• No results found

De Kunst van Lincoln

In document BEELDENDE VAKKEN VWO (pagina 74-77)

THEMA: ENGAGEMENT CONTEXT: Politiek

24. De Kunst van Lincoln

74

24. De Kunst van Lincoln

H. Mitgang schreef in 1970 een artikel in American Art Journal over het engagement van Abraham Lincoln met de kunsten en zijn stimulerende en respectvolle houding richting kunstenaars. De zestiende president van de Verenigde Staten kreeg het overigens zwaar te verduren door verschillende politiek tekenaars die het niet eens waren met zijn beleid, bijvoorbeeld ten aanzien van gekleurde Amerikanen. Politieke karikaturen werden ook als genre steeds belangrijker door de opkomst van de eerste massamedia als kranten en tijdschriften. De tekst hoort bij de context politiek, tijdvak 1750-1900.

Tijdens Abraham Lincolns volwassen leven vonden er grote veranderingen plaats in de kunstwereld – de ontwikkeling van de fotografie, karikaturen, gravures en de reproductie van schilderijen en sculpturen – en het was een geluk dat de zestiende president van de Verenigde Staten zich instinctief bewust was van het feit dat de scheppers moesten worden aangemoedigd en gerespecteerd. Dat deed hij in de muziek, het theater, de poëzie, de beeldhouwkunst en de schilderkunst.

Het debat over de vraag of de nationale regering kunstenaars en musea moet helpen voor het algemeen geluk en welvaren vindt al minstens een eeuw plaats. Lincoln gaf het antwoord voor zijn tijd en de onze. Twee dagen nadat hij zijn tweede inaugurele rede hield, en slechts enkele weken voor zijn dood, schreef hij een brief aan minister van Buitenlandse Zaken William Seward, waarin hij veel zei in weinig woorden. ‘Beste heer,’ begint de brief van 6 maart 1865, ‘ik wens dat Thomas D. Jones uit Cincinnati en John J. Piatt, nu in deze stad, een van die redelijk grote consulaten krijgen die kunstenaars een beetje helpen [bij] hun beroep. Kijk hier alstublieft naar uit. Hoogachtend, A. Lincoln.’

Jones was beeldhouwer en Piatt een dichter die als secretaris had gewerkt voor George D. Prentice van de

Louisville Journal en later als klerk in het ministerie van Financiën. Piatt was uiteindelijk tien jaar lang

consul van het Ierse Cork, maar er is geen bewijs voor een vergelijkbare opsteker voor de beeldhouwer. Toch geeft het idee van een gespreid bedje waarin kunstenaars zich op hun echte interesses konden richten zonder al te hard te werken voor de regering goed aan hoe de president erover dacht. En de bereidheid te zeggen dat kunstenaars ook een ‘beroep’ hadden, was een houding die meerdere presidenten die hem opvolgden niet hebben begrepen.

Geen enkele president had meer te lijden onder karikaturisten in de Amerikaanse en Britse pers. Toch vond Lincoln altijd de tijd om te poseren en om samen te werken met fotografen, schilders en beeldhouwers. Sir John Tenniel, die tussen 1850 en 1901 cartoonist was bij Punch, kreeg bekendheid als illustrator van Alice’s

Adventures in Wonderland (1865) en Through the Looking Glass (1872) van Lewis Carroll. Maar hij

gebruikte zijn grote talent om het gezicht van Lincoln om te zetten in wrede lijnen. Hij portretteerde Lincoln als broodkaarter die zijn laatste kaart speelt (een schoppenaas met het gezicht van een zwarte). Hij gaf hem weer als biljartspeler die met een keu in de hand wordt overtroffen tijdens een spel met Jefferson Davis.

75 Afb. 2 Afb. 3 Afb. 4 Afb. 5 Afb. 6 Afb 1.

76 Hij portretteerde hem als Brutus met de geest van een zwarte Caesar die zegt: ‘Ik zijn uw boze geest, meester Linkin’. (afb. 1, 2 en 3).Deze karikaturen uit Punch werden opgepikt door de Southern Illustrated

News in Richmond, gekopieerd en overgetekend, zodat de gezichten van Lincoln en de twee zwarten het

grootste deel van hun kracht verloren (afb. 4 en 5).

John Tenniels bekendste karakteriseringen van Lincoln tekende hij met tussenpozen van een half jaar voor

Punch, voor en na de moord. Hij maakte een grotesk portret, De Federale Feniks, waarop Lincoln met een

lange nek en vleugels oprijst uit een vuur van houtblokken met daarop de woorden: grondwet van de Verenigde Staten, staatsrechten, habeas corpus, pers (afb. 6). Een maand na Lincolns dood maakte Tenniel het goed. In een cartoon met de naam Britannia sympathiseert met Columbia herriep hij wat hij drie oorlogsjaren lang had getekend (afb. 7). Op zijn tekening van Brittannia die een krans legt op Lincolns draagbaar is een van zijn ketenen bevrijde slaaf te zien, en in dezelfde uitgave van 6 mei 1865 publiceerde

Punch een gedicht dat zowel een verontschuldiging als een eerbetoon was.

Harper’s Weekly, Leslie’s Weekly en Vanity Fair bevorderden allen de ontwikkeling van gravures op basis

van foto’s. Toen op 10 november 1860 een gravure van de verkozen president Lincoln verscheen op de voorpagina van Harper’s, weigerden Zuidelijke postbeambten deze rond te brengen. Dit was de eerste indicatie dat een conflict onvermijdelijk was. Tijdens Lincolns verkiezingscampagne kwam kunst in dienst te staan van de politiek.

‘Thomas Nast was onze beste rekrutenwerver,’ zei president Lincoln over de jonge politieke cartoonist van

Leslie’s, Harper’s en de New York Illustrated News. ‘Zijn emblematische cartoons roepen altijd

enthousiasme en patriottisme op en verschenen altijd net als deze zaken schaars werden.’ Nast maakte aan het begin van de oorlog prenten van trainingskampen en slagvelden, en maakte toen de overstap naar tekeningen die de bredere betekenis van de oorlog zelf en president Lincoln interpreteerden.

Afb. 1: Sir J. Tenniel; Punch Magazine, 15-8-1863 Afb. 2: Sir J. Tenniel; Punch Magazine, 9-5-1863 Afb. 3: Sir J. Tenniel; Punch Magazine, 15-8-1863 Afb. 4: Sir J. Tenniel; Punch Magazine, 14-11-1863 Afb. 5: Sir J. Tenniel; Punch Magazine, 3-12-1864 Afb. 6: Sir J. Tenniel; Punch Magazine, 28-2-1863 Afb. 7: Sir J. Tenniel; Punch Magazine, 6-5-1865 Afb. 7

77

In document BEELDENDE VAKKEN VWO (pagina 74-77)