• No results found

M ETHODEN WAARMEE DE P LANCHECKER VERGELEKEN WORDT

3.2.1.V

ERANTWOORDING KEUZE METHODEN

Om de waarde van de Planchecker te kunnen vaststellen is het van belang dat de instrumenten waarmee de Planchecker vergeleken wordt zich op dezelfde aspecten focussen als de Planchecker. In dit onderzoek wordt alleen gekeken naar de functionaliteit van de volledigheidsbeoordeling van de Planchecker (voor een verantwoording zie paragraaf 3.3). Hierdoor vallen verschillende van de genoemde tekstanalysemethoden in hoofdstuk 1 af; de leesbaarheidsformules en de meer subjectieve methoden die meer/andere aspecten checken dan alleen volledigheid; het CCC-model en de plus-en-minmethode.

Wat betreft volledigheid is van belang te bepalen wat de term volledigheid voor beleidsstukken/woonvisies inhoudt. Volledigheid kan door eenieder anders gedefinieerd worden. De vraag is of de volledigheidsdefinitie van de Planchecker overeenkomt met de volledigheidsvisie van relevante partijen. De doelboom, het stofschema en de piramide definiëren volledigheid als doelen, middelen en in het geval van het stofschema en de piramide, ook argumenten. De belangrijkste reden dat geen van deze drie analysemethoden worden gebruikt in dit onderzoek is dat het voor een niet-inhoudsdeskundige lastig is om waarde toe te kennen aan de kwaliteit van de verschillende doelen-middelenschema’s; de kennis ontbreekt om te bepalen wat er in de schema’s ontbreekt. Om deze reden is uiteindelijk gekozen om de Planchecker te vergelijken met twee modellen die ook specifieke eisen stellen aan de inhoud van woonvisies.

Voor dit onderzoek zijn twee checklists gebruikt. Eén is opgesteld door de Vereniging Eigen Huis (vanaf hier VEH) en de ander door Vereniging Nederlandse Gemeenten (vanaf hier VNG). De

VEH zou hierbij gezien kunnen worden als een doelgroep (eigenaar bewoners), de VNG als een expertlezer. Beide checklists zijn min of meer te karakteriseren als een bouwplangestuurde analyse; de inhoudselementen staan aangegeven, maar er is geen vaste volgorde aan verbonden. De VNG geeft in de handleiding waaruit de gebruikte checklist afkomstig is, verschillende mogelijke bouwplannen. Echter, de structuur van de beleidsstukken wordt hier niet beoordeeld. We zouden kunnen zeggen dat de VEH en de VNG twee doelgroepen representeren in dit onderzoek, met ieder een bepaalde visie op welke elementen in een woonvisie aanwezig moeten zijn. De checklist om de tekst te analyseren slaat daarmee een brug tussen een lezersgerichte en een tekstgerichte analysemethode; het is niet de lezer/doelgroep die de tekst nakijkt, maar wel de lezer die de criteria heeft opgesteld. Door de lezer in de vorm van een checklist te laten meespelen, wordt gegarandeerd dat deze specifiek focust op de volledigheid van de tekst en zich niet onbewust ook op andere factoren focust (zoals spelling, lay-out etc.). De checklist reduceert zogezegd de ruis.

3.2.2.C

HECKLISTS

V

ERENIGING

E

IGEN

H

UIS EN

V

ERENIGING

N

EDERLANDSE

G

EMEENTEN De Vereniging Eigen Huis (VEH) is een vereniging voor huizenbezitters met ongeveer 690.000 leden. De vereniging geeft onder andere adviezen op juridisch gebied (o.a. koop, verkoop, verbouw), op financieel gebied (o.a. hypotheek, belastingen, verzekeringen, subsidies) en bijvoorbeeld ook adviezen op het gebied van energie, woonlasten, onderhoud etc.2 Speciaal voor dit onderzoek heeft de VEH heeft een set criteria samengesteld waaraan volgens hen een woonvisie minimaal moet voldoen. Deze checklist maakt geen onderdeel uit van een bepaald officieel uitgegeven document van de VEH.

De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) is de belangenbehartiger van alle Nederlandse gemeenten en treedt in die context vaak op als gesprekspartner voor andere partijen namens de gemeenten. De vereniging heeft zowel een dienstverlenende als een platformfunctie. De dienstverlenende functie staat in het teken van adviseren en informeren van gemeenten over actuele ontwikkelingen. Daarnaast biedt de VNG verschillende hulpmiddelen om de gemeenten van dienst te zijn in hun dagelijkse taken. Zo heeft de VNG een databank met praktijkvoorbeelden van onder andere beleidsnota’s en actieplannen. Ook schrijft de VNG modelverordeningen en handreikingen. De handreikingen van de VNG helpen gemeenten bij het formuleren van beleid en het uitvoeren daarvan.3

De checklist voor woonvisies van de Vereniging Nederlandse Gemeenten die gebruikt wordt in dit onderzoek is afkomstig uit de handreiking Van woonvisie tot prestatieafspraken, specifiek bijlagen 2 en 3. Bijlage 2 geeft een checklist voor onderzoeksonderwerpen voor de analyse. Bijlage 3 geeft een checklist voor onderwerpen van de woonvisie. Deze twee elementen moeten beide in de woonvisie aanwezig zijn, maar zijn door de VNG gescheiden in twee bijlagen omdat zij de opstelling van de woonvisie vanuit een fasegerichte aanpak benaderen; eerst worden de huidige staat van het wonen en de toekomstverwachtingen vastgesteld middels een analyse, vervolgens kan het beleid worden geformuleerd. Voor het huidige onderzoek zijn de criteria van beide checklists (analyse en onderwerpen van de woonvisie) van de VNG samengevoegd.

De oorspronkelijke checklists van de VNG en VEH zijn op enige punten wat aangepast (zie ook paragraaf 3.6). In bijlage 3 (VNG) en bijlage 4 (VEH) zijn de oorspronkelijke checklists te vinden,

2. www.eigenhuis.nl 3. www.vng.nl

met daarbij een verantwoording voor het weglaten of samenvoegen van bepaalde criteria. In dezelfde bijlage zijn ook de operationaliseringen van de criteria te vinden. In bijlage 1 en 2 zijn de checklists te vinden zoals deze in het huidige onderzoek zijn gebruikt.

3.2.3.V

ERGELIJKING INHOUD INSTRUMENTEN

In figuur 4 zijn de verschillende thema’s te zien waarop de drie verschillende modellen de woonvisies scoren. Daarbij is ook te zien hoeveel criteria ieder thema bevat. Eerder kwam al naar voren dat de Planchecker elf thema’s onderscheidt, waarvan alleen de eerste acht in dit onderzoek onder de loep worden genomen (voor verantwoording zie paragraaf 3.3). Duidelijk is dat het aantal criteria per model erg verschilt. De Planchecker onderscheidt de meeste criteria, de VEH onderscheidt het minste aantal criteria en de VNG zit hier tussen in.

Het grote verschil tussen het aantal criteria van de VEH en VNG is te wijten aan de insteek waarmee de checklists zijn opgezet. De VEH geeft bij haar checklist aan dat de lijst de minimale eisen betreft. De VNG, als expert, geeft juist aan dat zij een zo compleet mogelijke lijst heeft getracht samen te stellen, om als format voor gemeenten te kunnen dienen. Dit verschil uit zich op twee manieren: ten eerste zijn de criteria van de VNG smaller gedefinieerd. Bij de VNG moet bijvoorbeeld iedere doelgroep die betrokken moet worden bij de opstelling van de woonvisie apart benoemd worden. Wat bij de VNG in twaalf criteria is opgedeeld is bij de VEH in drie criteria samengevat (zie formats checklists bijlage 1 en 2). Ten tweede onderscheidt de VNG ook meer criteria die van minder direct belang zijn. Een voorbeeld is dat de VNG naast meer standaard criteria om huishoudens te omschrijven (zoals vorm, omvang, inkomen) ook minder gangbare manieren om de bevolking te beschrijven (zoals leefstijl) onderscheidt.

De genoemde verschillen tussen de checklists van de VEH en VNG zouden gevolgen kunnen hebben voor de scores die beide instrumenten leveren. Ten eerste is duidelijk dat het geringe aantal criteria van de VEH ervoor zorgt dat de scores van dit instrument minder variatie zullen vertonen. Daar komt bij dat, vanwege de breder gedefinieerde criteria, woonvisies bij de VEH eerder zullen scoren op vergelijkbare criteria dan bij de VNG; hoe algemener de criteria geformuleerd zijn hoe eerder er punten behaald kunnen worden. Ook het feit dat de VNG meer criteria onderscheidt die van minder direct belang zijn, zorgt ervoor dat de scores van de VNG wel eens lager uit zouden kunnen vallen dan de scores van de VEH.

Planchecker VEH VNG BELEID 1. Toekomst 30 2. Verleden 30 3. Interne beleidsoriëntatie 30 4. Externe beleidsoriëntatie 30 PROCES 5. Besluitvorming 30 6. Totstandkoming 30 INHOUD 7. Inhoud intern 30 8. Inhoud extern 30 OVERIG 9. Klantwoorden 30 10. Vaag taalgebruik 30 11. Beknoptheid - --- + 300 criteria waarvan 240 relevant in dit onderzoek

1. Aanleiding en geschiedenis 2

2. Onderzoek 6

3. Visie en ambitie 5

4. Uitwerking visie en ambitie 12

5. Uitvoeringsagenda 3 6. Monitoring 1 --- + 29 1. Kaders 14 2. Analyse verleden 21 3. Analyse heden 16 4. Analyse toekomst 9

5. Onderdelen van de visie 12

6. Kwaliteit van het bouwen 6

7. Doelgroepen 8

8. Proces 14

--- + 100