• No results found

Kwaliteitssysteem en kwaliteitscontrole

6 Overige aspecten

6.2 Kwaliteitssysteem en kwaliteitscontrole

De beheerder van de waterkering moet zekerheid hebben dat de innovatieve bekleding die geplaatst wordt ook daadwerkelijk gerealiseerd wordt en ook daadwerkelijk de beoogde kwaliteit heeft. Degene die de bekleding realiseert (in het algemeen een aannemer) is uiteindelijk verantwoordelijk voor de sterkte/kwaliteit van de bekleding. De aannemer moet daarvoor aantonen dat hij gewerkt heeft volgens de procedures/ specificaties die gesteld zijn door de ontwikkelaar.

Bij het ontwikkelen van een innovatief materiaal heeft de ontwikkelaar de sterkte van de bekleding aangetoond (zie § 3.8) en is aangetoond dat de bekleding in de praktijk realiseerbaar is. De werkelijke sterkte hangt echter ook af van:

– kwaliteit van de uitvoering of juiste uitvoering; – kwaliteit van de materialen (bron en eindmateriaal); – de dimensies van de geplaatste bekleding.

In een kwaliteitssysteem worden alle processen beschreven die nodig zijn om te komen tot het leveren van een bekleding die voldoet aan de vooraf gestelde eisen. De ontwikkelaar dient daarvoor binnen het kwaliteitssysteem onder andere de volgende

procedures/specificaties voor te schrijven:

– een procedure voor aanleg, het productie- en verwerkingsproces van het product; – specificaties van de toe te passen materialen en zo nodig een procedure waarmee wordt

aangetoond dat het materiaal de specificaties heeft die het beoogt te hebben; – een methode waarmee kan worden aangetoond dat de geplaatste bekleding ook

werkelijk de juiste dimensies heeft.

De aannemer moet vervolgens aan de dijkbeheerder aantonen dat hij de procedures op de juiste manier heeft gevolgd. De ontwikkelaar dient een kwaliteitssysteem zodanig op te stellen dat dit voldoende garanties biedt voor een goed eindresultaat van de bekleding.

6.2.1 Geborgde kwaliteit

Om de borging van de kwaliteit van het ontwerp, het voortbrengings-/productieproces, het product zelf en de juiste toepassing van het product zichtbaar te maken, wordt in de bouwsector veelal gebruikgemaakt van zogenaamde kwaliteitsverklaringen.

Kwaliteitsverklaring is een ander woord voor certificaat.

Deze kwaliteitsverklaringen worden uitgegeven door gekwalificeerde certificatie-instellingen (CI’s)3). Accreditatie door een accreditatie-instelling (bijvoorbeeld de Raad van Accreditatie 3Zo geeft Kiwa Nederland B.V. kwaliteitsverklaringen af onder het KOMO-merk. Voor het gebruik van het KOMO-merk

“RvA”) is een bewijs dat de instelling voor de betreffende dienst gekwalificeerd is. Dit houdt onder andere in dat de instelling onafhankelijk en deskundig is.

6.2.2 Kwaliteitsverklaringen

Er zijn verschillende soorten kwaliteitsverklaringen. De belangrijkste zijn: Attest:

Een certificaat van ontwerp: een document waarin de certificatie-instelling verklaart dat er een gerechtvaardigd vertrouwen bestaat dat de eigenschappen van een product of bouwdeel onder nader te stellen voorwaarden voldoen aan de eisen die zijn vastgelegd in de voor dat product of bouwdeel geldende eisen4. De controles die

de CI in het kader van attestatie uitvoert, hebben alleen betrekking op het ontwerp en de geldigheid daarvan. Er vindt bij attestatie geen controle plaats op de volgens het ontwerp vervaardigde producten of bouwdelen. Om die reden mogen deze producten niet van een certificatiemerk worden voorzien.

Productcertificaat:

Een document waarin de certificatie-instelling verklaart dat er een gerechtvaardigd vertrouwen bestaat dat vermelde en door de leverancier vervaardigde producten bij aflevering voldoen aan de voor die producten geldende eisen4. In dat geval mogen

de producten worden voorzien van het certificatiemerk van de certificatie-instelling. Attest met productcertificaat:

Een document waarin de certificatie-instelling verklaart dat er een gerechtvaardigd vertrouwen bestaat dat de eigenschappen van een product of bouwdeel onder nader te stellen voorwaarden voldoen aan de geldende eisen4. En tevens dat de door de

leverancier vervaardigde producten bij aflevering geacht kunnen worden te voldoen aan de voor die producten geldende eisen5 die onder meer in het attest zijn

beschreven. In dat geval mogen de producten worden voorzien van het certificatiemerk van de certificatie-instelling. Hier gaat het bijvoorbeeld om de toepassing van het product in een bepaalde omgeving (bijvoorbeeld in het oppervlaktewater).

Procescertificaat:

Een document waarin de certificatie-instelling verklaart dat er een gerechtvaardigd vertrouwen bestaat dat een door een installateur geleverde vervaardigings-, installatie- of verwerkingsproces voldoet aan geldende eisen5. Het gaat hier

bijvoorbeeld om de kwaliteit van de aanleg van een dijkbekleding. 6.2.3 Beoordelingsrichtlijnen en normen

Beoordelingsrichtlijn

Het uitgeven van kwaliteitsverklaringen vindt plaats op basis van zogenaamde

beoordelingrichtlijnen (BRL’s). In deze BRL’s worden eisen gesteld aan het product/ de dienst (ontwerp), het productie-/voortbrengingsproces en de interne- en externe

kwaliteitsbewaking. Tevens zijn de kwalificaties benoemd waar de certificatie-instelling die de externe beoordeling uitvoert aan moet voldoen. Voorts zijn eisen gesteld aan de inhoud van de kwaliteitsverklaring. Dit stelsel wordt een certificatieschema genoemd zodra dit in uitvoering komt.

onder licentie (KOMO-certificaten) kunnen CI’s ook kwaliteitsverklaringen onder eigen merk afgeven (Kiwa-certificaten). De CI blijft in alle gevallen verantwoordelijk voor de uitgifte van de kwaliteitsverklaringen.

Indien voor het betreffende product/ de betreffende dienst reeds relevante nationale of internationale normen voorhanden zijn, zal in de BRL daar naar worden verwezen5. Waar van

toepassing regelt de BRL ook de aansluiting met de relevante wettelijke eisen, bijvoorbeeld aansluiting op het Bouwbesluit of op het Besluit bodemkwaliteit. In dat laatste geval wordt het certificaat een erkende kwaliteitsverklaring genoemd, die daarmee geldt als wettelijke bewijslast.

Een BRL wordt opgesteld door een onafhankelijk College van Deskundigen samengesteld uit belanghebbende partijen.

Normen

In Nederland worden normen uitgegeven door het NEN. Gaandeweg worden deze normen vervangen door Europese Normen (CEN) en mondiale normen (ISO). Ontbreken deze normen, dan worden de eisen in de BRL zelf vastgelegd.

Normen kunnen worden opgenomen in de wetgeving, maar veelal is dit niet het geval. In het ideale geval is een eis in de wet opgenomen en de bijbehorende bepalingsmethodieken in een normblad.

6.2.4 Inpassing innovatief materiaal met betrekking tot certificering en normen

Een inkoper van dijkbekledingen zal veelal als eis hebben dat de dijkbekleding een

productcertificaat heeft, met voorkeur voor een attest met productcertificaat indien het deze beschikbaar is. In het geval van een nieuw type bekleding is de kans echter groot dat deze niet aan bestaande BRL’s en/of onderliggende NEN-normen voldoet.

De ontwikkelaar zal daarom de BRL moeten laten aanpassen of een nieuwe BRL moeten laten opstellen. Veelal kunnen de BRL’s relatief eenvoudig worden aangepast en kan in de BRL verwezen worden naar (NEN- of EN-) normen. In deze documenten kunnen

ontwerpeisen, technisch inhoudelijke aspecten en verwerkingseisen worden vastgelegd. De ontwikkelaar zal hiervoor contact moeten opnemen met een op dit terrein deskundige CI. Daarnaast vraagt de aanleg van dijkbekledingen om specifieke deskundigheid. Dat kan geregeld worden door deze eisen in een procescertificaat vast te leggen. Daarmee is de hele keten gesloten en heeft de opdrachtgever een grote mate van zekerheid over de kwaliteit van de dijkbekleding. Om voor dergelijke kwaliteitsverklaringen in aanmerking te komen, dient het product/proces dus te voldoen aan de op dat moment geldende BRL inclusief de eventueel onderliggende (NEN- of EN-) normen.