• No results found

Kleurenblind – op basis van gesprek van Jeroen Veltheer met ervaringsdeskundigen

Het mag duidelijk zijn dat voor de vormgeving van digitale dienstverlening het kleurgebruik voor deze doelgroep dus bijzondere aandacht behoeft. Praktische adviezen:

1. Test ontwerpen op geschiktheid door ze naar zwart/wit te transformeren.

2. Gebruik de TNO kleurenblindheidsimulator.

3. Altijd ‘dubbel coderen’ (kleurfuncties + tekst).

Een eerste vuistregel is dat als je iedereen wilt bedienen je moet zorgen dat er behalve kleurverschil ook altijd contrastverschil is. Het is op je computer makkelijk te simuleren: zet de kleur in een plaatje helemaal uit. Als je dan nog verschil ziet tussen twee kleuren heb je een goede kans dat de

kleurenblinden ook het verschil zien. Met kleuren werkt het zo, dat als je bijvoorbeeld het rood weghaalt, paars en blauw hetzelfde zijn.

TNO zou beschikken over een kleurenblindheidsimulator. Desgevraagd kon TNO ons niet direct helpen. Hij zou niet ‘te koop’ zijn en de betrokken mensen zouden niet meer werkzaam zijn. De vraag is genoteerd via mail ingestuurd. Tot dusver heb ik alleen een artikel over het onderwerp ontvangen als reactie.

Op internet zijn ook tools te vinden als: https://www.color-blindness.com/coblis-color-blindness-simulator/ Het is niet duidelijk hoe valide deze zijn. Dat zou je nader moeten bestuderen.

In 2006 is een Nederlandse praktijkrichtlijn (NPR 7022) tot stand gekomen over functioneel

kleurgebruik en kleurzienstoornissen. Deze praktijkrichtlijn geeft zowel toelichting op, als aanwijzingen voor het verantwoord gebruik van kleur, in al die toepassingen waar kleur wordt gebruikt als medium voor de codering van informatie. Hierbij is er voor het eerst aandacht voor een dubbele codering naast een code in kleuren. Tevens zijn 12 kleuren geselecteerd – de zogenaamde NEN-kleuren – die voor kleurenblinden minder problemen opleveren. Dit is de eerste norm op het gebied van kleurblindheid, een wereldprimeur! Het NEN is nu bezig om deze norm ook op Europees niveau ingevoerd te krijgen.

De praktijkrichtlijn is hier te verkrijgen (€ 40) https://www.nen.nl/NEN-Shop/Norm/NPR-70222006-nl.htm. Na aanschaf kan je beoordelen wat het precies inhoudt en wat je er aan hebt. Dat is nog niet gebeurd.

Borgen / afdwingen aandacht voor kleurenblindheid

Van Goor heeft de ervaring dat als er al aan kleurenblinden wordt gedacht, de aandacht hiervoor te laat in het ontwikkelproces van producten/diensten wordt ingezet. Ontwerpen zijn dan vaak al gemaakt, met daarmee gepaard gaande hoge kosten. Terugdraaien of een stap terug in het proces levert dan vaak grote discussies op die niet altijd in het voordeel van de kleurenblinde uitpakken.

Dringend advies is dus om al bij de aanbesteding van de ontwikkeling en vormgeving van vormen van digitaal klantcontact of producten van de dienstverleners aantoonbare kennis of besef te eisen en de toets hierop in het ontwikkelproces te organiseren.

Vormverwachtingen rond kleurgebruik volgen

Lastig is natuurlijk dat juist groen en rood signaalkleuren zijn (stoplichten, verkeersborden, ….). Het is dus vreselijk handig en verstandig om andere algemene conventies m.b.t. kleurgebruik – zoals dat het rode licht boven zit en het groene onder – strikt te hanteren. Zuiver rode kruisen boven de snelweg helpen 2% van de mannelijke kleurenblinden dus niet om de goede baan te kiezen. Een normaal verkeersbord kan wegvallen als je er geen rand omheen maakt in een contrasterende kleur.

Desgevraagd naar goede voorbeelden van ‘digitaal klantcontact’ voor kleurenblinden, kreeg ik tot dusver geen concrete verwijzingen.

Tot slot waarschuwt de heer van Goor voor foute kleuradviezen vanuit de ‘blindenwereld’. Zo zouden er op de website van Bartiméus foute voorbeelden staan voor kleurenblinden. Dus aandacht voor de kwaliteit van tips en adviezen is belangrijk in deze materie.

Bijlage 7

Een tekst vertalen of hertalen in Taal voor allemaal ©

Versie 2 – 5 november 2018

Prof. dr. Xavier Moonen, drs. Enid Reichrath, met dank aan Ann-Kathrin Berg van Zentrum für leichte Sprache Mainz

Introductie

Taal voor allemaal © (Tva ©) is een aanpassing van het taalgebruik en de presentatie van een informatieproduct, zodat alle lezers de informatie tot zich kunnen nemen. Ook lezers met (zeer) lage taalvaardigheden.

Afhankelijk van de lezersgroep voor wie je schrijft bepaal je welke variant van Tva © nodig is: Taal voor allemaal, Taal voor allemaal+ of een combinatie van beiden die eventueel aangevuld wordt met tekstfragmenten op een hoger taalniveau. Dat is het zogenaamde B1 niveau van het Europese referentiekader voor talen

1

.

De variant Tva baseert zich op het taalniveau A1 van het Europese referentiekader.

Tva+ baseert zich op het taalniveau A2 van het Europese referentie kader.

De toepassing van Taal voor allemaal © (Tva en Tva+) is gebonden aan regels, waarbij tijdens de vertaling, of hertaling van een bestaande tekst speciale aandacht besteed wordt aan het niveau en de structuur van de tekst en de opmaak en presentatie van de tekst. De bestaande tekst noemen we brontekst.

Taal voor allemaal © richt zich ten eerste op het gebruik van woorden, zinnen, getallen en het niveau van de tekst.

Ten tweede gaat het over het gebruik van beeldmateriaal. Beeldmateriaal moet direct ondersteunend zijn voor het tekstbegrip en de bedoeling van de tekst verduidelijken.

Een derde vereiste van Taal voor allemaal © is dat ten minste 5 mensen uit de

beoogde lezersgroep of -groepen de concepttekst beoordelen op leesbaarheid en begrijpelijkheid en de aantrekkelijkheid van de presentatie van de tekst.

Zij rapporteren terug wat de bedoeling van de tekst is, waar de tekst over gaat en wat ze van de tekst begrepen hebben. Ook rapporteren zij over de vraag of ze de opmaak van de concepttekst aantrekkelijk genoeg vinden en prettig leesbaar vinden.

Op basis van hun feedback kunnen, met inachtneming van de gebruikte versie van regels van Taal voor allemaal © de tekst en de opmaak aangepast worden.

1 Voor uitleg over het Common European Framework of Reference for Languages: Learning, Teaching, Assessment, en de taalniveaus A1, A2 en B1 zie de bijlage.

Toepassing van Taal voor allemaal © leidt tot een nieuw tekstproduct zowel qua inhoud als qua vormgeving. De vormgeving van dit nieuwe tekstproduct moet daarom vanaf het eerste begin al worden mee overwogen.

Zo vroeg als mogelijk communiceren met de verantwoordelijke grafische ontwerper, en rekening houden met de feedback van de beoogde lezersgroep, bespaart uiteindelijk veel tijd en moeite.

Duidelijke afspraken over (verantwoordelijkheid voor de) coördinatie van tekst en vormgeving zijn enorm belangrijk voor het maken van teksten in Taal voor allemaal

©. Het betreft immers een totaalproduct. Dit geldt ook voor digitale producten die in Taal voor allemaal © worden gemaakt of vanuit een bestaande vorm worden

aangepast in Taal voor allemaal ©.

Zo moeten de teksten op het internet eenvoudig te vinden zijn en zeer

gebruiksvriendelijk zijn voor de beoogde doelgroep(en). Tijdig overleg met een programmeur, website beheerder en verantwoordelijke voor de web content is belangrijk. Denk hierbij ook aan de Europese richtlijnen voor toegankelijke websites, de zogenaamde Web Content Accessibility Guidelines (WCAG 2.1).

VN Verdrag

In 2016 werd in Nederland het VN verdrag inzake de rechten van personen met een beperking van kracht werd. In het kader van dit verdrag hebben alle mensen het recht op informatie die op een voor hen begrijpelijke manier geformuleerd is. Alle voor hen relevante informatie zou in een voor hen te begrijpen versie beschikbaar moeten zijn.

Stap 1 van Taal voor allemaal ©

Dit document gaat verder alleen over het schrijfproces, de eerste stap van Taal voor allemaal ©. Daarbij moet je je voortdurend vragen stellen over het al dan niet

toevoegen van beeldmateriaal.

Voeg alleen beeldmateriaal toe dat ondersteunend is aan de inhoud en bedoeling van de tekst. Het toevoegen van beeldmateriaal is stap 2 van Taal voor allemaal ©.

Na het schrijven en eventueel toevoegen van beeldmateriaal doorloop je nog de volgende stappen:

1. Druk de concepttekst, inclusief beeldmateriaal in het beoogde formaat af en laat hem door minimaal 5 representanten van de beoogde lezersgroep volledig lezen.

2. Verwerk de resultaten van de feedback van de lezersgroep in de definitieve

versie.

Vertalen of hertalen

Een tekst kan vertaald of hertaald worden.

Vertalen is het omzetten van de brontekst in Tva of Tva+ naar een bepaald

leesniveau, zonder de tekst in te korten.

Het volledig vertalen van een tekst is een keuze wanneer de hele tekst voor de beoogde lezersgroep(en) op enig moment beschikbaar moet zijn. Deze tekst kan de lezer eventueel met hulp, tot zich nemen. Soms is een tekst, zeker als die meerdere bladzijdes beslaat, niet bedoeld om “zo maar” te lezen, maar om indien nodig geraadpleegd te worden. Denk bijvoorbeeld aan een klachtenregeling van een organisatie.

De vertaling kan langer zijn dan de brontekst vanwege de taalregels van Taal voor allemaal ©.

Dit komt vooral door de specifieke eisen aan de lay-out zoals de lettergrootte, grotere regelafstand, het plaatsen van nieuwe zinnen op een nieuwe regel, of de extra woorduitleg en eventueel het ingevoegde beeldmateriaal ter verduidelijking van de tekst.

Indien mogelijk is het raadzaam om het concept van de vertaalde versie van de brontekst voor te leggen aan de auteur van de brontekst. Het doel hiervan is om te overleggen of de vertaalde tekst volledig is en of de bedoeling van de brontekst in de vertaalde versie behouden is.

Hertalen is het beperken van een brontekst tot de essentie van de boodschap, al

dan niet getrapt in verschillende leesniveaus, met gebruikmaking van Tva en/of Tva+. Hierbij wordt tegemoet gekomen aan kenmerken van de beoogde lezers met (zeer) lage taalvaardigheden zoals (in de regel) een beperkte aandachtspanne en gebrek aan interesse en gering doorzettingsvermogen om lange teksten te gaan lezen. Hertalen leidt tot het schrappen van (veel) tekst waardoor de brontekst wordt ingekort.

Let er op dat je de tekst niet enkel samenvat door alleen de noodzakelijk geachte tekstfragmenten van de oorspronkelijke tekst te selecteren en in een logisch

verband op te schrijven. Dit betekent dat lezers met (zeer) lage taalvaardigheden geconfronteerd blijven met woorden en zinsconstructies die (te) moeilijk voor hen zijn. Ook wordt de tekst bij een samenvatting niet (altijd) ondersteund door

beeldmateriaal.

Bij hertalen vat je als het ware wel samen, maar je past de tekst ook aan met gebruikmaking van de regels van Taal voor allemaal © (Tva en/of Tva+), eventueel ondersteund door beeldmateriaal.

Bij het inkorten van een brontekst is het belangrijk dat er geen voor de lezer

relevante informatie verloren gaat. Het is van belang dat de hertaler neutraal is en

de hertaling niet gekleurd wordt door de eigen mening van de hertaler. De feitelijke

juistheid van een hertaalde tekst moet gewaarborgd blijven ondanks de lees-

technische vereenvoudiging ervan.

Indien mogelijk is het raadzaam om het concept van de hertaling van de brontekst voor te leggen aan de auteur van de brontekst. Het doel is om te overleggen of de hertaalde tekst volledig is en of de bedoeling van de brontekst in de hertaling behouden is.

De hertaling kan langer zijn dan de behouden onderdelen van de brontekst

vanwege de taalregels van Taal voor allemaal ©. Dit komt vooral door de specifieke eisen aan de lay-out zoals de lettergrootte, grotere regelafstand, het plaatsen van nieuwe zinnen op een nieuwe regel, of de extra woorduitleg en eventueel het ingevoegde beeldmateriaal ter verduidelijking van de tekst.

Vertalen

Bij het vertalen van een brontekst zet je de hele tekst om, zonder deze in te korten.

Stappen bij het vertalen van een brontekst

Het vertalen van een brontekst naar Taal voor allemaal © (Tva of Tva+) vereist de volgende stappen:

1. Voorbereiden 2. Structureren

3. Daadwerkelijk vertalen

Hieronder staan bij iedere stap een aantal tips en aanwijzingen.

1. Voorbereiden

Bepaal wie je lezersgroep is: is dat een groep met een uniform leesniveau? Zo ja vertaal de tekst dan op dat leesniveau. Of betreft het een groep met lezers op allerlei leesniveaus (gemengde groep)? Kies dan voor een vertaling op het niveau van de groep met het laagste leesniveau.

2. Structureren

• (Her)lees de brontekst enkele keren en markeer de belangrijke inhoud. Als er veel verschillende onderwerpen worden geadresseerd, kun je met

verschillende kleuren werken.

• Bepaal bij elk tekstdeel wat de functie en het type van de tekst is; is het bijvoorbeeld een boodschap, besluit, opmerking, verzoek of toelichting.

• Bepaal per tekstdeel wat de boodschap aan de lezers precies is.

• Bepaal voor het hele stuk wat de kernboodschap is.

• Controleer de brontekst op niet echt noodzakelijke zinnen en zinconstructies.

Markeer wat weg zou kunnen en wat met extra uitleg verduidelijkt moet worden.

• Controleer de brontekst op onnodig moeilijke woorden. Markeer welke je straks door eenvoudigere woorden wilt vervangen.

• In deze fase moet ook onderzocht worden welke details nog onduidelijk of

niet specifiek of concreet zijn. Bijvoorbeeld: wie wordt bedoeld met ‘men’ of

met ‘we’ in een tekst? Markeer deze en ga, indien nodig bij de auteur of bij

anderen, na wat concreet bedoeld wordt.

3. Daadwerkelijk vertalen

• De gemarkeerde zinnen uit de vorige stap worden zo vertaald, dat hun essentie weergegeven wordt. Bij voorkeur wordt de brontekst niet woord voor woord vertaald. De regels van Tva © of Tva+ © dienen gebruikt te worden.

• Zorg dat de vertaalde tekst een logische opbouw krijgt, maar verwacht niet van de beoogde lezer dat die logische opbouw altijd herkend wordt.

• Vooral bij informatieve teksten is het belangrijk om te controleren of het belangrijkste eerst wordt vermeld (niet alle beoogde lezers zullen een tekst helemaal tot het einde lezen).

• De tekstdoorloop mag geen onduidelijke "sprongen" vertonen. Een goede structuur van de hertaalde tekst, met duidelijke kaders of tussenkopjes voorkomt dat de lezer afgeleid wordt.

• Vaak ontbreekt in de brontekst belangrijke uitleg of toelichting of ontbreekt door passief taalgebruik belangrijke informatie. Bij Tva © is het persoonlijk maken van de tekst een belangrijke stap. Hierdoor kan verduidelijkt worden wat ieders in de tekst besproken rol is en wat van wie (dus ook van de lezer) verwacht wordt.

• De vertaler moet zich steeds de vraag stellen: ‘Als ik dit op deze manier formuleer, klopt dan nog wat er nu staat?’

• De vertaler stelt zichzelf de vraag of alle relevante 5W/1H-vragen in de tekst beantwoord worden (wat, wie, wanneer, waar, waarom en hoe). Nog ontbrekende informatie moet worden toegevoegd zodat de lezer niet met onbeantwoorde vragen blijft zitten. Op internet kan gezocht worden naar alternatieve formuleringen voor woorden of zinnen. Kijk ook eens bij:

https://www.zoekeenvoudigewoorden.nl voor inspiratie op A2-niveau.

Hertalen

Bij het hertalen van een brontekst is het belangrijk dat de tekst zo wordt ingekort en vereenvoudigd dat de beoogde groep lezers de tekst kan bevatten en verwerken.

Maar de kern van de informatie mag niet verloren gaan.

Door de hertaling worden gekozen tekstfragmenten misschien langer dan die van

de brontekst vanwege de taalregels van Taal voor allemaal ©. Dit komt door de

specifieke eisen aan de lay-out zoals de lettergrootte, grotere regelafstand, het

plaatsen van nieuwe zinnen op een nieuwe regel, of de extra woorduitleg. Daar

komt mogelijk bij het invoegen van beeldmateriaal. Maar let op: als dit er voor zorgt

dat de tekst té lang wordt (daarvan is als vuistregel sprake als het de lengte van 1 A4

overschrijdt), zullen veel beoogde lezers de tekst niet gaan lezen en is zorgvuldig

overdenken van wat behouden kan worden en wat toch nog weg kan uiterst

belangrijk.

Stappen bij het hertalen van een brontekst

Het hertalen van een brontekst naar de regels van Tva © of Tva+ © vereist de volgende stappen:

1. Voorbereiden 2. Structureren

3. Daadwerkelijk hertalen

Hieronder staan bij iedere stap een aantal tips en aanwijzingen.

1. Voorbereiden

• Bepaal wie je lezersgroep is: is dat een groep met een uniform leesniveau? Zo ja, welk niveau ongeveer? Of betreft het een groep met lezers op allerlei leesniveaus (gemengde lezersgroep)? Het leesniveau bepaalt voor welke variant van Taal voor allemaal © je straks kiest: Tva of Tva+, of een combinatie van beide niveaus eventueel uitgebreid met teksten op B1 niveau

2

.

• Bij een gemengde lezersgroep kies je voor een getrapte aanpak.

Hierbij formuleer je:

o De kern in Tva (A1)

o Nadere toelichting in Tva+ (A2) o Uiteenzettingen in B1

• Maak een inschatting van eventuele voorkennis van de beoogde lezers over het onderwerp van de tekst.

2. Structureren

• (Her)lees de brontekst enkele keren en markeer de belangrijke inhoud. Als er veel verschillende onderwerpen worden geadresseerd, kun je met

verschillende kleuren werken.

• Bepaal bij elk tekstdeel wat de functie en het type van de tekst is; is het bijvoorbeeld een boodschap, besluit, opmerking, verzoek of toelichting.

• Bepaal per tekstdeel wat de boodschap aan de lezers precies is.

• Bepaal voor het hele stuk wat de kernboodschap is. In die kernboodschap:

o Wordt de lezer duidelijk aangesproken en aangemoedigd om (door) te lezen. De lezer begrijpt: ‘Dit gaat over mij’.

o Staat het belangrijkste wat de lezer moet weten of eventueel moet doen.

o Staan contactgegevens van een zogenaamd ‘echt mens’, zodat de lezer direct contact op kan nemen bij vragen en uitkomt bij een persoon en niet bij een (ingewikkeld) keuzemenu.

• Controleer de brontekst op zinnen en zinconstructies die de kernboodschap niet ondersteunen en derhalve weggelaten kunnen worden. Markeer wat weg zou kunnen en markeer wat met extra uitleg verduidelijkt moet worden.

• Controleer de brontekst op moeilijke woorden. Markeer welke je straks door eenvoudigere woorden wilt vervangen.

2 Zie de bijlage

• Bij een gemengde lezersgroep: maak een indeling in de kern van de tekst en in noodzakelijke aanvullende informatie en bepaal zo welke informatie uit de brontekst in Tva omgezet moet worden en welke informatie in Tva+ en welke informatie eventueel kan blijven zoals al geformuleerd.

• In deze fase moet ook onderzocht worden welke details nog onduidelijk of niet specifiek of concreet zijn. Bijvoorbeeld: wie wordt bedoeld met ‘men’ of met ‘we’ in een tekst? Markeer deze en ga, indien nodig bij de auteur of bij anderen, na wat concreet bedoeld wordt.

3. Daadwerkelijk hertalen

• De gemarkeerde zinnen uit de vorige stap worden zo hertaald, dat hun essentie weergegeven wordt. Bij voorkeur wordt de brontekst niet woord voor woord hertaald. De regels van Tva en/of Tva+ dienen gebruikt te worden.

• Zorg dat de hertaalde tekst een logische opbouw krijgt. Verwacht overigens niet van de beoogde lezers met (zeer) lage taalvaardigheden dat die logische opbouw altijd herkend wordt.

• • Vooral bij informatieve teksten is het belangrijk om te controleren of het belangrijkste eerst wordt vermeld (niet alle beoogde lezers zullen een tekst helemaal tot het einde lezen).

• De tekstdoorloop mag geen onduidelijke "sprongen" vertonen. Een goede structuur van de hertaalde tekst, met duidelijke kaders of tussenkopjes voorkomt dat de lezer afgeleid wordt.

• Vaak ontbreekt in de brontekst belangrijke uitleg of toelichting of ontbreekt door passief taalgebruik belangrijke informatie. Bij Taal voor allemaal © is het persoonlijk maken van de tekst een belangrijke stap. Hierdoor kan

verduidelijkt worden wat ieders in de tekst besproken rol is en wat van wie (dus ook van de lezer) verwacht wordt.

• De hertaler moet zich steeds de vraag stellen: ‘Als ik dit op deze manier formuleer, klopt dan nog wat er nu staat?’

• De hertaler stelt zichzelf de vraag of alle relevante 5W/1H-vragen in de tekst

beantwoord worden (wat, wie, wanneer, waar, waarom en hoe). Nog

ontbrekende informatie moet worden toegevoegd zodat de lezer niet met

• De hertaler stelt zichzelf de vraag of alle relevante 5W/1H-vragen in de tekst

beantwoord worden (wat, wie, wanneer, waar, waarom en hoe). Nog

ontbrekende informatie moet worden toegevoegd zodat de lezer niet met