• No results found

Landschapsbeheer (versterken groenblauwe dooradering)

Behalve op het gebieds- en soortgericht beheer, wil Collectief Veluwe ook de aandacht richten op het ontwikkelen van kleinschalig beheer in regio’s die niet tot de focusgebieden behoren. Er zijn drie redenen waarom het collectief ervoor kiest om dit te gaan doen:

1. In intensief agrarisch gebruikte gebieden zijn juist landschapselementen als hagen en bomenrijen, poelen, maar ook kruidenrijke (akker)randen en bufferstroken langs

watergangen een welkome afwisseling in het landschap. Zij vergroten de basiskwaliteit van de natuur en de biodiversiteit. Via zulke landschapselementen kunnen populaties van mobiele diersoorten zich verplaatsen en bestaat de kans dat zij zich hier vestigen. In eerste instantie biedt dit met name voor struweelbroeders goede kansen. We zien dit soort elementen als een vorm van beheer dat breed kan worden toegepast omdat het de algemene biodiversiteit versterkt. Omdat er altijd vogels, insecten of zoogdieren zijn die ervan profiteren, dragen zij bij aan de ecologische basiskwaliteit van het landschap.

2. Collectief Veluwe wil een brede stimulans geven aan agrariërs om op het eigen bedrijf aan de slag te gaan met natuur en biodiversiteit. Dit sluit aan bij de insteek van het Actieplan

Natuurinclusieve Landbouw Gelderland. Eigenlijk zou iedere boer iets moeten kunnen doen met natuur- en landschapsbeheer, in welk gebied het bedrijf ook ligt. De ‘altijd-goed-pakketten’ passen daar goed bij. Het zal niet gaan om grote contracten, maar het heeft wel betekenis. Naast een bijdrage aan de basiskwaliteit van het landschap, zorgt het er vooral voor dat veel boeren actief betrokken raken bij natuur- en landschapsbeheer. De ervaring leert dat na de eerste stap, er vaak andere gaan volgen. Dit kan een belangrijke bijdrage geven aan het draagvlak voor en de invoering van een meer natuurinclusieve landbouw.

3. Het landelijk en provinciaal beleid stelt zich ten doel de groenblauwe dooradering te versterken. Zowel de hooflijnenbrief die minister Van de Wal op 1 april 2022 heeft

uitgebracht als het Gelderse beleid voor de overgangsgebieden rond stikstofgevoelige N2000 gebieden, spreken van een groei naar 10% groenblauwe dooradering. Het huidige

percentage is moeilijk vast te stellen. Wel weten we dat op dit moment 3% van de oppervlakte cultuurgrond een ANLb overeenkomst heeft in de leefgebieden dooradering.

Een groot deel daarvan is botanisch grasland waarvan het de vraag is of dat meegeteld kan worden. Uiteraard zijn er ook nog groenblauwe elementen die niet onder ANLb vallen. Maar het is duidelijk dat met de gestelde beleidsambities een forse investering nodig is in aanleg, herstel en beheer van landschapselementen.

Figuur 6.1 geeft per gemeente de oppervlakte ANLb beheer in de leefgebieden dooradering, als percentage van de totale oppervlakte cultuurgrond in die gemeente. Gemiddeld is dit ongeveer 3%

binnen Collectief Veluwe.

Het doel van dit hoofdstuk groenblauwe dooradering is het bieden van (bescheiden) mogelijkheden op plaatsen waar dit tot dusver nog niet kon. Als definitie voor de in aanmerking komende gebieden hanteren we daarom: alle gebieden die in het natuurbeheerplan 2022 en eerder niet zijn begrensd als agrarisch leefgebied.

43 Strategie

• In genoemde gebieden streeft Collectief Veluwe ernaar clusters met landschapsbeheer te ontwikkelen of op bestaande clusters aan te sluiten. Dit omdat bij elkaar gelegen

landschapselementen elkaar in natuurwaarde versterken.

• De ambitie om in dergelijke clusters te werken dient de veldcoördinator in de gesprekken met de deelnemer mee te nemen. Op korte termijn kan bijvoorbeeld een akkerrand afgesloten worden op wens van een deelnemer, maar de veldcoördinator zal de ambitie uitspreken om binnen twee tot drie jaar die ene rand uit te breiden met bijvoorbeeld landschapsbeheer.

• Wanneer na drie jaar geen cluster van verschillende, elkaar versterkende elementen gevormd is, wordt er gestopt met het betreffende beheer. Op die manier ontstaat in het gebied een groter geheel met randen en landschapselementen, bij voorkeur met een verbinding naar andere (agrarische) natuurgebieden.

• Alleen agrarische bedrijven komen in aanmerking voor beheerovereenkomsten in het kader van het ontwikkelen van groenblauwe dooradering. Dus in tegenstelling tot het gangbare beheer waarbij ook burgers, hobbyboeren, etc. een beheerovereenkomst kunnen afsluiten,

Figuur 6.1 Percentage groenblauwe dooradering in ANLb

44

richt het collectief zich hier uitsluitend op boeren. Als criterium wordt gehanteerd een inschrijving bij de Kamer van Koophandel met een agrarische bedrijfscode.

• Bedrijven die een natuurinclusief bedrijfsplan laten opstellen, komen bij voorkeur in aanmerking voor een beheerovereenkomst.

• Bedrijven die investeren in de aanleg van nieuwe landschapselementen, komen bij voorkeur in aanmerking voor een beheerovereenkomst.

Met deze werkwijze hebben meer agrariërs de mogelijkheid om hun steentje bij te dragen aan biodiversiteit en natuurinclusieve landbouw – een breed gedragen wens. Collectief Veluwe wil maximaal 2% van haar budget besteden aan het ANLb in dit soort gebieden. Er zullen geen grote contracten in het kader van dit beheerhoofdstuk worden afgesloten. Gedacht wordt aan

overeenkomsten van 500 tot 1000 euro per jaar. Twee procent van het beheerbudget anno 2022 is ongeveer € 100.000,-. Dat betekent dat er 100 tot 150 boeren als nieuwe deelnemer aan het ANLb mee kunnen gaan doen. Hiermee kan een belangrijke bijdrage worden gedaan aan zowel de basiskwaliteit van het natuurinclusief beheer als het draagvlak hiervoor onder boeren.

45