• No results found

De quickscan is uitgevoerd door een ervaren ecoloog van ATKB. De ecoloog voldoet aan de definitie die Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) hanteert van een ter zake kundige voor het opstellen van toetsingen aan de Wet natuurbescherming. Daarnaast is ATKB aangesloten bij het Netwerk Groene Bureaus (NGB).

Activiteitenplan Rugstreeppad t.b.v. locatie Snellerpoort Roche te Woerden Kenmerk: 20171178/rap04, versie 1, d.d. 12 juli 2018

Blz. 3 van 14 1.5 Leeswijzer

In hoofdstuk 2 is een beschrijving van het plangebied weergegeven en de uit te voeren werkzaamheden zijn hier benoemd. Hoofdstuk 3 gaat in op de (mogelijke) aanwezigheid van beschermde soorten. In hoofdstuk 4 worden globaal de effecten bepaald van het plan op de soorten die (mogelijk) gebruik maken van het plangebied. Hier worden ook beknopt maatregelen voorgesteld om zorgvuldig te handelen ten aanzien van beschermde soorten. In hoofdstuk 5 wordt kort

beargumenteerd of een toetsing aan de gebiedenbescherming noodzakelijk is.

In hoofdstuk 6 worden (middels beantwoording van de onderzoeksvragen uit paragraaf 1.3) de conclusies en aanbevelingen uit voorliggend rapport op een rij gezet.

Activiteitenplan Rugstreeppad t.b.v. locatie Snellerpoort Roche te Woerden Kenmerk: 20171178/rap04, versie 1, d.d. 12 juli 2018

Blz. 4 van 14 2 HUIDIGE EN TOEKOMSTIGE SITUATIE

2.1 Beschrijving huidige situatie

De locatie Snellerpoort Roche is gelegen in het oosten van Woerden. Het plangebied is grotendeels omringd door infrastructuur en bebouwing (zie figuur 2-1). Aan de oostkant van het plangebied is sprake van een groot weiland wat begraasd wordt door schapen (figuur 2-2). Aan de noordzijde van het plangebied is sprake van een spoorlijn met een naastgelegen groene structuur van wilgenbosjes.

Aan de zuidzijde van het plangebied is sprake van een bomenrij (langs de Minkemaweg), die vanaf het plangebied richting het zuiden loopt.

Het plangebied bestaat uit een zandig, voedselarm deel (het oostelijk deel) en een kleiig kruidenrijk deel (het westelijk deel) (zie foto’s in figuur 2-2). De begroeiing in de uitloper naar het zuiden (langs de Minkemaweg) bestaat uit kort gemaaid gras. Binnen het zandige, oostelijke deel is sprake van een matige begroeiing en een begroeide zandberg. Het kleiige, westelijke gedeelte is sterk begroeid met kruiden en riet. Door het plangebied loopt van noordoost naar zuidwest een zeer smalle watergang met een geringe diepte; deze is volgegroeid met waterminnende planten (lisdodde, gele lis en riet).

Vanaf de Beneluxlaan wordt het plangebied verlicht door uitstraling van de daar aanwezige straatverlichting. Binnen het plangebied is geen bebouwing aanwezig.

Figuur 2-1. Globale ligging van het plangebied (bron: google.nl/maps).

Activiteitenplan Rugstreeppad t.b.v. locatie Snellerpoort Roche te Woerden Kenmerk: 20171178/rap04, versie 1, d.d. 12 juli 2018

Blz. 5 van 14

Figuur 2-2. Huidige situatie van het plangebied. Links het zandige voedselarme deel (oostelijk deel plangebied). Rechts het kleiige voedselrijke deel (westelijk deel plangebied).

Werkzaamheden en toekomstige situatie

Het plangebied wordt onderdeel van een weg die langs de spoorlijn ligt. Deze weg zal doorgetrokken worden naar de Minkemalaan (zie figuur 2-3). Voor deze ingreep wordt de aanwezige vegetatie verwijderd; de watergang gedempt, zand opgebracht en worden de zandhopen binnen het gebied afgegraven. Tenslotte wordt hier de nieuwe weg op aangebracht.

Figuur 2-3. Schets voorgenomen ontwikkeling locatie Snellerpoort Roche.

Activiteitenplan Rugstreeppad t.b.v. locatie Snellerpoort Roche te Woerden Kenmerk: 20171178/rap04, versie 1, d.d. 12 juli 2018

Blz. 6 van 14 3 AANWEZIGHEID BESCHERMDE SOORTEN

3.1 Methode

De quickscan is uitgevoerd door middel van een literatuur- en veldonderzoek. Het literatuuronderzoek heeft tot doel om een beeld te krijgen van aanwezige Wnb-beschermde soorten in de omgeving van het plangebied, zodat de kans op voorkomen in het plangebied (op basis van de terreinsituatie tijdens het veldbezoek) kan worden geschat.

Voor het literatuuronderzoek is gebruik gemaakt van de Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF).

De NDFF is de meest complete databank in Nederland met verspreidingsinformatie van flora en fauna. De NDFF is geraadpleegd op 25 september 2017; hierbij is een straal van ca. 1.500 meter rondom het plangebied als zoekgebied gebruikt en zijn waarnemingen van de afgelopen 5 jaar ingezien . Na raadpleging van de NDFF is op basis van expert judgement bepaald of reeds een compleet beeld van de te verwachten soorten is verkregen of dat mogelijk nog aanvullende bronnen geraadpleegd diende te worden; dit bleek niet het geval.

Op 25 september 2017 is het veldbezoek uitgevoerd. Tijdens het veldbezoek is gekeken naar de geschiktheid van het plangebied als leefgebied voor (in de omgeving aanwezige) beschermde soorten. Hierbij is gekeken naar de aanwezigheid van beschermde soorten en sporen hiervan (zoals uitwerpselen, pootafdrukken en aanwezige (oude) nesten).

3.2 Resultaten literatuuronderzoek

De resultaten van het literatuuronderzoek zijn vermeld in tabel 3-1. Uit tabel 3-1 blijkt dat de volgende soort(groep)en in de omgeving van het plangebied aanwezig zijn: broedvogels jaarrond beschermd (cat.1-4)2, broedvogels niet jaarrond inventarisatie gewenst beschermd (cat. 5)3, algemene

broedvogels4, vleermuizen, amfibieën en libellen.

Tabel 3-1. Resultaten literatuuronderzoek.

Soortgroep Mogelijk aanwezige soorten Bron

Flora Geen NDFF

Broedvogels jaarrond

beschermd (cat. 1 t/m 4) Buizerd, gierzwaluw, ransuil, roek en sperwer NDFF Broedvogels niet jaarrond

inventarisatie gewenst beschermd (cat. 5)

Boerenzwaluw, boomklever, boomkruiper, bosuil, ekster, groene specht, grote bonte specht, koolmees, oeverzwaluw, spreeuw, torenvalk en zwarte kraai

NDFF

Algemene broedvogels Diverse, onder andere: heggenmus, houtduif, roodborst, wilde eend NDFF Vleermuizen Gewone- en ruige dwergvleermuis, laatvlieger, rosse vleermuis en

watervleermuis NDFF

Grondgebonden zoogdieren Geen NDFF

Amfibieën Heikikker en rugstreeppad NDFF

Reptielen Geen NDFF

Vissen Geen NDFF

Vlinders, libellen en overige

ongewervelden Groene glazenmaker NDFF

2 De nesten van vogelsoorten binnen categorie 1 t/m 4 zijn jaarrond beschermd. Dit geldt ook voor de directe omgeving die nodig is om de jongen succesvol groot te brengen (rust- en foerageergebied);

3 Vogels met niet-jaarrond beschermde nesten (categorie 5-broedvogels) betreffen broedvogels die in principe niet jaarrond beschermd zijn, maar waarvan het ministerie van EZ wel een inventarisatie verlangt en waarvan de soorten jaarrond beschermd zijn als de ecologische omstandigheden dit rechtvaardigen;

4 Nesten van algemene broedvogels zijn enkel tijdens het broedseizoen beschermd.

Activiteitenplan Rugstreeppad t.b.v. locatie Snellerpoort Roche te Woerden Kenmerk: 20171178/rap04, versie 1, d.d. 12 juli 2018

Blz. 7 van 14 De aanwezigheid van beschermde flora, grondgebonden zoogdieren, reptielen, vissen, vlinders en overige ongewervelden in het plangebied kan worden uitgesloten door het verspreidingsgebied van de betreffende soort(groep)en in combinatie met de ligging in stedelijk gebied. Deze soortgroepen

worden in het vervolg van de rapportage derhalve niet meer besproken.

3.3 Resultaten veldbezoek 3.3.1 Inleiding

De huidige situatie van het plangebied (zoals aangetroffen tijdens het veldbezoek) is omschreven in paragraaf 2.1. Het gehele tracé van de aan te leggen weg is beschouwd voor de quickscan, inclusief de directe omgeving (waaronder het weiland ten oosten van het plangebied).

De resultaten van het veldbezoek zijn gesplitst in soortwaarnemingen en de beoordeling van de geschiktheid van het plangebied als groeiplaats (flora) en/of leefomgeving (fauna) voor in de omgeving voorkomende beschermde soorten.

3.3.2 Waarnemingen

Tijdens het veldbezoek zijn de volgende waarnemingen van beschermde soorten gedaan: graspieper, rietgors en houtduif. Overige beschermde natuurwaarden zijn niet aangetroffen.

3.3.3 Geschiktheid

Het plangebied is geschikt als verblijfplaats voor:

 Broedvogels met niet-jaarrond beschermde nesten (categorie 5) en algemene broedvogels;

In de rietzone ten westen van het zandige deel en in struiken binnen het plangebied kunnen algemene (tijdens het broedseizoen beschermde soorten broedvogels (zoals graspieper of rietgors) tot broeden komen (zie figuur 3-1 links). Daarnaast kunnen categorie 5-broedvogels (oeverzwaluwen) in de zandberg op het terrein tot broeden komen.

Het plangebied is voor de (mogelijk) aanwezige oeverzwaluwen niet van ecologisch hoog belang, omdat het hooguit om enkele broedparen gaat. De oeverzwaluw is daarnaast redelijk algemeen in Nederland. Daarom zijn ze niet jaarrond beschermd. Wel zijn nesten van deze categorie 5-broedvogels (net als de algemene broedvogels) beschermd tijdens het

broedseizoen.

 Vleermuizen (foerageergebied)5:

Vleermuizen kunnen het plangebied (met opgaande begroeiing en een smalle watergang) gebruiken als onderdeel van hun foerageergebied; Door de beperkte omvang van het plangebied én de overige groenzones in de omgeving (o.a. wilgenbegroeiing langs de

spoorlijn, de bomenrij langs de Minkemalaan en tuinen in de omgeving) betreft dit echter geen essentieel foerageergebied (zie figuur 3-2).

 Rugstreeppad

Door de goed vergraafbare bodem (zand) vormt het oostelijk deel van het plangebied (incl. de zandberg) geschikt landhabitat (zomerhabitat en/of overwinteringshabitat) voor de

rugstreeppad. Ook is er binnen het plangebied sprake van insporing van wielen, waarin na regenval water kan blijven staan; dit biedt kansen als voortplantingshabitat voor rugstreeppad.

De watergang binnen het plangebied is te dicht begroeid en biedt geen kansen als

voortplantingshabitat. In lijn met de geschiktheid van het plangebied is binnen het plangebied een waarneming gedaan van een aanwezige rugstreeppad (bron: NDFF, waarnemingen afgelopen 5 jaar).

5 Vleermuizen maken gebruik van groenzones en wateren als onderdeel van hun foerageergebied;

Activiteitenplan Rugstreeppad t.b.v. locatie Snellerpoort Roche te Woerden Kenmerk: 20171178/rap04, versie 1, d.d. 12 juli 2018

Blz. 8 van 14 Figuur 3-1. Links de ruigte waarin vogels tot broeden kunnen komen. Rechts het geschikte habitat voor de beschermde heikikker.

3.3.4 Ongeschiktheid

 Broedvogels met jaarrond beschermde nesten: Het plangebied is niet in gebruik bij cat. 1 t/m 4 broedvogels; dit aangezien tijdens het veldbezoek geen nesten van cat. 1 t/m 4-broedvogels zijn waargenomen. Ook zijn er geen bomen met holtes en of bebouwing aanwezig.

 Vleermuizen (verblijfplaatsen en vliegroute): Omdat er geen bebouwing en grotere bomen binnen het plangebied aanwezig zijn kunnen tevens verblijfplaatsen6 van vleermuizen uitgesloten worden. Verder is er door het ontbreken van lijnvormige elementen binnen het plangebied geen sprake van een vliegroute7;

 Heikikker: Het plangebied is ongeschikt als voortplantings- en landhabitat voor heikikker door het ontbreken van kleine open watergangen met op de oever grassige vegetatie. Het

naastgelegen weiland is mogelijk wel geschikt voor de heikikker, maar vormt geen onderdeel van het werkgebied. Daarbij is het overigens maar de vraag of heikikkers (in de NDFF enkel bekend in het buitengebied) dit weiland (in de bebouwde kom) wel kunnen bereiken.;

 Groene glazenmaker: Op basis van het ontbreken van functionele watergangen met krabbenscheer is het plangebied ongeschikt voor de groene glazenmaker..

Bovenstaande soort(groep)en worden daarom voor de locatie Snellerpoort Roche verder niet behandeld in voorliggende rapportage.

6 Vleermuizen maken gebruik van kraam-, zomer-, paar- en winterverblijven en wisselen regelmatig van verblijfplaats.

Afhankelijk van de soort en de tijd van het jaar verblijven ze in bomen, gebouwen, bruggen, bunkers etc.

7 Vleermuizen maken gebruik van lijnvormige elementen (zoals aaneengesloten bomenrijen en watergangen) als vlieg- en/of foerageerroute;

Activiteitenplan Rugstreeppad t.b.v. locatie Snellerpoort Roche te Woerden Kenmerk: 20171178/rap04, versie 1, d.d. 12 juli 2018

Blz. 9 van 14 Figuur 3-2: De omgeving van het plangebied (plangebied rood omlijnd) biedt diverse alternatieve foerageerlocaties voor vleermuizen, waaronder langs bomenrijen, boven de wilgenbegroeiing langs het spoor en in tuinen (bron google.nl/maps).

Activiteitenplan Rugstreeppad t.b.v. locatie Snellerpoort Roche te Woerden Kenmerk: 20171178/rap04, versie 1, d.d. 12 juli 2018

Blz. 10 van 14 4 BEKNOPTE EFFECTENANALYSE EN MAATREGELEN

4.1 Inleiding

Onderstaande effectenanalyse en maatregelenbeschrijving richten zich op de algemeen geldende zorgplicht voor alle in het wild levende planten en dieren (Wnb-artikel 1.11) en de verbodsbepalingen ten aanzien van de beschermde soorten (Wnb-artikelen, 3.1, 3.5 en 3.10) die mogelijk hun leefgebied hebben binnen het plangebied.

In paragraaf 4.2 worden allereerst de maatregelen ten aanzien van de zorgplicht beschreven. In paragrafen 4.3 t/m 4.12 worden vervolgens per (mogelijk) aanwezige soortgroep (zie paragraaf 3.3.) de mogelijke effecten op beschermde soorten en benodigde maatregelen besproken.

4.2 Alle aanwezige fauna (beschermd en onbeschermd) binnen de plangebieden

Om een zorgvuldige omgang met alle in het wild levende soorten (zorgplicht) te garanderen, zijn de volgende maatregelen geformuleerd:

 Werken van één kant af om fauna de kans te geven zelfstandig te vluchten;

 Werkzaamheden in de periode 1 april t/m 1 november dient men bij daglicht uit te voeren, dan wel de verlichting niet op hoge groenstructuren richten. Dit aangezien vleermuizen in deze periode in de schemering en/of het donker actief zijn.

4.3 Tijdens het broedseizoen beschermde vogels (cat. 5 en algemene broedvogels) 4.3.1 Bevindingen literatuur- en veldonderzoek

Uit het literatuur- en veldonderzoek blijkt dat het plangebied geschikt is voor tijdens het broedseizoen beschermde broedvogels, zoals de graspieper, rietgors en oeverzwaluw.

4.3.2 Effecten

Middels artikel 3.1 van de Wet natuurbescherming worden alle van nature in Nederland in het wild levende vogels beschermd.

Zonder voldoende voorzorg kunnen nesten van bovengenoemde soorten worden verstoord en/of vernield. De verstoring die als gevolg van de werkzaamheden kan optreden, is niet van wezenlijke invloed op de staat van instandhouding. Dit aangezien de te verwachten soorten algemeen in Nederland voorkomen en de verstoring slechts van tijdelijke aard is. Verstoring van nesten

veroorzaakt derhalve geen overtreding van de Wet natuurbescherming. Door vernieling van nesten wordt de Wet natuurbescherming echter wel overtreden.

4.3.3 Maatregelen

Middels onderstaande voorzorgsmaatregelen kan overtreding van de Wet natuurbescherming (als gevolg van vernieling van vogelnesten) worden voorkomen en kunnen de werkzaamheden doorgang vinden:

- Werkzaamheden buiten het broedseizoen (15 maart t/m 15 juli) uitvoeren. De kans op een broedgeval is het grootst in de periode 15 maart t/m 15 juli (dit wordt wel gezien als het reguliere broedseizoen). Het is mede afhankelijk van weersomstandigheden of ook buiten deze periode wordt gebroed door vogels. Derhalve dient men voorafgaande aan het werk contact op te nemen met een ecoloog om te bepalen of er kans is op broedgevallen;

- Indien de werkzaamheden in het broedseizoen uitgevoerd dienen te worden: voorafgaande aan het werk een broedvogelcontrole uitvoeren. Broedgevallen worden tijdens deze controle gemarkeerd en tijdens de werkzaamheden ontzien.

Activiteitenplan Rugstreeppad t.b.v. locatie Snellerpoort Roche te Woerden Kenmerk: 20171178/rap04, versie 1, d.d. 12 juli 2018

Blz. 11 van 14 o Om de kans op broedgevallen in het broedseizoen zo klein mogelijk te maken wordt

geadviseerd het plangebied in de winter te maaien. Daarnaast kan (enkel na

vaststelling dat de rugstreeppad niet binnen het plangebied voorkomt) de aanwezige zandberg voorafgaande aan het broedseizoen worden verwijderd (om broedgevallen van de oeverzwaluw te voorkomen).

4.4 Vleermuizen

4.4.1 Bevindingen literatuur- en veldonderzoek

Uit de literatuur blijkt dat soorten als de gewone dwergvleermuis, ruige dwergvleermuis, laatvlieger en rosse vleermuis in de omgeving van het plangebied voorkomen. Deze soorten kunnen het plangebied gebruiken als onderdeel van hun niet-essentieel foerageerbied.

4.4.2 Effecten

Middels artikel 3.5 van de Wet natuurbescherming worden essentiële foerageergebieden van alle van nature in Nederland voorkomende vleermuizen beschermd.

Niet-essentieel foerageergebied wordt middels de Wet natuurbescherming niet specifiek beschermd.

Zonder voldoende voorzorg kunnen foeragerende vleermuizen echter wel worden verstoord. Dit kan leiden tot een overtreding van de zorgplicht.

4.4.3 Maatregelen

Middels onderstaande voorzorgsmaatregel kan overtreding van de Wet natuurbescherming worden voorkomen en kunnen de werkzaamheden doorgang vinden. Er hoeft dan geen ontheffing

aangevraagd te worden.

 Werkzaamheden in de periode 1 april t/m 1 november dient men bij daglicht uit te voeren, dan wel de verlichting niet op hoge groenstructuren richten.. Dit aangezien vleermuizen in deze periode in de schemering en/of het donker actief zijn (zie de tweede voorzorgsmaatregel in paragraaf 4.2).

4.5 Rugstreeppad

4.5.1 Bevindingen literatuur- en veldonderzoek

Het is momenteel niet uit te sluiten dat de rugstreeppad in het plangebied aanwezig is en het plangebied gebruikt als voortplantingsplaats (in plassen die na regenval ontstaan) en landhabitat (in de vergraafbare zandbodem kunnen rugstreeppadden zowel in de zomer- als winterperiode

(ingegraven) verblijven.

4.5.2 Effecten

Middels artikel 3.10 van de Wet natuurbescherming wordt de rugstreeppad beschermd.

Tijdens de aanleg van de weg door het plangebied kunnen eieren, juveniele dieren of (actieve of ingegraven) volwassen exemplaren gedood en/of beschadigd worden. Verder wordt door de aanleg van een weg mogelijk (een deel van) de functionele leefomgeving van de rugstreeppad vernield.

4.5.3 Maatregelen

Om te bepalen of de rugstreeppad gebruik maakt van het plangebied, is er een aanvullend onderzoek nodig:

- Om aan te tonen of het plangebied gebruikt wordt als voorplantingsplaats dienen er twee luisterrondes uitgevoerd te worden in de periode mei-juli. Dit wordt voorgeschreven in het Kennisdocument van Rugstreeppad opgesteld door BIJ12.

(bron:https://www.bij12.nl/assets/BIJ12-2017-017-Kennisdocument-Rugstreeppad-1.0.pdf);

Activiteitenplan Rugstreeppad t.b.v. locatie Snellerpoort Roche te Woerden Kenmerk: 20171178/rap04, versie 1, d.d. 12 juli 2018

Blz. 12 van 14 - Om de aan- of afwezigheid van zomer- en winterverblijfplaatsen te onderzoeken moet er

onderzoek gedaan worden middels inventarisatie van exemplaren. De methode bestaat uit het uitleggen van golfplaatjes en/of tapijttegels in de zomerperiode. Deze plekken bieden snel opwarmende en beschutte plaatsen voor de rugstreeppad waar exemplaren onder gaan zitten. Door deze plaatjes een keer per week (op een geschikte avond) over een periode van vijf weken te controleren, kan worden bepaald of er rugstreeppadden binnen het plangebied voorkomen en of er wel of geen ontheffing aangevraagd moet worden. Dit wordt

voorgeschreven in het Kennisdocument van Rugstreeppad opgesteld door de organisatie bij12. (bron:https://www.bij12.nl/assets/BIJ12-2017-017-Kennisdocument-Rugstreeppad-1.0.pdf);

Als de aanwezigheid van één functie van het plangebied voor de rugstreeppad tijdens één van de onderzoeken is vastgesteld is aanvullend onderzoek naar andere functies niet meer noodzakelijk.

Bijvoorbeeld: bij het vaststellen van voortplanting van de rugstreeppad in de aanwezige watergang is geen onderzoek naar zomer- en winterverblijfplaatsen meer nodig). In deze situatie wordt er vanuit aangegaan dat alle plekken binnen het plangebied die geschikt zijn als verblijfplaatsen, ook als zodanig functioneren voor de rugstreeppad.

Activiteitenplan Rugstreeppad t.b.v. locatie Snellerpoort Roche te Woerden Kenmerk: 20171178/rap04, versie 1, d.d. 12 juli 2018

Blz. 13 van 14 5 GEBIEDENBESCHERMING

Het plangebied ligt niet in/nabij een Natura 2000-gebied (bron: https://www.synbiosys.alterra.nl/natura 2000/googlemapszoek2.aspx) of binnen het NNN (zie figuur 5-1). Aangezien de voorgenomen ontwikkelingen daarnaast kleinschalig zijn en geen negatieve effecten als gevolg van externe werking te verwachten zijn, is toetsing aan de regelgeving omtrent deze beschermde gebieden niet van toepassing. Het voornemen hoeft alleen aan de soortenbescherming te worden getoetst.

Figuur 5-1. Ligging plangebied (rood omlijnd) ten opzichte van onderdelen van het NNN (groen gearceerd). (Bron: https://ruimtelijkeplannen.provincie-utrecht.nl/)

Activiteitenplan Rugstreeppad t.b.v. locatie Snellerpoort Roche te Woerden Kenmerk: 20171178/rap04, versie 1, d.d. 12 juli 2018

Blz. 14 van 14 6 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN

6.1 Soortenbescherming

Op basis van de uitgevoerde quickscan kunnen de onderzoeksvragen t.a.v. soortenbescherming worden beantwoord:

S1. Welke Wnb-beschermde soorten maken (mogelijk) gebruik van de planlocatie?

Tijdens het broedseizoen beschermde vogels, vleermuizen (niet-essentieel foerageergebied) en de rugstreeppad.

S2. Wat zijn de effecten van de voorgenomen werkzaamheden op deze beschermde soorten?

- Bij algemene broedvogels kan beschadiging, vernieling en/of verstoring van nesten optreden;

- Foeragerende vleermuizen kunnen bij uitvoering van de werkzaamheden verstoord worden;

- Vernieling functionele leefomgeving van rugstreeppad en doden/verwonden van rugstreeppadden.

S3. Is aanvullend ecologisch onderzoek naar één of meerdere soorten noodzakelijk?

Voor rugstreeppad moeten er in het voorjaar luisterrondes uitgevoerd worden om aan- of afwezigheid vast te stellen.

S4. Welke voorzorgsmaatregelen dienen te worden uitgevoerd om negatieve effecten op beschermde soorten te voorkomen of te beperken?

Tabel 6-1. Overzicht benodigde voorzorgsmaatregelen.

(Mogelijk) aanwezige

soort(groep)en Benodigde voorzorgsmaatregelen ter voorkoming overtreding Wnb Alle planten en dieren

(zorgplicht)

- Vanaf één kant werken;

- Indien in de periode 1 april t/m 1 november wordt gewerkt:

werkzaamheden overdag uitvoeren of verlichting niet richten op opgaande groenstructuren.

Vogels

- Werken buiten het broedseizoen (half maart t/m half juli. Men dient voorafgaande aan het werk (ook buiten het regulieren broedseizoen) echter altijd contact op te nemen met een ecoloog om te bepalen of er kans is op broedgevallen.;

Of:

- Indien bovenstaande maatregelen niet mogelijk zijn: voorafgaande aan het werk een broedvogelcontrole uitvoeren.

Vleermuizen - Zie maatregel 2 in het kader van de zorgplicht.

Amfibieën - Aanvullend onderzoek uitvoeren naar rugstreeppad.

S5. Is het noodzakelijk om voor de voorgenomen werkzaamheden een ontheffing van de Wet natuurbescherming aan te vragen?

Mogelijk; dit is afhankelijk van de resultaten van het nader onderzoek naar de rugstreeppad.

6.2 Gebiedenbescherming

Op basis van de uitgevoerde quickscan kunnen de onderzoeksvragen t.a.v. gebiedenbescherming worden beantwoord:

G1. Ligt het plangebied in of nabij een Natura 2000-gebied of binnen het NNN?

Nee.

G2. Kunnen negatieve effecten op beschermde gebieden bij voorbaat worden uitgesloten?

Ja, doordat de werkzaamheden zeer kleinschalig zijn en er geen negatieve effecten als gevolg van externe werking te verwachten zijn.

G3. Is een toetsing aan de gebiedenbescherming noodzakelijk?

Nee.

Activiteitenplan Rugstreeppad t.b.v. locatie Snellerpoort Roche te Woerden Kenmerk: 20171178/rap04, versie 1, d.d. 12 juli 2018

Blz. 1 van 5 Bijlage 2.

ALGEMENE PARAMETERS (blad 1 van 3)

Algemene gegevens veldbezoek Algemene gebiedskenmerken Watergangen

Projectnummer 20171178 Grondsoort Binnen/nabij plangebied?

Datum veldbezoek 2-5-2018 Voedselrijkdom Breedte

Veldmedewerker Sjoerd Mate van versnippering Diepte

Fotonummers 9030-9044 Mate van verlichting Doorzicht

Deelgebied (evt.) Beneluxlaan 2 woerden Omgeving (stad/bos etc.) Stroming

Groenstructuren Bebouwing Oeverbeschoeiing

Binnen/nabij plangebied? Binnen/nabij plangebied? Beschaduwing

Grasland? Spouwmuur bereikbaar? Sliblaag

Bosjes aanwezig? Afwerking dakrand Talud

Lijnvormige elementen? Dakpannen Oevervegetatie:

Bomen met holten? Sporen van uitwerpselen

Klimop aanwezig? Geschiktheid (muurvarens) Onderwatervegetatie:

Winterbiotoop? (amfibieën) Geschiktheid (uilen/marters etc.)

Beschrijving plangebied

Binnen plangebied veel ondiepe en onbegroeide (pioniers) watertjes. In de vorm van greppels en plekken waar (regen)water stagneert. Begroeiing bestaat uit riet en gras.

Verspreid over het perceel tussen pand Roche en spoor veel waarnemingen rugstreeppadden, zowel roepend, parend als rondlopend. Nog geen eisnoeren aangetroffen. Ik

Verspreid over het perceel tussen pand Roche en spoor veel waarnemingen rugstreeppadden, zowel roepend, parend als rondlopend. Nog geen eisnoeren aangetroffen. Ik