• No results found

Ketelaars wetenschappelijk werk vóór zijn hoogleraarschap in Amsterdam (1931-1941) ging vooral over de kristalstructuur van meest anorganische

verbindingen en over het probleem van de chemische binding. Als hoogleraar

(1941-1960) hield hij zich in hoofdzaak bezig met infraroodspectroscopie, maar ook

onderzocht hij in opdracht van de industrie insecticiden.

1. E.H. Büchner,Verslag van de gewone vergaderingen der wis- en natuurkundige afdeeling der

Koninklijke Akademie van Wetenschappen 18(1909)91-94

2. E.H. Büchner, ‘De radioactiviteit van rubidium- en kaliumverbindingen’,Verslag

20(1912)1338-1343

3. E.H. Büchner,Verslag 19(1910)210-216

4. E.H. Büchner,Chemisch Weekblad 10(1913)748-751

5. E.H. Büchner, ‘De radioactiviteit der modder van Rockanje’,Chemisch Weekblad

15(1918)243-246; A.H. Blaauw, ‘Antwoord op Dr. Büchners artikel “de radioactiviteit van het

meertje van Rockanje”’,Chemisch Weekblad 15(1918)361-364

6. W.P. Jorissen,Recueil des travaux chimiques des Pays-Bas 65(1946)320

7. W.P. Jorissen en W.E. Ringer,Chemisch Weekblad 2(1905)41-47 en Berichte der Deutschen

Chemischen Gesellschaft 38(1905)899-904

8. W.P. Jorissen en W.E. Ringer,Chemisch Weekblad 2(1905)47

9. W.P. Jorissen en W.E. Ringer,Chemisch Weekblad 2(1905)799-802

10. W.P. Jorissen en W.E. Ringer,Chemisch Weekblad 3(1906)457-461 (461)

11. W.P. Jorissen en W.E. Ringer,Chemisch Weekblad 3(1906)499-503 en Berichte

39(1906)2093-2098

12. W.P. Jorissen,Chemisch Weekblad 4(1907)868-871. Zie ook: W.P. Jorissen en W.E. Ringer,

‘Actions chimiques des rayons du radium’,Archives Néerlandaises sciences exactes et naturelles

(2)12(1907)157-174

13. W.P. Jorissen en W.E. Ringer,Chemisch Weekblad 4(1907)242-246 en 476-479. De proeven

over de werking van kathodestralen op een aantal stoffen werden later in Leiden met de fysicus

Johan Adriaan Vollgraff (1877-1965) voortgezet. (Chemisch Weekblad 11(1914)832-837;

12(1915)741-744)

14. W.P. Jorissen en H.W. Woudstra,Chemisch Weekblad 7(1910)941-948 en 9(1912)340-341.

Woudstra promoveerde op het proefschrift:Over de werking van electrolyten op kolloidale

zilveroplossingen en over het proces der coagulatie (24 maart 1905)

15. Vgl.: J.M. Bijvoet, in:Fifty years of X-ray diffraction. Ed. P.P.Ewald (Utrecht, 1962), pp. 469-476

16. Over Jaeger:Chemisch Weekblad 31(1934)181-212 en 43(1947)67-71

17. W.H. Keesom,Chemisch Weekblad 13(1916)366-392

18 Chemisch Weekblad 13(1916)789-800

19. J.M. Bijvoet,Chemisch Weekblad 37(1940)394

20. J.M. Bijvoet,Fifty years of X-ray diffraction, p. 470

21. A.J. Bijl en N.H. Kolkmeyer,Verslag van de gewone vergaderingen der wis- en natuurkundige

afdeeling der Koninklijke Akademie van Wetenschappen 27(1919)191-194, 352-358 en 359-362.

Zie ook: Bijl en Kolkmeyer,Chemisch Weekblad 15(1918)1077-1078 en 1264

22. Over Bijvoet:Chemisch Weekblad 68(1972), 4 februari, pp. 11-12; Chemisch Weekblad.

Chemische Courant 76(1980), 20 maart, pp. 126-127; Jaarboek der Koninklijke Nederlandse

Akademie van Wetenschappen 1980, pp. 163-167 en M.P. Groenewege en A.F. Peerdeman,

Biographical Memoirs of Fellows of the Royal Society 29(1983)27-41

23. A. Smits en F.E.C. Scheffer, ‘De interpretatie der Röntgenogrammen van kristallen’,Verslag

25(1916)318-324

24. J.M. Bijvoet,Chemisch Weekblad 31(1934)242-243

25. M.P. Groenewege en A.F. Peerdeman,Biographical Memoirs of Fellows of the Royal Society

29(1983)29; N.H. Kolkmeyer, J.M. Bijvoet en A. Karssen, ‘Onderzoek met Röntgenstralen naar

den bouw der kristallen van natriumchloraat en natriumbromaat’,Verslag 29(1920)117-126. In

1924 verscheen nog een gezamenlijk Utrechts - Amsterdams onderzoek over ‘de kristalstructuur

van kwiksulfide’,Verslag 33(1924)327-329, 828-831

26. J.M. Bijvoet,Chemisch Weekblad 26(1929)158-163

27. H.J. Verweel was op 22 juni 1931 bij A. Smits gepromoveerd opDe kristalstructuur van

mercuribromide.

28. A.F. Peerdeman, A.J. van Bommel en J.M. Bijvoet, ‘Determination of absolute configuration of

optical active compounds by means of X-rays’,Proceedings of the section of sciences. Koninklijke

Nederlandse Akademie van Wetenschappen 54B(1951)16-19

29. Over MacGillavry: A. Looijenga - Vos,Levensberichten en herdenkingen 1993. Koninklijke

Nederlandse Akademie van Wetenschappen (Amsterdam, 1994), pp. 53-59

30. J.A.A. Ketelaar,Chemisch Weekblad 33(1936)648-654 (648)

31. J.A.A. Ketelaar,Chemisch Weekblad 33(1936)648-654 (654)

32 Over Burgers: P.M. de Wolff,Jaarboek Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen,

1989, pp. 135-140

38 Vgl.: R.E. Kohler, Jr., ‘The Origins of G.N. Lewis' Theory of the Shared Pair Bond’,Historical

Studies in the Physical Sciences 3(1971)343-376; ‘Irving Langmuir and the Octet Theory of

Valence’,idem 4(1972) 39-87 en ‘The Lewis-Langmuir Theory of Valence and the Chemical

Community, 1920-1928’,idem 6(1975)431-468. Ook: K. Gavroglu en A. Simoes, ‘The Americans,

the Germans, and the beginnings of quantum chemistry: The influence of diverging traditions’,

Historical Studies in the Physical and Biological Sciences 25(1994)47-110

39 G.N. Lewis,The Journal of the American Chemical Society 38(1916)772

40 H.I. Waterman,Chemisch Weekblad 10(1913)223-227

41 J. Clay,Chemisch Weekblad 13(1916)1079-1103 (1093)

42 P. Ehrenfest,Chemisch Weekblad 16(1919)1037-1044

43 E.H. Buchner,Chemisch Weekblad 20(1923)314-319

44 H.A. Kramers,Chemisch Weekblad 27(1930)406-411 (407)

45 H.A. Kramers,Chemisch Weekblad 27(1930)411. Vgl.: Kramers, ‘Quantentheorie en chemie’,

Handelingen van het XXIVeNederlandsch Natuur- en Geneeskundig Congres gehouden te

Wageningen op 18, 19 en 20 April 1933 (Haarlem, 1933), pp. 95-96

46 I. Langmuir,Chemisch Weekblad 27(1930)314-325; The Journal of the American Chemical

Society 51(1929)2847-2868

47 A.E. van Arkel,Nederlandsch Tijdschrift voor Natuurkunde 1(1934)273-287

48 A.E. van Arkel,Nederlandsch Tijdschrift voor Natuurkunde 1(1934)278

49 A.E. van Arkel,Nederlandsch Tijdschrift voor Natuurkunde 1(1934)280

50 E.J.W. Verwey, ‘Levensbericht van Anton Eduard van Arkel’,Jaarboek Koninklijke Akademie

van Wetenschappen 1976, pp. 184-192 (184). Over Van Arkel ook: E.W. Gorter en F.C. Romeyn,

Chemisch Weekblad 60(1964)298-308 en E.J.W. Verwey, Chemisch Weekblad 72(1976), 16

april, p. 7

51 A.E. van Arkel,Chemisch Weekblad 60(1964)573-578 (573).

52 A.F. Holleman,Leerboek der anorganische chemie (Groningen, derde druk, 1906), pp. 554-558;

(Groningen, vierde druk, 1911), pp. 589-598

53 A.E. van Arkel en J.H. de Boer,Chemisch Binding als Electrostatisch Verschijnsel (Amsterdam,

1930), p. 3

54 G.J.M. van der Kerk,Een halve eeuw chemische bindingen. Afscheidscollege gegeven op 22

september 1983 (z.j.;z.p.), pp. 2-3

55 G.J.M. van der Kerk, in:Werken aan scheikunde. 24 memoires van hen die de Nederlandse

Chemie deze eeuw groot hebben gemaakt (Delft, 1983), p. 188

56 A.E. van Arkel,Chemisch Weekblad 60(1964)573

57 A.E. van Arkel,Chemisch Weekblad 60(1964)573

58 A.E. van Arkel,Chemisch Weekblad 60(1964)574

59 Vgl.: M. Dresden,H.A. Kramers. Between tradition and revolution (New York enz., 1987), pp.

460-461

60 A.E. van Arkel,Chemisch Weekblad 60(1964)574

61 E.J.W. Verwey,Chemisch Weekblad 65(1969), 27 juni, p. 14

62 A.J. Staverman, in:Werken aan scheikunde, p. 174

63 H.G.S. Snijder promoveerde op 10 december 1934 bij E. Cohen opPhysische isomerie bij

pikraten.

64 A.E. van Arkel en J.H. de Boer,Chemische Binding als Electrostatisch Verschijnsel, p. 291

65 A.E. van Arkel en J.H. de Boer,Chemische Binding als Electrostatisch Verschijnsel, pp. 291-292

66 Vgl.: G.J. Hoytink,Annual Review of Physical Chemistry 21(1970)7

67 H.J. Prins,Chemisch Weekblad 22(1925)302-311. Over Prins: idem, 54(1958)401-403

68 H.J. Prins,Chemisch Weekblad 22(1925)310-311

69 H.J. Prins,Chemisch Weekblad 22(1925)306

70 H.J. Prins,Chemisch Weekblad 22(1925)311

71 W. Jacobs, ‘De valentie-hypothese van J. Stark’,Chemisch Weekblad 15(1918)1476-1483,

1566-1571. Jacobs bespreekt daarin de valentietheorie van Johannes Stark uit het derde deel

van diensPrinzipien der Atomdynamik (Leipzig, 1915).

72 A.E. Lacomblé, ‘Het atoommodel van Rutherford-Bohr’,Chemisch Weekblad 16(1919)832-834

en ‘Grundlinien einer Valenztheorie’,Zeitschrift für physikalische Chemie 93(1919)257-274

73 W. Jacobs promoveerde bij Schreinemakers opInvloed van zouten op het evenwicht in het

stelsel water-aceton (16 december 1914) en A.E. Lacomblé op Reactiesnelheid en katalyse (28

mei 1920).

74 E.J.W. Verwey,Chemisch Weekblad 25(1928)250-254

75 G. Elsen,Chemisch Weekblad 30(1933)310-317, 322-328; 33(1936)679-687; 36(1939)763-773

en 37(1940)39-48, 199-209

80 J.A.A. Ketelaar, in:Werken aan scheikunde (Delft, 1993), p. 93

81 J.A.A. Ketelaar,Recueil des travaux chimiques des Pays-Bas 58(1939)266-276 en 311-315. In

Pasadena schreef Ketelaar een artikel met J. Sherman, ‘A Quantum mechanical discussion of

the carbón-chlorine bond in substituted ethylenes and benzenes’, dat gepubliceerd werd in

Physica 6(1939)572-579

82 J.H. van 't Hoff,Vorlesungen über theoretische und physikalische Chemie (Braunschweig, 1898).

Heft I, pp. 4-5

83 A. Smits,De chemie in hare oude en nieuwe banen (Delft, 1907), p. 18

84 J.A.A. Ketelaar,Theorie en experiment in de scheikunde (Amsterdam, 1941), p. 9

85 J.A.A. Ketelaar,Theorie en experiment in de scheikunde, p. 12

VI. Organische chemie

Inleiding

De bijdragen van de Nederlandse chemie aan de ontwikkeling van de organische