• No results found

Keuzemogelijkheden in de arbeidsvoorwaarden

Steeds meer sectoren kennen de mogelijkheid voor werknemers om keuzes te maken uit verschil-lende secundaire arbeidsvoorwaarden. Dit legt een deel van de verantwoordelijkheid voor het in-vullen van de arbeidsvoorwaarden bij de medewerker neer, die op deze manier meer vrijheid krijgt in de vormgeving ervan. Naast bestaande algemeen geldende regelingen, zoals de fiscale regeling om reiskosten en eindejaarsuitkering uit te ruilen, hebben bijna alle overheidssectoren aanvullende uitruilmogelijkheden in de arbeidsvoorwaarden opgenomen. In een aantal sectoren gaat het om een budget in uren dat beschikbaar wordt gesteld en bij andere sectoren wordt een bepaald per-centage van het salaris gespaard om ingezet te worden voor verschillende doeleinden.

De individuele budgetten kennen verschillende benamingen, zoals het budget voor duurzame in-zetbaarheid, het individueel keuzebudget of het persoonlijk budget. Tabel A.1 geeft een overzicht van de verschillende keuzemogelijkheden bij de overheidssectoren, zoals deze zijn opgenomen in de betreffende cao’s. In het primair onderwijs wordt een extra budget toegekend aan startende

leraren en aan oudere werknemers. Starters kunnen het budget inzetten voor het verlichten van de werkdruk en oudere werknemers kunnen het budget inzetten voor de doelen zoals weergegeven in Tabel A.1 of voor aanvullend verlof. In het voortgezet onderwijs worden startende leraren uitge-sloten van het individueel keuzebudget omdat zij reeds recht hebben op lesreductie, maar geldt er wel een extra budget voor oudere werknemers. De bijdrage aan vakbondscontributie is in het vo niet in het persoonlijk budget opgenomen, maar als aparte arbeidsvoorwaarde in de cao.

De huidige budgetten zijn in de meeste gevallen in de plaats gekomen van oudere regelingen. Zo zijn bij de provincies de oude regeling voor individuele keuze in de arbeidsvoorwaarden (IKAP), de vakantietoelage, de eindejaarsuitkering, de bovenwettelijke vakantiedagen en de levenslooprege-ling opgegaan in het individueel keuzebudget (IKB). Het rijk en de rechterlijke macht kennen nog steeds de IKAP-regeling. Hier wordt naast uitruil tussen de verschillende doelen ook het tijdelijk meer en minder uren werken geregeld. Bij de waterschappen wordt het budget gevormd door een collectief deel en een individueel deel. Het collectief deel wordt gevormd uit de oude middelen van de vakantietoelage, eindejaarsuitkering, levensloopbijdrage, seniorenregeling en aanvullende verlof-rechten. Het individuele deel komt voort uit de individuele prestatietoeslag en de vergoeding voor overwerk. Bij de gemeenten zijn het vakantiegeld, de eindejaarsuitkering, de levensloopregeling en de voorheen bovenwettelijke vakantie-uren overgegaan in het IKB. In het primair, voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs zijn seniorenregelingen overgegaan in het persoonlijk budget. In het hoger beroepsonderwijs geldt een persoonlijk budget van 40 of 45 uur. Werknemers die de AOW-gerechtigde leeftijd min tien jaar bereikt hebben, meer dan 0,4 fte werken en ten minste vijf jaar in dienst zijn, krijgen een extra budget voor duurzame inzetbaarheid. Wanneer deze werknemers ge-bruikmaken van de seniorenregeling vervalt dit recht op het extra duurzame inzetbaarheidsbudget.

Het middelbaar beroepsonderwijs heeft de seniorenregeling in stand gehouden, maar het recht op het persoonlijk budget vervalt wanneer hier gebruik van wordt gemaakt. In het wetenschappelijk onderwijs is de vervallen levensloopregeling overgegaan in een keuzemodel en wordt de senioren-regeling uitgefaseerd, omdat nu alle werknemers via het keuzemodel arbeidsvoorwaarden onder andere kunnen kiezen voor extra verlof. De politie heeft naast de keuzemogelijkheden de senio-renregeling en leeftijdsafhankelijke doorbetaalde verlofuren behouden. Defensie kent in de cao nog geen keuzeregeling, maar daar staat tegenover dat de leeftijdsafhankelijke doorbetaalde verlofuren en seniorenregelingen zijn behouden. Defensie is wel in de arbeidsvoorwaardenonderhandelingen van 2015 overeengekomen dat militaire ‘employability-aanspraken’ opbouwen die zij flexibel kun-nen inzetten om een opleiding, certificering of scholing te financieren en de mobiliteit te bevorde-ren.

SECUNDAIRE ARBEIDSVOORWAARDEN 123

Tabel A. 1 Overzicht van keuzemogelijkheden in arbeidsvoorwaarden per overheids- en onderwijssector

Overheid

Oplei-ding

Extra ver-lof

Inko-men Telewerken Invulling werk-zaamheden

Woon-werkver-keer/fiets Vakbond

Kinderop-vang Pensioen

Bedrijfs-fitness Naam regeling

Rijk IKAP-regeling

Provincies Individueel keuzebudget

Gemeenten* Individueel keuzebudget

Defensie militair (geen regeling) Defensie burger (geen regeling)

Rechterlijke macht IKAP-regeling

Politie Ruilmogelijkheden

Ar-beidsvoorwaarden Politie

Waterschappen Individueel keuzebudget

PO* Persoonlijke

vergoedin-gen en duurzame inzet-baarheid

VO* Individueel keuzebudget

MBO Persoonlijk budget

duur-zame inzetbaarheid

HBO* Persoonlijk budget

duur-zame inzetbaarheid

WO* Keuzemodel

arbeidsvoor-waarden

*doelen kunnen lokaal worden aangevuld

Bron: SEO, op basis van relevante cao’sRecente veranderingen

In toenemende mate is er bij organisaties sprake van flexibilisering van de arbeidsvoorwaarden. In het verleden bestond er de wettelijke levensloopregeling, waar gespaard kon worden voor extra verlof of vervroegde uittreding. Deze regeling is per 1 januari 2012 afgeschaft. Deelnemers aan deze regeling met een spaartegoed van meer dan € 3.000 kunnen via een overgangsregeling nog steeds sparen voor verlof, maar vanaf het jaar 2022 zal de levensloopregeling voor iedereen worden beëindigd. Het budget van de levensloopregeling is in veel gevallen overgegaan naar bovenge-noemde individuele budgetten of keuzemogelijkheden. Voor medewerkers die een beroep willen doen op de levensloopregeling is in veel gevallen een overgangsregeling opgenomen. Ook senio-renregelingen, regelingen voor het sparen van verlof, leeftijdsafhankelijke doorbetaalde verlofuren of vakantiegeld en eindejaarsuitkeringen zijn in een aantal sectoren onderdeel geworden van het budget voor keuzemogelijkheden in de arbeidsvoorwaarden.