• No results found

aan de kust van de Rode Zee

In document ACADÉMIE ROYALE DES SCIENCES DOUTRE-MER (pagina 187-194)

SAMENVATTING

De auteur had de gelegenheid in juni 1969 een studiereis te maken in Saoedi-Arabië met het doel de eerste gegevens te ver­

zamelen voor een uitgebreide studie betreffende de ontwikkeling van een zevental havens op min of meer regelmatige afstanden verspreid over de 1 700 km lange kust van de Rode Zee.

Onderhavige mededeling bevat enkele gegevens over de plaat­

sen Yanbu, Rabigh, Jedda, Al Lith en Jizan welke werden be­

zocht.

RESUME

En juin 1969, l’auteur a eu l’occasion d’effectuer un voyage d’étude en Arabie Séoudite, dans le but de rechercher les données de base pour une étude approfondie concernant le développe­

ment de 7 ports, répartis d’une façon plus ou moins régulière sur la longueur totale de 1 700 km de la côte de la mer Rouge.

La présente communication comprend quelques données con­

cernant les lieux Yanbu, Rabigh, Jedda, Al Lith et Jizan qui ont été visités.

1. Inleiding

In de eerste helft van juni 1969 had de auteur de gelegenheid een korte studiereis te maken in Saoedi-Arabië met het doel de nodige gegevens te verzamelen voor het beantwoorden van een prijsvraag van de regering van Saoedi-Arabië voor een uitgebrei­

de studie voor de ontwikkeling van het gebied van de Rode Zee.

Daar het hier een gebied betreft dat weinig gekend en moei­

— 301 —

lijk toegankelijk is, moge de publicatie van de hiernavolgende nota’s hieromtrent nuttig zijn.

2. Het ontwikkelingsplan voor het kustgebied aan de Rode Zee De Saoedi-Arabische prijsvraag betrof hoofdzakelijk een uit­

gebreide studie betreffende de mogelijke ontwikkeling van een zevental havens aan de Rode Zee. Ondermeer werd gevraagd het volgende te bestuderen:

— De economische ontwikkeling van het hinterland;

— De ontwikkeling van het verkeer, zowel in het binnenland als in de havens, van goederen en van personen, rekening hou­

dend met het belangrijk verkeer van bedevaarders naar Mekka;

— Hydrografie, topografie en grondmechanica van de plaat­

sen welke in aanmerking zouden komen voor uitbreiding van be­

staande of voor inplanting van nieuwe havens; opsporing van steengroeven in de omgeving voor levering van geschikte bouw­

materialen;

— Plans en specificaties van de te bouwen haveninstallaties, met inbegrip van water- en electriciteitsvoorzieningen, doeane- en politiekantoren, stations voor radio en telegrafie, inrichtingen voor bunkering en herstelling van schepen, enz.;

— De urbanisatie van de beschouwde havensteden.

3. Korte beschrijving van de bezochte plaatsen

De eerste twee dagen werden besteed om in de hoofdstad Riyadh bij het Ministerie van openbare werken inlichtingen van algemene aard te bekomen.

De hoofdstad is aan alle zijden door woestijn om geven en be­

vindt zich op 800 km van de Rode Zee, geheel buiten het gebied dat moest bestudeerd worden.

De 7 havensteden, welke de prijsvraag vermeldde, lagen onge­

veer gelijkmatig verdeeld over de in vogelvlucht 1 700 km lange kust van de Rode Zee. Het betrof alle belangrijke plaatsen langs de kust, met uitzondering van Jedda en Janbu.

Daar Jedda centraal gelegen is en belangrijke administratieve diensten herbergt, werd het als verblijfplaats gekozen. Van hier

uit konden, gedurende 8 dagen, de volgende plaatsen bezocht worden:

— Yanbu en Rabigh, gelegen op respectievelijk 365 en 195 km ten noorden van Jedda, en hieraan verbonden door een goede autoweg.

— Al Lith, gelegen op 220 km ten zuiden van Jedda, en hier­

aan verbonden door een karavaanweg.

— Jizan, gelegen op 650 km in vogelvlucht ten zuiden van schepen en 1 500 000 ton goederen (invoer -f- uitvoer).

De haveninstallaties zijn echter voorlopig nog zeer primitief.

Het laden en lossen van de schepen geschiedt hoofdzakelijk in zee, op een afstand van ongeveer 1 000 m van de kust, bij middel van een 40-tal stalen pontons van 40 X 10 m. Voor het slepen der pontons beschikt men over een 5-tal houten sleepbootjes van r t 200 pk. De pontons worden gelost aan een kade aan ondiep water bij middel van een 25-tal kranen op autobanden met een vermogen van 2 tot 15 ton.

Er is een pier met twee aanlegplaatsen van 170 m lengte waar schepen met een diepgang van 30' rechtstreeks kunnen laden en lossen, zonder gebruik te maken van de overslagpontons.

Er zijn twee havensleepboten van ongeveer 600 en 1 200 pk.

Er is een nieuw havenhoofd van 1 600 m lengte in aanbouw, waar schepen met een diepgang van 10 à 11 m zullen kunnen meren. Op de pier zijn transitmagazijnen voorzien met een totale oppervlakte van 33 000 m2.

Verder voorziet men verbeteringen aan de betonning en de bebakening, verblijven voor passagiers, kantoren voor de open­

bare diensten, een slipway van 250 ton voor het onderhoud van het drijvend havenmaterieel, enz.

De vissershaven telt een honderdtal houten scheepjes van onge­

veer 9 m lengte, de zogenaamde sanabih. Zij zijn uitgerust met een zeil en dikwijls ook met een buitenboordmotor. De vis­

vangst geschiedt ’s nachts. Elke dag is er markt van 10 tot 14 uur.

— 303 —

De niet verkochte vis kan met ijs bewaard worden in bakken van 1 m3.

Jedda vormt de voorhaven van de belangrijke bedevaartplaats Mekka (500 000 inwoners), waarmede het verbonden is door een goede autobaan van 74 km lengte. Het aantal bedevaarders dat te Jedda ontscheept schijnt zeer groot; nauwkeurige inlichtin­

gen hieromtrent konden echter niet bekomen worden.

In de omgeving van Jedda treft men enkele belangrijke indus­

triële bedrijven aan, welke overigens nog zullen uitgebreid wor­

den, ondermeer een cementfabriek, een meststoffenfabriek en een olieraffinaderij. Verder wordt een staalfabriek voorzien, voor de exploitatie van de ijzerertsen gevonden in de onmiddel­

lijke buurt van Jedda te Wadi Fatimah. Als brandstof wordt olie of gas voorzien, dat zou aangevoerd worden door middel van pijpleidingen vanaf de Perzische Golf of eventueel vanuit de dichterbij gelegen pas ontdekte bronnen in de Hijas, ten noorden van Jedda.

2. Yanbu

Ofschoon deze haven niet vermeld was in de prijsvraag, werd zij bezocht, omdat het de enige moderne haven is aan de kust van de Rode Zee.

Zij ligt op 365 km van Jedda en op 150 km van Medina en is met deze steden verbonden door middel van goede autowegen.

De haven werd gebouwd in 1966 aan een 1 500 m diepe inham in de kust, goed beschermd tegen de golfslag. Er zijn twee aanlegplaatsen voor zeeschepen tot 15 0000 tdw. Er worden jaar­

lijks ongeveer 72 schepen geteld.

Verdere uitbereiding van de haven is voorzien. Er bestaan onder meer plannen om het transitverkeer van bedevaarders naar Mek­

ka op te voeren, ten einde de haven van Jedda te ontlasten.

In de omgeving van Yanbu en in de ganse streek van Hijas

wordt systematisch naar petroleum gezocht en er werden reeds enkele vindplaatsen ontdekt.

3. Rabigh

Dit is een belangrijke stad langs de kust, met een bevolking van ongeveer 15 000 inwoners. In het hinterland wonen verder nog 40 000 mensen, grotendeels nomaden.

De stad is nog weinig ontwikkeld. Er is geen elektriciteit.

Sommige inwoners beschikken over een eigen dynamo.

In de omgeving van Rabigh werden belangrijke hoeveelheden bariumoxyde ontdekt.

Alhoewel de stad dicht bij een zeearm gelegen is, vindt men er niet de minste havenactiviteit. Een motorbootje van het leger en enkele houten roeiboten waren de enige schepen welke op het strand werden opgemerkt.

De kuststreek tussen Jedda en Yanbu is een niet geheel dor gebied met een weinig plantengroei en hier en daar een waterput waar men op 10 à 15 m diepte water aantreft.

Er is een schaarse, gedeeltelijk nomadische, bevolking. Onder­

weg werden enkele kudden kamelen opgemerkt.

Langs de autoweg tussen Rabigh en Jedda ontmoet men op regelmatige afstanden pleisterplaatsen voor de bedevaarders naar Mekka, welke op bepaalde tijdstippen gebruik maken van de weg.

4. Al Lith

Al Lith is een primitief stadje met ongeveer 2 000 inwoners.

Wanneer men de grotere steden als Jedda, Yanbu en Jizan bui­

ten beschouwing laat, mag het aanzien worden als een typisch voorbeeld van een kustplaats aan de Rode Zee.

Men vindt geen spoor van enige havenactiviteit. Op het strand ziet men een 15-tal houten sanabih en 6 plastic roeiboten, ge­

bruikt voor de visvangst, en 2 snelle motorboten van het leger.

De plaats is moeilijk te bereiken en gelegen in een woestijn­

achtig en uiterst dun bevolkt gebied. Gedurende de 220 km lange tocht van Jedda naar Al Lith werden slechts 2 vrachtwagens met een 10-tal passagiers opgemerkt. Om de weg door de woes tijn te vinden moet men over een ervaren gids beschikken en

— 305 —

zelfs dan is het mogelijk dat men blijft steken in het mulle zand of in de slijkerige bodem van een uitgedroogd meer.

5. Jizan

Deze stad vormt een belangrijke plaats, aan het zuidelijk uiteinde van de Rode Zeekust, op een 60-tal km van de grens met Jemen.

Daar het grensgebied onder militaire controle stond, was een speciaal paspoort vereist om de stad te bezoeken.

De plaats is verbonden met Jedda door de 750 km lange kust­

weg welke ook de steden Al Lith en Al Qunfudha aandoet. De reis, alleen mogelijk per jeep of per vrachtwagen, duurt 3 à 9 dagen, volgens de toestand der wegen.

De stad bezit een vliegplein en een electriciteitscentrale met een vermogen van 2 000 kW.

Het aantal inwoners bedraagt ongeveer 50 000. De bevolking neemt snel toe. In 1965 waren er slechts 25 000 inwoners.

De streek van Jizan mag worden beschouwd als de meest vruchtbare van Saoedi-Arabië.

In het hinterland bevindt zich ongeveer 600 000 ha grond welke wordt bebouwd. Het rendement hiervan zal merkelijk verbeteren wanneer het irrigatieproject, waaraan thans wordt gewerkt, zal klaar zijn. Dit omvat ondermeer de bouw van een stuwdam in de buurt van Jizan door de firma Hochtief. De totale investering van het project wordt geschat op 500 000 000 BF.

Jizan is de derde belangrijkste haven aan de Rode Zeekust, na Jedda en Yanbu.

Er komen jaarlijks een 30-tal kleine zeeschepen lossen.

Deze schepen, met een diepgang kleiner dan 6,00 m, kunnen de kust tot op ongeveer 1 000 m naderen. Het lossen geschiedt alsdan in houten sanabih, welke op hun beurt lossen aan een betonnen pier, gebouwd in 1961, met een waterdiepte van 1,00 m bij laag water. Een tweede en langere pier is in aanbouw. Al­

daar zullen 2 zeeschepen, met een diepgang van 6,00 m, recht­

streeks kunnen aanleggen.

Het laden en lossen geschiedt zonder mechanische hulpmidde­

len; de enige heftruck waarover men beschikt, is buiten gebruik.

De visvangst is vrij belangrijk. Er zijn een honderdtal sanabih, voorzien van buitenboordmotoren van 3 à 6 pk.

4. Besluit

De activiteit der havens aan de Rode Zee is weinig ontwik­

keld. Zij beperkt zich hoofdzakelijk tot de invoer van Europese afgewerkte producten in een drietal havens van de 1 700 km lan­

ge kust.

Bij gebrek aan meerplaatsen met voldoende waterdiepte, wordt in het algemeen gebruik gemaakt van overslaglichters, welke toelaten in volle zee te lossen bij middel van de eigen laadbomen van het schip. Ten gevolge van het feit dat dit dikwijls tijd­

verlies veroorzaakt, zenden de reders bij voorkeur hun oude en minderwaardige schepen naar de Rode Zee.

Er is practisch geen kustvaart. De kleine houten zeilscheepjes welke hiervoor eertijds werden gebruikt, zijn verdwenen of bui­

ten gebruik, omdat zij niet konden concurreren met de vracht­

wagens, dit ondanks het feit dat de wegen, voor zover zij bestaan, meestal zeer slecht zijn.

Terwijl de Rode Zee steeds een belangrijke verkeersweg is geweest voor de wereldscheepvaart, was zij tot op heden plaat­

selijk van weinig belang voor de aangrenzende landen, name­

lijk Saoedi-Arabië, Egypte, Soedan en Ethiopië.

Nochtans zou de ontwikkeling van de havens aan de Rode Zee grote diensten aan deze landen kunnen bewijzen omdat zij:

1. In de richting Oost-West de uitwisseling toelaat van goe­

deren tussen landen waarvan de kusten hoogstens 300 km van elkaar verwijderd zijn;

2. In de richting Noord-Zuid een goedkoper vervoer toelaat dan op de met de zee evenwijdig lopende landwegen.

Inderdaad, dank zij haar aanzienlijke lengte van 2 700 km, haar beperkte breedte van 200 à 300 km en dank zij de gunstige weersomstandigheden welke er heersen, vormt de Rode Zee een

der prachtigste natuurlijke verkeerswegen ter wereld.

Het hierboven beschreven Saoedi-Arabische ontwikkelingsplan zal ongetwijfeld toelaten de scheepvaart in de Rode Zee te bevor­

deren en alzo meer voordeel te trekken uit deze natuurlijke verkeersweg.

29 januari 1971.

Séance du 26 mars 1971

In document ACADÉMIE ROYALE DES SCIENCES DOUTRE-MER (pagina 187-194)