• No results found

4.7.1 Huidige situatie

Klimaatmitigatie

Alle nieuwbouw in Nederland moet vanaf 1 juli 2018 aardgasloos zijn, en vanaf 1 januari

2021 voldoen aan de normen voor Bijna Energieneutrale Gebouwen (BENG). In de

Omgevingsvisie The Next City is de ambitie geformuleerd om nieuwbouw in de

Reitdiepzone energieneutraal te ontwikkelen.

De reeds gerealiseerd nieuwbouw ter plaatse van de Friesestraatweg 145 (Woldring) en

209 (Brivec) is zonder gasaansluiting uitgevoerd en voorzien van goede isolatie en een

duurzaam verwarmingssysteem. Woldring is voorzien van een WKO systeem voor

verwarming en koeling en het dak ligt vol met zonnepanelen. Op de locatie van Brivec wordt

eveneens gebruik gemaakt van zonnepanelen op de panden.

Er zijn echter ook veel verouderde panden binnen de Reitdiepzone gelegen. Deze zijn

minder goed geïsoleerd. Er is bovendien nog weinig sprake van opwek van duurzame

energie in de vorm van zonnepanelen.

In bijlage 9 is meer achtergrondinformatie over energie opgenomen.

Klimaatadaptatie

In de huidige situatie is er reeds bebouwing aanwezig, ook zijn er recent enkele

nieuwbouwprojecten gerealiseerd. Het gebied kent in de huidige situatie veel verharding,

waardoor neerslag moeilijk kan infiltreren of afstromen. Dit kan ten tijde van piekbuien

wateroverlast veroorzaken. De aanwezigheid van verharding en de schaarsheid aan grote

bomen (die zorgen voor verkoeling) zorgt er bovendien voor dat het tijdens de zomers erg

warm kan worden.

Het plan voor Friesestraatweg 209 (Brivec) speelt wel in op klimaatadaptatie. Op de deze

woningbouwlocatie is een robuuste groene oeverzone langs het Reitdiep en groen op de

daken gerealiseerd.

Het plangebied ligt direct langs boezemwater, achter een regionale kering. Hierdoor is er

een risico op overstromingen. Op de risicokaart valt het grootste deel van het plangebied

binnen gebied met een kleine kans op een overstroming. Ten zuiden van de Pleiadenlaan

kan de waterdiepte bij een overstroming tot wel 5 meter bedragen. Voor het grootste deel

van het plangebied geldt een maximale waterdiepte van 1 tot 1,5 meter.

In de bijlage 10 is meer informatie opgenomen over klimaatadaptatie.

4.7.2 Autonome ontwikkeling

In de huidige situatie zijn de locaties Friesestraatweg 145 (Woldring) en 209 (Brivec) al

gerealiseerd. In de autonome ontwikkeling in het kader van dit MER worden geen

aanvullende bouwplannen uitgevoerd

In de autonome ontwikkeling zal het energiegebruik in het plangebied niet wezenlijk

veranderen ten opzichte van de huidige situatie.

De klimaatverandering zal naar verwachting doorzetten en dit kan leiden tot toenemende

klimaatgerelateerde effecten (t.a.v. hitte, droogte, wateroverlast en overstromingen).

5 Effecten

5.1 Inleiding

In dit hoofdstuk wordt een beschrijving gegeven van de milieueffecten van het

planvoornemen en van de mogelijke mitigerende en compenserende maatregelen.

Effectanalyse

De milieueffecten van het planvoornemen worden vergeleken met de referentiesituatie

(huidige situatie + autonome ontwikkelingen) waarin dit planvoornemen niet wordt

uitgevoerd. De analyse van milieueffecten sluit aan bij het detailniveau van de

Structuurvisie. Zowel MER als Structuurvisie richten zich primair op het gehele plangebied

en het totaal van de bouwplannen die hier voorzien zijn.

In de effectanalyse wordt zowel gekeken naar positieve als negatieve ontwikkelingen voor

het milieu.

Beoordelingskader

Op de navolgende pagina is het beoordelingskader voor de analyse van milieueffecten

weergegeven. Dit beoordelingskader is overgenomen uit de Notitie Reikwijdte en

Detailniveau (NRD). In het beoordelingskader is aangegeven welke milieuaspecten relevant

zijn, op welke criteria zal worden getoetst en op welke wijze dat zal gebeuren (kwalitatief of

kwantitatief).

Effectbeoordeling

De beschreven milieueffecten worden per milieuaspect en toetsingscriterium samengevat in

een tabel, waarin de effecten in de vorm van een relatieve plus/min-beoordeling worden

weergegeven ten opzichte van de referentiesituatie. Voor de beoordeling van de

milieueffecten zijn de volgende aanduidingen gehanteerd:

+ + sterk positief effect

+ positief effect

0/+ beperkt positief effect

0 geen positief en geen negatief effect

0/- negatief effect

- beperkt negatief effect

- - sterk negatief effect

De scores van de effectbeoordeling moeten niet worden gezien als een absolute

beoordeling. Ze geven een indicatie van het effect weer. In de planologische procedures die

voor de bouwplannen worden doorlopen kan een meer gedetailleerde analyse van de

milieueffecten van het betreffende bouwplan uitgevoerd worden.

Mitigerende en compenserende maatregelen

Voor elk thema is geanalyseerd of er maatregelen noodzakelijk en/of wenselijk zijn om de

kwaliteit van de leefomgeving te verbeteren. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen

mitigerende, optimaliserende en compenserende maatregelen. Mitigerende en

compenserende maatregelen zijn verplicht in het geval niet aan de norm kan worden

voldaan of als de basiskwaliteit niet gegarandeerd kan worden. Wanneer mitigatie van

negatieve effecten niet volstaat of mogelijk is, is het nodig om compenserende maatregelen

toe te passen.

Tabel 5.1 | Beoordelingskader en onderzoeksmethodiek

Milieuaspect Toetsingscriterium Beoordeling Onderzoeksmethodiek Verkeer Verkeersafwikkeling en

mogelijkheden fiets en OV

Kwantitatief / Kwalitatief

Analyse afwikkeling / doorstroming

autoverkeer a.d.h.v. resultaten berekeningen met het verkeersmodel (kwantitatief)

Mogelijkheden voor fiets en openbaar vervoer (kwalitatief)

Parkeren Kwalitatief

Analyse externe effecten omliggende wijken Verkeersveiligheid Kwalitatief

Analyse effecten verkeersveiligheidssituatie

in en buiten plangebied

Woon- en leefmilieu Geluid wegverkeer, spoor en industrie

Kwantitatief/ kwalitatief

Toe-/afname geluidbelasting in dB(A) vanwege wegverkeer en spoor op woningen in plangebied en omgeving (kwantitatief)

Invloed industrielawaai (kwalitatief) Luchtkwaliteit Kwantitatief

Toe-/afname concentraties PM10, PM2,5 en

NO2 (in µg/m3) voor Reitdiepzone, Vinkhuizen en Paddepoel Externe veiligheid Kwantitatief /

Kwalitatief

Toe-/afname groepsrisico (GR) vervoer gevaarlijke stoffen over Westelijke Ringweg met RBM II-model (kwantitatief)

Analyse contouren zones 1 en 3

omgevingsverordening Westelijke Ringweg (kwalitatief)

Beschouwing invloed aardgasstation, aardgasleiding, tankstation en transport gevaarlijke stoffen per spoor (kwalitatief) Windhinder Kwalitatief

Beschouwing windhinder o.b.v. NEN 8100

‘Windhinder en windgevaar in de gebouwde omgeving’

Bezonning Kwalitatief

Analyse naar verandering bezonning a.d.h.v. globaal 3D model van plangebied

Gezondheidsbescherming en gezondheidsbevordering

Kwalitatief

Analyse a.d.h.v. GES-scores voor geluid en luchtkwaliteit

Analyse aan de hand van G6-kernwaarden

Bodem en Water Bodem Kwalitatief

Analyse a.d.h.v. bestaande informatie Oppervlaktewater

(kwantiteit en kwaliteit)

Kwalitatief

Analyse a.d.h.v. bestaande informatie Grondwater

(kwantiteit en kwaliteit)

Kwalitatief

Analyse a.d.h.v. bestaande informatie

Omgevingskwaliteiten Archeologie en

cultuurhistorie

Kwalitatief

Analyse a.d.h.v. bestaande informatie Natuur (beschermde

gebieden en beschermde soorten)

Kwalitatief / kwantitatief

Analyse a.d.h.v. bestaande informatie

AERIUS-berekening stikstofdepositie Natura 2000

Klimaat Klimaatmitigatie Kwalitatief

Analyse verandering gebruik energie en warmte