• No results found

love sometimes leads astray to misery’ (Julian and Maddalo)

In document J. Keunen, P.B. Shelley · dbnl (pagina 61-66)

Tweede deel

VI. love sometimes leads astray to misery’ (Julian and Maddalo)

De tragedie bij de Serpentine.

DE Shelley's woonden voorloopig te Bath. Bange tijden zouden voor hen aanbreken. Op 11 Oktober 1816 krijgt Shelley bericht dat Mary's halfzuster, Fanny Imlay, zich om het leven had gebracht. Het meisje werd aan huis door haar stiefmoeder als overlastig kind behandeld en toen Shelley voor haar voorgoed verloren bleek, had het besef van verlaten nutteloosheid allen levenslust verstikt. Het lijk droeg nog een Zwitsersch horloge, geschenk van Shelley...

Geen twee maand later meldt een spoedbericht: ‘Ze hebben in de wateren van de Serpentine, in Hyde Park, het lijk gevonden van uw gemalin Harriet Westbrook; ze heeft zelfmoord gepleegd.’ Ontsteld en beangst spoedde Shelley weg, - hij wist niet dat Harriet al sedert 9 November vermist werd. Doch hoezeer hij ook met haar begaan was, hij schoof de schuld er van toch vooral op Harriet's familie, die haar had afgesneden toen zij, door allen verlaten, haar naam niet langer ongerept hield.

De tragedie van de arme Harriet laat een smet op Shelley's naam en gedachtenis; ook na haar zelfmoord bekende hij geen schuld, hij die, haar verstootend, haar ook naar het ongeluk, de ondeugd en de wanhoop dreef. Maar het leven, - en ook de samenleving, - wreekten zich hard op hem. Zijn beide

kinderen, Ianthe en Charles, werden hem door den rechter onttrokken, hij mocht ze twaalf keer in 't jaar bezoeken, maar steeds in tegenwoordigheid van een aangestelden voogd. Wat Shelley daardoor leed, blijkt uit het geweldige gedicht waarin hij den Lord Chancellor vloekt. Deze beschuldigde hem van echtbreuk, - te recht, - en steunend op zijn godslasterlijke en ongodsdienstige geschriften als Queen Mab e.a., ontnam hij hem zijn rechten als vader en verklaarde hem in 't openbaar ongeschikt als opvoeder. En toch, had Shelley niet diezelfde rechten van het vaderschap bij zijn eigen vader smadend miskend?

Godwin dacht er anders over. De philosoof die in zijn boeken zelfmoord

goedkeurde... maar toch het onmogelijke had gedaan om Fanny's schande geheim te houden, eischte nu dat Shelley en Mary ‘voor 't fatsoen’ met veel ceremonieel hun huwelijk zouden vieren. Praxis differt a speculatione, oordeelde Godwin, die nu weer zonder fatsoen zijn deur wijd openzette voor Mary en vanzelf ook voor zijn

goedgeefschen schoonzoon. Toen Shelley na veel wederwaardigheden weer dien drempel overstapte, leek hem dit huis een doodenkamer. ‘Hoe kunnen die menschen daarin wonen, - zei hij - als ik die somberheid niet in mij verwoest, ga ik er zelf aan ten onder.’

De Eremijt van Marlow.

IN Maart 1817 hadden de Shelley's een villa gehuurd, - dezen keer, zoo zei hij, om er 20 jaar te wonen, - te Marlow bij Londen, in de nabijheid van de Thames. Nu kon de dichter steeds zijn studietijd met wandelingen en vooral zijn lievelingssport, het roeien, afwisselen. Hier schonk Mary hem weldra een tweede kind, Clara Everina. Onophoudend schreef en studeerde Shelley in dezen Marlower tijd 1817-1818. Hij wilde zijn diepe

neerslachtigheid om alle leed en strijd verdrijven. Vooral Aeschulos, Euripides, Homeros en Plato hielden hem onledig; elken avond las Shelley ook hardop in 't Engelsch voor uit den bijbel, dezen tijd vooral uit Isaias, de Psalmen en Job; ‘gedurig studeerde hij in den bijbel,’ schrijft Mary in haar dagboek. Uit Spinoza vertaalde hij en dichtte daarbij veel. Mary zelf schreef ook, zij werkte nu ijverig aan haar roman

Frankenstein, dien zij in 1818 uitgaf en die thans ook als film is bewerkt.

De idealist Shelley stelde intusschen geen perken aan zijn vrijgevigheid. Godwin de eerste, dan de excentrieke Peacock, de oude vriend, thans buurman in Marlow, ook de nieuwe vriend Leigh Hunt, uitgever en publicist, die voor allen toen als het hoofd der Cockney-school doorging; zij allen hadden altijd geldgebrek. Wijl hij zichzelf alle luxe ontzegde, kregen ook vele behoeftigen in Marlow huisbezoek en ondersteuning. Want Marlow was een arm district van behoeftige, ongezonde kantwerksters; vooral het jaar 1817 voerde de na-oorlogsche ellende ten top. Shelley verdeelde meer dan 20 dekens en 20 paar lakens onder de behoeftigen. Eens keerde hij terug naar huis zonder schoeisel.

De ‘Eremijt van Marlow’ hield steeds open hof, uitgehongerde gasten kwamen van overal klaploopen op zijn gastvrije tafel. Leigh Hunt bracht gewoonlijk zijn vrouw Marianne en zes kinderen mee; buurman Peacock was altijd met een natten vinger te lijmen, elken avond was hij goed voor zijn flesch wijn; bij tusschenpoozen liepen nog Claire's broer aan en het Godwinsche gezin. Shelley noodigde ook Keats eens uit, maar Endymion kwam niet. Shelley's etherische harddraverij schrikte hem af. En al dien tijd had hij dan ook nog aan huis, buiten Mary en haar beide kinderen, Claire met haar onlangs geboren dochtertje Alba - een beeld van een kind, aldus

geheeten naar haar vader, Byron of Albè.

De aanwezigheid van dit kind juist maakte Claire's verblijf onder hetzelfde dak met Shelley schier onmogelijk, vooral nadat Byron cynisch en liefdeloos tegenover haar bleef. ‘Als ik 30 jaar oud word, - spotte hij, - word ik ook vroom, ik voel het aan mezelf wanneer ik een katholieke kerk binnenstap.’ Shelley bleef nochtans bij hem aandringen, de arme Claire leefde nu alleen van zijn genadebrood... en de tongen raakten los.

Weemoed drukte op het koude, groote huis te Marlow, sommige dagen woog het leven er zwaar en droef. Shelley, nog nauw bekomen van den schok om Harriet's zelfmoord, - waarvan ieder hem de schuld gaf, - en van de vernedering in het trage rechtsgeding om zijn beide kinderen, voelde diep de verlatenheid van Claire, die met haar kind geheel van hem afhing en zonder hem van honger verging. Soms bekroop hem de vrees dat het gerecht hem, na Ianthe en Charles, ook nog William en Clara zou ontrooven.

In den herfst begon zijn gezondheid te verslechten. Het gebeurde vaak dat hij 's avonds in een soort lethargischen slaap wegviel, uren lang gevoelloos in de sofa uitgestrekt. Toch hield het huishouden zich hardnekkig aan het vegetarisch dieet, dokter of geen dokter. Maar nu tastte het vochtige klimaat de longen aan, de dokters spraken van Italië en Shelley dacht aan een reis naar Pisa. Italië lokte hem te meer, daar Byron had gewild dat zijn kind Alba naar Venetië zou gebracht worden, Shelley hoopte aldus Claire en Byron weer samen te brengen. Doch ook Mary verlangde zeer de kleine Alba bij haar vader te brengen, om alzoo een einde te stellen aan de gefluisterde lastertaal, die haar Shelley van het vaderschap betichtte. De menschen waren slecht in dit land, zoo dachten zij, het hoogste gerecht meedoogenloos, de

maatschappij dwingend streng met, haar zeden. Begreep de wilssterke Shelley dat hij hopeloos er tegen streed? Hoe dit ook zij, vooraleer af te reizen stond hij Mary toe haar beide kinderen te laten doopen, ook Alba die voortaan Allegra heeten zou.

In document J. Keunen, P.B. Shelley · dbnl (pagina 61-66)