• No results found

6. HetSTADSWERKHUIS, in 1805 gebouwd, deels ter plaatse van het voormalige

klooster der Cellezusters, heeft nog een gedeelte eener balklaag en der bekapping

(XVI c) van de kloostergebouwen. Boven een poortje een opschrift: ‘Linne Wevers

Gilde’, en: 1665. Boven den hoofdingang een houten bord met geschilderd opschrift

en: 1805-1869.

7. HetZIEKENHUIS, in 1592 vermeld als gevestigd in een deel van het vroegere

Minderbroedersklooster, in 1796 vereenigd met het Pesthuis (in 1538 gesticht door

Eilard Cromme), genaamd Calvariën, dat in verband hiermede in 1797 verbouwd

werd, thans Militair hospitaal, heeft boven den ingang een gevelsteen met den

kruisdragenden Christus, waarboven: 1538. Gevelsteen betreffende de herbouwing

in 1797, en een met het jaartal 1835. Het nieuwe ziekenhuis in het Plantsoen bezit:

Portret (± 1530, Hollandsche school) van Eilard Cromme, met opschrift betreffende

zijn pelgrimstocht naar Jeruzalem in 1520, en zijn overlijden in 1545.

Geschilderd wapenbord eener in 1656 overleden dame uit het geslacht Engelberg.

8. DeARMENKAMER, gevestigd in het noordelijk koor der Ned. Herv. Broederkerk

(e 2) bezit:

Schilderij (1547, door Machteld toe Boecop), voorstellend het Laatste Avondmaal.

Schilderij (± 1610, Hollandsche school), voorstellend een gezicht op Kampen,

van de overzijde der rivier.

9. Van het gebouw der voormaligeBETHLEHEMSVERGADERING(vermoedelijk XVI

a gesticht), ± 1830 gewijzigd, bestaat nog slechts een topgeveltje met gebogen

zandsteenen vleugelstukken en driehoekig fronton. Kruisvenster. Fries met

leeuwenkoppen en relief, voorstellende de geboorte van Christus. Hieronder een

cartouche met opschrift en: 1631. In den onbelangrijken achter gevel aan de Hofstraat

een halfrond gedenksteentje (XVII b, geschonden), eveneens voorstellend de geboorte

van Christus (beeldhouwwerk toegeschreven aan Geert Lambertsz, van Cuylenborch).

10. Van de vroegereVENE-LYNDE-VERGADERINGbestaat nog slechts een gevelsteen

(XV) in het museum der stichting ‘Campen’.

11. De voormaligeLATIJNSCHE SCHOOL, thans Muziekschool, in 1631 gebouwd, ter

plaatse van een gedeelte van het voormalige Minderbroedersklooster (zie e 6), heeft

een ingang met trap, waarom een ijzeren hek (1631), en met een gebeeldhouwde

bekroning boven de deur, waarin een opschrift en: 1631. Inwendig: kelders (XVIa)

met kruisgewelven. Balkenzolderingen met sleutelstukken, karbeelen en muurstijlen.

Oude bekapping.

12. Ebbingestraat. HetBESTEDELINGENHUISder Ned. Herv. Diaconie heeft in de

regentenkamer een schilderij (± 1640, Hollandsche school), voorstellend den uittocht

van Loth uit Sodom.

g. Particuliere gebouwen.

A. G o t h i e k .

1. Oude straat. Voormalig koopmanshuis, genaamd ‘het gothische huis’ (XVIa, XIXa

gewijzigd, in 1907-1909 gerestaureerd), is een langgestrekt rechthoekig gebouw,

bestaande uit een woonhuisgedeelte (aan de Oude straat), een middengedeelte: de

voormalige grutterij, en een achtergedeelte met stallen (aan de Nieuwe straat), van

elkander gescheiden door twee binnenplaatsen. Het woonhuis heeft drie verdiepingen

en een zolderverdieping. Voorgevel van Udelfangersteen. Onderpui en top met

trappen en pinakels zijn geheel vernieuwd. Boven de kruisvensters

vischblaastraceeringen, waarin rozetten met initialen: J.O.H. en M.A.R. Tegen den

achtergevel van dit woongedeelte, op de binnenplaats, sporen van een traptoren in

den zuidelijken hoek. Het achterhuis heeft, aan de Buitennieuwstraat, een grootendeels

baksteenen halven puntgevel (gerestaureerd), met gemetselde segmentbogen, waarin

zandsteenen aanzet en sluitsteenen, boven de kruisvensters. Staafankers. Oude pannen

(‘monniken’). Inwendig: in het woonhuis drie, gedeeltelijk vernieuwde, eiken trappen

(XVI a) met bloktreden, borstweringen in vergaring, waartusschen briefpaneelen.

Eiken schoorsteen

(XVII d). Vloeren van verglaasde plavuizen op lagen van moeren kinderbalken. In

het middengedeelte een keuken met zoldering (geverfd) op moer- en kinderbalken;

sleutelstukken met peerkraalprofiel. Schouw met tegels en vuurplaat. In de

benedenruimte der grutterij eiken balken op gebeeldhouwde kraagsteenen (XVII);

gruttersmolen. Hierboven de voormalige grutterij, met volledige inrichting. In het

achterhuis: fragment van een schouw (XVI a). Staldeuren met smeedwerk (XVII b)

in de deurkozijnen. Binnendeur (XVI A) in gesneden omlijsting. Op den zolder de

oorspronkelijke eiken bekapping met zware binten van kromhouten, door loodrechte

in de zijgevels verankerde muurstijlen rustend op de moerbalken der tweede balklaag.

Bij de herstelling vond men sporen van een oud verwarmingsstelsel (toevoerbuizen

voor boekweitdoppen).

In dit huis zijn thans gevestigd de openbare leeszaal en het museum der stichting

‘Campen’. (Zie h 1).

2. Oudestraat W IV, 250 (bij de Hagenpoort). Pakhuis (XVIa, gewijzigd XVII)

met geverfden puntgevel, waarin gothisch geprofileerde zandsteenen stijlen in de

dammen tusschen de vensters. Toppilaster op kopje (XVII). Vooruitstekend nokanker.

Windwijzer.

B. R e n a i s s a n c e .

3. Burgwal sleet W II, 6. Pakhuisgevel (1530) met geschonden top. Bergsteenen

banden en boogblokken. Boven een venster der eerste verdieping een gebeeldhouwde

steen, met: 1530. Hijschblok. Sierankers. Twee lantaarnhaken.

4. Oudestraat W I, 31, hoek Blauwehandsteeg. Puntgevel (XVIc) met groote

voluutvormige klauwstukken. Ontlastingsbogen. Toppilaster op engelenkopje.

Sierankers. Zijgevel (gepleisterd) met baksteenen tandlijst. Aan de achterzijde een

een voudige puntgevel met baksteenen tandlijst en gedichte vensters. In den muur

der binnenplaats een deurtje met slotplaat (XVI).

5. Voorstraat W I, 26, hoek Blauwehandsteeg. Huis (XVId), genaamd ‘de Paterskerk’,

wellicht onder pater Jacobus de Rechter (1678-1702) gebruikt als kerk en pastorie.

Aan de Blauwehandsteeg een zijgevel van z.g. Geldersch-Overijselsch type (zie blz.

42), met in- en uitgezwenkte zijkanten. Aan de binnenplaats een dergelijke zijgevel,

waartegen een uitgemetselde schoorsteen. Voorgevel gepleisterd en verbouwd.

Dakvenster (XVIII d). Vóór de binnenplaats een poort (XVII a), waarop drie

zandsteenen ballen met ijzeren bekroning (granaten).

6. Oudestraat W III. 119. Voormalig vleeschhuis. Topgevel van Bentheimersteen

met in- en uitgezwenkte zijkanten (Vlaamsche trant, ± 1600). Onderpui verbouwd.

Eenvoudige puntgevels, meerendeels met toppilaster, waarin een lelievormig

haakanker:

7. Geerstraat W 1, 31. Puntgevel (XVII a). Sporen van drie gevelsteenen.

8. Buitennieuwstraat W IV, 40. Tot puntgevel gewijzigde trapgevel. Ankers: 1661.

9. Bovennieuwstraat W II, 98-981. Dergelijke gevel (XVII d). Van den

oorspronkelijken gevel zijn nog drie trappen overgebleven. Baksteenen tandlijst.

Ovaal venstertje in den top.

10. Burgwal IV, 98, hoek Botervatsteeg. Gepleisterde puntgeveltje (± 1700).

Uitstek op balken. Tegen den top een zandsteenen afdekking.

11. Voorstraat W II, 28. Gepleisterde puntgevel. Boven den draagsteen van den

toppilaster: 1781.

12. Voorstraat W II, 32. Dergelijke gevel. Twee steenen: 1793.

13. Bovennieuwstraat W II, 80. Dergelijke gevel (XVIII).

14. Bovennieuwstraat W III, 128. Dergelijke gevel (XVIII).

15. Oudestraat W III, 1451. Puntgeveltje (XVIII). Deur met onderdeurtje.

16. Oudestraat W IV, 264. Puntgevel met gevelsteen, waarop

1800 en initialen (als Buitennieuwstraat W IV, 135). In den zijgevel aan de