• No results found

Te laat komen

In document Mijn kind gaat naar de basisschool (pagina 22-26)

§ 1 Kinderen moeten tijdig op school zijn. Tijdens de schooluren zijn de deuren gesloten. Een leerling die toch te laat komt, meldt zich op het secretariaat. Kleuters die te laat aankomen, worden door de ouders begeleid via het secretariaat naar de kleuterklas.

De ouders worden bij herhaaldelijk te laat komen van hun kind gecontacteerd door de directie/leerkracht.

Ze maken hierover afspraken.

§ 2 In uitzonderlijke gevallen kan een leerling die daarvoor een gewettigde reden heeft, de school voor het einde van de schooldag verlaten. Dit kan enkel na toestemming van de directeur.

23

Hoofdstuk 8 Schending van de leefregels, preventieve schorsing en definitieve uitsluiting

Ondanks de verlaging van de leerplicht blijven de tuchtmaatregelen beperkt tot leerlingen in het lager onderwijs. Het woord

‘leerplichtig’ wordt geschrapt, omdat alle leerlingen die in het lager onderwijs zitten, leerplichtig zijn.

Artikel 15 Leefregels

Ouders stimuleren hun kind om de leefregels van de school na te leven.

8.1 Leefregels voor leerlingen

Op school zijn we met veel kinderen samen. We willen dat het er ordelijk en netjes aan toe gaat, zodat we flink kunnen studeren en prettig kunnen samenwerken en -spelen.

Dat kan niet als elk kind zomaar doet wat het wil.

Daarom moeten we afspraken maken!

Afspraken waaraan ieder zich moet houden!

Dan pas wordt het fijn in onze school!

8.1.1 Ik en mijn houding.

Ik heb respect voor anderen.

Ik vecht niet en maak geen ruzie.

Ik scheld niemand uit en gebruik geen bijnamen.

Ik heb eerbied voor het bezit van anderen.

Ik pest niemand en zet ook anderen niet aan tot pesten.

Ik schrijf netjes en verzorg mijn schriften.

Ik geef thuis onmiddellijk alle brieven en nota’s van de school af.

Tijdens het middageten ben ik rustig en heb ik goede tafelmanieren.

Ik luister steeds naar de aanwijzingen van de leraar of de begeleider.

8.1.2 Ik, gezondheid en hygiëne.

Mijn kledij, schoeisel en haartooi zijn verzorgd en hygiënisch.

Na bezoek aan het toilet, spoel ik door en was ik mijn handen.

Ik hou de toiletten netjes.

In de turnles draag ik de voorgeschreven turnkledij.

Ik neem mijn turnkledij regelmatig mee naar huis om te wassen.

Ik breng alleen gezonde versnaperingen mee (vb. een appel).

8.1.3 Ik en zorg voor het milieu.

Ik zorg mee voor een nette school.

Ik sorteer het afval en gooi het in de juiste container.

Ik draag zorg voor het groen op de speelplaats

.

24 8.1.4 Ik en mijn taalgebruik.

Op school spreek ik steeds Algemeen Nederlands.

Volwassenen spreek ik aan met meneer of mevrouw.

De leraren noem ik “meester” of “juffrouw” en de directeur spreek ik aan met “mevrouw de directeur”.

8.1.5 Ik en schooltaken.

Ik maak mijn huiswerk en leer mijn lessen.

Wanneer ik dat niet heb kunnen doen, verwittig ik de leraar.

Dit kan op volgende wijze:

- door een nota van mijn ouders in mijn agenda;

- door een briefje van mijn ouders.

Ik vul elke dag mijn agenda in en laat hem wekelijks tekenen door één van mijn ouders.

Wanneer ik om gezondheidsredenen niet mag zwemmen of turnen breng ik een attest mee naar school.

8.1.6 Ik en mijn materiaal.

Ik draag zorg voor mijn kledij en mijn schoolgerei.

Ik kaft mijn schriften en boeken.

In mijn boekentas zit alles netjes bij elkaar en steekt enkel het nodige.

Ik zorg ervoor dat ik altijd het nodige schoolgerei mee heb, ook voor het zwemmen en de turnles.

Mijn boekentas staat op de aangeduide plaats.

Mijn fiets staat netjes in de fietsenstalling.

Ik bezorg verloren voorwerpen aan de leerkracht.

8.1.7 Ik en spelen.

Ik speel sportief en sluit niemand uit.

Ik breng geen speelgoed mee naar school dat gevaarlijk is en/of geweld uitlokt.

In de klassen, gangen en toiletruimtes speel ik niet.

Bij mijn aankomst op school ga ik onmiddellijk op de speelplaats en blijf er tot het belsignaal gaat.

Bij het belsignaal stop ik het spel en ga rustig in de rij staan.

8.2 Veiligheid en verkeer

8.2.1 Ik en toezicht.

Ik kom ‘s morgens niet vroeger dan 8u15 en ‘s middags niet vroeger dan 13u15 op de speelplaats.

Ik verlaat de eetzaal, de klas of de speelplaats niet zonder de toestemming van de toezichter.

‘s Middags of ‘s avonds ga ik rustig naar huis of wacht ik tot mijn ouders me komen afhalen.

Ik word ten laatste 15 minuten na de laatste lestijd afgehaald.

25 8.2.2 Ik en het verkeer.

Ik neem steeds de veiligste schoolroute.

Ik respecteer de verkeersreglementen.

Ik ben uiterst voorzichtig op de openbare weg.

Ik zorg ervoor dat mijn fiets technisch in orde is.

Wanneer ik de schoolbus gebruik:

- ga ik direct na het opstappen zitten;

- pas nadat de bus stilstaat, sta ik op om af te stappen;

- bij het uitstappen, wacht ik tot de bus weg is om de straat over te steken.

8.2.3 Ik en veiligheid.

Ik plaats niets voor nooduitgangen en versper geen gangen, trappen en in- of uitgangen.

Ik ga rustig en ordelijk van en naar de klassen en op de trappen.

Ik ga niet naar plaatsen (vb. kelder, zolder, keuken, ...) waarvan aangeduid is dat ik er niet mag zijn.

8.2.4 Wat te doen bij ongeval waarbij een kind van onze school betrokken is?

Ik verwittig onmiddellijk een volwassene.

Ik vertel:

- waar het ongeval gebeurd is;

- wat er gebeurd is;

- wie erbij betrokken is.

8.2.5 Wat te doen bij brand?

Bij brand verwittig ik onmiddellijk de leerkracht of directeur.

Bij brandalarm verlaat ik onmiddellijk het lokaal via de uitgangen die we bij de oefening gebruikten, zonder te lopen. Ik volg de instructies van de leraren:

- ik verlaat de lokalen via de uitgangen die we bij de oefening gebruikten;

- ik laat al mijn materiaal achter;

- ik verzamel op de aangeduide en ingeoefende plaatsen

.

8.3 Stappenplan bij socio-emotionele problemen

1. De leerlingen melden het zelf of de leerkracht stelt het vast.

- De leerkracht verwittigt onmiddellijk de directeur;

- De directeur houdt een gesprek met de desbetreffende leerling;

- De ouders worden op de hoogte gebracht;

- Bij een tweede melding wordt contact opgenomen met de daartoe bevoegde instanties.

2. De ouders melden de feiten.

- De ouders nemen best contact op met de klastitularis;

- De klastitularis brengt de directeur op de hoogte;

- De directeur houdt een gesprek met de leerling;

- Bij een tweede melding wordt contact opgenomen met de bevoegde instanties.

26 3. Bevoegde instanties:

- Het CLB Maaseik, Vossenbergstraat 12, 3680 Maaseik - Encare: Kunstlaan 18, 3500 Hasselt

In document Mijn kind gaat naar de basisschool (pagina 22-26)