• No results found

Landbouw dierlijke mest Landbouw kunstmest en spuiwater Overige sectoren dierlijke mest Overige sectoren kunstmest

1990 1995 2000 2005 2010 2011 2012 Krachtvoer-aanvoer op

agrarisch bedrijf 18,0 18,0 18,0 18,0 18,0 18,0 18,0

Kunstmest-aanvoer op agrarisch bedrijf, laden

kunstmeststrooier, verspreiden 21,0 21,0 21,0 21,0 21,0 21,0 21,0 Gewasbeschermingsmiddelen- toepassing in veld 25,0 25,0 25,0 25,0 25,0 25,0 25,0 Oogstwerkzaamheden-hooi en akkerbouwgewassen 49,7 47,7 49,4 49,6 49,4 48,8 48,0 Totaal 555,6 554,5 584,2 568,0 600,5 614,8 598,8

De emissies zijn sinds 1990 over het algemeen gedaald, overeenkomstig de lagere aantallen dieren. Uitzonderingen worden gevormd door de vleeskalveren, geiten, paarden en konijnen en pelsdieren, die juist meer gehouden worden.

Bij leghennen speelt verder de vrijwel volledige overgang van stalsystemen met dunne mest en een lage fijnstofemissie, naar systemen met vaste mest en hoge emissies aan fijn stof. In recente jaren speelt ook de toenemende implementatie van luchtwassers een reducerende rol, vooral bij varkens.

7

Conclusies

De ammoniakemissie uit dierlijke mest en kunstmest in de landbouw nam per saldo af van

107 miljoen kg in 2011 tot 102 miljoen kg in 2012. De ammoniakemissie uit dierlijke mest daalde met ruim 8 miljoen kg. Daartegenover stond een toename van de emissie uit kunstmest met ruim 3 miljoen kg. De belangrijkste oorzaak voor de gedaalde emissie uit dierlijke mest is de afname van de stikstofexcretie van 477 tot 461 miljoen kg N in combinatie met lagere TAN-gehalten. De N-excretie is vooral gedaald door lagere mineralengehalten van ruwvoer en mengvoer en een daling van de varkens- en pluimveestapel. De emissie uit kunstmest is gestegen door het toegenomen gebruik van ureum. Het gebruik van ureum verdubbelde in 2012 ten koste van kalkammonsalpeter. Het totale kunstmestgebruik bleef nagenoeg gelijk. De emissiefactor voor ammoniak uit ureum is echter veel hoger dan die van kalkammonsalpeter. De gemiddelde emissiefactor voor kunstmest steeg hierdoor van 4,2% in 2011 tot 5,5% in 2012.

De emissie uit stallen en mestopslagen daalde met 3,2 miljoen kg NH3 en de emissie bij mest-

toediening met 4,8 miljoen kg. Behalve beperking van de N-excretie draagt ook de toegenomen mestverwerking bij aan een lagere emissie bij mesttoediening. In 2012 werd voor 34 miljoen kg fosfaat aan dierlijke mest verwerkt door verbranding en export tegen 31 miljoen kg in 2011. De ammoniakemissie uit dierlijke mest en kunstmest buiten de landbouw (hobbybedrijven, particulieren en natuurterreinen) nam licht toe van 5,6 tot 6,0 miljoen kg NH3.

In lijn hiermee nam de N2O-emissie tussen 2011 en 2012 af van 22,4 tot 21,7 miljoen kg. De NO-

emissie nam af van 19,9 naar 19,1 miljoen kg.

De totale emissie van methaan veranderde tussen 2011 en 2012 nauwelijks, en komt uit op 437,3 miljoen kg.

Fijn stof ten slotte, daalde van 6,6 miljoen kg in 2011 naar 6,4 miljoen kg PM10 in 2012 als gevolg van het toenemende aandeel stallen met luchtwasser. De emissie van PM2,5 bedroeg in beide jaren 0,6 miljoen kg.

Referenties

Bannink, A. (2011). Methane emissions from enteric fermentation by dairy cows, 1990-2008. Background document on the calculation method and uncertainty analysis for the Dutch National Inventory Report on Greenhouse Gas emissions. WOt-werkdocument 265, WOT Natuur & Milieu, Wageningen UR,

Wageningen.

Bikker, P., M.M. van Krimpen & G.J. Remmelink (2011). Stikstofverteerbaarheid in voeders voor

landbouwhuisdieren; Berekeningen voor de TAN-excretie. WOt-werkdocument 224. WOT Natuur & Milieu, Wageningen UR, Wageningen.

Bruggen C. van, C.M. Groenestein, B.J. de Haan, M.W. Hoogeveen, J.F.M. Huijsmans. S.M. van der Sluis & G.L. Velthof (2011a). Ammoniakemissie uit dierlijke mest en kunstmest, 1990-2008. Berekeningen met het Nationaal Emissiemodel voor Ammoniak (NEMA). WOt-werkdocument 250. WOT Natuur & Milieu, Wageningen UR, Wageningen.

Bruggen C. van, C.M. Groenestein, B.J. de Haan, M.W. Hoogeveen, J.F.M. Huijsmans. S.M. van der Sluis & G.L. Velthof (2011b). Ammoniakemissie uit dierlijke mest en kunstmest in 2009. Berekeningen met het Nationaal Emissiemodel voor Ammoniak (NEMA). WOt-werkdocument 251. WOT Natuur & Milieu, Wageningen UR, Wageningen.

Bruggen C. van, C.M. Groenestein, B.J. de Haan, M.W. Hoogeveen, J.F.M. Huijsmans. S.M. van der Sluis & G.L. Velthof (2012). Ammoniakemissie uit dierlijke mest en kunstmest in 2010. Berekeningen met het Nationaal Emissiemodel voor Ammoniak (NEMA). WOt-werkdocument 294. WOT Natuur & Milieu, Wageningen UR, Wageningen.

Bruggen C. van, C.M. Groenestein, B.J. de Haan, M.W. Hoogeveen, J.F.M. Huijsmans. S.M. van der Sluis & G.L. Velthof (2013). Ammoniakemissie uit dierlijke mest en kunstmest in 2011. Berekeningen met het Nationaal Emissiemodel voor Ammoniak (NEMA). WOt-werkdocument 330. WOT Natuur & Milieu, Wageningen UR, Wageningen.

CBS (2009). Huisvesting van landbouwhuisdieren 2008 (C. van Bruggen). www.cbs.nl. CBS (2011). Huisvesting van varkens en pluimvee 2010 (C. van Bruggen). www.cbs.nl. CBS (2012a). Dierlijke mest en mineralen 2011 (C. van Bruggen). www.cbs.nl.

CBS (2012b). Co-vergisting van dierlijke mest 2006-2011 (C. van Bruggen). www.cbs.nl. CBS (2012c). Huisvesting van landbouwhuisdieren 2012 (C. van Bruggen). www.cbs.nl. CBS (2013). Dierlijke mest en mineralen 2012 (C. van Bruggen). www.cbs.nl.

Chardon W.J. & K.W. van der Hoek (2002). Berekeningsmethode voor de emissie van fijn stof vanuit de landbouw. Alterra-rapport 682/RIVM-rapport 773004014. Alterra/RIVM, Wageningen/Bilthoven. Commissie Bemesting Grasland en Voedergewassen (2012). Adviesbasis bemesting grasland en

voedergewassen. www.bemestingsadvies.nl.

EEA (2009). EMEP/EEA air pollutant emission inventory guidebook 2009. Technical guidance to prepare national emission inventories. EEA Technical report No 9/2009. European Environment Agency, Kopenhagen.

GPG (2001). Good Practice Guidance and Uncertainty Management in National Greenhouse Gas Inventories. Intergovernmental Panel on Climate Change.

Groenestein, C. M. (2013). Persoonlijke mededeling. Wageningen UR Livestock Research, Wageningen. Handhavingsamenwerking Noord-Brabant (2010). Evaluatie Project luchtwassers 2009.

Handhavingsamenwerking Noord-Brabant (2013). Rapport: resultaten Brabantbrede toezichtsaanpak luchtwassers 2011-2012.

Hoek, K.W. van der & M.W. van Schijndel (2006). Methane and nitrous oxide emissions from animal manure management, 1990 - 2003. Background document on the calculation method for the Dutch National Inventory Report. RIVM report 680.125.002; MNP report 500080002. Bilthoven.

Hoek, K.W. van der, M.W. van Schijndel & P.J. Kuikman (2007). Direct and indirect nitrous oxide emissions from agricultural soils, 1990-2003. Background document on the calculation method for the Dutch National Inventory Report. RIVM report 68012003/2007; MNP report 500080003/2007. Bilthoven. Hoogeveen, M.W., P.W. Blokland, H. van Kernebeek & H.H. Luesink & J.H. Wisman (2010).

Ammoniakemissie uit de landbouw in 1990 en 2005-2008; Achtergrondrapportage. WOt-werkdocument 191. WOT Natuur & Milieu, Wageningen UR, Wageningen.

Hubeek, F.B. & D.W. de Hoop. (2004). Mineralenmanagement in beleid en praktijk. Een Evaluatie van Beleidsinstrumenten in de Meststoffenwet (EMW 2004). LEI-rapport 3.04.09. LEI, Den Haag.

IPCC (1996). Revised 1996 IPCC Guidelines for National Greenhouse Gas Inventories. Intergovernmental Panel on Climate Change.

IPCC (2001). Good Practice Guidance and Uncertainty Management in National Greenhouse Gas Inventories. IPCC-TSU NGGIP, Japan.

Koeijer, T.J. de, M.W. Hoogeveen & H.H. Luesink (2011). Synthese monitoring mestmarkt 2006-2010. WOt- rapport 116. WOT Natuur & Milieu, Wageningen UR, Wageningen.

Koeijer, T.J. de, H.H. Luesink & C. Daatselaar (2012). Synthese monitoring mestmarkt 2006-2011. WOt- rapport 119. WOT Natuur & Milieu, Wageningen UR, Wageningen.

Kroeze, C. (1994). Nitrous oxide. Emission inventory and options for control in the Netherlands. RIVM report 773001004. Bilthoven.

Kuikman, P.J., J.J.H. van den Akker & F. de Vries (2005). Lachgasemissie uit organische landbouwbodems. Alterra rapport 1035-2. Alterra Wageningen UR, Wageningen.

Luesink, H.H., P.W. Blokland & J.N. Bosma (2011). Monitoring mestmarkt 2010. Achtergrond-documentatie. LEI-rapport 2011-048. LEI-Wageningen UR, Den Haag.

Luesink, H.H., P.W. Blokland & C. van Bruggen (2013). Monitoring mestmarkt 2011. Achtergrond- documentatie. www.monitoringmestmarkt.nl

Mineralen Boekhouding (2003). Kiezen uit gehalten. Forfaitaire gehalten voor de Mineralen Boekhouding. Oenema, O., G.L. Velthof, N. Verdoes, P.W.G. Groot-Koerkamp, G.J. Monteny, A. Bannink, H.G. van der

Meer & K.W. van der Hoek (2000). Forfaitaire waarden voor gasvormige stikstofverliezen uit stallen en mestopslagen. Alterra-rapport 107, gewijzigde druk. Alterra Wageningen UR, Wageningen.

Ogink, N.W.M., C.M. Groenestein & J. Mosquera (2014). Actualisering ammoniak-emissiefactoren rundvee: advies voor aanpassing in de Regeling ammoniak en veehouderij. Rapport 744. Wageningen UR Livestock Research, Lelystad..

Schijndel, M.W. van & S.M. van der Sluis (2011). Emissiefactoren voor berekening directe lachgasemissies uit landbouwbodems (inclusief beweiding). Achtergrondnotitie bij de NIR 2011.

Velthof, G.L., C. van Bruggen, C.M. Groenestein, B.J. de Haan, M.W. Hoogeveen & J.F.M. Huijsmans (2009). Methodiek voor berekening van ammoniakemissie uit de landbouw in Nederland. WOt-rapport 70. WOT Natuur & Milieu, Wageningen UR, Wageningen.

Velthof, G.L., C. van Bruggen, C.M. Groenestein, B.J. de Haan, M.W. Hoogeveen & J.F.M. Huijsmans (2012). A model for inventory of ammonia emissions from agriculture in the Netherlands. Atmospheric

Environment 46 (2012) p. 248-255.

Velthof, G.L., J. Mosquera, J. Huis in ‘t Veld & E. Hummelink (2010). Effect of manure application technique on nitrous oxide emission from agricultural soils. Alterra-report 1992. Alterra Wageningen UR,

Wageningen.

Velthof, G.L. & J. Mosquera (2011). Calculation of nitrous oxide emission from agriculture in the Netherlands. Update of emission factors and leaching fraction. Alterra report 2151. Alterra Wageningen UR,

Wageningen.

WUM (2010). Gestandaardiseerde berekeningsmethode voor dierlijke mest en mineralen. Standaardcijfers 1990-2008. Werkgroep Uniformering berekening Mest- en mineralencijfers (redactie C. van Bruggen). CBS, PBL, LEI-Wageningen UR, Wageningen UR-Livestock Research, Ministerie van LNV en RIVM. CBS, Den Haag.

Zeeman, G. (1994). Methane production and emission in storages for animal manure. Fertilizer Research 37, p. 207-211.

Zeeman, G. & S. Gerbens (2002). CH4 emissions from animal manure. In: Background Papers IPCC Expert Meetings on Good Practice Guidance and Uncertainty Management in National Greenhouse Gas

Verantwoording

De Emissieregistratie heeft tot doel om jaarlijks de emissie van ongeveer 170 stoffen naar lucht, water en bodem in kaart te brengen. Deze worden door Ministeries en instituten gebruikt voor diverse doeleinden, zoals beleidsanalyses, leefomgevingsbalans en internationale rapportages. Binnen de Emissieregistratie is de taakgroep Landbouw en Landgebruik verantwoordelijk voor de emissies vanuit de landbouw. Belangrijke emissies zijn ammoniak, fijn stof, lachgas en methaan. Deze emissies zijn vooral belangrijk voor rapportages van Nederland in het kader van de NEC en de

broeikasgasrapportages.

Dit rapport is een verantwoording van de berekening van de emissies van ammoniak, stikstofoxide, lachgas, methaan en fijn stof uit de landbouw in 2012 met het rekenmodel NEMA. De emissiecijfers zijn gepubliceerd via de website: www.emissieregistratie.nl. De berekeningen zijn uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de werkgroep NEMA van de Commissie Deskundigen Mest. Het

conceptrapport is beoordeeld en goed gekeurd door de taakgroep Landbouw en Landgebruik van de Emissieregistratie (in name van Leon de Poorter), de externe contactpersoon bij het ministerie van Economische Zaken (Theo Janssen) en de interne contactpersoon binnen de unit WOT Natuur & Milieu, thema Agromilieu (Jennie van der Kolk).

Bijlage 1 Aantal dieren