• No results found

landbouwgoederen in Duitsland

De Duitse import van landbouwgoederen is in de afgelopen jaren – met 18,9 miljard euro – fors toegenomen. Dat het aandeel van Nederland daarin is afgenomen komt met name ook doordat in een aantal voor Nederland belangrijke productcategorieën de Duitse import uit Nederland minder sterk is toegenomen dan de totale import van de betreffende productcategorieën (zie paragraaf 3.2).

Producten

Mogelijke kansen voor de Nederlandse agribusiness zijn te vinden bij de goederen waarvan de Duitse import snel groeit. In de periode van 2010 tot en met 2015 is de grootste absolute toename te zien bij fruit (+ 2,5 miljard euro), op afstand gevolgd door zaden voor fijne oliën (+ 1,5 miljard). Dit zijn producten die Nederland zelf ook in grote hoeveelheden importeert; enerzijds ter verwerking en eigen consumptie maar vooral ook voor bevoorrading van het Europese achterland. Nederland treedt dan op als tussenpersoon (wederuitvoer). Hetzelfde geldt voor koffie, cacao en bepaalde soorten veevoer zoals soja; die basisproducten produceert Nederland niet zelf maar die worden eerst geïmporteerd. Aan deze export verdient Nederland natuurlijk een handelsmarge.

De volledige top 10 van Duitse importproducten is weergegeven in figuur 3.4.1. In deze top 10 staan ook een aantal bewerkte en bereide producten, zoals graan- preparaten, kaas, alcoholische dranken. Als Duitsland meer van zulke producten uit Nederland zou importeren, is er meer mogelijkheid voor waarde toevoeging en werkgelegenheid in Nederland dankzij export van deze producten. In deze producten ondervindt Nederland echter concurrentie van enerzijds de Duitse producenten maar anderzijds ook vanuit andere Europese landen. Zo is Duitsland erg zelfvoorzienend in de productie van melkproducten, kaas, aardappelen, vlees en graan (BMEL, 2014). De Duitse vraag naar eieren, wijn, groente en fruit is wel (veel) groter dan de binnenlandse productie, wat tot veel invoer leidt. Niet verrassend komen deze landbouwproducten (m.u.v. wijn) dan ook relatief vaak uit Nederland.

0 0.5 1 1.5 2 2.5 3 Mld euro Veevoer

Cacao en cacaobereidingen Bereidingen van fruit Groenten; vers, gekoeld of bevroren Kaas Koffie Alcoholische dranken Graanpreparaten Zaden voor fijne oliën Fruit

Bron: Statistische Ämter des Bundes und der Länder, Deutschland; eigen berekeningen.

3.4.1 Top 10 groei import landbouwgoederen, 2010–2015

Deelstaten

Ondanks dat de Duitse import van landbouwgoederen in totaal en ook uit Neder- land in de afgelopen jaren fors gegroeid is, nam het Nederlandse aandeel hierin tussen 2010 en 2015 af. Niet in alle deelstaten overigens; in sommige Duitse deel- staten nam het aandeel van Nederland in de totale import toe in de loop der jaren. De Nederlandse landbouwgoederen wonnen met name in oostelijke deelstaten aan belang. De agro-invoer van Saksen-Anhalt uit Neder land verdubbelde absoluut gezien tussen 2010 en 2015, van 172 miljoen naar 368 miljoen euro. Daarna komen Thüringen (+93 procent), Hamburg (+73 procent), Saarland (+72 procent) en Brandenburg (+71 procent).

De Noord-Duitse deelstaten importeren relatief weinig landbouwproducten, zowel uit Nederland maar ook in totaal. In Schleeswijk-Holstein (–1 procent) maar met name in Mecklenburg-Voor-Pommeren (–18 procent) daalde de landbouwimport uit Nederland. Hier verliezen Nederlandse landbouwproducten dus duidelijk terrein. De ontwikkeling van de Nederlandse landbouwimport in de Duitse deel- staten is te zien in figuur 3.4.2.

Minder dan 0% groei (daling) 0% tot 20% groei 20% tot 40% groei 60% tot 80% groei 80% tot 100% groei 100% groei of meer Beieren Nedersaksen Hessen Saksen Brandenburg Baden-Württemberg Noordrijn-Westfalen Thüringen Rijnland-Palts Saksen-Anhalt Sleeswijk-Holstein Mecklenburg-Voor-Pommeren Saarland Berlijn Hamburg Bremen Bremen

3.4.2 Toename export Nederland naar deelstaten, 2010–2015

Bron: Statistische Ämter des Bundes und der Länder, Deutschland; eigen berekeningen.

Dat Schleeswijk-Holstein en Mecklenburg-Voor-Pommeren steeds minder land- bouw goederen uit Nederland importeerden, vertaalde zich ook in een afname van het aandeel van de Nederlandse landbouwgoederen in de import van deze deelstaten. In Schleeswijk-Holstein nam het aandeel van Nederland in de import met 4,6 procentpunt af, van 15,2 procent in 2010 tot 10,6 procent in 2015. In Mecklenburg-Voor-Pommeren nam het aandeel af met 4,1 procentpunt.

In Noordrijn-Westfalen is het Nederlandse aandeel nog steeds het grootst – in 2015 kwam 30 procent van de landbouwinvoer uit Nederland – maar ook hier nam het Nederlandse belang af. Hoewel in alle andere deelstaten de import uit Nederland in absolute zin groeide, nam het aandeel van Nederland in de agrarische import

in maar liefst 10 deelstaten af. Alleen in Saarland (+6,5), Saksen-Anhalt (+5,1), Brandenburg (+4,6), Thüringen (+3,1), Hamburg (+1,6) en Rijnland-Palts (+0,2) groeide het Nederlandse aandeel in de Duitse agri-import. Figuur 3.4.3 illustreert de ontwikkeling van het aandeel van Nederland in de import per deelstaat.

Minder dan –4% –4% tot –2% –2% tot 0% 0% tot 2% 2% tot 4% 4% tot 6% 6% of meer Beieren Nedersaksen Hessen Saksen Brandenburg Baden-Württemberg Noordrijn-Westfalen Thüringen Rijnland-Palts Saksen-Anhalt Sleeswijk-Holstein Mecklenburg-Voor-Pommeren Saarland Berlijn Hamburg Bremen Bremen

3.4.3 Ontwikkeling van aandeel Nederland in import van deelstaten, 2010–2015

Bron: Statistische Ämter des Bundes und der Länder, Deutschland; eigen berekeningen.

Figuur 3.4.4 belicht de groei van de Duitse import van landbouwgoederen en de rol van Nederland hierin vanuit een aantal perspectieven. Op de assen wordt per deelstaat de importgroei in miljarden vergeleken met de groei in procenten. De grootte van de bel geeft het bruto binnenlands product in 2015 weer. De kleur van de bel verwijst naar de toe- cq. afname van het aandeel van Nederland in de import van landbouwgoederen van de betreffende deelstaat. Een groene bel geeft aan dat Nederland een groeiend aandeel in de landbouwimport van de deelstaat heeft. Een afnemend belang van Nederland tussen 2010 en 2015 wordt met een rode kleur weergegeven. Uit figuur 3.4.4 valt een aantal conclusies te trekken. Met name in de grotere deelstaten blijkt Nederland het relatief slecht te doen. Zo groeide de landbouwimport van de grote deelstaat Noordrijn-Westfalen met 20 procent tussen 2010 en 2015 (bijna 3 miljard). Het aandeel van Nederland

3.5 Samenvatting en conclusies

De totale Duitse invoer van landbouwproducten groeide tussen 2010 en 2015 met ruim 30 procent. Ook de Duitse vraag naar Nederlandse landbouwgoederen nam in deze periode toe met bijna een kwart. Het aandeel van Nederland in deze Duitse invoer nam echter af in de afgelopen zes jaar door een sterker stijging van landbouw import uit andere landen dan Nederland.

Duitsland importeert vooral bloemen en planten, groente, kaas, veevoer en levende dieren uit Nederland. Tussen 2010 en 2015 vond er sterke groei plaats in de Duitse invoer van groente, bloemen en planten, fruit, bereide voedings- middelen en kaas. De productgroepen waar Nederland het grootste aandeel heeft in de Duitse import, zijn eieren (71 procent), bloemen en planten (60 procent), levende dieren (58 procent), margarine (53 procent) en bereide oliën en vetten (48 procent).

Net als voor de totale export is Noordrijn-Westfalen ook voor landbouwproducten onze belangrijkste afzetmarkt. Bijna 40 procent van onze landbouwgoederen die in Duitsland worden ingevoerd zijn bestemd voor Noordrijn-Westfalen. Daarna volgen Nedersaksen, Baden-Württemberg en Beieren. In relatieve zin gaat eveneens het meest naar Noordrijn-Westfalen, maar vormen Nederlandse landbouwproducten ook een belangrijke pijler onder de invoer van Hessen, Baden-Württemberg, Nedersaksen en de voormalig Oost-Duitse deelstaten Saksen-Anhalt, Thüringen en Brandenburg. Hoewel in de meeste deelstaten de landbouwimport uit Nederland groeide, kromp het aandeel van Nederland in de agrarische import in maar liefst 10 deelstaten. Alleen in de deelstaten Saarland, Saksen-Anhalt, Brandenburg, Thüringen, Hamburg en Rijnland-Palts groeit het Nederlandse aandeel. In de grote deelstaten Beieren, Noordrijn-Westfalen, Baden-Württemberg en Hessen verliezen Nederlandse landbouwproducten terrein of neemt het belang niet toe.

25% toename van Duitse vraag naar Neder­