• No results found

Koppeling tussen de gestelde eisen en de vier dimensies uit het 4S-model

6. MICROKREDIET VOOR STARTENDE MICRO-ONDERNEMERS

6.4 S AMENVATTING : A AN WELKE EISEN MOET EEN MICROKREDIET PROGRAMMA BEDOELD VOOR

6.4.4 Koppeling tussen de gestelde eisen en de vier dimensies uit het 4S-model

In hoofdstuk 4 is geconcludeerd dat in een viertal dimensies (4S-model) voldoende kapitaal aanwezig moet zijn om succesvol te zijn in een bepaalde fase van het ondernemerschapproces. Hieronder wordt per dimensie weergegeven op welke wijze waarde wordt gecreëerd binnen de verschillende dimensies.

Strategische dimensie(1)

In deze dimensie moet de ondernemer “strategisch kapitaal” opbouwen. Hierbij staat het proces van zingeving en doelen stellen voor de organisatie centraal.

• Coach kan helpen met businessplan

Voor de aanvraag van een microkrediet moet de student een businessplan opstellen. De coach kan de student helpen met het opstellen van een business plan. Het is belangrijk dat er iemand naar het plan kijkt die vragen stelt. Bijvoorbeeld naar de doelstelling van de

onderneming. Tevens kan de coach helpen met de positionering van de onderneming in de markt.

• In groepsverband werken

Studenten die in koppels of kleine groepjes samenwerken, kunnen elkaar ondersteunen in het proces van zingeving en het stellen van doelen voor de organisatie.

• Filter op ondernemerschap

Een ondernemer moet voordat hij in aanmerking komt voor een microkrediet laten zien dat hij in staat is een onderneming op te zetten. Hoewel de selectieprocedure niet zwaar is zal er wel uitgebreid gekeken worden of een student beschikt over ‘ondernemersbloed’. Hierbij moet de student ook laten zien dat hij in staat is om duidelijke doelen voor zijn onderneming te stellen. • Terugkoppeling beoordeling kredietaanvraag

De bank moet terugkoppeling geven over het wel of niet toekennen van een microkrediet. Door de terugkoppeling is de student in staat te achterhalen waar verbeteringen mogelijk zijn hetzij persoonlijk, hetzij binnen de organisatie.

Economische dimensie(2)

In deze dimensie moet de ondernemer “economisch kapitaal” opbouwen. De ondernemer moet de productieprocessen zodanig aanpassen dat het productieproces van het bedrijf, gegeven de strategische doelen en macht, efficiënter wordt dan dat van de concurrent.

• Bank in samenwerkingsverband

Een bank die deelneemt in het samenwerkingsverband heeft meer mogelijkheden om inzicht te verkrijgen in de potentie van een student. Dit kan bijvoorbeeld via de onderwijsinstellingen, maar ook rechtstreeks door deelname in een commissie, zoals bijvoorbeeld een

toelatingscommissie of raad van toezicht. Wanneer er meer inzicht in de potentie van de student is, kan het voor de student eenvoudiger worden om een krediet aan te vragen dan voor een concurrerende ondernemer die niet deelneemt aan het programma.

• Relatief eenvoudige toegang tot het krediet

De eisen die aan de student gesteld worden zijn op de meeste gebieden minder streng dan bij een reguliere kredietaanvraag (zie 5.2.2).

• Korte lijn tussen bank en lener

Door regelmatig contact te houden tussen bank en lener wordt enerzijds het risico voor de lener beperkt doordat er ingegrepen kan worden wanneer het dreigt mis te gaan. Anderzijds is het voor de lener makkelijker om een volgende financiering aan te vragen doordat de bank inzicht heeft in de bedrijfsgang (zekerheid).

• Coach kan rol spelen in kredietbeoordelingsproces

De bank kan het oordeel van de coach over de student meenemen in het beoordelingsproces. De coach kent de student al langere tijd en kan zijn vertrouwen uitspreken over de student. Dit is een belangrijk aspect in het microkredietprogramma aangezien er wordt gezocht naar ‘alternatieve zekerheden’. Een student kan in een vreemde omgeving moeilijk in staat zijn het vertrouwen te winnen en daarom is het verstandig een oordeel te vormen over langere termijn. • Langere terugbetalingperiode en lage rente

De student hoeft niet meteen te beginnen met aflossen en kan lenen tegen een lagere rente dan regulier. Op deze manier behaalt de student een concurrentievoordeel. De achterliggende gedachte is dat aflossingen en renteverplichtingen in de beginfase van de onderneming investeringen niet in de weg mogen staan.

• Hoogte van krediet afhankelijk van behoefte

Als het krediet niet wordt afgestemd op de behoefte van de student kan er over- of

onderfinanciering ontstaan. Het aantrekken van extra financiering of het lenen van teveel geld kost geld, hierdoor verslechtert concurrentiepositie. Een goede afstemming op de behoefte van de student is wenselijk.

Organisatie dimensie(3)

In deze dimensie moet de ondernemer “cultureel kapitaal” opbouwen. De ondernemer moet bepaalde patronen van gedrag die beter bij de doelen van de organisatie passen vastleggen en onderhouden in de gedeelde waarden en normen, methoden van omgaan met bepaalde situaties (efficiency en effectiviteit).

• Bank in samenwerkingsverband en korte lijn tussen bank en lener

Het is van belang om een bank op te nemen in het samenwerkingsverband, aangezien de student op deze wijze leert omgaan met het aantrekken van een (bank)financiering. De student leert op deze manier hoe hij beoordeeld wordt bij het aanvragen van een financiering. Bij een aanvraag van een tweede (hogere?) financiering kan de student gebruik maken van de opgedane kennis.

• (oud-) Ondernemers inzetten

In het begeleidingstraject kunnen (oud) ondernemers ingezet worden. Deze (oud) ondernemers kunnen de student helpen met het vaststellen van efficiënte en effectieve methoden van omgaan met bepaalde situaties.

• Coach kan helpen businessplan

Hierbij geldt hetzelfde als voor de (oud) ondernemer. De (oud) ondernemer zal in eerste instantie ook de coach van de student moeten zijn. Wanneer dit echter niet mogelijk is en bijvoorbeeld een docent de student coacht, dan kan deze ook helpen met het vaststellen en vastleggen van patronen.

• In groepsverband werken

Studenten kunnen efficiënte en effectieve methoden van elkaar overnemen of samen ontwikkelen.

Netwerk dimensie(4)

In deze dimensie moet de ondernemer “sociaal kapitaal” opbouwen. De ondernemer moet integratie en afstemming van strategische, economische en culturele processen realiseren in het sociale systeem door interactie binnen de organisatie en naar buiten.

• Partners feeling met ondernemerschap

Partners met gevoel voor ondernemerschap kunnen zich beter inleven in de problematiek waar de studenten mee te maken krijgen. Zij kunnen ondersteuning bieden op verschillende vlakken en daarmee een belangrijke netwerkpartner zijn voor de student.

• Partners bestaande netwerken beschikbaar stellen

Partners kunnen niet alleen zelf een belangrijke netwerkpartner zijn maar kunnen hun eigen netwerk ook beschikbaar stellen aan de student.

• Partners uit lokale setting

Het netwerk van een partner uit de lokale setting zal meer waarde hebben voor de student dan het netwerk van een partner met een vergelijkbaar netwerk, maar uit een andere omgeving. Tevens is de afstemming tussen de verschillende partners en de student eenvoudiger wanneer alle partners uit dezelfde omgeving komen.

• In groepsverband werken

Studenten kunnen van elkaar leren maar kunnen ook elkaars klanten zijn (bijvoorbeeld adverteerders of financieel specialisten). Tevens kan een student andere studenten in dienst nemen wanneer deze zijn onderneming (in een later stadium) uit wil breiden.

In hoofdstuk 4 zijn in alle vier de dimensies een aantal uitdagingen naar voren gekomen voor

startende studentondernemers: De ondernemer moet doelstellingen vaststellen voor de onderneming. Hierin komen het businessplan, het product en/of service en de positionering van de onderneming in de markt aan de orde ("strategische dimensie"). De onderneming zal waarschijnlijk niet vanaf het begin winstgevend zijn. Enig 'overbruggingskrediet' kan noodzakelijk zijn ("economische dimensie"). De ondernemer moet bepaalde patronen en structuren ontwikkelen waardoor het mogelijk is om efficiënt en effectief waarde te creëren ("organisatie dimensie"). Startende ondernemers moeten een netwerk ontwikkelen met leveranciers, klanten, aanbieders van kennis, overheidsinstellingen, de kamer van koophandel, handelsorganen, ondersteunende instellingen, etc. ("netwerk dimensie"). Een microkredietprogramma dat voldoet aan de gestelde eisen biedt de studentondernemer voldoende mogelijkheden om te gaan met bovengenoemde uitdagingen.

6.4.5 Conclusie

Een microkredietprogramma dat voldoet aan de eisen die zijn opgenomen in de checklist in paragraaf 6.4.3 maken het voor de ondernemer eenvoudiger om voldoende “kapitaal” te vergaren in alle vier de dimensies. Uitdagingen en knelpunten die naar voren zijn gekomen in het theoretisch onderzoek in dit rapport en de verschillende praktijkonderzoeken kunnen worden ondervangen. Met de checklist kan eenvoudig gecontroleerd worden of belangrijke aspecten in een microkredietprogramma zijn

opgenomen. De beste invulling van een aspect is echter afhankelijk van de context waarbinnen het programma plaatsvindt. De checklist is dan ook bedoeld als een handvat voor het opstellen van een microkredietprogramma. In hoofdstuk 7 wordt invulling gegeven aan een microkredietprogramma gericht op ondernemende Mbo-studenten in de provincie Groningen. Aan het einde van dat hoofdstuk zal aan de hand van bovenstaande checklist inzicht gegeven worden in de te verwachten effectiviteit van het programma.

7 Microkrediet voor ondernemende MBO studenten in