• No results found

Litvinenko kreeg polonium in zijn groene thee nadat hij

In document Tien jaar na de crisis 6 (pagina 29-34)

binnenuit onthuld had dat de geheime dienst FSB zelf vier Moskouse flatgebouwen had op-geblazen om een aanval tegen Tsjetsjenië te legitimeren. Vlak voor zijn dood onderzocht Litvinenko de moord op journaliste Anna Politkovskaja, die in de lift van haar Moskouse appartement was doodgeschoten na eveneens kritische publicaties over Poetins oorlog in Tsjetsjenië.3 Deze waarheid krijgen we natuur-lijk niet te horen van de Russische gids.

We komen langs het befaamde Bolsjoj-theater waar al sinds 1877 onafgebroken Het

zwanenmeer wordt opgevoerd. Toen in 2013 een van de danseressen een hoofdrol in Het

zwanenmeer misliep, gooide haar geliefde, topdanser Pavel Dmitritsjenko, zuur in het ge-zicht van de artistiek directeur van het Bolsjoj-theater.4 ‘Truth is stranger than fiction’, aldus Mark Twain. En dat geldt zeker voor Rusland. Een ander onwaarschijnlijk scenario voltrok zich in 2002 in een theater zeven kilometer verderop in de Doebrovka-straat. Tijdens de

voorstelling Nord-Ost over de heldendaden van Russische soldaten gijzelden zo’n veertig bewapende Tsjetsjeense rebellen 850 mensen. Zij eisten de terugtrekking van de Russische strijdkrachten uit Tsjetsjenië en beëindiging van de Tweede Tsjetsjeense Oorlog. Politkovs-kaja beschrijft in Poetins Rusland (2004) uitge-breid hoe het Russische leger een sterk opiaat het ventilatiesysteem inspoot, waardoor niet alleen 39 terroristen de dood vonden, maar ook zo’n 129 gegijzelden.

De aanslagen in 2010 in de Moskouse me-tro laten nog in alle stations hun sporen na in de vorm van detectiepoortjes. Ook in de stations langs de Transsiberië Express staan detectiepoorten, al is de controle niet streng. De Tsjetsjeense terreur lijkt over zijn hoogte-punt heen. Frank Westerman citeert in Een

woord een woord hoogleraar Adam Dolnik, die gespecialiseerd is in het Russisch-Tsjetsjeense conflict: ‘Effectief in de bestrijding van ter-reur zijn de meest tolerante samenlevingen, én de meest repressieve.’ Na tien jaar is het gelukt om de Tsjetsjeense terreur nagenoeg uit te bannen. ‘De repressieve methode heeft wel een prijs. Je moet dan bijvoorbeeld bereid zijn om, zoals Rusland in Tsjetsjenië heeft ge-daan, meer dan honderdduizend burgers te offeren.’5

Bij zijn aantreden in 2000 vaardigde Poe-tin de ‘dictatuur van de wet’ en de ‘geleide democratie’ uit. Daarmee riep hij de nieuwe oligarchen tot de orde die onder Boris Jeltsin veel rijkdom hadden vergaard. En rekende af met opstandelingen en terroristen in de Kaukasus. Maar daarmee maakte hij ook op-positieleiders, vreedzame demonstranten en de media monddood. Correspondent Laura Starink interviewde Vladimir Ryzjkov, die vier perioden in de Doema gezeten heeft en in die periode meemaakte hoe het parlement alle wetgevende en controlerende macht verloor. Jeltsin was volgens hem een gemankeerde democraat met feodale trekken, maar Poetin is nooit een democraat geweest: ‘Vanaf de dag dat hij aantrad is Poetin begonnen de demo-cratie te gronde te richten.’6 Zelf vroeg hij in

Meike Bokhorst Van Moskou naar Peking

Litvinenko kreeg polonium

in zijn groene thee nadat hij

onthulde dat de geheime

dienst vier Moskouse

flat-gebouwen had opgeblazen

F

OTO

 MEIKE BOKHORS

30 30

het parlement nog weleens aandacht voor de onopgeloste moord op Politkovskaja: ‘Het verdwijnen van elke journalist, in het bijzon-der van het kaliber van Anna Politkovskaja, berooft ons van elke hoop dat we adequaat kunnen begrijpen wat er aan de hand is in Rusland.’7

De zuidelijke route van de Transsiberië Express vertrekt vanaf station Kazanskaja naar Jekaterinenburg via Kazan. Het is een rit van drie dagen en twee nachten. Zelf meegebrach-te wodka drinken is verboden, meegebrach-tenzij je het coupéhoofd, de provodnik, afkoopt. De trein is overwegend bevolkt met toeristen. Ze spelen kaart en lezen boeken, zoals De Goelag Archipel van Solzjenitsyn en Oorlog en Vrede van Tolstoj. In mijn boek Het brilletje van Tjechov staat dat de kwaliteit van het Russische literatuuron-derwijs altijd erg goed is geweest. Twee langs-lopende provodniks zien de titel en beginnen met elkaar te praten over Tsjechov.

Buiten Moskou houdt Rusland op

Al snel buiten Moskou zien we vanuit de trein niets anders meer dan berkenbossen, weilan-den en her en der een datsja. Volgens Tsjechov houdt Rusland op buiten Moskou. Hij kwam zelf uit de provincie, dus hij kon het weten. In Moskou kon hij zich volop ontwikkelen tot schrijver en ging het hem economisch voor de wind. Toch trok ook hij zich geregeld terug op zijn datsja, zoals elke Rus die het zich kan veroorloven.8 De datsja’s dienden in de (post) communistische tijd ook om zelf groenten te verbouwen en het schaarse winkelaanbod aan te vullen. Nog altijd staan op de stations langs de spoorlijn vrouwen hun lokale waar aan te bieden, zoals frambozen, bosbessen en zelfge-bakken deegwaren. Een prettige aanvulling op de noedelmaaltijden uit de trein.

Behalve rust en ruimte lijkt er op het platte-land weinig te beleven. Er zijn ook nauwelijks dieren te zien. Toch geven de eindeloze ber-kenbossen een vertekend beeld van het Rus-sische platteland. De berkenbomen langs het spoor zijn aangelegd om te voorkomen dat in

de winter het kruiende ijs en de sneeuw het spoor wegschuiven, zo lezen we in een boek over de ontstaansgeschiedenis van de Trans-siberië Express.

Maffia en tsarenverering in Jekaterinen-burg

In Jekaterinenburg fietsen we tussen de trol-leybussen door woonwijken en industriële gebieden op weg naar het Sjartasjmeer. Deze vierde stad van het land en hoofdstad van de Oeral ligt in een van de meest geïndustriali-seerde gebieden met een grote rijkdom aan mineralen. Vanaf het meer zien we de skyline van noordoost-Jekaterinenburg, waar de grootste zware machinefabriek van Rusland staat, de Oeralmasj. Het is ook de naamgever van een van Ruslands machtigste maffia’s, het Oeralmasj-misdaadsyndicaat, dat de fabriek in bezit nam. Om deze fabriek vochten maf-fiabendes in de jaren negentig met elkaar een oorlog uit. Inmiddels is het onderdeel van staatsbedrijf OMZ, waarvan driekwart van de aandelen in handen is van de investeerder van Gazprombank, de zakenbank van het grootste gasbedrijf ter wereld.9

Politkovskaja beschrijft hoe de infiltratie van de maffia in deze industrie ook leidde tot ongekende corruptie bij de politie, het ge-meentebestuur en de rechterlijke macht van Jekaterinenburg: ‘Wetteloosheid is aantoon-baar machtiger dan de wet. Het soort rechts-pleging dat je krijgt hangt af van de klasse waartoe je behoort, en de hoogste echelons van de maatschappij, het VIP-niveau, zijn ge-reserveerd voor de maffia en de oligarchen. En de mensen die niet van VIP-niveau zijn? Ach, wat je nooit gehad hebt, mis je niet’ (p. 250).

We fietsen langs een van de vele monument voor de ruim 15.000 Russische gesneuvelden in de Afghaanse oorlog van 1979-1989. Een vergeten strijd, waar in het vaderland weinig belangstelling voor was en waar veteranenver-enigingen met monumenten aandacht voor vragen. In Zinkjongens laat de Wit-Russische schrijfster Svetlana Alexijevitsj de moeders

Meike Bokhorst Van Moskou naar Peking

F

OTO

 MEIKE BOKHORS

33 33

en echtgenoten spreken van jongens die terugkwamen in een zinken kist. Een van die moeders zegt: ‘Volgens mij moeten we nu niet gaan twisten over Afghanen-gedenktekens (en waar er nog meer moeten komen), maar lie-ver gaan nadenken olie-ver berouw. We moeten allemaal berouw tonen over die jongens die bedrogen sneuvelden in die onzinnige oorlog, berouw over hun moeders, ook bedrogen door de regering, berouw over degenen die terugkwamen met een verminkte ziel of een verminkt lichaam. We moeten berouw tonen over het volk van Afghanistan, kinderen, moeders, oudjes, voor het feit dat we hun land zoveel verdriet hebben gedaan...’ (p. 274).

Dat berouw blijkt moeilijk op te brengen. In plaats van de politiek verantwoordelijken voor het gerecht te dagen, werd de schrijfster Alexijevitsj in 1992 zelf vervolgd voor het pu-bliceren over de zinkjongens. In 2000 moest ze naar West-Europa vluchten omdat ze werd vervolgd door het regime van Loekasjenko. Daar kon ze een herziene editie van haar boek

De oorlog heeft geen vrouwengezicht publiceren met herinneringen van honderden vrouwe-lijke scherpschutters, tankbestuurders en verpleegsters die eerder niet door de Sovjet-censuur waren gekomen.

We fietsen langs de ‘kathedraal op het bloed in de naam van alle heiligen die het land van Rusland hebben verlicht’. Op die plaats stond de villa waar honderd jaar geleden in de kelder de laatste tsarenfamilie, de Romanovs, is vermoord. Omdat de plek voor Russen een bedevaartsoord werd, heeft Jeltsin de villa in 1977 in opdracht van het communistische stadsbestuur gesloopt. In 2001 heeft gouver-neur Rossel (die Politskovskaja in verband brengt met de Oeralmasj) samen met de Russisch-Orthodoxe Kerk een nieuwe kerk laten bouwen. De laatste tsaar, Nicolaas II, zijn vrouw en vijf kinderen zijn in 2000 heiligver-klaard. In de kerkwinkel kun je hun iconen kopen en een kaarsje voor ze opsteken.

Ook elders in Rusland verschijnen nieuwe kerken en lijkt het orthodoxe geloof herrezen. Volgens Waterdrinker is het geloof nooit

weg-geweest, maar alleen een tijd onder de com-munisten onderdrukt. Politkovskaja meent dat het orthodoxe geloof na het communisme in de vruchtbare voedingsbodem viel van de algemene ontevredenheid, werkloosheid en overbodigheid van mensen: ‘Alle mislukkelin-gen die hun baan, hun echtmislukkelin-genote of hun be-staansgrond kwijt waren, renden naar de kerk, hoewel ze lang niet allemaal even gelovig waren’ (p. 173). Veel goed opgeleide, werkloze, straatarme mensen konden volgens haar hun draai niet vinden in de nieuwe realiteit. Ook in het werk van Alexijevitsj kom je deze dolende zielen volop tegen, zoals deze medewerkster van het leger: ‘Ik ben niet alleen m’n geld op de bank kwijt, door de inflatie, maar wat erger is, mijn verleden is geconfisqueerd. Ik heb geen verleden meer... Geen geloof... Waar moet ik op leven?’ (Zinkjongens, p. 230).

Na het kerkbezoek drinken we wat aan de oever van de rivier de Iset met uitzicht op het Jeltsin Centrum, dat in 2015 geopend is in het bijzijn van Poetin en Medvedev. Boris Jeltsin is 250 kilometer ten oosten van Jekaterinenburg geboren, trok op achttienjarige leeftijd hier-naartoe om bouwkunde te studeren en werd in 1976 eerste secretaris van de stad. Er is zelfs een bustoer langs alle gebouwen die op zijn initiatief zijn gebouwd.10 Toch wordt Jeltsin vooral verweten dat hij meer een sloper dan een bouwer was. Hij liet het kapitalisme de vrije loop zonder de rechtsstaat op te bouwen. Daardoor profiteerden vooral oligarchen en bureaucraten van de privatisering van de staatsbedrijven en tierde de corruptie welig.11

Een gigantische Lenin in Novosibirsk

In Novosibirsk stopt de trein een uur en heb-ben we krap tijd om een gigantisch Lenin-standbeeld in het centrum te bekijken. Overal in het Russische straatbeeld staan Lenin-mo-numenten en veel steden hebben prominente Lenin-straten. Op het Rode Plein staan lange rijen bij het Lenin-mausoleum. Ook Stalin rukt op in het straatbeeld en Russen adoreren hem steeds openlijker.12 In de documentaire De

Meike Bokhorst Van Moskou naar Peking

F

OTO

 MEIKE BOKHORS

34 34

rode ziel is te zien hoe een groep aanhangers met Russische vlaggen en Stalin-portretten in een optocht door de straten van Moskou loopt. Ze leggen bloemen bij de buste van Sta-lin achter de bomenrij op het Rode Plein waar de bustes van de Russische leiders op een rij staan.

Naar aanleiding van de documentaire ver-telt Hella Rottenberg, redacteur van Raam op

Rusland, dat elk land een bindend verhaal no-dig heeft waarmee het verder kan: ‘In Rusland is iedereen trots op de overwinning op nazi-Duitsland en Stalin is daar het symbool van. In een peiling van de grootste Rus aller tijden kwam Stalin op één, Poesjkin op twee en Poe-tin op drie. In 2016 was nog maar 17% van de ge-peilden negatief over Stalin, terwijl dat in 2001 43% was. Ook groeide het aantal onverschil-ligen van 12% naar 32% tussen 2001-2016. De Rus-sische staat is effectief in het wegdrukken van herinneringen. Men creëert een patriottisch verhaal met een geschiedenis zonder schuld en een verleden zonder waarheid. De misda-den van Stalin blijven onbestraft en de vraag naar verantwoordelijken is nooit gesteld. Zolang die vraag niet wordt gesteld hoeven de huidige heersers ook geen verantwoordelijk-heid af te leggen.’13 Rottenberg spreekt over de samenzwering van het zwijgen.

Op het kruispunt tussen Europa en Azië

We nemen de Trans-Mongoolse route ten zuiden van het Baikalmeer en vragen ons af wanneer Rusland niet meer Europees maar Aziatisch aanvoelt. Na 1777 kilometer staat er ten noorden van Jekaterinenburg een obelisk die formeel de grens tussen Europa en Azië aangeeft. Maar in Irkoetsk is de overgang tus-sen Europa en Azië pas echt goed merkbaar. De stad is in 1652 gesticht aan de monding van de rivier Irkut en ontpopte zich tot het handels-centrum van Rusland met Mongolië en China. Het is een gemengde stad met veel mensen met een Mongoolse achtergrond. Irkoetsk heeft niet voor niets een vriendenband met Ulaanbaatar en veel Mongolen beschouwen

het als onderdeel van het groot Mongoolse rijk. In heel Rusland wonen naar schatting een miljoen Mongolen.14

We doen een paar kaarten in de brievenbus maar die blijkt geen bodem te hebben. De post valt weer voor onze voeten. Die verloedering blijkt tekenend voor Irkoetsk. De publieke in-frastructuur is op veel plekken in een slechte staat met half geasfalteerde straten vol plas-sen water zonder afvoer. Op plekken zonder waterleiding is de bevolking aangewezen op de vele waterpompen op straat. De vele

houten huizen geven Irkoetsk een bijzondere, historische sfeer. Maar veel van die huizen zijn door de vrieskou verzakt en de straat is steeds opgehoogd, waardoor de kozijnen tot aan het straatniveau zijn gekomen.

Politkovskaja beschrijft het tragische lot van een gepensioneerde veteraan van de Tweede Wereldoorlog, die na een val was vastgevroren aan de vloer van zijn eigen flat. De man stierf aan onderkoeling omdat de hulpdiensten niet uitrukten voor een bejaarde. En omdat de Ge-meenschappelijke Onderhoudsdienst als gecen-traliseerd staatsmonopolie niet in staat was de gebarsten, lekkende pijpen van het verouderde leidingensysteem van de stadsverwarming voor de winter te vervangen. Elders in de stad was er wel geld voor een gloednieuw warenhuis.

Troepenverplaatsing bij Baikalmeer

Voorbij Irkoetsk bezoeken we een openlucht-museum met houten huizen en nemen we een verfrissende duik in het twaalf graden koude

Meike Bokhorst Van Moskou naar Peking

Bij de verkiezing van de

In document Tien jaar na de crisis 6 (pagina 29-34)