• No results found

LEERLINGBEGELEIDING

In document Schoolgids RSG Enkhuizen (pagina 18-21)

STUDIEBEGELEIDING

Een intensieve studiebegeleiding gedurende het gehele schooljaar is van groot belang.

In het rooster is ruimte vrijgemaakt voor persoonlijke begeleiding door de mentor.

Het mentorspreekuur is een prima gelegenheid voor de mentor om leerlingen individueel of in groepjes te begeleiden.

DYSLEXIE EN BEGELEIDING

De basisscholen en de voortgezet onderwijsscholen werken al enige jaren samen op het gebied van dyslexie.

Leerlingen waarvan het vermoeden bestaat dat zij dyslectisch zijn, worden op de bas isschool gevolgd en bouwen een dyslexiedossier op. Dit dossier en de uitslag van de NIO-toets worden aan de psychologe van het Samenwerkings-verband West-Friesland.

Zij beoordeelt dit en van daaruit kan er een dyslexieverklaring afgegeven worden of een leerling kan een verklaring krijgen waarop staat ‘vermoeden van dyslexie’.

Deze laatste groep leerlingen wordt op de RSG een half jaar gevolgd door de dyslexiecoach. In februari van dat schooljaar worden er aanvullende toetsen afgenomen door de dyslexiecoach. De gegevens van die aanvullende toet-sen worden met het dyslexiedossier van de basisschool en de NIO-gegevens opnieuw bekeken. Dit kan wel of niet tot een dyslexieverklaring leiden.

Leerlingen die met een dyslexieverklaring op school komen, krijgen indien nodig faciliteiten via een pasje. Leerlingen die grote problemen ervaren met lezen, kunnen in overleg met de dyslexiecoach, in aanmerking komen voor het com-puterprogramma ClaroRead. Insteek van de dyslexiebegeleiding op de RSG is het vergroten van de eigen kwaliteiten door de dyslexiecoach zodat leerlingen zich zolang mogelijk zonder dispensatie en/of compensatiemiddelen kunnen handhaven.

Begeleiding door de dyslexiecoach zal bestaan uit het bieden van ondersteuning voor brugklasleerlingen bij spel-ling, technisch en/of begrijpend lezen. Dit zal plaatsvinden tijdens de flexuren.

Leerlingen die hiervoor in aanmerking komen, worden gescreend door de dyslexiecoach en de zorgcoördinator.

De hulp is gericht op adviseren, informatie geven en individuele ondersteuningsgesprekken. Het is niet gericht op re-mediëren of bijles.

LEERLING MET EEN HANDICAP EN/OF STOORNIS

De RSG wil leerlingen helpen het beste uit zichzelf te halen in hun ontwikkeling naar een zelfstandig mens.

Dit geldt zeker voor leerlingen die een handicap hebben in de vorm van ADHD, ADD, Autisme, een lichamelijke handi-cap enzovoorts.

Deze leerlingen krijgen extra ondersteuning passend bij wat zij nodig hebben. Deze bestaat uit individuele begeleiding op een vast moment, observaties in de klas, het maken van handelingsplannen, het volgen van eventuele trainingen, overleg met ouders en docenten. Kortom, er wordt zoveel mogelijk geprobeerd de leerling een veilige plaats te bieden waarin hij/zij zich kan ontwikkelen, passend bij zijn/haar capaciteiten. In een aanmeldingsgesprek wordt gekeken wat de mogelijkheden zijn om passend onderwijs te kunnen bieden dat aansluit bij de behoefte van uw kind.

FAALANGSTREDUCTIE

Waar bij sommige leerlingen de prestaties negatief beïnvloed kunnen worden door te grote spanning vooraf, een feno-meen dat de laatste jaren onder de noemer ‘faalangst’ in de publiciteit is gekomen, stelt onze school zich ten doel deze leerlingen in een zo vroeg mogelijk stadium op te sporen en te helpen.

Het faalangstreductieteam verzorgt respectievelijk ‘examenvreestraining’ en ‘faalangstreductie’ gedurende acht weke-lijkse trainingen van elk één uur. De aanmelding hiervoor gebeurt in principe via de klassenmentor. In bijzondere ge-vallen is er individuele begeleiding.

In de examenklassen wordt eveneens persoonlijke begeleiding gegeven.

KLACHTENCOMMISSIE

Algemeen

Overal waar mensen samenwerken kan iets fout lopen. Klachten kunnen in de meeste gevallen opgelost worden door ze op school te bespreken met de docent, mentor of het directielid van de afdeling. Daarna kunt u de klacht neerleg-gen bij de interne klachtencommissie: klachtencommissie@rsg-enkhuizen.nl. Tenslotte is er de mogelijkheid om uw klacht aan te bieden aan de Stichting onderwijsgeschillen. De Stichting Onderwijsgeschillen is een onafhankelijke, professionele en transparante organisatie die op een kwalitatief hoogwaardige wijze juridische en administratieve on-dersteuning verleent aan commissies in de meest ruime zin van het woord bij de behandeling van geschillen, bezwa-ren, beroepen en klachten in het onderwijs. De kracht van Stichting Onderwijsgeschillen schuilt in de kwaliteit van dienstverlening enerzijds en de inbedding in het onderwijsveld anderzijds. Stichting Onderwijsgeschillen is bij uitstek

Pagina 19

in staat de partners in het onderwijsveld te mobiliseren, samenwerking tot stand te brengen en de behandeling van onderwijsgeschillen op een hoger plan te tillen. Hierbij fungeert Stichting Onderwijsgeschillen als een spin in het web op basis van expertise, reputatie en organisatorische activiteiten en faciliteiten. De Stichting is een Landelijke Klach-tencommissie en wordtin stand gehouden door Onderwijsgeschillen. De Commissie is voortgekomen uit een samen-voeging van de vanaf 1998 functionerende Landelijke Klachtencommissies voor het PO en VO en de Landelijke Klachtencommissie BVE. De Commissie staat open voor het gehele onderwijsveld, van basis tot hoger onderwijs, zowel openbaar als bijzonder.

Schoolbesturen in het primair onderwijs, voortgezet onderwijs, speciaal en voortgezet speciaal onderwijs en besturen van Regionale Expertisecentra zijn wettelijk verplicht een klachtenregeling op te stellen. Een van de onderdelen daar-van is het instellen daar-van of aansluiten bij een onafhankelijke klachtencommissie. Deze Commissie neemt kennis daar-van klachten over een gedraging of beslissing van iemand die betrokken is bij de desbetreffende school.

De Commissie onderzoekt de ingediende klacht en brengt advies uit aan het bevoegd gezag over de gegrondheid van de klacht. De Commissie kan in haar advies een aanbeveling doen over de door het bevoegd gezag (College van Bestuur) te nemen maatregelen.

Een externe vertrouwenspersoon heeft vooral een taak in de opvang en hulpverlening. De externe vertrouwensper-soon begeleidt en ondersteunt ouders en leerlingen van school bij de behandeling van klachten waarbij er sprake is van machtsmisbruik en heeft tevens een informatieve functie voor medewerkers van de school. Van machtsmisbruik is onder andere sprake in geval van seksuele intimidatie, pesten, discriminatie, agressie en geweld.

De externe vertrouwenspersoon is er alleen voor klachten van ouders/leerlingen tegen medewerkers van een school en bij klachten die ontstaan tussen leerlingen onderling.

De externe vertrouwenspersoon is er niet voor klachten die in de thuissituatie spelen.

Tevens levert de externe vertrouwenspersoon een bijdrage aan activiteiten gericht op het voorkomen van machtsmis-bruik door bijvoorbeeld het geven van voorlichting en door presentaties voor bijvoorbeeld ouders en leerkrachten.

Indien u (ouder, leerling of medewerker van een school) te maken heeft met een klacht aangaande machtsmisbruik kunt u contact opnemen met de externe vertrouwenspersoon. Deze kijkt hoe de klacht het beste aangepakt kan wor-den. In eerste instantie zal er altijd geprobeerd worden een oplossing te zoeken tussen ouders/leerlingen en school.

Indien dit niet lukt, kan overwogen worden een klacht in te dienen bij de klachtencommissie. De externe vertrouwens-persoon kan de ouder/leerling eventueel begeleiden bij alle stappen.

Als externe vertrouwenspersonen voor onze school zijn aangewezen mevrouw E. Labree en mevrouw I. van Ursem, werkzaam bij de GGD Hollands Noorden, locatie Hoorn.

Bereikbaarheid

De externe vertrouwenspersoon kunt u schriftelijk dan wel telefonisch bereiken.

U kunt een brief sturen waarin u uw klacht vermeldt. Vergeet hierin a.u.b. niet uw telefoonnummer te noteren, zodat u teruggebeld kan worden. Het adres is:

Vertrouwenspersoon GGD Hollands Noorden Afdeling Jeugdgezondheidszorg

Postbus 324 1740 AH Schagen

U kunt de externe vertrouwenspersoon op werkdagen ook bellen. Het telefoonnummer is 0229 – 253392.

In de schoolvakanties kan het voorkomen dat de bereikbaarheid minder is.

Pagina 20

INTERNE BEGELEIDING EN ONDERSTEUNINGSTEAM (OT)

Het kan voorkomen dat een mentor gedrag-, leer- of sociaal emotionele problematiek signaleert bij de leerling.

De mentor is degene die daar actie op zal ondernemen. Zo kan de mentor de leerling inbrengen in het kernteam en/of een leerlingbespreking waarbij alle lesgevende docenten meedenken om tot een plan van aanpak te komen.

Mocht er meer expertise nodig zijn, dan kan de leerling door de mentor na schriftelijke toestemming van ouders/

verzorgers aangemeld worden voor het OT. Het interne OT komt wekelijks bij elkaar.

Hierin zitten de volgende personen:

- Ondersteuningscoördinator sociaal-emotionele problematiek - Ondersteuningscoördinator leer- en gedrag problematiek - Counselor

- Orthopedagoog

- School Maatschappelijk Werk

Naast het interne OT is er ook een extern OT. Het externe OT komt één keer in de 6 weken samen.

De volgende partners nemen dan ook deel aan dat overleg:

- De schoolarts

- De leerplichtambtenaar

- Zorgondersteuner van Bureau Jeugdzorg Noord Holland - Vertegenwoordiger van de Brijder stichting

- Vertegenwoordiger van de politie

Het OT brengt de situatie rond individuele leerlingen in beeld en geeft adviezen over de manier waarop binnen de school de situatie van de leerlingen kan worden verbeterd. Dit kan met leerprestaties te maken hebben maar ook met gedrag of motivatie. Ouders worden geïnformeerd over de bespreking van hun kind in een OT.

Het kan zijn dat ouders geadviseerd wordt externe hulp in te schakelen. Voor uitwisseling van gegevens met externe instanties wordt schriftelijk om toestemming gevraagd.

Ouders en mentoren krijgen een terugkoppeling betreffende het advies vanuit de bes preking van het OT Leerlingen die overstappen naar een andere school alsmede leerlingen die binnen de school naar een andere afdeling gaan worden ook in het interne OT besproken.

MENTOR

Een mentor is een docent die verantwoordelijk is voor een groep. Hij/zij tracht een klimaat te creëren waarin leerlingen en docenten zich thuis voelen. De mentor wordt door de docenten, die aan de zijn/haar mentorleerlingen lesgeven, op de hoogte gehouden van de studieresultaten en eventuele problemen.

Ouders die kennis willen nemen van gedrag en vorderingen van hun kind, kunnen zich in de eerste plaats tot de betreffende mentor wenden.

Als er aanleiding toe is, kan de mentor de ouders op de hoogte brengen van de studieresultaten en het gedrag van hun kind. Tevens probeert de mentor het klassenverband te bevorderen.

De mentoren van brugklas 1 bezoeken in de loop van het schooljaar de ouders/verzorgers van al hun leerlingen.

DECAAN

Een decaan is een docent die zich, naast zijn/haar lestaak, bezighoudt met de ondersteuning van de mentoren bij het begeleiden van de leerlingen op het gebied van LoopbaanOriëntatie en –Begeleiding (LOB). Hierbij valt te denken aan de profielkeuze in de onderbouw, wijzigingen in het vakkenpakket van leerlingen in de bovenbouw en hun oriën-tatie op een vervolgstudie en het organiseren van activiteiten in het kader van LOB.

Profielkeuze

In de tweede klas van het vmbo, de derde klas van het havo en het atheneum kiezen de leerlingen voor het eerst een profiel met een eigen vakkenpakket. Deze keuze wordt ondersteund door een online lesmethode en individuele begeleiding van de mentor en de decaan.

Wijzigingen in het vakkenpakket

Als blijkt dat een leerling in de bovenbouw niet goed op zijn/haar plek zit bij een gekozen vak, dan kan de leerling bij de decaan een verzoek indienen tot het wijzigen van het vakkenpakket. Er wordt dan onderzocht of de wijziging wen-selijk en uitvoerbaar is en er wordt een beslissing over het verzoek genomen.

Oriëntatie op vervolgstudie

In de bovenbouw bestaat het LOB-programma vooral uit de oriëntatie van de leerlingen op een vervolgstudie. Deze oriëntatie wordt ondersteund door een online lesmethode en individuele begeleiding van de mentor en de decaan.

Pagina 21

LOB-activiteiten

De decaan organiseert een aantal LOB-activiteiten ter ondersteuning van het keuzeproces van de leerlingen. Deze activiteiten vinden zowel binnen de school (zoals bijvoorbeeld de StudieVoorlichting Oud-Leerlingen (SVOL) voor alle afdelingen van de school) als buiten de school plaats (zoals bijvoorbeeld de Leerlingbezoekdagen in vmbo-4, voor-lichtingsmiddagen vervolgstudies hbo en universiteit voor atheneum-4 en havo-4 of het ‘kennis maken met het HBO’ ook voor havo-4).

In document Schoolgids RSG Enkhuizen (pagina 18-21)