• No results found

Leidraad registratie nevenfuncties

In document Schijn van partijdigheid rechters (pagina 187-192)

Hieronder wordt de tekst van de leidraad voor de registratie van nevenfuncties letterlijk weergegeven, inclusief cursieveringen.

Leidraad voor de toepassing van artikel 44, tweede en derde lid van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren

Algemeen:

Artikel 44, tweede lid: Rechterlijke ambtenaren en rechterlijke ambtenaren in opleiding gedurende de binnenstage geven de functionele autoriteit kennis van de betrekkingen die zij buiten hun ambt vervullen. Zo mogelijk geschiedt de kennisgeving zodra het voornemen bestaat tot het gaan vervullen van de betrekking.

Derde lid: De functionele autoriteit houdt een register bij waarin de in het tweede lid, eerste volzin bedoelde betrekkingen zijn opgenomen. Het register ligt ter inzage bij het

desbetreffende gerecht of parket.

Memorie van Toelichting: (kamerstukken II 1994-1995, 24220, nr.3 blz.23):

In dat geval (te weten bij tijdige melding als bedoeld in de tweede zin van het tweede lid

van bovenaangehaald artikel) heeft de functionele autoriteit de mogelijkheid om de

betrokkene nadere inlichtingen over de te vervullen betrekking te vragen en eventueel zijn oordeel daarover kenbaar te maken.

In zeer uitzonderlijke gevallen kan de functionele autoriteit, indien deze van mening is dat de aanvaarding of de vervulling van een bepaalde betrekking leidt tot verwaarlozing van de waardigheid van het rechterlijk ambt; de ambtsbezigheden of de ambtsplichten, toepassing geven aan artikel 14 van de Wet R.O. en de betrokkenen een waarschuwing geven. Indien de betrokkene die waarschuwing naast zich neerlegt, kan in een extreem geval een ontslag-procedure in gang worden gezet, gebaseerd op artikel 11, onderdeel c, van de Wet R.O., namelijk wegens handelen of nalaten dat ernstig nadeel toebrengt aan de goede gang van zaken bij de rechtspraak of aan het in haar te stellen vertrouwen.

– Onder betrekkingen buiten het ambt, hierna te noemen nevenfuncties, worden onder meer verstaan: Alle bezoldigde functies en overigens alle commissariaten, docent-schappen, het voeren van een eigen bedrijf en lidmaatschappen van besturen, advies-commissies, arbitragecommissies en klachtencommissies.

– De voor het vervullen van een volledige of gedeeltelijke taak aangestelde rechterlijke ambtenaren (hierna te noemen de “vaste rechters”) behoeven geen kennis te geven

Bijlage 12 180

van nevenfuncties aan de functionele autoriteiten van de gerechten waar zij van rechtswege rechter-plaatsvervanger zijn.

– Indien naar het oordeel van de functionele autoriteit het vervullen van een bepaalde nevenfunctie nadeel kan toebrengen aan de goede gang van zaken bij de rechtspraak of aan het in haar te stellen vertrouwen verzoekt hij betrokkene deze nevenfunctie op te geven.

Wijze van kennisgeving en registratie

De kennisgeving vindt schriftelijk plaats en bevat in ieder geval een korte omschrijving van de functie. Indien van belang voor de eventuele toepassing van wraking of verschoning wordt tevens de naam van de betrokken organisatie en – voor zover van belang – tevens de plaats waar deze wordt uitgeoefend vermeld. Niet behoeft te worden opgegeven of men voor een nevenfunctie bezoldigd wordt. Indien geen nevenfuncties worden vervuld, wordt daarvan eveneens schriftelijk melding gemaakt. Hetzelfde geldt voor het vervallen van een nevenfunctie.

De kennisgeving wordt gedaan bij de eerste benoeming en voorts bij gelegenheid van iedere (voorgenomen) wijziging in de opgegeven nevenfuncties.

De registratie van de kennisgeving vindt plaats in een losbladig register. Indien een nevenfunctie niet meer wordt uitgeoefend wordt daarvan eveneens in het register melding gemaakt. In dit register worden ook de gegevens van de president en de kantonrechter o.i.r. van het betrokken gerecht opgenomen. De gegevens van de presidenten van de gerechtshoven worden ingevolge artikel 1 van de Wrra daarnaast opgenomen in het register van de Hoge Raad en de gegevens van de presidenten van de rechtbanken en de kantonrechters o.i.r. in het register van het gerechtshof c.q. de rechtbank in het

rechtsgebied waarvan zij zijn aangesteld. Voor iedere rechterlijke ambtenaar, plaatsvervangers inbegrepen, en de rechterlijke ambtenaren in opleiding, wordt, in alfabetische volgorde, een afzonderlijke pagina opgenomen.

Ten aanzien van plaatsvervangers, die geen kennisgeving hebben gedaan en/of niet (meer) worden ingezet, wordt in het register vermeld dat zij niet worden ingezet. Indien een rechterlijk ambtenaar bij een ander gerecht wordt benoemd, wordt de pagina uit het register die diens gegevens bevat, aan dit gerecht gezonden.

Sancties:

Bij weigering melding nevenfuncties en bij weigering om een ontoelaatbaar geachte nevenfunctie op te geven, is het tuchtrecht als omschreven in de artikelen 11 en 14 van de Wet R.O. van toepassing, met dien verstande dat in eerste instantie door de daartoe

Leidraad registratie nevenfuncties 181

bevoegde president een waarschuwing wordt gedaan. Indien deze niet het gewenste resultaat heeft, wordt dit ten aanzien van vaste rechters ter kennis gebracht van de procureur-generaal bij de Hoge Raad. Rechter-plaatsvervangers wordt verzocht ontslag te nemen. Voor het overige kan ten aanzien van deze categorie worden volstaan met het niet langer inzetten van betrokkenen. Rechterlijke ambtenaren in opleiding worden ten aanzien van hun ambtelijke aanstelling bij de minister van Justitie voorgedragen voor ontslag.

Inzage:

Een ieder heeft recht op kostenloze inzage in het register. Er behoeft geen belang te worden aangetoond. Het inzagerecht beperkt zich tot het inzien van het register.

Afschriften worden als regel niet verstrekt, overschrijven is toegestaan. Het register wordt bewaard op het bureau van de president c.q. kantonrechter o.i.r. Bij een verzoek om inzage wordt de verzoeker in de gelegenheid gesteld het register in een daarvoor aan-gewezen ruimte in te zien.

Indien informatie wordt verzocht over de nevenfuncties van een ingezette rechter-plaatsvervanger die bij een ander gerecht van dezelfde aanleg als vaste rechter is aan-gesteld, wordt deze door of namens de functionele autoriteit zo spoedig mogelijk bij dit gerecht opgevraagd. De gevraagde informatie wordt door dat gerecht per ommegaande aan het aanvragende gerecht verstrekt.

In document Schijn van partijdigheid rechters (pagina 187-192)