[fo. 225 v
o.] § 1. Inden eersten verleenen wij den voorss. coopluden van Ingelant
ende hen aenclevende, de welcke wij hebben ende ontfaen met allen hueren goeden,
dinghen ende coopmanschappen in onse speciale protectie ende beschuddenisse,
alsoe dat zij van nu voirtane met allen hueren goeden ende coopmanscapen voirss.
payselick, rustelick ende vredelick comen solen moghen in onse voorss. stadt van
Bergen huer saecken, dingen ende coopmanschappen te exercerene ende te doene,
het zij in coopen oft in vercoopen, binnen mercten oft buyten de mercten, die
gemeynlick plegen ende gewoonelic is aldaer te houdene ende te hebbene. Ende
vandaer met hueren voorss. goeden, dinghen ende coopmanschapen vrij moghen te
trecken, betalende heur geleije, gelijck zij tot noch toe gewoonelick hebben geweest
te betalene
1). Behoudelick, dat niet wederstaende dese onse verleeninghe de voorss.
coopluden ende huer aenclevende buijten de mercten van Berghen ende heur
verlengenisse niet en selen moghen hen behelpen oft beschudden jegens huere
principale schulden, vandaer aff dat zij borghen zijn ende fidejussoren, maer van
allen anderen schulden selen sij vrij sijn ende blijven, alle frauden ende bedroch
afgesneden.
a) Alleen in A; B: ‘Prima previlegia, per dominum Bergensem et ejus opidum de Bergis nationi
Anglie concessa’.
§ 2
1). Voert soo verleenen wij den voorss. coopluden ende die aen hen cleven moghen,
dat nijemant van hen en sal moghen worden genomen, oft gevangen worden gehouden
voir eenighe schult, oft bij eenige occasie van eenigher civile broken, off emenden
civilen, oft om eenighe andere saecken van gelde oft om yet, civilen saecken
aengaende, alsoe verre als de ghene, die gehouden oft gevanghen soude worden [fo.
226 r
o.] heeft eenen goeden borghe, die voer hem borghe blijven wille, oft voer hem
geloven, oft anders soe vele in obstagien ende in pande stellen wille alsoe vele ghelts,
oft de wairde daervore, als die schult, daer vore hij gevangen soude worden, gedraghen
soude moghen.
§ 3
2). Item, dat de voorss. cooplieden oft hoir goeden, coopmanschapen oft schulden
niet en selen mogen worden genomen oft gearresteert in de voorss. stadt van Berghen
om eenighe schulden van anderen ondersaten van het Conincrijcke van Engelant oft
eenighe plaetsen hier aenclevende, maer sij moghen worden gehouwen ende
gearresteert voer heur propre eijghen schulden ende mesdaet, oft daervoer sij geloeft
hebben ende hen personelick daer vore verbonden ende geobligeert hebben, niet
wederstaende eenighe andere previlegien, die wij onser voorss. stadt off den
ingeseten(en) daer aff verleent tanderen tijden moghen hebben in contrarie hier aff.
§ 4
3). Item verleenen wij den voorss. coopluden ende huere adherenten voorss.,
waert, soo dattet gebeurde, dat yemant van hen, dien den anderen in onse voorss.
stadt accuseerde voor eenighe misdaet crimineel, daer aff dat hij gevanghen oft
gehouden soude worden. Die accusateur ende melder, die sal alsdan oick gevangen
worden gehouden van onsen weghe, tot dat die saecke gediscuteert ende ondertast
sal worden. Ende off die melder ende aenlegger niet en sal connen gethoonen ofte
proeven de mesdaet, die hij den coopman aengeleijt ende geaccuseert heeft, soe sal
hij worden gepunieert nade exigencie vande
1) § 2 komt overeen met α, § 6.
2) § 3 met α, § 7.
misdaet ende sal worden gecondemneert inde costen. Ende off dijen accusateur oft
wroeger gebeurde te vlyen, soo sal [fo. 226 v
o.] onse Rechter den coopman, alsoo
geaccuseert, sonder eenighe quetssuere oft pijne laten worden gerelaxeert ende laten
vrij gaen.
§ 5
1). Item, oft gebeurde, dat yemant vanden voorscreven coopluden voer eenighe
huer mesdaden off excessen soude worden geexecuteert ter doot, soo en selen wij
vanden selven sijnen goeden niet anders hebben, nocht onse officieren, dan dat boven
de schulden van hen te boven sal comen ende resteren, totdat alle sijn schulden, van
hem gelaten, betaelt sullen zijn. Ende alle sijn goeden doen inventarieren ende in
geschrifte doen stellen. Ende sonder eenighe verminderinge vanden selven goeden,
drie maenden lanc selen doen houden, omme de betalinge van sijnen schulden daer
en binnen te moghen doen.
§ 6
2). Item voert verleenen wij den voorss. coopluden ende hueren adherenten, dat
de Raidsman oft Rectoir, dien sij onder hen ordineren selen, met sijnen assessoren
ende raidsluden, die sal hebben macht, in onse voorss. stadt van Berghen, te mogen
corrigeren de coopluden van huere natie ende te moghen met hen delibereren op de
proffijten van hen, omme te decerneren alle tgene, dat hen oirboirlijck proffitelijck
sal duncken sijn, omme huer exercicien ende coopmanschappen te deduceren ende
te doene ende vrij te determineren ende te beschudden alle questiën ende zaecken,
die tusschen de voorss. coopluden sal moghen gebeuren oft vallen. Behoudelick, dat
wij daerop, noch daeraen, egeen interesse en hebben bij eenighe van onser emenden
oft anders, ende dat dese [fo. 227 r
o.] questiën oft saecken niet en concerneren oft
aengaen ijemande anders vander voorss. Ingelscher natie, ofte der plaetsen hen
aenclevende, der voorss. coopluden
a).
1) § 5 komt overeen met α, § 9.
2) § 6 met α, § 10.
a) Hierna volgt in B (overeenkomend met Antwerpen, 1 Juni 1518, § 32 = Bergen-op-Zoom,
16 Mei 1519, § 5, beneden, nr. IV): ‘Et si contingat, quod aliqui mercatores nationis regni
Anglie vel locorum ipsis adherentium, utpote unus vel plures se rebellem aut rebelles faceret
aut facerent erga gubernatorem ejusdem nationis, nec se offerre, neque se disponere ad ipsius
gubernatoris obedientiam, et ipsi rebelles et inobedientes venerint aut reperti fuerint in oppido
Bergensi, tunc nos dictus dominus et legislatores et officiarii vel servientes nostri, pro tempore
existentes, eidem gubernatori assistenciam faciemus, quod hujusmodi inobedientes obediant
aut in obedientiam deducantur’.
§ 7
1). Item noch verleenen wij den voorss. coopluden, ende hueren adherenten, oft
hen gebeurde, oft ijemande van hen, eenighe goiden genomen te worden oft gestolen,
het ware heimelic oft fortselic, alsoe verre als de voorss. coopluden geproeven connen
oft moghen, dat de goeden alsoe genomen, hen toebehooren zijn, alsoe langhe als sy
inden handen vanden dieff zijn off van dien, die de goeden genomen heeft, opdat sij
nijet vercocht nocht verandert en zijn op de openbaer merct - - daermen alsulcke
goeden gewoonelick is te vercoopene - - soe selen de voorss. coopluden die voorss.
goeden mogen recupereren, ende daerop sal onse officier hen schuldich sijn, geringe
justicie te ministreren ende te doene, ende den dieff ofte den nemere
a), opdat hij
In document
Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap. Deel 50 · dbnl
(pagina 89-92)