• No results found

Kiest een gemeente bewust voor bepaalde oplossingsrichtingen om winkelleegstand in de binnenstad en haar aanloopstraten tegen te gaan?

6.3.1 ´s-Hertogenbosch en haar centrum

3) Kiest een gemeente bewust voor bepaalde oplossingsrichtingen om winkelleegstand in de binnenstad en haar aanloopstraten tegen te gaan?

Onderzochte gemeenten blijken nauwelijks bewust te kiezen voor bepaalde oplossingsrichtingen om specifiek de leegstand in binnensteden en aanloopstraten tegen te gaan. Zij doen wel

initiatieven om de aantrekkelijkheid van de binnenstad te verhogen, maar zeggen deze instrumenten niet te gebruiken ter bestrijding van de leegstand. Een uitzondering hierbij is de

55

gemeente Helmond, die veel energie steekt in de bestrijding van de leegstand. Een logische verklaring hiervoor is dat deze gemeente een hoger leegstandspercentage kent dan de andere onderzochte gemeenten. Hier zou uit afgeleid kunnen worden dat als het leegstandspercentage boven een bepaald niveau uitkomt, gemeenten pas actief bezig gaan met de bestrijding hiervan. Wanneer gemeenten wel initiatieven nemen blijken zij vooral te kiezen voor juridische en faciliterende instrumenten en relatief weinig economische, communicatieve en fysieke

beleidsinstrumenten. Dit heeft waarschijnlijk te maken met de ongunstige financiële positie van veel gemeenten. Wel doen de onderzochte gemeenten allerlei initiatieven om de

aantrekkelijkheid van de deze binnensteden en aanloopstraten te verhogen. Daarbij passen zij zowel algemene, individuele, verruimende als beperkende instrumenten toe. Dit zou er indirect toe kunnen leiden dat de winkelleegstand bestreden wordt, al zeggen gemeenten deze

initiatieven niet te nemen ter bestrijding van de winkelleegstand.

8.2 Reflectie

De doelstelling van het onderzoek is behaald en de gebruikte onderzoeksmethode was wat mij betreft geschikt. Door het exploratieve karakter van het onderzoek was het onontbeerlijk de praktijk in te duiken en interviews af te nemen bij gemeenten. Echter, het doen en vooral het uitwerken van de vele diepte-interviews kostte veel tijd, waardoor er voor gekozen is 2 interviews met branche-organisaties niet af te nemen. Uiteindelijk zijn er 15 personen geïnterviewd. In dit onderzoek is geprobeerd de externe validiteit zoveel mogelijk te waarborgen. Zo zijn er 4 soortgelijke gemeenten onderzocht en bleek het uit interviews dat antwoorden bij de

verschillende gemeenten grotendeels overeen kwamen. De resultaten van dit onderzoek zijn tot zekere hoogte te generaliseren, in ieder geval voor soortgelijke gemeenten.

De keuze voor de B5 van Noord-Brabant was een goede geweest, aangezien het onderwerp winkelleegstand veel wordt besproken in B5 verband samen met gemeenten en branche-organisaties. Hierdoor was het leggen van contacten makkelijker en waren de verschillende respondenten meer op de hoogte van de actuele stand van zaken. Toch was de keuze voor deze gemeenten ook een beperking: de winkelleegstand is op veel andere plaatsen veel extremer aanwezig dan in de binnensteden en aanloopstraten van de onderzochte gemeenten. De interne validiteit van het onderzoek had verhoogd kunnen worden door een groter aantal interviews af te nemen, waarbij het interviewen van ondernemers in de gemeenten Helmond en Tilburg van toegevoegde waarde had kunnen, zoals dit ook het geval was voor de gemeenten Eindhoven en ’s-Hertogenbosch. Na meerdere pogingen is het echter niet gelukt deze mensen te kunnen spreken.

Een andere beperking in dit onderzoek is dat er niet hele accurate leegstandcijfers gegeven hadden kunnen worden van bepaalde gemeenten. De gehanteerde leegstandcijfers van Locatus in dit onderzoek zijn namelijk om verschillende redenen discutabel. Zo schatten zij een derde van het aanbod in, de vraag is of die panden ook echt leegstaan. Daarnaast zijn zij niet in staat het de leegstandcijfers in het hele land te actualiseren. Ook was het niet goed inzichtelijk welke gebiedsgrenzen Locatus trekt als er geselecteerd wordt op bijvoorbeeld de leegstandcijfers van een binnenstad. Het bleek dan ook dat er binnen een aantal gemeenten er andere

leegstandcijfers waren. Echter, er waren behalve Locatus geen andere goede bronnen beschikbaar en blijft het een feit dat winkelleegstand zich manifesteert in de onderzochte gemeenten.

56

Het ontbreken van literatuur over het onderwerp winkelleegstand en de rol van de gemeente hierin van dit onderzoek maakte het lastig dit onderzoek theoretisch in te bedden, wat overigens des te meer de relevantie van dit onderzoek benadrukt. Hierdoor was het eerste deel van het onderzoek voornamelijk zoekend, wat soms tot frustraties leidde. Verder bleken de vooraf uiteengezette sturingsmodellen voor beleidsinstrumenten niet te werken bij de interviews bij gemeenten. Men snapte niet goed wat er met deze sturingsmodellen werd bedoeld. Wellicht hadden deze ‘simpeler’ geformuleerd kunnen worden en stonden ze te ver af van de dagelijkse praktijk binnen gemeenten. Als laatste was het lastig goed inzichtelijk te maken hoe de

praktijkvoorbeelden van gemeenten en oplossingsrichtingen van de kantorenmarkt hebben geleid tot acht oplossingsrichtingen. Dit had nog wat sterker naar voren kunnen komen.

8.3 Aanbevelingen

Naast de praktijk aanbevelingen voor gemeenten die zijn gedaan in paragraaf 7.4, wordt in deze paragraaf stil gestaan bij aanbevelingen voor verder onderzoek. Dit onderzoek en de actualiteit van het onderwerp bieden daar namelijk voldoende openingen voor. Zo zou bijvoorbeeld in kaart kunnen worden gebracht hoe gemeenten in kleinere kernen, waar de winkelleegstand over het algemeen grotere vormen aanneemt dan in de onderzochte grotere steden, omgaan met winkelleegstand. Dit zou, gezien de vaak grotere mate van de problematiek, meer of andere oplossingsrichtingen kunnen opleveren. Daarnaast kan ook onderzoek gedaan worden naar de aanpak van winkelleegstand in buurt- en winkelcentra, aangezien over het algemeen ook hier meer winkelpanden leegstaan. Toegepaste beleidsinstrumenten in deze gebieden zouden ook wellicht toepasbaar zijn op binnensteden en haar aanloopstraten. Daarnaast is in dit onderzoek gebleken dat gemeenten op het moment relatief weinig economische, communicatieve en fysieke instrumenten toepassen. Verder onderzoek zou uit kunnen wijzen wat hier de oorzaken van zijn.

Verder zou meer onderzoek gedaan kunnen worden naar het facilitaire sturingsmodel dat in dit onderzoek geïntroduceerd is. In dit onderzoek bleken de 4 sturingsmodellen voor

beleidsinstrumenten voor overheden die in de wetenschappelijke literatuur niet allesomvattend. De veranderende en terugtrekkende rol van de overheid van de afgelopen jaren, waarbij

overheden steeds minder financiële middelen hebben en op andere manieren ontwikkelingen proberen te sturen, is wellicht een oorzaak. De vraag is dan ook of de 4 sturingsmodellen die vaak genoemd worden nog aansluiten bij de huidige tijd. Een andere oorzaak zou kunnen zijn dat de sturingsmodellen over het algemeen goed functioneren, maar dat deze minder toepasbaar zijn voor gemeenten. Ook zou het kunnen zijn dat de sturingsmodellen niet allesomvattend zijn als het specifiek gaat over ruimtelijke ordening. Wellicht dienen voor gemeenten andere

sturingsmodellen ontwikkelt te worden of dienen de sturingsmodellen in de context van de huidige tijd herzien te worden. Verder onderzoek naar het faciliterende sturingsmodel zou ook het onderscheid met de bestaande sturingsmodellen duidelijker kunnen maken.

Uit onderzoek is gebleken dat de onderzochte gemeenten nauwelijks bewust beleid voeren voor het tegengaan van winkelleegstand in de binnensteden en aanloopstraten. Er zou verder onderzocht kunnen worden wat de oorzaken hier van zijn. Het inzicht bieden in deze oorzaken zouden handvaten kunnen bieden om gemeenten er toe te zetten meer te doen tegen winkelleegstand.

57

Literatuurlijst

- Atelier Rijksbouwmeester. (2008). De oude kaart van Nederland: Leegstand en

herbestemming. Den Haag.

- Binnenlands Bestuur. (2011). Tilburg krijgt meldplicht voor lege panden. Geraadpleegd op

15-05-13 op http://www.binnenlandsbestuur.nl/ruimte-en-milieu/nieuws/tilburg-krijgt- meldplicht-voor-lege-panden.2728767.lynkx

- Binnenlands Bestuur. (2013). Herverkaveling wellicht oplossing leegstand winkelpanden.

Geraadpleegd op 04-06-13 op http://www.binnenlandsbestuur.nl/bestuur-en- organisatie/nieuws/herverkavelen-wellicht-oplossing-leegstand.9021767.lynkx

- Bouwend Nederland. (2013). Leegstand kantoren. Geraadpleegd op 23-1-13 op

http://www.bouwendnederland.nl/web/zoekresultaat/Pages/default.aspx?k=leegstand

- Bressers, J. & Klok, P. (1987). Grondslagen voor een instrumententheorie. In:

Beleidswetenschap, jg. 1, nr. 1, p. 77-97

- Bressers, J., De Jong, P., Klok, P., Korsten, A. (1993). Beleidsinstrumenten bestuurskundig

beschouwd. Assen: Van Gorcum & Comp B.V.

- Breugelmans, J. (2010). Verloren kantoren? En onderzoek naar leegstaande kantoorruimte

in Amstel III en mogelijke oplossingen. Utrecht: Utrecht Universiteit Faculteit Geowetenschappen

- BRO. (2012). Binnenstadsmonitor 2012 gemeente ’s-Hertogenbosch. Boxtel

- CBS. (2011). Kernprognose 2011-2060. Geraadpleegd op 23-1-13 op http://www.cbs.nl/nl-

NL/menu/themas/bevolking/publicaties/bevolkingstrends/archief/2012/2012-08-bt- kernprognose-2011-20160.htm

- CBS. (2013a). Bevolkingspiramide: Leeftijdsopbouw Nederland. Geraadpleegd op 21-1-13

op http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/bevolking/cijfers/extra/piramide-fx.htm

- CBS. (2013b). Statline: bevolkingsontwikkeling regio per maand. Geraadpleegd op 21-2-13

op: http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?DM=SLNL&PA=37230ned&D1=0- 17&D2=75,97,230&D3=(l-4)-l&VW=T

- CBW-Mitex. (2010). Onderzoek Retail 2020: re’structure. Doorn

- Cobouw. (2012). Kantorenleegstand bereikt dieptepunt. Geraadpleegd op 25-1-13 op

http://www.cobouw.nl/nieuws/algemeen/2012/08/08/kantorenleegstand-bereikt- diepterecord

- Creswell, J.W. (2007). Qualitative Inquiry & Research Design: Choosing Among Five

Approaches. California: Sage Publications.

- De Bruijn, J. & Ten Heuvelhof, E. (1991). Sturingsinstrumenten voor de overheid: over

complexe netwerken en een tweede generatie sturingsinstrumenten. Leiden/Antwerpen: Stenfert Kroese

- De Bruijn, J. & Lulofs, K. (1991). Gelede communicatieve sturing: de beleidspraktijk en de

instrumententheorie. In: Beleindswetenschap, jg. 5, nr. 1, p. 44-62

- De Bruijn, J. & Ten Heuvelhof, E. (1995). Netwerkmanagement. Utrecht: 1995

- Den Bosch Politiek. (2013). D66 wil discussie over winkeltijden. Geraadpleegd op 13-05-

13: op http://www.denboschpolitiek.nl/nieuws1.php?id=1596

- Detailhandel Nederland. (2013). Winkeliers: “Provinciale regio detailhandel nodig!”.

58

- DTNP. (2011). Dynamiek door beleid. Hoe de overheid de winkelmarkt stimuleert. Den

Haag

- DTZ Zadelhoff. (2010). Het aanbod veroudert: De Nederlandse markt voor kantoorruimte.

Amsterdam: DTZ Zadelhoff

- DTZ Zadelhoff. (2011). Van veel te veel: De markt voor Nederlands commercieel onroerend

goed. Utrecht: DTZ Zadelhoff

- Eindhovens Dagblad. (2012). Tachtig studentenwoningen in kantoorpand Helmond. 19-12-

12

- Eindhovens Dagblad. (2013). Helmond meer dan 89.000 inwoners. Geraadpleegd op 13-

05-13 op http://www.ed.nl/regio/helmond/helmond-meer-dan-89-000-inwoners- 1.3693510

- Eliadis, P., Hil, M. & Howlett, M. (2005). Designing Government. From Instruments to

Governance. Montreal: McGill-Queen’s University Press

- Fenger, H, & Klok, P. (2008). Beleidsinstrumenten. In: Hoogerwerf, A & Herweijer, M.

(2008). Overheidsbeleid. Een inleiding in de beleidswetenschap. Alphen aan de Rijn: Kluwer

- Financieel Dagblad. (2013). Twee miljoen winkelmeters in de stad gaan verdwijnen. 15

april 2013

- Gemeente Eindhoven. (2006). Detailhandelsnota gemeente Eindhoven. Eindhoven - Gemeente Helmond. (2005). Kadernotitie Detailhandel. Helmond.

- Gemeente Helmond. (2012). Xperience World in het hart van Helmond. Geraadpleegd op

13-05-13 op http://www.helmond.nl/internet/(Nieuw)bouw/Centrum- uitbreidingsplan/Xperience-World-in-het-hart-van-Helmond

- Gemeente Helmond. (2013). Centrum uitbreidingsplan. Geraadpleegd op 13-05-13 o p

http://www.helmond.nl/internet/(Nieuw)bouw/Centrum-uitbreidingsplan

- Gemeente ’s-Hertogenbosch. (2011). Nota Detailhandel ’s-Hertogenbosch. ’s-

Hertogenbosch

- Gemeente ’s-Hertogenbosch. (2013a). Bevolking ’s-Hertogenbosch. Geraadpleegd op 06-

05-13 op: http://www.shertogenbosch.nl/fileadmin/documenten/doc/Stad_in_cijfers/ Bevolking_2013.pdf

- Gemeente ’s-Hertogenbosch. (2013b). Overlegplatforms binnenstad. Geraadpleegd op 13-

05-13 op http://www.s-hertogenbosch.nl/ondernemer/netwerken/overlegplatforms- binnenstad/

- Gemeente Tilburg. (2009). Structuurvisie detailhandel en economie Tilburg 2009-2020.

Tilburg

- Herbestemming academie. (2012). Kantoortransformatie in Nieuwegein komt op gang:

158 woningen in 5 kantoren. Geraadpleegd op 21-02-13 op

http://www.herbestemmingacademie.nl/kantoortransformatie-in-nieuwegein-komt-op- gang-158-woningen-in-vijf-kantoren

- Hoekstra, J. & Wintgens, M. (2012). Leegstand en ruimte. Berghauser Pont Publishing:

Amsterdam

- Hoogerwerf, A. & Herweijer, M. (2008). Overheidsbeleid. Een inleiding in de

beleidswetenschap. Kluwer: Alphen aan de Rijn

- IVBN. (2012). IVBN Visie op de winkelmarkt: Dynamiek op de winkelmarkt. Voorburg - Kamer van Koophandel. (2012). Winkelleegstand praktisch oplossen.

59

- Kennisbank herbestemming. (2013). Dossier tijdelijk gebruik. Geraadpleegd op 04-02-

2013 op http://www.kennisbankherbestemming.nu/kennisdossiers/tijdelijk-gebruik

- Klok, P. (1991). Een instrumententheorie voor milieubeleid. Enschede: FEBO - Locatus. (2012). Locatus retailfacts 2012. Woerden: Locatus

- Locatus. (2013). Locatusonline. Geraadpleegd op 02-04-13 op

http://www.locatusonline.com

- Ministerie van Infrastructuur en Milieu. (2012). Handreiking ladder voor duurzame

verstedelijking, samenvatting. Den Haag

- NEPROM. (2012). Retailvisie 2012: van places to buy naar places to be. Voorburg:

NEPROM

- NVM. (2012). Retailvisie: Aanloopstraten in beeld. Nieuwegein

- PBL. (2011). Detailhandel en beleid: een continue wisselwerking. Den Haag: Uitgeverij PBL - PBL. (2012). Vormgeven aan de spontane stad. Den Haag: Uitgeverij PBL

- PBL. (2013). Gebiedsontwikkeling en commerciële vastgoedmarkten. Den Haag: Uitgeverij

PBL

- Pijnappel. (2012). De nieuwe binnenstad. De gevolgen van online winkelen op de

binnenstad. Masterproef

- Platform31. (2013). Aanpak winkelleegstand vraagt om actie op verschillende

schaalniveaus. Geraadpleegd op 12-06-13 op http://www.platform31.nl/nieuws/aanpak- winkelleegstand-vraagt-om-actie-op-verschillende-schaalniveaus

- Provincie Noord-Brabant. (2012). Discussienota detailhandel in Noord-Brabant. Den Haag - Ringeling, A. (1983). De instrumenten van het beleid. Alphen aan de Rijn: Samsom

Uitgeverij

- Van der Boomen, T. (2010). Kansloze kantoren. In: Stedenbouw & RO, 27 april 2010 - Van der Doelen, F. (1989). Beleidsinstrumenten en energiebesparing. Enschede,

proefschrift

- Van Diepen, W. & Van Dijk, M. (2011). Leegstand van kantoren in Zwolle. Zwolle:

Windesheim Hogeschool

- Van Dongen, Buitelaar & Breedijk. (2013, te verschijnen). Winkelleegstand onderschat. - Van den Heuvel, J. (2005). Beleidsinstrumentatie. Sturingsinstrumenten voor het

overheidsbeleid. Utrecht: Lemma uitgevers

- Van der Voordt, D., Geraedts, R., Remoy, H., & Oudijk, C. (2007). Transformatie van

kantoorgebouwen: thema’s, actoren, instrumenten en projecten. Rotterdam: Uitgeverij 010

- Vennix, J. (2005). Theorie van empirisch onderzoek. Essex: Pearson Education Limited - Verschuren, P. & Doorewaard, H. (2007). Het ontwerpen van een onderzoek. Den Haag:

Boom Lemma uitgevers

- VNG. (2011a). Argumentenkaart herbestemming.

- VNG. (2011b). Handreiking leegstand te lijf. Handvatten voor langetermijnstrategie - VROM. (2006). Wonen op de zaak. Den Haag

- Rijksoverheid. (2013). Wat zijn de voordelen van duurzaam bouwen?. Geraadpleegd op

22-01-13 op http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/duurzaam-bouwen-en- verbouwen/vraag-en-antwoord/wat-zijn-de-voordelen-van-duurzaam-bouwen.html

- Ruimtelijk Planbureau. (2007). Winkelen in het internettijdperk. Rotterdam: NAi Uitgevers - Ruimteregisseurs. (2010). Van leegstand naar leeggoed. Delft

60

- Senternovum. (2008). Infoblad herbestemming van gebouwen.

- Steenhuis, M. & Meurs, P. (2011). Herbestemming in Nederland. NAI Uitgevers:

Rotterdam

- STEC. (2010). Einde struisvogelgedrag kantorenmarkt noodzakelijk. Arnhem - Stroink, R. (2011). De problemen van vandaag oplossen met instrumenten van de

toekomst.

- Tilburgers. (2013). Inwonertal van Tilburg boven 207.000. Geraadpleegd op 14-05-13 op

http://tilburgers.nl/inwonertal-van-tilburg-boven-de-207-000/

- Zuidema, M. & Van Elp, M. (2010). Kantorenleegstand: Probleemanalyse en

61