• No results found

Leefregels voor de leerlingen van het lager

Hoofdstuk 15 Schorsing van de lessen wegens bepaalde omstandigheden

4.1 Leefregels voor de leerlingen van het lager

 Ik help mee om van mijn klasgroep een echte vriendengroep te maken.

 Ik doe aan anderen niets wat ik zelf niet graag heb.

 Ik heb respect voor anderen en voor wat van hen is.

 Ik ruil niets om en verkoop niets.

 Ik scheld niet en lach niemand uit.

 Ik pest niemand en zet niemand aan tot pesten.

 Ik maak geen ruzie en vecht niet.

 Ik verwittig een leerkracht wanneer iemand pijn wordt gedaan of iets stuk wordt gemaakt.

 Ik geef gevonden voorwerpen aan een leerkracht.

 Normaal gezien breng ik geen gsm mee op school. Heb ik er toch een mee, dan zet ik hem uit en geef hem af aan de leerkracht. Alle andere technische en technologische snufjes laat ik thuis.

 Ik blijf beleefd ook als ik een opmerking krijg:

 Ik vraag een gesprek aan met de leerkracht of doe dit via de “Zeg het”- bus in de klas of de groene brievenbus in de overdekte speelzaal.

 Indien ik niet terecht kan bij de leerkracht, vraag ik aan de groene leerkracht of de directeur om naar mij te luisteren.

4.1.2 Mijn gezondheid en hygiëne

 Ik heb een propere zakdoek bij.

 Ik steek enkel het nodige in mijn boekentas.

 Ik snoep niet op school.

 In de voormiddag eten we vruchten of groenten.

 Ik gedraag mij in de toiletten:

 Bij het begin van de speeltijd ga ik eerst naar het toilet.

 Ik laat het toilet proper achter.

 Ik was mijn handen na het toilet.

 Ik blijf niet spelen in de toiletten.

 Na het eerste belteken ga ik niet meer naar het toilet.

4.1.3 Mijn zorg voor het milieu

 Ik zorg mee voor een nette school.

 Ik laat alle beplantingen groeien en bloeien.

 Ik vermijd afval:

 Ik stop mijn koek in een doosje met mijn naam erop.

 Mijn boterhammen zitten in een brooddoos, zonder aluminiumfolie…

 Ik sorteer mijn afval in de juiste vuilbak.

 Ik gooi geen etensresten zomaar weg.

4.1.4 Mijn taalgebruik

 Ik spreek verzorgd Nederlands met iedereen.

 Ik ben beleefd als ik iemand aanspreek: mijnheer, mevrouw, meester, juf, mijnheer directeur.Ik spreek de kinderen aan met hun voornaam en gebruik geen

scheldnamen.

4.1.5 Mijn stiptheid

 Zonder (dokters)briefje neem ik deel aan alle activiteiten.

 Ik maak mijn huistaak en leer mijn lessen.

 Ik laat dagelijks mijn agenda thuis tekenen.

 Ik geef thuis onmiddellijk alle brieven van de school af.

 Ik geef de nota’s en briefjes van mijn ouders ’s morgens het eerste lesuur af.

 Ik ben tijdig op school.

 Bij het eerste belteken stop ik het spel, neem ik mijn boekentas en ga ik stil op mijn plaats staan in de rij.

 Bij het tweede belteken zwijg ik.

 Als ik iets vergeten ben, keer ik niet terug naar de klas.

4.1.6 Mijn orde en zorg

 Ik kleed mij verzorgd en draag zorg voor mijn kledij.

 Ik draag geen hinderlijke zaken zoals: lange oorbellen, kettingen, …

 Ik hang mijn kleren aan de kapstok en laat ze nergens rondslingeren.

 Mijn boekentas plaats ik onmiddellijk op het rek.

 Ik veeg mijn schoenen bij het binnenkomen.

 Ik zorg dat ik altijd het nodige schoolgerei bij heb.

 Ik draag zorg voor het materiaal van de school.

 Als ik op school iets verloren ben, zeg ik het aan de leerkracht.

4.1.7 Mijn spelen

 Ik sluit niemand uit bij het spel.

 Ik speel sportief.

 Enkel de kleuters en kinderen van de eerste graad spelen in de zandbak, op het speelhuisje, op het treintje of op de blokken.

 Ik respecteer de voetbalafspraken.

 Op woensdag en vrijdag speel ik niet met de bal; op vrijdag mag ik rollend materiaal meebrengen.

 Ik speel niet met een lederen bal.

 Ik speel geen ruwe en gevaarlijke spelen en ook geen computerspelletjes.

 Balspelen, spelen met rollend materiaal of knikkeren doe ik alleen buiten op de speelplaats.

 Ik loop niet in de overdekte speelzaal.

 Enkel voor klasfeestjes mag ik gebruik maken van een recorder/cd-speler met batterijen van thuis in de speeltijden (niet vóór half 9).

 Zitbanken dienen om op te zitten.

4.1.8 Mijn veiligheid

 Ik verwittig onmiddellijk een volwassene bij een ongeval.

 Met vreemde mensen ga ik niet mee.

op school

 Ik breng geen gevaarlijke voorwerpen mee naar school.

 Geneesmiddelen mag ik niet innemen op school. Als ik er toch moet nemen, geef ik die ’s morgens aan de leerkracht met een doktersbriefje.

 Ik sluit de deuren.

 Ik mag niet zonder begeleiding naar boven, naar de lokalen en de gangen.

 Ik versper geen trappen, in- en uitgangen.

 Bij brand, rook of alarm, pas ik de afspraken toe zoals vermeld op het evacuatieplan.

 Ik verlaat nooit de school zonder toestemming van een leerkracht of de directeur.

 Ik zet mijn fiets in het rek en doe hem op slot.

 Ik verniel of verplaats geen andere fietsen.

 Ik blijf er niet langer dan nodig is.

in het verkeer

 Ik zorg dat mijn fiets in orde is.

 Voor mijn veiligheid draag ik best een fietshelm en een fluohesje.

 Ik pas de verkeersregels toe:

 Ik steek over op het zebrapad.

 Ik speel niet op het voetpad.

 Ik stap zo dicht mogelijk tegen de huizen.

 In de bus klik ik mijn gordel vast. Ik blijf zitten tot de bus volledig stilstaat.

 Bij het uitstappen, wacht ik tot de bus weg is om onder begeleiding, indien nodig, de straat over te steken.

4.1.9 Mijn gedrag in de gang en in de rij

 Ik zwijg in elke klasrij.

 Ik ga rustig en ordelijk in de gang en op de trappen.

 Ik loop en speel niet in de gangen.

 ’s Middags en ’s avonds ga ik in de overdekte speelzaal direct in de juiste thuisrij staan.

 Ik verlaat nooit een rij zonder toestemming.

4.1.10 Mijn gedrag tijdens de middag

 Ik ga onmiddellijk naar het toilet bij het naar beneden komen en was mijn handen.

 Daarna ga ik achter de rooster.

 Na het eerste belteken sta ik stil achter de rooster.

 Bij de tweede bel stap ik naar de rij.

 Bij de derde bel is het volledig stil.

 Ik zwijg tot na het stiltemoment.

 Ik ben beleefd in de refter.

 Ik eet met mes en vork.

 Ik kom niet vroeger dan 12.45 uur op de speelplaats.

4.1.11 Mijn leefregels

Wat als ik de afspraken niet naleef?

 Ik krijg een mondelinge opmerking.

 Ik krijg een schriftelijke opmerking in mijn schoolagenda en mijn ouders moeten die ondertekenen.

 Ik krijg er een extra taak bij en mijn ouders moeten die ondertekenen.

 Ik word naar de directeur gestuurd.

 De leerkracht en/of de directeur nemen contact op met mijn ouders en bespreken mijn gedrag.

 Ik word een tijdje afgezonderd (onder toezicht en maximum 1 dag).

 Indien ik de afspraken dikwijls niet naleef, kan men overgaan tot orde- en tuchtmaatregelen (zie schoolreglement).