• No results found

EHS Oppervlakte

5 Interviews en workshops

5.5 Knelpunten en oplossingen

De drie Nationale Landschappen hebben specifieke kwaliteiten. Deze zijn benoemd in de Nota Ruimte (VROM, 2006). Doel is om deze specifieke kwaliteiten te behouden door ontwikkeling. Op provinciaal niveau is men nu bezig met het maken van uitvoeringsprogramma’s voor de Nationale Landschappen. Naast dit spoor voor Nationale Landschappen zien we (hoofdstuk 3) nog een verscheidenheid aan andere wet- en regelgeving op de gebieden afkomen. Daarnaast zien we (hoofdstuk 4) dat autonome processen doorgaan en ook van invloed zijn op de ontwikkelingen in de gebieden. Ook de regionale cultuur ten slotte bepaalt mede hoe de ontwikkelingen in de Nationale Landschappen uiteindelijk zullen worden. Dit laatste blijkt duidelijk uit de interviews en workshops die in de verschillende gebieden gehouden zijn.

De landbouw speelt een belangrijke rol in de drie gebieden. Landbouw wordt gezien als de belangrijkste drager van het cultuurlandschap. Tegelijkertijd zien we dat deze landbouw neveneffecten heeft die niet gunstig zijn voor de kwaliteiten van datzelfde landschap. Vermesting, schaalvergroting en egaliseren van percelen, grootschalige gebouwen en bijpassende infrastructuur bedreigen die kwaliteiten. Veel beleid is erop gericht om deze neveneffecten terug te dringen. Vanuit Europa probeert men dit door een aanpassing van het GLB waarbij subsidies verschuiven van de eerste pijler (betaling per hoeveelheid geproduceerd product) naar de tweede pijler (betaling voor bijdrage aan plattelandsontwikkeling). Op nationaal niveau zijn het implementeren van de Kaderrichtlijn Water en de Vogel- en Habitatrichtlijn hiervan voorbeelden. De uitvoering van de reconstructie is een voorbeeld op regionaal niveau.

Deze wet- en regelgeving staat nogal eens op gespannen voet met de doelstelling van boeren die voor de wereldmarkt produceren. Zij willen produceren tegen de laagst mogelijke kosten om zo scherp mogelijk te kunnen concurreren. Hierdoor ontstaat een spanningsveld waarbij enerzijds de boeren nodig zijn voor beheer van het landschap, maar anderzijds ook een gevaar vormen door hun productiewijze. Lokaal maatwerk is nodig om zowel de kwaliteiten van het landelijk gebied te bewaren en te versterken en tevens een economisch rendabele landbouwsector overeind te houden. Het succes van het begrip Nationale Landschap wordt in onze ogen voor een belangrijk gedeelte bepaald door de mate waarin men erin slaagt dit lokale maatwerk te leveren.

Ook de ruimtebehoefte van de oprukkende steden vormt een serieuze bedreiging voor de Nationale Landschappen. In verschillende gebieden spelen discussies rond de begrenzing van de Nationale Landschappen, waarbij zowel steden als dorpen proberen om de begrenzing zo aan te passen dat zij voldoende ruimte behouden voor toekomstige uitbreidingsplannen voor

woningbouw en bedrijventerreinen. We zien dat ook indirect de kwaliteit van het gebied wordt aangetast door horinzonvervuiling en geluidshinder vanuit de omringende steden en wegen. Met de deelnemers aan de workshops hebben we de kansen, bedreigingen en de mogelijke oplossingen voor de gebieden besproken. Een opvallend punt in alle drie de workshops vonden we de grote mate van betrokkenheid van de deelnemers bij hun Nationale Landschap. Ook al hebben zij soms best veel kritiek over hoe het beleid en uitvoering rond de Nationale Landschappen geregeld zijn, op hun gebied zijn ze zonder uitzondering erg trots en ze waarderen de kwaliteiten van het gebied in hoge mate.

De in onze ogen meest belangrijke punten uit de workshops zijn in tabel 5.2 samengevat. Tabel 5.2. Samenvatting van kansen, bedreigingen en opties volgens deelnemers van de workshops uit de drie studiegebieden.

Oost-Achterhoek Groene Woud IJsseldelta Belangrijkste dragers/ functies • landbouw • toerisme • landbouw • natuur • toerisme • wonen • landbouw

Kansen • waardevolle natuur

• kleinschalig toerisme • streekcultuur • diversiteit landschap • toerisme • stad-land • regionale producten • land-water

• landbouw als drager

• centraal in Nederland

• goede bestuurlijke organisatie

Bedreigingen • onbekendheid met waarde van het gebied • kortetermijnbeleid • onrendabele landbouw • oprukkende stad • verdwijnen grondgebonden landbouw

• stad niet betrokken bij Nationaal Landschap

• oprukkende stad

• verschepte regelgeving voor landbouw

Opties • pro-actief aanpak

• lokaal beleid/ maatwerk • landbouw als drijvende kracht • langetermijnvisie • versterken stad-land relatie • stimuleren van innovatieve ondernemers • producten met toegevoegde waarde • bereikbaarheid/ toegankelijkheid

• breed gedragen visie

• landbouw zorgt voor openheid gebied • toegankelijkheid gebied • burgers erbij betrekken • meer gebiedsgerichte regelgeving

De kansen en bedreigingen die de deelnemers aan de workshops noemen, verschillen tussen de gebieden. Een conclusie in elk gebied was de uitdaging om de bedreigingen om te zetten in kansen, bijvoorbeeld via het vermarkten van landschaps- en cultuurwaarden, recreatie en verbrede landbouw als drager van het gebied. Daarvoor is lokaal maatwerk vereist. We proberen daarvoor per gebeid aan te geven waar in onze ogen de belangrijkste knelpunten en dilemma’s zitten voor een succesvolle implementatie van het begrip Nationaal Landschap.

WOt-rapport 76 70

Oost-Achterhoek

• Vanuit landbouwkundig en economisch oogpunt is een verdere opschaling landbouw gewenst, het risico is echter dat dit ten koste gaat van het kleinschalige coulisselandschap.

• Het belang van recreatie en toerisme in dit gebied is groot, het is echter zeer sterk gebaseerd op beleving van het landschap in de vorm van wandelen en fietsen. De toeristisch-recreatieve sector is dus sterk afhankelijk van de wijze waarop de landbouw (als grootste grondbezitter) het landelijk gebied onderhoudt.

Groene Woud

• De stedelijke druk op de randen van het Nationaal Landschap is groot, dit roept discussies op over begrenzing van het Nationaal Landschap. De stad kijkt begerig naar de open ruimte in het Nationaal Landschap. Door de stad meer te betrekken bij de ontwikkeling van het Nationaal Landschap ontstaat een breder draagvlak voor het Nationaal Landschap.

• Het verdwijnen van de grondgebonden landbouw en de ontwikkeling van de boomteelt die ten koste gaat van de kleinschalige openheid in het gebied.

IJsseldelta

• Nieuwe grote stallen voor de melkveehouderijbedrijven vallen sterk op in het open landschap. Dergelijke stallen passen niet meer op de aanwezige huisterpen, waardoor het cultuurhistorische beeld wordt aangetast. Deze stallen zijn voor de meeste bedrijven echter onmisbaar om ook na afschaffing van het melkquotum te kunnen blijven produceren voor de wereldmarkt.

• Lage waterstanden gaan ten koste van weidevogels zoals de grutto. De boeren wensen echter een goede ontwatering om efficiënt te kunnen werken en om voldoende productie van het land te kunnen halen.

• Vanuit recreatief oogpunt zou het zeer interessant zijn om fietspaden aan te leggen op dijken, zodat mensen het landschap beter kunnen beleven en de toegankelijkheid van het gebied verbeterd. Vanwege ‘Ruimte voor de rivier’ en de ‘Vogel- en Habitatrichtlijn’ mogen deze paden op verschillende dijken echter niet aangelegd worden.

• De uitbreidingswensen van de glastuinbouwsector zorgt voor een voortdurende discussie over de omvang en begrenzing van het glastuinbouwgebied in de Koekoekspolder.