verbindingen en over het probleem van de chemische binding. Als hoogleraar
(1941-1960) hield hij zich in hoofdzaak bezig met infraroodspectroscopie, maar ook
onderzocht hij in opdracht van de industrie insecticiden.
1. E.H. Büchner,Verslag van de gewone vergaderingen der wis- en natuurkundige afdeeling der
Koninklijke Akademie van Wetenschappen 18(1909)91-94
2. E.H. Büchner, ‘De radioactiviteit van rubidium- en kaliumverbindingen’,Verslag
20(1912)1338-1343
3. E.H. Büchner,Verslag 19(1910)210-216
4. E.H. Büchner,Chemisch Weekblad 10(1913)748-751
5. E.H. Büchner, ‘De radioactiviteit der modder van Rockanje’,Chemisch Weekblad
15(1918)243-246; A.H. Blaauw, ‘Antwoord op Dr. Büchners artikel “de radioactiviteit van het
meertje van Rockanje”’,Chemisch Weekblad 15(1918)361-364
6. W.P. Jorissen,Recueil des travaux chimiques des Pays-Bas 65(1946)320
7. W.P. Jorissen en W.E. Ringer,Chemisch Weekblad 2(1905)41-47 en Berichte der Deutschen
Chemischen Gesellschaft 38(1905)899-904
8. W.P. Jorissen en W.E. Ringer,Chemisch Weekblad 2(1905)47
9. W.P. Jorissen en W.E. Ringer,Chemisch Weekblad 2(1905)799-802
10. W.P. Jorissen en W.E. Ringer,Chemisch Weekblad 3(1906)457-461 (461)
11. W.P. Jorissen en W.E. Ringer,Chemisch Weekblad 3(1906)499-503 en Berichte
39(1906)2093-2098
12. W.P. Jorissen,Chemisch Weekblad 4(1907)868-871. Zie ook: W.P. Jorissen en W.E. Ringer,
‘Actions chimiques des rayons du radium’,Archives Néerlandaises sciences exactes et naturelles
(2)12(1907)157-174
13. W.P. Jorissen en W.E. Ringer,Chemisch Weekblad 4(1907)242-246 en 476-479. De proeven
over de werking van kathodestralen op een aantal stoffen werden later in Leiden met de fysicus
Johan Adriaan Vollgraff (1877-1965) voortgezet. (Chemisch Weekblad 11(1914)832-837;
12(1915)741-744)
14. W.P. Jorissen en H.W. Woudstra,Chemisch Weekblad 7(1910)941-948 en 9(1912)340-341.
Woudstra promoveerde op het proefschrift:Over de werking van electrolyten op kolloidale
zilveroplossingen en over het proces der coagulatie (24 maart 1905)
15. Vgl.: J.M. Bijvoet, in:Fifty years of X-ray diffraction. Ed. P.P.Ewald (Utrecht, 1962), pp. 469-476
16. Over Jaeger:Chemisch Weekblad 31(1934)181-212 en 43(1947)67-71
17. W.H. Keesom,Chemisch Weekblad 13(1916)366-392
18 Chemisch Weekblad 13(1916)789-800
19. J.M. Bijvoet,Chemisch Weekblad 37(1940)394
20. J.M. Bijvoet,Fifty years of X-ray diffraction, p. 470
21. A.J. Bijl en N.H. Kolkmeyer,Verslag van de gewone vergaderingen der wis- en natuurkundige
afdeeling der Koninklijke Akademie van Wetenschappen 27(1919)191-194, 352-358 en 359-362.
Zie ook: Bijl en Kolkmeyer,Chemisch Weekblad 15(1918)1077-1078 en 1264
22. Over Bijvoet:Chemisch Weekblad 68(1972), 4 februari, pp. 11-12; Chemisch Weekblad.
Chemische Courant 76(1980), 20 maart, pp. 126-127; Jaarboek der Koninklijke Nederlandse
Akademie van Wetenschappen 1980, pp. 163-167 en M.P. Groenewege en A.F. Peerdeman,
Biographical Memoirs of Fellows of the Royal Society 29(1983)27-41
23. A. Smits en F.E.C. Scheffer, ‘De interpretatie der Röntgenogrammen van kristallen’,Verslag
25(1916)318-324
24. J.M. Bijvoet,Chemisch Weekblad 31(1934)242-243
25. M.P. Groenewege en A.F. Peerdeman,Biographical Memoirs of Fellows of the Royal Society
29(1983)29; N.H. Kolkmeyer, J.M. Bijvoet en A. Karssen, ‘Onderzoek met Röntgenstralen naar
den bouw der kristallen van natriumchloraat en natriumbromaat’,Verslag 29(1920)117-126. In
1924 verscheen nog een gezamenlijk Utrechts - Amsterdams onderzoek over ‘de kristalstructuur
van kwiksulfide’,Verslag 33(1924)327-329, 828-831
26. J.M. Bijvoet,Chemisch Weekblad 26(1929)158-163
27. H.J. Verweel was op 22 juni 1931 bij A. Smits gepromoveerd opDe kristalstructuur van
mercuribromide.
28. A.F. Peerdeman, A.J. van Bommel en J.M. Bijvoet, ‘Determination of absolute configuration of
optical active compounds by means of X-rays’,Proceedings of the section of sciences. Koninklijke
Nederlandse Akademie van Wetenschappen 54B(1951)16-19
29. Over MacGillavry: A. Looijenga - Vos,Levensberichten en herdenkingen 1993. Koninklijke
Nederlandse Akademie van Wetenschappen (Amsterdam, 1994), pp. 53-59
30. J.A.A. Ketelaar,Chemisch Weekblad 33(1936)648-654 (648)
31. J.A.A. Ketelaar,Chemisch Weekblad 33(1936)648-654 (654)
32 Over Burgers: P.M. de Wolff,Jaarboek Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen,
1989, pp. 135-140
38 Vgl.: R.E. Kohler, Jr., ‘The Origins of G.N. Lewis' Theory of the Shared Pair Bond’,Historical
Studies in the Physical Sciences 3(1971)343-376; ‘Irving Langmuir and the Octet Theory of
Valence’,idem 4(1972) 39-87 en ‘The Lewis-Langmuir Theory of Valence and the Chemical
Community, 1920-1928’,idem 6(1975)431-468. Ook: K. Gavroglu en A. Simoes, ‘The Americans,
the Germans, and the beginnings of quantum chemistry: The influence of diverging traditions’,
Historical Studies in the Physical and Biological Sciences 25(1994)47-110
39 G.N. Lewis,The Journal of the American Chemical Society 38(1916)772
40 H.I. Waterman,Chemisch Weekblad 10(1913)223-227
41 J. Clay,Chemisch Weekblad 13(1916)1079-1103 (1093)
42 P. Ehrenfest,Chemisch Weekblad 16(1919)1037-1044
43 E.H. Buchner,Chemisch Weekblad 20(1923)314-319
44 H.A. Kramers,Chemisch Weekblad 27(1930)406-411 (407)
45 H.A. Kramers,Chemisch Weekblad 27(1930)411. Vgl.: Kramers, ‘Quantentheorie en chemie’,
Handelingen van het XXIVeNederlandsch Natuur- en Geneeskundig Congres gehouden te
Wageningen op 18, 19 en 20 April 1933 (Haarlem, 1933), pp. 95-96
46 I. Langmuir,Chemisch Weekblad 27(1930)314-325; The Journal of the American Chemical
Society 51(1929)2847-2868
47 A.E. van Arkel,Nederlandsch Tijdschrift voor Natuurkunde 1(1934)273-287
48 A.E. van Arkel,Nederlandsch Tijdschrift voor Natuurkunde 1(1934)278
49 A.E. van Arkel,Nederlandsch Tijdschrift voor Natuurkunde 1(1934)280
50 E.J.W. Verwey, ‘Levensbericht van Anton Eduard van Arkel’,Jaarboek Koninklijke Akademie
van Wetenschappen 1976, pp. 184-192 (184). Over Van Arkel ook: E.W. Gorter en F.C. Romeyn,
Chemisch Weekblad 60(1964)298-308 en E.J.W. Verwey, Chemisch Weekblad 72(1976), 16
april, p. 7
51 A.E. van Arkel,Chemisch Weekblad 60(1964)573-578 (573).
52 A.F. Holleman,Leerboek der anorganische chemie (Groningen, derde druk, 1906), pp. 554-558;
(Groningen, vierde druk, 1911), pp. 589-598
53 A.E. van Arkel en J.H. de Boer,Chemisch Binding als Electrostatisch Verschijnsel (Amsterdam,
1930), p. 3
54 G.J.M. van der Kerk,Een halve eeuw chemische bindingen. Afscheidscollege gegeven op 22
september 1983 (z.j.;z.p.), pp. 2-3
55 G.J.M. van der Kerk, in:Werken aan scheikunde. 24 memoires van hen die de Nederlandse
Chemie deze eeuw groot hebben gemaakt (Delft, 1983), p. 188
56 A.E. van Arkel,Chemisch Weekblad 60(1964)573
57 A.E. van Arkel,Chemisch Weekblad 60(1964)573
58 A.E. van Arkel,Chemisch Weekblad 60(1964)574
59 Vgl.: M. Dresden,H.A. Kramers. Between tradition and revolution (New York enz., 1987), pp.
460-461
60 A.E. van Arkel,Chemisch Weekblad 60(1964)574
61 E.J.W. Verwey,Chemisch Weekblad 65(1969), 27 juni, p. 14
62 A.J. Staverman, in:Werken aan scheikunde, p. 174
63 H.G.S. Snijder promoveerde op 10 december 1934 bij E. Cohen opPhysische isomerie bij
pikraten.
64 A.E. van Arkel en J.H. de Boer,Chemische Binding als Electrostatisch Verschijnsel, p. 291
65 A.E. van Arkel en J.H. de Boer,Chemische Binding als Electrostatisch Verschijnsel, pp. 291-292
66 Vgl.: G.J. Hoytink,Annual Review of Physical Chemistry 21(1970)7
67 H.J. Prins,Chemisch Weekblad 22(1925)302-311. Over Prins: idem, 54(1958)401-403
68 H.J. Prins,Chemisch Weekblad 22(1925)310-311
69 H.J. Prins,Chemisch Weekblad 22(1925)306
70 H.J. Prins,Chemisch Weekblad 22(1925)311
71 W. Jacobs, ‘De valentie-hypothese van J. Stark’,Chemisch Weekblad 15(1918)1476-1483,
1566-1571. Jacobs bespreekt daarin de valentietheorie van Johannes Stark uit het derde deel
van diensPrinzipien der Atomdynamik (Leipzig, 1915).
72 A.E. Lacomblé, ‘Het atoommodel van Rutherford-Bohr’,Chemisch Weekblad 16(1919)832-834
en ‘Grundlinien einer Valenztheorie’,Zeitschrift für physikalische Chemie 93(1919)257-274
73 W. Jacobs promoveerde bij Schreinemakers opInvloed van zouten op het evenwicht in het
stelsel water-aceton (16 december 1914) en A.E. Lacomblé op Reactiesnelheid en katalyse (28
mei 1920).
74 E.J.W. Verwey,Chemisch Weekblad 25(1928)250-254
75 G. Elsen,Chemisch Weekblad 30(1933)310-317, 322-328; 33(1936)679-687; 36(1939)763-773
en 37(1940)39-48, 199-209
80 J.A.A. Ketelaar, in:Werken aan scheikunde (Delft, 1993), p. 93
81 J.A.A. Ketelaar,Recueil des travaux chimiques des Pays-Bas 58(1939)266-276 en 311-315. In
Pasadena schreef Ketelaar een artikel met J. Sherman, ‘A Quantum mechanical discussion of
the carbón-chlorine bond in substituted ethylenes and benzenes’, dat gepubliceerd werd in
Physica 6(1939)572-579
82 J.H. van 't Hoff,Vorlesungen über theoretische und physikalische Chemie (Braunschweig, 1898).
Heft I, pp. 4-5
83 A. Smits,De chemie in hare oude en nieuwe banen (Delft, 1907), p. 18
84 J.A.A. Ketelaar,Theorie en experiment in de scheikunde (Amsterdam, 1941), p. 9
85 J.A.A. Ketelaar,Theorie en experiment in de scheikunde, p. 12
VI. Organische chemie
Inleiding
De bijdragen van de Nederlandse chemie aan de ontwikkeling van de organische
In document
H.A.M. Snelders, De geschiedenis van de scheikunde in Nederland. Deel 2 · dbnl
(pagina 135-139)