

2Onderuitputting regelingen 100 100 100 100

3Woonvisie 100 0 0 0

4Energie maatwerk advies 30 30 30 30

5Aframen MIP 0 100 125 175

6Bijstellen inflatiepost 65 65 65 65

7Leges capaciteit 300 300 300 300

8BTW aan rioolheffing 0 500 500 500

Totaal ombuigingen in kadernota 2018-2021 674 1.174 1.199 1.249

39 3. Woonvisie

We stellen voor om eenmalig in 2018 een bedrag van € 100.000 uit het budget voor de Woonvisie te halen. Dit is mogelijk omdat in dat jaar het salarisbudget dubbel is opgenomen (één maal in het budget voor de woonvisie en éénmaal in de reguliere begroting.

4. Energie Maatwerk Advies

Oorspronkelijk zijn we gestart met een budget van € 50.000 voor het leveren van energie maatwerk advies. Daarvan resteert momenteel € 30.000. Om deze adviezen de komende jaren toch te kunnen leveren, wordt voorgesteld dit te dekken vanuit de reserve woonkwaliteit.

5. Aframen MIP

In het Meerjarig Investeringsprogramma (MIP) staan de investeringen vermeld waar de raad nog niet eerder over heeft besloten. Daarmee is er nog geen krediet beschikbaar gesteld en moeten de activiteiten nog een aanvang nemen. Daarbij gaat het om een combinatie van

vervangingsinvesteringen, reguliere investeringen (conform beheer-/onderhoudsplannen) en incidentele investeringen. Hoewel nut en noodzaak van alle individuele kredieten aantoonbaar zijn, is er geld nodig om de Kadernota te laten sluiten. Daarom wordt voorgesteld om ten aanzien van alle kredieten uit het MIP nogmaals te toetsen of ze onvermijdelijk en onuitstelbaar zijn.

Daarbij gaat het alleen om de kredieten die uit de algemene middelen worden gedekt, dus om investeringen in wegen, groen, scholen, sportvelden, ICT enz. Voorgesteld wordt om de voorgestelde projecten uit het MIP te schrappen en/of te vertragen waardoor vanaf 2019 een daling van de verwachte afschrijvingslasten optreedt van € 100.000, oplopend tot € 175.000 vanaf 2021. Een afschrijvingslast van € 100.000 staat gelijk aan het uitstellen van investeringen voor een bedrag dat kan oplopen tot één miljoen. Wanneer de raad instemt met dit voorstel zullen hier bij de begroting concrete voorstellen voor worden gedaan.

6. Bijstellen inflatie 2017

Afgelopen jaren hebben we gelden vanuit het gemeentefonds, bestemd voor de opvang van inflatie, op een algemene stelpost geplaatst. De mate van uitputting hing af van de mate waarin actief beroep werd gedaan op dit budget. In het inflatiebudget 2017 zit een structurele

onderuitputting van € 65.000 die vrij kan vallen in de kadernota 2018.

7. Leges capaciteit

Leges mogen maximaal kostendekkend zijn. 100% kostendekkendheid is bij onze gemeente ook het vertrekpunt. Uit de begroting 2017-2020 (zie paragraaf lokale heffingen) blijkt echter dat de leges niet kostendekkend zijn. Afhankelijk van de titel die het betreft, overstijgen de lasten de baten op de volgende wijze:

(Bedragen x € 1.000)

Kostendekkendheid Leges 2017 Baten Lasten

Titel 1: Algemene Dienst 1.147 1.392

Titel 2: Dienstverlening die valt onder fysieke

dienstverlening / omgevingsvergunning 1.180 1.483

Titel 3: Dienstverlening die valt onder de europese

dienstenrichtlijn 13 16

40

De baten zijn € 551.000 lager dan de lasten. Voorgesteld wordt om in de begroting 2018 een stap te zetten naar verdere kostendekkendheid voor een bedrag van € 300.000 door de baten te

verhogen. Daarbij richten we ons met name op de baten uit artikel 2 (bouwvergunningen). In titel 1 zitten namelijk de paspoorten en rijbewijzen, welke een wettelijk maximum tarief kennen.

Regelgeving staat het overigens toe om een eventuele onderdekking op de ene titel te compenseren met een overdekking op de andere titel. Wanneer de raad instemt met deze inkomstenverhoging zal ook de optie van kruissubsidiering tussen titel 1 en titel 2 worden betrokken bij de uitwerking.

8. BTW aan rioolheffing

Op dit moment wordt er voor € 350.000 aan BTW toegerekend aan de rioolheffing. Dit bedrag is al lange tijd constant. Wanneer we alle BTW-gerelateerde uitgaven aan het riool bij elkaar optellen, zien we dat er in de periode 2018 – 2021 voor een bedrag van ongeveer € 850.000 aan BTW wordt toegerekend. Dit betekent dat het kostendekkend maken van de rioolheffing leidt tot een voordeel voor de algemene middelen van € 500.000. Dit zou betekenen dat de rioolheffing voor een huishouden zou stijgen van € 225 naar € 249.

41

In document KADERNOTA 2018 – 2021 (pagina 38-41)