• No results found

Wat in Maastricht bij de keuze voor een gemeenschappelijke

In document Het uur van Europa (pagina 66-69)

munt niet was geregeld, had

afgesproken moeten worden bij

de creatie van de euro

munt te komen. Dat was de voorwaarde. Als je terugkijkt naar dat moment hebben Hans van den Broek en ik toen moeite gedaan om dat element van een politieke unie toch een betere start te geven of in ieder geval afspra-ken te maafspra-ken.’

‘En dan komt die befaamde anekdote. Wij tweeën gaan naar Parijs en dan zegt Mitter-rand: “Mais monsieur Lubbers, le Parlement européen est zero, la Commision est zero. Zero plus zero fait zero.” Die avond bel ik Helmut Kohl en zeg: “Helmut, dit is ernstig, dit gesprek. Want als je het zo scherp stelt en dit als uitgangspunt zou moeten nemen, dan moet je aan dat hele avontuur van één munt niet beginnen. Dat is gewoon niet ver-antwoord om te doen.” Maar het ver-antwoord van Kohl is veelzeggend: “Ruud, ik begrijp wat je zegt, want ik ben ook christendemo-craat. Ik ben ook voor die politieke unie, maar het is zo belangrijk om in Maastricht te beginnen. Als dit nu mogelijk is, moeten we het ook doen. En ik zal het doen.” Als je dit in ogenschouw neemt, begrijp je beter hoe Maastricht tot stand kwam. Mitterrand had op zijn beurt aarzelingen over de conver-gentiecriteria, want dat vond hij maar een Duitse eis. Maar omdat hij toch ook wilde doorzetten, ging hij akkoord.’

‘Een kleine drie jaar later – ik was toen geen minister-president meer – nodigde François Mitterrand mij uit voor een lunch à deux. Hij zou het Élysée gaan verlaten en wil-de afscheid nemen en ook qua gezondheid maakte hij het niet best. In het gesprek dat we toen hadden, gaf hij aan zich grote zor-gen te maken over de toekomst van Europa, en te betreuren dat hij Kohls veto over de op-volging van Delors door mij had gesteund. Ik antwoordde dat gedane zaken geen keer nemen en wenste hem sterkte met zijn ge-veel uitbreiden, en aan de andere kant de

on-derschatting – door iedereen, dus ook door mij – van het gebrek aan governance. Maar het was niet anders. Mitterand, en daarom ook Kohl, wilden in 1991 nog geen begin van de politieke unie. Ik ging er toentertijd van uit dat tegelijk met het begin van de Euro, als er ongeveer vijf jaar na Maastricht vol-doende discipline was gebleken, bij die ge-legenheid ook het “onvoltooide” Maastricht – u weet wat ik daarover zei – voltooid zou worden. Niet dus. En daarvoor werd later een grote prijs betaald. Pas nu wordt met het plan van Van Rompuy Maastricht voltooid. Dat is vijftien jaar te laat.’

‘Iemand als Kohl, toentertijd niet voor niets Mr. Europe genoemd, vond het gewel-dig wat we bereikt hadden. Met de conver-gentiecriteria zouden we bewijzen dat het invoeren van de gemeenschappelijke munt mogelijk was. Maar bij hem ging het toch vooral om uitbreiding met de vroeger door Moskou gedomineerde en bezette landen. Dat was en bleef Kohl’s missie. Maar gelijk was het ook zo dat ten tijde van de totstand-koming van de euro de oude club die aan de single currency had gewerkt grotendeels van het politiek toneel was verdwenen. Zo was Delors gestopt als ec-voorzitter, ikzelf was er na twaalf jaar mee opgehouden, en uitgere-kend in 1998 ging Kohl politiek kopje-onder.’

Ten tijde van het Verdrag van Maastricht deed Nederland het voorstel om de Euro-pese eenwording te bestendigen in een hechtere politieke unie. Kohl koos uitein-delijk de kant van de weerstrevende Mit-terrand. Wreekt de geschiedenis zich hier?

‘Mitterrand vond het noodzakelijk bij de eenwording van Duitsland tot één Europese

land samen redenen hadden om het steeds eens te zijn, maar liever niet over al te veel discipline. De convergentiecriteria, die be-wijsbaar gevolgd moesten worden, werden dus niet echt serieus genomen. Het was de tijd van Bondskanselier Schröder.’

‘Wat men wel serieus deed was de ecb geen volwaardige bank voor de Eurozone te laten worden. Vanaf het begin is de ecb als het ware een man wiens armen zijn vastge-bonden. Een van de redenen dat dit gebeur-de is dat gebeur-de Duitsers angebeur-ders in gebeur-de problemen komen met hun grondwet. En dat is het pro-bleem gebleven.’

‘Inmiddels is er nu – hoewel vijftien jaar te laat – het plan van Van Rompuy. Stap voor stap wordt dat geïmplementeerd. Bondskan-selier Merkel toont zich zo Europeaan en als zij wordt herkozen, zal zij dat karwei afma-ken. Maar op dit moment zie je dat Mario Draghi in Duitsland nooit helemaal gelegiti-meerd is in wat hij allemaal doet. Wat je weer ziet – en er begint zich bij mij toch iets van boosheid te ontwikkelen – is dat er allerlei artikelen verschijnen over het Bundesverfas-sungsgericht en constitutionele toetsing; ze lijken er niet genoeg van te krijgen in Duits-land. Ze moeten echter nu eens helderheid verschaffen en een keus maken. Je kunt dan echter niet alsmaar doorgaan met dat tekort aan governance.’

‘Het team dat er nu zit is uitstekend: Herman Van Rompuy, Mario Draghi en Olli Rehn. Een gouden trio, dat door Angela Merkel tot een mooi kwartet wordt gemaakt. Merkel moet echter de benodigde verant-woordelijkheden en bevoegdheden nu wel vastleggen, want de Duitsers gaan maar door met het markeren van hun uitzonde-ringspositie. Eurobonds? Nee, dat zal nooit zondheid. Mitterrand had in ieder geval vlak

voordat hij wegging een angstig gevoel dat zijn volledig wedden op Kohl als Mr. Europe wel eens tegen zou kunnen vallen.’

Legt de huidige financiële en economische crisis, die begon met de val van Lehman Brothers, dus eigenlijk een aantal struc-turele onevenwichtigheden in de eurozone bloot?

‘Jazeker, maar ook meer aspecten van ons financiële en economische systeem. Ook de Amerikanen hebben intern behoorlijk wat moeten aanpassen vanwege de financiële in-novaties van het nieuwe bankieren, maar in de euro is het tij dan als het ware niet meer te keren. De G20 stelt dan de Financial Stability Board in en er komt wereldwijd aandacht voor good governance. Het is wel heel pikant in de geschiedenis dat vervolgens een Itali-aan, Mario Draghi, de eerste voorzitter van de fsb wordt en leiding gaat geven aan het opzetten van beter financieel toezicht. Aan diezelfde Draghi is nu de ecb toevertrouwd, en hij blijkt behalve heel creatief ook heel disciplinair. Mijn oordeel over Draghi is heel positief, want hij verstaat op een knappe manier de kunst om rekening houdend met de recessie zijn uiterste best te doen en tege-lijkertijd de noodzaak van begrotingsdisci-pline recht te doen.’

‘Uitgerekend met die discipline is het misgegaan in Griekenland. De Grieken wa-ren eind negentiger jawa-ren niet klaar voor de euro, omdat ze niet aan de criteria voldeden, maar er was toen al iets binnengeslopen in Europa waardoor men zei: “Ach, dat zijn politieke kwesties.” Hier heeft zeker een grote rol gespeeld dat Frankrijk en

Duits-‘Maar of dat realistisch is, betwijfel ik echter, want de mensen die ik ontmoet zeg-gen allemaal dat pas na de verkiezinzeg-gen in Duitsland nieuwe verdragsonderhande-lingen kunnen beginnen. Kijk, we doen dat allemaal, maar tegelijkertijd hebben we al heel wat verkiezingen in Duitsland gehad. Nee, men zou het juist tot inzet van de ver-kiezingen moeten maken. Niet dat Merkel niet haar uiterste best doet, maar op een gegeven moment moet je toch kiezen, want je krijgt vooral in Zuid-Europa enorme span-ningen. Iedere regeringsleider kent dat je twee dingen tegelijk moet doen: discipline en solidariteit. Dat is niet te ontkoppelen. De Duitsers kunnen niet blijven stellen dat zij nu eenmaal hun eigen lijn hebben, omdat zij politiek klem zitten. Het is uiteindelijk ondoenlijk om telkens Europese Raadsver-gaderingen te houden in de wetenschap dat niet kan worden gedaan wat werkelijk nodig is. Nee, dan komt het erop aan om het in eigen land beter te legitimeren.’

Een veelgehoord kritiekpunt is dat de Europese economieën onderling te veel verschillen. Is het samenbrengen van sterk verschillende economieën onder één gemeenschappelijke munt een van de die-pere oorzaken van de eurocrisis?

‘Daar zit zeker iets in, maar uiteindelijk geloof ik niet dat hier de oorzaak ligt. De Europese economieën zijn sinds Maastricht juist naar elkaar toe gegroeid. Er zijn jaren geweest – en dat komt natuurlijk door de regionale fondsen – dat landen als Ierland, Portugal en Spanje geweldig presteerden. Nee, ik denk eerder dat het omgekeerd is. De ontwrichtende werking van de financiële crisis, gepaard aan het Europese tekort aan gebeuren zeggen onze Oosterburen! Maar

hoe kun je nu één munt maken en één bank, maar vervolgens die bank verbieden om geld uit te geven?’

Deelt u dan ook de opvatting van het Bun-desverfassungsgericht dat, als Duits-land verder wil met de Europese inte-gratie, men dan helder moet kiezen wat voor soort unie men wil? En vooral dat de keuze voor een politieke unie moet worden voorgelegd aan het Duitse volk?

‘Ja, dat hadden ze eigenlijk al moeten doen, maar Duitsland heeft dat opgelost door te zeggen: “We gaan wel voor de euro, maar de mensen in de Commissie mogen geen governance uitoefenen en de ecb-president mag niet doen wat een normale bankpresi-dent doet.” In Maastricht heeft dat geleid tot de convergentiecriteria, maar nu blijken een Europese minister van Financiën en een volwaardige bankpresident onontkoombaar. Het wordt daarom hoog tijd dat de Duitsers een keuze maken: willen we nu Europeaan

zijn of niet? Dat kan worden besloten door iets voor te leggen aan de bevolking, bij-voorbeeld de keuze voor een bankenunie. Immers, het alsmaar beperken van Euro-pese functionarissen, omdat anders eerst de Duitse bevolking moet worden geraad-pleegd, wordt zo langzamerhand bizar.’

Het beperken van Europese

In document Het uur van Europa (pagina 66-69)