• No results found

Ondanks het feit dat de leeuw op de voet van het fragment in Maastricht ontbreekt, wordt er van uitgegaan dat deze leek op de leeuw op de voet van de doopvont in Saint-Séverin-en-Condroz (figuur 22). Daarnaast wordt er ook van uitgegaan dat er vier leeuwen op de hoeken van de voet hebben gestaan in plaats van één enkele leeuw. Deze scenario’s worden gehanteerd, omdat ze na het herkomstonderzoek en de reconstructie het meest plausibel zijn gebleken.

Over de iconografie van leeuwen op doopvonten worden veel verschillende en contrasterende zaken geschreven. Pudelko schrijft bijvoorbeeld dat leeuwen mensen- en lammerenverslinders zijn, waardoor leeuwen gezien moeten worden als een symbool voor het kwade. Het is een dier dat als bedreiging van de mens gezien moet worden.172 Ronse schrijft ongeveer hetzelfde: ook hij ziet leeuwen als symbool voor het kwade, omdat de kerkvaders vaak demonen en het kwaad als leeuw beschreven.173 Ronse verwijst daarnaast naar de doopvont van Furnaux, waarbij de onderste helft van het bekken versierd is met ‘duivelse beesten’. Samen met de vier leeuwen die als poten onder het bekken staan, zou dit het kwaad en de duivelse wereld symboliseren waaraan ongedoopten worden blootgesteld. De bovenste helft van het bekken bevat juist paradijsscènes en engelen.174 Op die manier wordt er een tegenstelling weergegeven: het kwaad versus het goede.

Nordström daarentegen is van mening dat de leeuw op doopvonten zowel als symbool voor het goede als voor het kwade gebruikt wordt. Zo zouden leeuwen op de vier hoeken kunnen staan voor

172

Pudelko, 1932, p. 132.

173

Andere dieren komen bij de kerkvaders ook voor als demonen, zoals de slang, de schorpioen, de aspis, de basilisk en de draak. Ronse, 1925, p. 41.

de vier paradijsstromen. Volgens Nordström is dat zo als er water uit de bek van de leeuw stroomt.175 Bij de leeuwen in Saint-Séverin-en-Condroz is dit niet het geval. De hoofden op de voet van de doopvont in Maastricht en Brussel ontbreken, waardoor de paradijsstromen-symboliek hier als mogelijkheid moet worden aanvaard. Anderzijds schrijft Nordström wel dat leeuwen op de voet van een doopvont vaak een symbool voor het kwade zijn. Tegen de mens-verslindende leeuwen zou namelijk gevochten moeten worden, zoals het goede tegen het kwade vecht. Ook zouden de leeuwen op de voet verjaagd zijn door het wijwater in het bekken.176

Het is vreemd dat de leeuw door bovenstaande auteurs niet als een positief symbool gezien wordt, aangezien in de Etymologiae van Isidorus van Sevilla een heel ander beeld van de leeuw wordt geschetst. De leeuw wordt in de middeleeuwen namelijk vaak als symbool voor Christus gebruikt, aangezien er werd gedacht dat leeuwen dood geboren werden en na drie dagen tot leven werden gewekt door het gebrul van hun vader.177 Door dit gegeven werd de leeuw een goed symbool voor de wederopstanding van Christus. Daarnaast schrijft Isidorus van Sevilla ook dat er drie soorten leeuwen zouden zijn, waarbij de kleine leeuwen met krullende manen een zachtaardig karakter hebben en de lange leeuwen met rechte manen kwaadaardig.178 Leeuwen zouden, zolang ze niet gewond zijn, onmogelijk mensen aan kunnen vallen. Hun tederheid blijkt namelijk uit de vele gevallen waarbij ze kwetsbare mensen hebben geholpen of met rust gelaten hebben.179 Een voorbeeld dat daarbij vaak wordt aangehaald is het verhaal van Daniël en de leeuwenkuil.

Aangezien dit boek van Sint Isidorus veelvuldig werd gebruikt en zelfs nog in de twaalfde eeuw vaak werd geraadpleegd voor informatie over dieren en andere wereldse zaken, zou het ook goed mogelijk kunnen zijn dat de leeuw op het fragment in Maastricht als positief symbool gezien moet worden. Dit blijft echter nog onduidelijk omdat er geen andere leeuwen zijn overgeleverd en het ook niet duidelijk is of de leeuw een connectie heeft gehad met de kerk waar de doopvont gebruikt werd. Aan de hand van de andere decoraties kan er misschien wel uitsluitsel gegeven worden over de symboliek achter de leeuw op de voet.

Evangelisten

De vier evangelistensymbolen op de bovenkant van de doopvont hebben een veel minder ambigue betekenis dan de leeuwen. De vier evangelisten schreven namelijk over het leven en de boodschap van Christus, waarbij hun verhaal werd verspreid over de wereld in de poging het te kerstenen.

175

Nordström, 1984, pp. 33-34.

176 Nordström, 1984, pp. 131-132. 177

Isidorus van Sevilla, boek XII, 2:5.

178

Isidorus van Sevilla, boek XII, 2:4.

179

Isidorus van Sevilla, boek XII, 2:6. Waarschijnlijk doelt Isidorus van Sevilla hier op verschillende Bijbelse of heiligenlegendes, zoals Daniël in de leeuwenkuil en Sint Hiëronymus en de leeuw.

Daarmee verwijzen zij op de doopvont dus rechtstreeks naar Christus, Zijn boodschap, Zijn dood en Zijn wederopstanding. Daarnaast hebben ze ook een meer impliciete, symbolische betekenis. Zo worden ze ook gezien als symbool voor de vier stromen van het paradijs.180 Waar deze vier stromen het paradijs voorzien van het water des levens, zouden de vier evangelisten het ‘water der openbaring’ naar de vier windrichtingen brengen.181 Paulinus van Nola schrijft hierover: ‘Hij [Christus], de rots van de kerk, staat op deze rots, waaruit vier sonore stromen ontspringen, de evangelisten, levende stromen van Christus.’182